Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2020, 2020-000017224, tot wijziging van de Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling in verband met het vastleggen van het uitgangspunt van communicatie langs elektronische weg en wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling vanwege de aanwijzing van een categorie van personen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 2, derde lid, van de Pensioenwet, de artikelen 6, vierde lid, 9, vierde lid, 13, zesde lid, 18, tweede lid en 19, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de artikelen 2, vierde lid, 10, tweede lid, 11, zevende lid en 15, tweede lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a. Elektronische aanvraag en communicatie

Tenzij naar het oordeel van de minister sprake is van omstandigheden die zich daartegen verzetten, geschieden uitsluitend langs elektronische weg de aanvragen en de daaropvolgende communicatie:

  • a. van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet;

  • b. tot wijziging van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet;

  • c. tot intrekking van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 11, tweede en derde lid, van de wet;

  • d. tot ontheffing van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen d en f vervallen, onder verlettering van de onderdelen e tot d en g en h tot e en f.

2. In onderdeel f (nieuw) wordt ‘onderdeel g’ telkens vervangen door ‘onderdeel e’ en vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd,’.

C

Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.

2. Het eerste lid vervalt.

3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid, wordt ‘onderdeel g’ vervangen door ‘onderdeel e’ en wordt ‘nadere rapportage’ vervangen door ‘assurancerapport’.

D

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d vervalt, onder verlettering van de onderdelen e en f tot d en e.

2 In onderdeel e (nieuw) wordt ‘onderdeel e’ telkens vervangen door ‘onderdeel d’ en vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd,’.

E

Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.

2. Het eerste lid vervalt.

3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid, wordt ‘onderdeel e’ vervangen door ‘onderdeel d’ en wordt ‘nadere rapportage’ vervangen door ‘assurancerapport’.

F

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel d, vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd,’.

2. In het tweede lid vervalt onderdeel b, onder verlettering van onderdeel c tot b en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel a door ‘; en’.

G

Artikel 4a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.

2. Het eerste lid vervalt.

3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid en wordt ‘nadere rapportage’ vervangen door ‘assurancerapport’.

H

In artikel 6a, tweede lid, vervalt ‘schriftelijk’.

I

Artikel 6b komt te luiden:

Artikel 6b. Elektronische communicatie

De minister draagt zorg voor de noodzakelijke elektronische infrastructuur waarmee de aanvragen, bedoeld in artikel 1a, betrouwbaar en vertrouwelijk kunnen worden verzonden. Bij de verzending van de aanvragen, bedoeld in artikel 1a, wordt gebruik gemaakt van de door de minister ter beschikking gestelde elektronische formulieren en de door hem erkende methode van authenticatie.

J

De bijlage, bedoeld in de artikelen 1, onderdeel h, 3, onderdeel f en 5, eerste lid, onderdeel d, zoals deze artikelen luidden op 31 december 2020, vervalt.

ARTIKEL II

Aan artikel 1 van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. de predikanten die een pensioenovereenkomst hebben gesloten met de Stichting voor de predikantspensioenen.

ARTIKEL III

De Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Voor artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel a1. Elektronische aanvraag en communicatie

Tenzij naar het oordeel van de minister sprake is van omstandigheden die zich daartegen verzetten, geschieden uitsluitend langs elektronische weg de aanvragen en de daaropvolgende communicatie:

  • a. van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

  • b. tot wijziging van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

  • c. tot intrekking van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 13, eerste en tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

  • d. tot ontheffing van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

B

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen d en f vervallen, onder verlettering van de onderdelen e tot d en g en h tot e en f.

2. In onderdeel f (nieuw) wordt ‘onderdeel g’ telkens vervangen door ‘onderdeel e’ en vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd,’.

C

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.

2. Het eerste lid vervalt.

3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid, wordt ‘onderdeel g’ vervangen door ‘onderdeel e’ en wordt ‘nadere rapportage’ vervangen door ‘assurancerapport’.

D

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d vervalt, onder verlettering van de onderdelen e en f tot d en e.

2. In onderdeel e (nieuw) wordt ‘onderdeel e’ telkens vervangen door ‘onderdeel d’ en vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd,’.

E

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.

2. Het eerste lid vervalt.

3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid, wordt ‘onderdeel e’ vervangen door ‘onderdeel d’ en wordt ‘nadere rapportage’ vervangen door ‘assurancerapport’.

F

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel d, vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd,’.

2. In het tweede lid vervalt onderdeel b, onder verlettering van onderdeel c tot b en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel a door ‘; en’.

G

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.

2. Het eerste lid vervalt.

3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid en wordt ‘nadere rapportage’ vervangen door ‘assurancerapport’.

H

In artikel 9, tweede lid, vervalt ‘schriftelijk’.

I

Artikel 9a komt te luiden:

Artikel 9a. Elektronische communicatie

De minister draagt zorg voor de noodzakelijke elektronische infrastructuur waarmee de aanvragen, bedoeld in artikel a1, betrouwbaar en vertrouwelijk kunnen worden verzonden. Bij de verzending van de aanvragen, bedoeld in artikel a1, wordt gebruik gemaakt van de door de minister ter beschikking gestelde elektronische formulieren en de door hem erkende methode van authenticatie.

J

De bijlage, bedoeld in de artikelen 1, onderdeel h, 3, onderdeel f en 5, eerste lid, onderdeel d, zoals deze artikelen luidden op 31 december 2020, vervalt.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 december 2020

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Met de wijziging van de Regeling betreffende aanvragen op grond van de wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling worden de procedures voor het aanvragen, wijzigen of (gedeeltelijk) intrekken van een verplichtstelling en voor het aanvragen van individuele ontheffing van verplichtstelling in de zin van artikel 15 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en artikel 18 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling gewijzigd. Bij deze procedures is de elektronische indiening voortaan het uitgangspunt en is schriftelijke indiening in principe alleen nog aan de orde in geval van calamiteiten of bijzondere omstandigheden. De aanvragen voor deze procedures worden nu ook al nagenoeg allemaal elektronisch ingediend. De vereisten die uitsluitend nog gelden voor de schriftelijke indiening van verplichtstellingsaanvragen zijn hierdoor komen te vervallen.

Voor wat betreft de wijzigingen die betrekking hebben op de beroepspensioenregelingen heeft de SER, subcommissie Verplichtstelling Beroepspensioenregelingen positief geadviseerd.

De door de SER genoemde aandachtspunten over het gebruik van het woord ‘controle’ en de aansluiting van het identificatiemiddel bij eIDAS zullen worden meegenomen. Dit geschiedt in de communicatie over deze wijzigingen via de website van de directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving.1

Directe aanleiding voor deze modernisering is dat bij de directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving een nieuw loket voor zaakgericht werken is ingevoerd om de elektronische indiening van aanvragen verder te faciliteren en te ondersteunen.

Nieuw element bij de verplichtstellingsprocedure is dat zienswijzen tegen de aanvraag voortaan volledig digitaal ingediend kunnen worden.

Met de moderniseringsslag is het (in sommige gevallen verplichte) formulier representativiteitsgegevens dat was opgenomen als bijlage bij de regelingen komen te vervallen. De kwalitatieve eisen die aan de representativiteit worden gesteld blijven ongewijzigd, maar de wijze waarop de opgave van de representativiteit wordt gedaan is nu in alle gevallen vormvrij. Net als bij algemeenverbindendverklaring van cao-bepalingen kan aan de hand van geboden hulpmiddelen een opgave worden opgesteld.

De overige wijzigingen zijn van redactionele aard en zijn bedoeld om de tekst te verduidelijken, in te korten, te corrigeren of te moderniseren.

Tevens wordt met deze regeling een wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling doorgevoerd. De Pensioenwet is van toepassing bij een pensioenovereenkomst tussen werkgevers en werknemers. Artikel 2, derde lid, van de Pensioenwet biedt verder de mogelijkheid om een categorie van personen aan te wijzen die wordt gelijkgesteld met werknemers. In Artikel II wordt dit gedaan voor de predikanten die een pensioenovereenkomst hebben gesloten met de Stichting voor de predikantspensioenen. De verhouding tussen een predikant en een lokale gemeente is immers een andere dan tussen werknemer en werkgever.

Artikelsgewijze toelichting

In het onderstaande deel wordt, voor zover relevant, artikelsgewijs een toelichting gegeven.

Artikelen I en III, onderdelen A

Met het invoegen van een nieuw artikel 1a in de Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en een nieuw artikel a1 in de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling wordt geregeld dat het aanvragen, wijzigen of (gedeeltelijk) intrekken van een verplichtstelling en het aanvragen van individuele ontheffing van verplichtstelling voortaan elektronisch zal plaatsvinden. Ook de daaropvolgende communicatie zal voortaan elektronisch geschieden.

Hiermee wordt invulling gegeven aan de door middel van de Verzamelwet SZW 2015 gecreëerde formeel wettelijk basis om het bestuurlijk verkeer rond verplichtstellingaanvragen en aanvragen om individuele ontheffingen volledig langs elektronische weg te kunnen laten plaats vinden (zie de artikelen XXXI en XXXII).

Artikelen I en III, onderdelen B, D en F

De wijziging van de artikelen 2, 3 en 4 van de Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de artikelen 1, 3 en 5 van de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling heeft tot gevolg dat het voortaan niet meer nodig is papier geprinte versies van teksten bij de aanvraag van de verplichtstelling te voegen. Zoals toegelicht onder de algemene toelichting, is het formulier representativiteitsgegevens vervallen.

Artikelen I en III, onderdelen C, E en G

In beide regelingen wordt het begrip ‘nadere rapportage’ vervangen door het begrip ‘assurancerapport’. Door middel van deze wijziging wordt meer specifiek aangegeven welke controle van de accountant vereist is in het geval de Minister van SZW een verificatie van de representativiteitsgegevens verlangt.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven