Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2020, 67209 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2020, 67209 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Infrastructuur en Waterstaat, voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en voor Medische Zorg;
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Gelet op de artikelen 58e, eerste lid, 58g, eerste lid, 58h, eerste lid, 58i en 58j, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Wet publieke gezondheid;
Besluiten:
De Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2a.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt ‘stationsgebouwen en luchthavens’ vervangen door ‘stations en luchthavengebouwen’.
2. In het eerste lid, onder b, wordt na ‘openbaar vervoer’ ingevoegd ‘of ander bedrijfsmatig personenvervoer’.
B
Artikel 2a.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onder c, wordt ‘personeel’ vervangen door ‘personeelsleden’.
2. Aan het tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. voor personen die etenswaren of dranken nuttigen, indien deze een vaste zit- of staanplaats innemen.
C
In artikel 3.2, tweede lid, vervalt onderdeel d, onder verlettering van de onderdelen e en f tot d en e.
D
Artikel 4.3 komt te luiden:
Een doorstroomlocatie, met uitzondering van een luchthaven, station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer of ander bedrijfsmatig personenvervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften, winkel en warenmarkt, wordt slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat:
a. het publiek vooraf reserveert voor aankomst in een bepaald tijdvak;
b. het publiek alleen wordt toegelaten in het vooraf gereserveerde tijdvak;
c. bij aankomst van het publiek een gezondheidscheck wordt uitgevoerd.
E
Aan artikel 4.4, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. eet- en drinkgelegenheden binnen een locatie waar besloten en georganiseerde dagbesteding plaatsvindt voor kwetsbare groepen.
F
Na artikel 4.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Een publieke plaats die een wellnesscentrum is, wordt slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder:
a. werkt met reserveringen voor ten hoogste vier personen per reservering, tenzij het gaat om personen die vallen onder een uitzondering als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, onder a of b, of personen als bedoeld in artikel 58g, tweede lid, van de wet;
b. bij aankomst van het publiek een gezondheidscheck uitvoert.
G
Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onder b, vervalt ‘huwelijksvoltrekkingen, registraties van partnerschappen en’.
2. In de aanhef van het derde lid wordt ‘tweede lid, onder a, b of d’ vervangen door ‘tweede lid onder a of d’.
3. Aan het derde lid, onder a, wordt toegevoegd ‘, tenzij het gaat om personen die vallen onder een uitzondering als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, onder a of b, of personen als bedoeld in artikel 58g, tweede lid, van de wet’.
4. Aan het derde lid, onder b, wordt toegevoegd ‘, of personen als bedoeld in artikel 58g, tweede lid, van de wet’.
H
Artikel 6.1 komt te luiden:
De veiligeafstandsnorm geldt, voor zover de sport niet op gepaste wijze kan worden beoefend met inachtneming van de veilige afstand, tijdens de beoefening van de sport niet voor:
a. topsporters die uitkomen in de Dutch Basketball League mannen;
b. topsporters die uitkomen in de Vrouwen Basketball League;
c. topsporters die uitkomen in de Eredivisie Rolstoelbasketbal;
d. topsporters die uitkomen in de Eredivisie Volleybal vrouwen;
e. topsporters die uitkomen in de Eredivisie Volleybal mannen;
f. topsporters die uitkomen in de Eredivisie Waterpolo vrouwen;
g. topsporters die uitkomen in de Eredivisie Waterpolo mannen;
h. topsporters die uitkomen in de Eredivisie Handbal vrouwen;
i. topsporters die uitkomen in de Eredivisie Handbal mannen;
j. topsporters die uitkomen in de Hoofdklasse Hockey vrouwen;
k. topsporters die uitkomen in de Hoofdklasse Hockey mannen;
l. topsporters die uitkomen in de Korfbal League;
m. topsporters die uitkomen in de Hoofdklasse Honkbal;
n. topsporters die uitkomen in de Hoofdklasse Softbal’;
o. topsporters die uitkomen in de Eredivisie Beachvolleybal;
p. topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van rugby;
q. topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van ijshockey;
r. topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van zaalvoetbal;
s. topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van badminton;
t. topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van squash;
u. topsporters die uitkomen in het hoogste niveau van tafeltennis;
v. voetballers behorende tot de A-selectie van clubs die uitkomen in de Eredivisie, Vrouwen Eredivisie en Eerste divisie;
w. voetballers die uitkomen in internationale voetbaltoernooien die worden georganiseerd door de UEFA of de FIFA;
x. voetballers van vertegenwoordigende elftallen van de KNVB;
y. andere topsporters in instellingen voor topsport.
I
Artikel 6.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Artikel 4.2, eerste lid, geldt niet met betrekking tot de personen, bedoeld in artikel 6.1.
3. In het eerste lid, onder a, vervalt ‘en voetballers’.
J
In artikel 6.3, eerste lid, onder a, vervalt ‘en voetballers’.
K
Artikel 6.4 wordt als volgt gewijzigd:
2. Aan het eerste lid wordt toegevoegd ‘, en de beheerder van de sportaccommodatie werkt met reserveringen en bij aankomst van het publiek een gezondheidscheck uitvoert’.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Een publieke binnenruimte die een sportaccommodatie is, wordt slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder van de sportaccommodatie werkt met reserveringen voor ten hoogste vier personen per reservering, tenzij het gaat om personen die vallen onder een uitzondering als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, of artikel 6.2, of personen als bedoeld in artikel 58g, tweede lid, van de wet.
L
In artikel 6.6, tweede lid, onder a, wordt ‘vervoer’ vervangen door ‘leerlingenvervoer’.
M
Artikel 6.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
2. Onder vernummering van het eerste tot en met vijfde lid tot het tweede tot en met zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3. De beoefenaar van een contactberoep draagt er zorg voor dat klanten en patiënten gereserveerd hebben en bij aankomst een gezondheidscheck is uitgevoerd.
3. In het derde, vierde en vijfde lid (nieuw) wordt ‘eerste lid’ telkens vervangen door‘tweede lid’.
4. In het zesde lid (nieuw) wordt ‘Het eerste en tweede lid geldt’ vervangen door ‘Het eerste tot en met derde lid gelden’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Met deze ministeriële regeling worden enkele wijzigingen aangebracht in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19. Het gaat om een uitbreiding voor topsporters om te kunnen sporten en wedstrijden te kunnen houden. Ook is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele verbeteringen door te voeren.
Wij gaan hierna in op de wijzigingen, zoals hierboven benoemd (§ 2) en de parlementaire zeggenschap en inwerkingtreding. De wijzigingen worden verder toegelicht in het artikelsgewijze deel van deze toelichting.
Het kunnen trainen voor en deelnemen aan wedstrijden door sporters in topcompetities is van groot belang. Deze competities, die bestaan uit meerdere speelrondes over een langere periode, vormen de basis van de Nederlandse topsportinfrastructuur, omdat hierin de noodzakelijke sportieve weerstand wordt gevonden om op niveau de sport te beoefenen en daarin te ontwikkelen. Dit is belangrijk om voor Nederland en Nederlandse teams het concurrentieniveau op internationaal gebied te waarborgen. Daarom wordt het voor sporters in deze topcompetities mogelijk om zonder beperkingen te trainen en deel te nemen aan wedstrijden in de hoogste klassen van de genoemde sporten.
Het betreft een beperkte groep van 4.000 sporters, waarvoor bovendien door de sport zelf ontwikkelde strikte protocollen zullen gelden om de verspreiding van het virus te minimaliseren. Daarmee is het risico voor de volksgezondheid minimaal.
Deze ministeriële regeling wordt in overeenstemming met artikel 58c, tweede lid, Wpg binnen twee dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Zij treedt niet eerder in werking dan een week na deze overlegging. Indien binnen die termijn de Tweede Kamer besluit niet in te stemmen met de regeling, vervalt zij van rechtswege.
Artikel 2a.1, eerste lid, onder b en c, gaat over de mondkapjesplicht in onder meer stations en luchthavengebouwen. Uit de artikelsgewijze toelichting op dat artikel blijkt dat het hier enerzijds mede gaat om stations etc. die niet of niet volledig overdekt zijn en daarom niet kwalificeren als binnenruimte, terwijl het anderzijds alleen gaat om (niet besloten) luchthavengebouwen. Het artikelopschrift komt hiermee niet overeen, waar het rept van ‘stationsgebouwen en luchthavens’. Die omissie wordt in onderdeel A, onder 1, hersteld.
Op grond van artikel 2a.1, eerste lid, onder b, geldt een mondkapjesplicht in een station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften, met uitzondering van de daar gelegen besloten plaatsen. Omdat er geen reden is onderscheid te maken tussen voorzieningen bij het openbaar vervoer en bij het ander bedrijfsmatig personenvervoer, waaronder vervoer per veerpont, is in artikel 2a.1 toegevoegd dat de plicht ook geldt in een station, halteplaats, of een andere bij het ander bedrijfsmatig personenvervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften. Volgens het advies van het Outbreak Management Team (OMT) van 4 mei 20201 volgt uit een publicatie2 dat niet-medische mondkapjes de verspreiding van het virus tegen kunnen gaan in situaties waarin voldoende afstand houden niet altijd lukt, zoals in het openbaar vervoer. Dit geldt in het bijzonder voor verspreiding door personen die nog geen symptomen vertonen, ervan uitgaande dat personen met klachten zich isoleren en afstand houden. Ook op de genoemde plaatsen bij het ander bedrijfsmatig personenvervoer kunnen veel personen tegelijkertijd bij elkaar zijn, waardoor het dragen van een mondkapje als een noodzakelijke aanvullende maatregel wordt beschouwd. Het gaat onder meer om opstelplaatsen voor veerponten. Dit regelt onderdeel A, onder 2.
De wijziging in onderdeel B, onder 1, is van louter taalkundige aard.
Op grond van artikel 2a.2 moeten leerlingen in onderwijsinstellingen een mondkapje dragen. De regeling bevatte geen expliciete uitzondering op de mondkapjesverplichting in onderwijsinstellingen bij het nuttigen van etenswaren of dranken. Het nieuwe onderdeel voorziet daarom in een dergelijke uitzondering. Hieraan wordt de voorwaarde verbonden dat de persoon een vaste zit- of staanplaats inneemt.
Deze uitzondering vanwege praktische problemen is in lijn met andere uitzonderingen op de mondkapjesverplichtingen, zoals de uitzondering voor klanten die een behandeling krijgen aan hun gezicht of personen tijdens het sporten.
Artikel 3.2 regelt een groepsvormingsverbod van meer dan dertig personen op besloten plaatsen. In het tweede lid is een aantal uitzonderingen op dit verbod opgenomen. In onderdeel d van het tweede lid worden doorstroomlocaties uitgezonderd. Uit de begripsbepaling van doorstroomlocatie volgt dat dit een publieke plaats is waar sprake is van doorstroom van publiek. Omdat artikel 3.2 geen betrekking heeft op publieke plaatsen, heeft deze uitzondering geen functie en kan deze komen te vervallen. Onderdeel C regelt dit.
Per abuis was in artikel 4.3 geen uitzondering opgenomen op de reserveringsplicht voor luchthavens. Net als op stations, in winkels en op warenmarkten is het praktisch onuitvoerbaar om het publiek te laten reserveren. Onderdeel D herstelt dit. Daarnaast regelt dit onderdeel dat de reserveerplicht ook niet geldt bij voorzieningen bij het ander bedrijfsmatig personenvervoer.
Verder regelt onderdeel D dat beheerders van doorstroomlocaties een gezondheidscheck uit moeten voeren. Door een gezondheidscheck uit te voeren, wordt zoveel mogelijk voorkomen dat mensen met klachten het virus verspreiden. Op deze manier kunnen doorstroomlocaties verantwoord openblijven. Het uitvoeren van een gezondheidscheck wordt als een relatief eenvoudig uit te voeren maatregel beschouwd, in het bijzonder nu beheerders van doorstroomlocaties al met reserveringen moeten werken. Hierdoor is het publiek al in beeld bij de beheerder van de doorstroomlocatie, hetgeen het uitvoeren van een gezondheidscheck vereenvoudigt. Daar waar het uitvoeren van een gezondheidscheck tot te grote praktische problemen leidt, is besloten de plicht niet te laten gelden. Dat is het geval op luchthavens, stations, in winkels en op warenmarkten.
Onderdeel E herstelt een onbedoeld verschil met de noodverordening. De sluiting van eet- en drinkgelegenheden gold onder de laatst geldende noodverordening niet voor eet- en drinkgelegenheden binnen een locatie waar besloten en georganiseerde dagbesteding plaatsvindt voor kwetsbare groepen. Onder kwetsbare groepen worden mensen met een beperking begrepen, maar ook sommige ouderen. Het bieden van dagbesteding is vitaal voor de kwaliteit van leven van mensen met een (verstandelijke) beperking en het is dan ook belangrijk dat dagbesteding zo veel mogelijk doorgang kan vinden. Het ligt in de rede dat hierbij de deelnemers wel worden voorzien van eten en drinken, als onderdeel van de te ontvangen zorg. Om die reden wordt deze uitzondering toegevoegd aan artikel 4.4, tweede lid. Deze uitzondering is alleen relevant voor zover de locatie waar de besloten en georganiseerde dagbesteding plaatsvindt een publieke plaats is. Besloten plaatsen zijn namelijk uitgezonderd van het begrip eet- en drinkgelegenheid.
Met dit onderdeel wordt een nieuw artikel ingevoegd, artikel 4.8. Dit artikel vindt zijn wettelijke basis in artikel 58h, eerste lid, Wpg.
Op grond van artikel 4.8 wordt als voorwaarde aan de openstelling van wellness gesteld dat de beheerder van een wellnesscentrum een gezondheidscheck uitvoert bij het publiek en dat het publiek vooraf reserveert. Deze plichten waren, ten onrechte, niet overgenomen uit de laatst geldende noodverordening. Reservering is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de beheerder een goed beeld heeft van de capaciteit die gebruikt zal worden, waarop de beheerder vervolgens kan anticiperen. Door een gezondheidscheck uit te voeren wordt zoveel mogelijk voorkomen dat mensen met klachten het virus verspreiden. Door het voorschrijven van een reserveerplicht en het uitvoeren van een gezondheidscheck kunnen wellnesscentra op een verantwoorde manier openblijven. De kans op verspreiding is op deze manier zo klein mogelijk, terwijl de lasten voor ondernemers ook zo beperkt mogelijk worden gehouden.
Het begrip wellness is breed. Hier vallen sauna’s onder, maar ook andere vormen van wellness, zoals Turkse stoombaden, hamams, beauty farms, thermale baden, badhuizen en spa’s onder.
In dit onderdeel worden enkele verbeteringen doorgevoerd.
Huwelijksvoltrekkingen en registraties van partnerschappen zijn geen evenementen, als bedoeld in artikel 58a, eerste lid, Wpg. Het huwelijksfeest is een evenement (door de gelijkschakeling van een feest met een evenement in artikel 58a, eerste lid van de Wet publieke gezondheid), maar de huwelijksvoltrekking of registratie van het partnerschap zelf niet. Dit is een rechtshandeling op grond van het Burgerlijk Wetboek. Om die reden is de onterechte verwijzing daarnaar in artikel 5.1, tweede lid, onder b, dat betrekking heeft op evenementen verwijderd. Het eerste subonderdeel regelt dit.
In het tweede subonderdeel is geregeld dat de voorwaarden voor het organiseren van een evenement, zoals opgenomen in artikel 5.1, derde lid, niet gelden voor uitvaarten. Dit is geregeld door de verwijzing in de aanhef van het derde lid naar onderdeel b van het tweede lid (uitvaarten) te laten vervallen. In de artikelen 3.1, tweede lid, onderdeel c, en 3.2, tweede lid, onder b, is bepaald dat bij uitvaarten het groepsverband niet groter mag zijn dan honderd personen. De reserveerplicht en placeerplicht voor maximaal vier personen stroken hier niet mee. Op grond van artikel 4.1 is de beheerder van een publieke plaats wel verplicht hygiënemaatregelen te treffen. Dit geldt ook voor uitvaarten die plaatsvinden in een publieke plaats.
Het derde en vierde subonderdeel regelen daarnaast dat personen die op grond van de wet de veilige afstand niet in acht hoeven te nemen, niet meetellen voor de reserveringsplicht en placeerplicht voor maximaal vier personen. Deze personen mogen immers ook samen op pad omdat zij uitgesloten zijn van de regels omtrent groepsvorming en zij hoeven daarbij de veilige afstand niet tot elkaar in acht te nemen. Het ligt daarom niet in de rede om deze personen wel te beperken wanneer het gaat om het doen van reserveringen en het geplaceerd worden wanneer evenementen worden bezocht. Overigens gelden voor evenementen die plaatsvinden in publieke binnenruimten wel de regels uit artikel 4.2 wat betreft het maximum aantal personen dat per zelfstandige ruimte aanwezig mag zijn.
Zoals toegelicht in paragraaf 2 is het kunnen trainen voor en deelnemen aan wedstrijden door sporters in topcompetities is van groot belang. Daarom wordt het voor sporters in deze topcompetities mogelijk om zonder beperkingen te trainen en deel te nemen aan wedstrijden in de hoogste klassen van de genoemde sporten.
Op grond van artikel 6.3, dat verwijst naar de sporters opgesomd in artikel 6.1, is het mogelijk voor sporters die zijn genoemd in artikel 6.1 om wedstrijden te spelen zonder toeschouwers. De uitzondering voor voetballers en sporters in instellingen voor topsport die voorheen werd gemaakt, is te beperkt. Topsporters trainen namelijk regelmatig op andere locaties dat de instelling voor topsport. Ook wedstrijden vinden niet altijd plaats in instellingen voor topsport. Competities van topsporters moeten daarom ook op andere locaties plaats kunnen vinden.
Onderdeel H regelt dat de uitzondering in artikel 6.1 op de veiligeafstandsnorm uitgebreid wordt naar sporters in de genoemde competities van topsporten, hetgeen tot gevolg heeft dat wedstrijden van deze sporters ook doorgang kunnen vinden.
Doordat verschillende competities doorgang moeten kunnen vinden, zoals geregeld in onderdeel H, is het nodig het maximale aantal personen van dertig per zelfstandige ruimte, zoals opgenomen in artikel 4.2, eerste lid, uit te zonderen voor deze groep personen. Onderdeel I regelt dit door te bepalen dat artikel 4.2, eerste lid, niet geldt voor topsporters als bedoeld in artikel 6.1.
De wijziging in onderdeel J is van louter taalkundige aard.
Dit onderdeel regelt dat aan artikel 6.4 als voorwaarde aan de openstelling van sportaccommodaties wordt toegevoegd dat de beheerder van de sportaccommodatie ervoor zorgt dat een gezondheidscheck wordt uitgevoerd bij het publiek (de sporters) en dat het publiek vooraf reserveert. Deze plichten waren, ten onrechte, niet overgenomen uit de laatst geldende noodverordening. Reservering is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de beheerder een goed beeld heeft van de capaciteit die gebruikt zal worden, waarop de beheerder vervolgens kan anticiperen. Door een gezondheidscheck uit te voeren wordt zoveel mogelijk voorkomen dat mensen met klachten het virus verspreiden. Door het stellen van deze voorwaarden kunnen sportaccommodaties op een verantwoorde manier openblijven. Het werken met reserveringen en het uitvoeren van een gezondheidscheck zijn relatief eenvoudig voor een beheerder van een sportaccommodatie, terwijl de volksgezondheid zo goed mogelijk wordt beschermd.
Ook was in de laatst geldende noodverordening geregeld dat personen binnen alleen in groepen van vier personen mochten sporten. Het derde subonderdeel van onderdeel K regelt dat aan artikel 6.4 een derde lid wordt toegevoegd dat regelt dat de beheerder alleen reserveringen aan mag nemen van maximaal vier personen. Op deze manier wordt voorkomen dat grote groepen in de sportaccommodatie aanwezig zijn, hetgeen de kans op verspreiding van het virus verkleint. Tegelijkertijd blijft het mogelijk voor personen om te sporten, ook in kleine gezelschappen. Hierdoor wordt een balans gevonden tussen het belang van (samen) sporten en bescherming van de volksgezondheid.
Onderdeel K herstelt deze onbedoelde verschillen met de noodverordening.
In dit onderdeel wordt eveneens een verbetering doorgevoerd. De uitzondering op de mondkapjesplicht in het personenvervoer voor leerlingen tijdens vervoer van en naar een instelling voor voortgezet onderwijs was onbedoeld te breed geformuleerd. De uitzondering had alleen betrekking moeten hebben op leerlingenvervoer naar een instelling voor voortgezet onderwijs, zoals ook uit de toelichting op artikel 6.6 volgt.3 Met deze wijziging wordt daarom geregeld dat het alleen om leerlingenvervoer naar voortgezet (speciaal) onderwijs gaat.
Op grond van de laatste geldende noodverordeningen was het voor een beoefenaar van een contactberoep verplicht om met reserveringen te werken en bij klanten een gezondheidscheck uit te voeren. Het is niet de bedoeling geweest met de inwerkingtreding van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 deze plichten te laten vervallen. Om die reden wordt middels onderdeel M aan artikel 6.8 een lid toegevoegd dat bepaalt dat de beoefenaar van een contactberoep klanten en patiënten laat reserveren en bij aankomst een gezondheidscheck uitvoert.
Deze ministeriële regeling wordt in overeenstemming met artikel 58c, tweede lid, Wpg binnen twee dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De regeling treedt niet eerder in werking dan een week na deze overlegging. Gelet op een slagvaardige bestrijding van de epidemie en het sociale en maatschappelijke belang van deze versoepelingen, treedt deze regeling onmiddellijk na die week in werking, tenzij de Tweede Kamer besluit niet in te stemmen met de regeling. Hierbij wordt afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van drie maanden.4
Op grond van artikel 8.1 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 vervalt die regeling op het tijdstip waarop hoofdstuk Va Wpg vervalt. Het gaat hier om een uiterste vervaldatum. Als de noodzaak al eerder ontvalt aan deze regeling of onderdelen ervan, zal de regeling eerder worden ingetrokken of aangepast. In artikel 58c, zesde lid, Wpg is immers geëxpliciteerd dat maatregelen zo spoedig mogelijk worden gewijzigd of ingetrokken als deze niet langer noodzakelijk zijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge
OMT-advies, ‘Inhoudelijke onderbouwing met betrekking tot adviezen over toepassing van niet-medische mondneusmaskers in openbare ruimten’, 4 mei 2020, te raadplegen via https://www.rivm.nl/documenten/covid-19-toepassing-mondneusmakers-openbare-ruimten.
European Centre for Disease Prevention and Control. Using face masks in the community: Reducing COVID-19 transmission from potentially asymptomatic or pre-symptomatic people through the use of face masks, 8 April 2020. Stockholm: ECDC; 2020. https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/using-face-masks-community-reducing-covid-19-transmission
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-67209.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.