De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 2, derde lid, van de Pensioenwet, de artikelen 6, vierde lid, 9,
vierde lid, 13, zesde lid, 18, tweede lid en 19, tweede lid, van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling en de artikelen 2, vierde lid, 10, tweede lid, 11, zevende
lid en 15, tweede lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
2000;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling betreffende aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming in een
bedrijfstakpensioenfonds 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a. Elektronische aanvraag en communicatie
Tenzij naar het oordeel van de minister sprake is van omstandigheden die zich daartegen
verzetten, geschieden uitsluitend langs elektronische weg de aanvragen en de daaropvolgende
communicatie:
-
a. van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet;
-
b. tot wijziging van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de
wet;
-
c. tot intrekking van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 11, tweede en derde lid,
van de wet;
-
d. tot ontheffing van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de
wet.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen d en f vervallen, onder verlettering van de onderdelen e tot d en g
en h tot e en f.
2. In onderdeel f (nieuw) wordt ‘onderdeel g’ telkens vervangen door ‘onderdeel e’ en
vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens,
dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd,’.
C
Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.
2. Het eerste lid vervalt.
3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid, wordt ‘onderdeel g’ vervangen
door ‘onderdeel e’ en wordt ‘nadere rapportage’ vervangen door ‘assurancerapport’.
D
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel d vervalt, onder verlettering van de onderdelen e en f tot d en e.
2 In onderdeel e (nieuw) wordt ‘onderdeel e’ telkens vervangen door ‘onderdeel d’ en
vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens,
dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd,’.
E
Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.
2. Het eerste lid vervalt.
3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid, wordt ‘onderdeel e’ vervangen
door ‘onderdeel d’ en wordt ‘nadere rapportage’ vervangen door ‘assurancerapport’.
F
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel d, vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een
daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens, dat als bijlage bij deze
regeling is gevoegd,’.
2. In het tweede lid vervalt onderdeel b, onder verlettering van onderdeel c tot b en
onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel a door ‘; en’.
G
Artikel 4a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.
2. Het eerste lid vervalt.
3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid en wordt ‘nadere rapportage’
vervangen door ‘assurancerapport’.
H
In artikel 6a, tweede lid, vervalt ‘schriftelijk’.
I
Artikel 6b komt te luiden:
Artikel 6b. Elektronische communicatie
De minister draagt zorg voor de noodzakelijke elektronische infrastructuur waarmee
de aanvragen, bedoeld in artikel 1a, betrouwbaar en vertrouwelijk kunnen worden verzonden.
Bij de verzending van de aanvragen, bedoeld in artikel 1a, wordt gebruik gemaakt van
de door de minister ter beschikking gestelde elektronische formulieren en de door
hem erkende methode van authenticatie.
J
De bijlage, bedoeld in de artikelen 1, onderdeel h, 3, onderdeel f en 5, eerste lid,
onderdeel d, zoals deze artikelen luidden op 31 december 2020, vervalt.
ARTIKEL II
Aan artikel 1 van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma,
een onderdeel toegevoegd, luidende:
ARTIKEL III
De Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Voor artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel a1. Elektronische aanvraag en communicatie
Tenzij naar het oordeel van de minister sprake is van omstandigheden die zich daartegen
verzetten, geschieden uitsluitend langs elektronische weg de aanvragen en de daaropvolgende
communicatie:
-
a. van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet verplichte
beroepspensioenregeling;
-
b. tot wijziging van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet
verplichte beroepspensioenregeling;
-
c. tot intrekking van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 13, eerste en tweede lid,
van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
-
d. tot ontheffing van de verplichtstelling, bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de
Wet verplichte beroepspensioenregeling.
B
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen d en f vervallen, onder verlettering van de onderdelen e tot d en g
en h tot e en f.
2. In onderdeel f (nieuw) wordt ‘onderdeel g’ telkens vervangen door ‘onderdeel e’ en
vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens,
dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd,’.
C
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.
2. Het eerste lid vervalt.
3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid, wordt ‘onderdeel g’ vervangen
door ‘onderdeel e’ en wordt ‘nadere rapportage’ vervangen door ‘assurancerapport’.
D
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel d vervalt, onder verlettering van de onderdelen e en f tot d en e.
2. In onderdeel e (nieuw) wordt ‘onderdeel e’ telkens vervangen door ‘onderdeel d’ en
vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens,
dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd,’.
E
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.
2. Het eerste lid vervalt.
3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid, wordt ‘onderdeel e’ vervangen
door ‘onderdeel d’ en wordt ‘nadere rapportage’ vervangen door ‘assurancerapport’.
F
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel d, vervalt ‘waarbij gebruik kan worden gemaakt van een
daarvoor opgesteld formulier representativiteitsgegevens, dat als bijlage bij deze
regeling is gevoegd,’.
2. In het tweede lid vervalt onderdeel b, onder verlettering van onderdeel c tot b en
onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel a door ‘; en’.
G
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Assurancerapport.
2. Het eerste lid vervalt.
3. In het tweede lid vervalt de aanduiding ‘2.’ voor dit lid en wordt ‘nadere rapportage’
vervangen door ‘assurancerapport’.
H
In artikel 9, tweede lid, vervalt ‘schriftelijk’.
I
Artikel 9a komt te luiden:
Artikel 9a. Elektronische communicatie
De minister draagt zorg voor de noodzakelijke elektronische infrastructuur waarmee
de aanvragen, bedoeld in artikel a1, betrouwbaar en vertrouwelijk kunnen worden verzonden.
Bij de verzending van de aanvragen, bedoeld in artikel a1, wordt gebruik gemaakt van
de door de minister ter beschikking gestelde elektronische formulieren en de door
hem erkende methode van authenticatie.
J
De bijlage, bedoeld in de artikelen 1, onderdeel h, 3, onderdeel f en 5, eerste lid,
onderdeel d, zoals deze artikelen luidden op 31 december 2020, vervalt.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
TOELICHTING
Met de wijziging van de Regeling betreffende aanvragen op grond van de wet verplichte
deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling
worden de procedures voor het aanvragen, wijzigen of (gedeeltelijk) intrekken van
een verplichtstelling en voor het aanvragen van individuele ontheffing van verplichtstelling
in de zin van artikel 15 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
2000 en artikel 18 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling gewijzigd. Bij deze
procedures is de elektronische indiening voortaan het uitgangspunt en is schriftelijke
indiening in principe alleen nog aan de orde in geval van calamiteiten of bijzondere
omstandigheden. De aanvragen voor deze procedures worden nu ook al nagenoeg allemaal
elektronisch ingediend. De vereisten die uitsluitend nog gelden voor de schriftelijke
indiening van verplichtstellingsaanvragen zijn hierdoor komen te vervallen.
Voor wat betreft de wijzigingen die betrekking hebben op de beroepspensioenregelingen
heeft de SER, subcommissie Verplichtstelling Beroepspensioenregelingen positief geadviseerd.
De door de SER genoemde aandachtspunten over het gebruik van het woord ‘controle’
en de aansluiting van het identificatiemiddel bij eIDAS zullen worden meegenomen.
Dit geschiedt in de communicatie over deze wijzigingen via de website van de directie
Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving.1
Directe aanleiding voor deze modernisering is dat bij de directie Uitvoeringstaken
Arbeidsvoorwaardenwetgeving een nieuw loket voor zaakgericht werken is ingevoerd om
de elektronische indiening van aanvragen verder te faciliteren en te ondersteunen.
Nieuw element bij de verplichtstellingsprocedure is dat zienswijzen tegen de aanvraag
voortaan volledig digitaal ingediend kunnen worden.
Met de moderniseringsslag is het (in sommige gevallen verplichte) formulier representativiteitsgegevens
dat was opgenomen als bijlage bij de regelingen komen te vervallen. De kwalitatieve
eisen die aan de representativiteit worden gesteld blijven ongewijzigd, maar de wijze
waarop de opgave van de representativiteit wordt gedaan is nu in alle gevallen vormvrij.
Net als bij algemeenverbindendverklaring van cao-bepalingen kan aan de hand van geboden
hulpmiddelen een opgave worden opgesteld.
De overige wijzigingen zijn van redactionele aard en zijn bedoeld om de tekst te verduidelijken,
in te korten, te corrigeren of te moderniseren.
Tevens wordt met deze regeling een wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte
beroepspensioenregeling doorgevoerd. De Pensioenwet is van toepassing bij een pensioenovereenkomst
tussen werkgevers en werknemers. Artikel 2, derde lid, van de Pensioenwet biedt verder
de mogelijkheid om een categorie van personen aan te wijzen die wordt gelijkgesteld
met werknemers. In Artikel II wordt dit gedaan voor de predikanten die een pensioenovereenkomst
hebben gesloten met de Stichting voor de predikantspensioenen. De verhouding tussen
een predikant en een lokale gemeente is immers een andere dan tussen werknemer en
werkgever.
Artikelsgewijze toelichting
In het onderstaande deel wordt, voor zover relevant, artikelsgewijs een toelichting
gegeven.
Artikelen I en III, onderdelen A
Met het invoegen van een nieuw artikel 1a in de Regeling betreffende aanvragen op
grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en een
nieuw artikel a1 in de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling wordt geregeld
dat het aanvragen, wijzigen of (gedeeltelijk) intrekken van een verplichtstelling
en het aanvragen van individuele ontheffing van verplichtstelling voortaan elektronisch
zal plaatsvinden. Ook de daaropvolgende communicatie zal voortaan elektronisch geschieden.
Hiermee wordt invulling gegeven aan de door middel van de Verzamelwet SZW 2015 gecreëerde
formeel wettelijk basis om het bestuurlijk verkeer rond verplichtstellingaanvragen
en aanvragen om individuele ontheffingen volledig langs elektronische weg te kunnen
laten plaats vinden (zie de artikelen XXXI en XXXII).
Artikelen I en III, onderdelen B, D en F
De wijziging van de artikelen 2, 3 en 4 van de Regeling betreffende aanvragen op grond
van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de artikelen
1, 3 en 5 van de Regeling verplichtstelling beroepspensioenregeling heeft tot gevolg
dat het voortaan niet meer nodig is papier geprinte versies van teksten bij de aanvraag
van de verplichtstelling te voegen. Zoals toegelicht onder de algemene toelichting,
is het formulier representativiteitsgegevens vervallen.
Artikelen I en III, onderdelen C, E en G
In beide regelingen wordt het begrip ‘nadere rapportage’ vervangen door het begrip
‘assurancerapport’. Door middel van deze wijziging wordt meer specifiek aangegeven
welke controle van de accountant vereist is in het geval de Minister van SZW een verificatie
van de representativiteitsgegevens verlangt.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees