Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 december 2020, kenmerk 1795141-215466-DMO, houdende wijziging van de Bekostigingsregeling Wuvo in verband met aanpassingen in het kostprijsmodel van de SVB

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 9, tweede lid, van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Bekostigingsregeling Wuvo wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 8, onder b, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 7 door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 8. De indirecte kosten voor personeel, huisvestingskosten, bureaukosten, diensten en diversen.

B

In artikel 9, tweede lid, wordt ‘onderdelen 1, 2, 3, 5 en 6’ vervangen door ‘onderdelen 1, 2, 3, 5, 6 en 8’.

C

De bijlage bij artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen 3 en 6 vervallen, onder vernummering van de onderdelen 4, 5, 7 en 8 tot onderdelen 3 tot en met 6.

2. In onderdeel 3 (nieuw) wordt ‘op grond van de Wbp, de Wbpzo, de WIV, de Wuv de Wubo en de AOR’ vervangen door ‘op grond van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Wbp), de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Wbpzo), de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet (WIV), de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Wuv), de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 (Wubo) en de AOR’.

3. Aan onderdeel 4 (nieuw) wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, toegevoegd ‘alsmede de werkzaamheden volgend op een door de Centrale Raad van Beroep gegrond verklaard beroepschrift, noodzakelijk voor en leidend tot een herbeoordeling van een beslissing op een bezwaarschrift.’.

4. Onderdeel 5 (nieuw) komt te luiden:

  • 5. Het beheer

    De werkzaamheden noodzakelijk voor en leidend tot een besluit op een aanvraag op grond van de artikelen 42d, eerste lid, van de Wbp, 35i, eerste lid, van de Wbpzo, 49c, eerste lid, van de WIV, 59a, eerste lid, van de Wuv en 60, eerste lid, van de Wubo, alsmede de verwerking van gegevens die aanleiding zijn tot wijziging in het recht op en de hoogte van een pensioen, uitkering, toeslag, vergoeding of tegemoetkoming overeenkomstig de geldende wet- en regelgeving, waarbij als eenheid geldt de pensioen- of uitkeringsgerechtigde. Voor de telling van het aantal eenheden wordt het aantal pensioen- en uitkeringsgerechtigden genomen bij aanvang van een begrotingsjaar.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

TOELICHTING

Artikel I

Als gevolg van veranderde omstandigheden in de uitvoeringspraktijk van de pensioen- en uitkeringswetten dient de Bekostigingsregeling op een aantal onderdelen te worden gewijzigd.

Het aantal nieuwe vaststellingen zoals bedoeld in onderdeel 3 van de bijlage bij artikel 1 van de Bekostigingsregeling is inmiddels zeer gering. Om die reden wordt dit product ondergebracht in het product Beheer.

Het product Gegrond Beroep in onderdeel 6 van de bijlage bij artikel 1 van de Bekostigingsregeling is eveneens zeer gering van omvang geworden. Derhalve wordt dit product samengevoegd met het product Beroep.

De indirecte kosten voor personeel, huisvestingskosten, bureaukosten en diensten en diversen werden altijd via de normbegroting als opslagen in het uurtarief voor de reguliere kosten zoals bedoeld in artikel 8, onder a, van de Bekostigingsregeling berekend. Deze indirecte kosten worden in het vervolg, naast de PxQ, als lumpsum opgenomen in de begroting als onderdeel van de Uitvoeringskosten V&O en afgerekend op werkelijke kosten. Daartoe wordt aan de opsomming van artikel 8, onder b, van de Bekostigingsregeling een nieuw onderdeel 8 toegevoegd.

Aangezien in artikel 9, tweede lid, van de Bekostigingsregeling de onderdelen opgesomd worden die bekostigd worden op basis van werkelijk gemaakte kosten, dient het nieuwe onderdeel 8 te worden toegevoegd aan deze opsomming.

Door voornoemde toevoeging aan artikel 9, tweede lid van de Bekostigingsregeling vallen de indirecte kosten binnen de berekeningsgrondslag van de risicoreserve.

Artikel II

De onderhavige regeling is afgestemd met de SVB. In de uitvoeringspraktijk werkt de SVB reeds conform de voorliggende wijziging van de Bekostigingsregeling, derhalve treedt deze regeling in werking met terugwerkende kracht.

De Staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven