ARTIKEL I
De Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 3,26’ vervangen door ‘€ 3,29’.
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘€ 2,40’ vervangen door ‘€ 2,42’.
3. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 6,63’ vervangen door ‘€ 6,69’.
4. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 3,02’ vervangen door ‘€ 3,05’.
5. In het derde lid wordt ‘€ 44,92’ vervangen door ‘€ 45,33’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Indien de Staatscourant
waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2020, treedt
zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatcourant
waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Inleiding
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven
taxivervoer (hierna: de regeling) in verband met de verwachte kostenontwikkeling.
Hiertoe worden de in de regeling vastgestelde maximumtarieven aangepast.
Indexering tarieven
Sinds 2010 worden de maximumtarieven voor taxivervoer jaarlijks geïndexeerd. Per 1 januari
2017 gebeurt dit op basis van de Landelijke Tarievenindex (LTI). Aanleiding hiervoor
is de evaluatie van de tariefstructuur in de taxisector, waarover de Tweede Kamer
bij brief van 16 juni 2016 is geïnformeerd.1
Voor 2021 komt uit de berekening een LTI van 0,91%. Dit betekent dat de vaste bedragen,
de bedragen per kilometer en de bedragen per minuut hiermee worden verhoogd. Hetzelfde
geldt voor het tarief dat de vervoerder, mits afgesproken met de consument, in rekening
mag brengen voor de wachtperiode bij aanvang van de rit (zie artikel I).
De tarieven zijn bepaald door de LTI toe te passen op de niet afgeronde maximumtarieven
van 2020.2 Zodoende wordt voorkomen dat de maximumtarieven over de jaren heen feitelijk minder
stijgen dan op grond van de index gerechtvaardigd zou zijn.
Nalevingslasten
Als taxiondernemers op basis van de nieuwe (geïndexeerde) maximumtarieven kiezen voor
het aanpassen van hun tarieven, dan kan dit nalevingslasten tot gevolg hebben. Deze
lasten hangen samen met de volgende handelingen:
-
• het (laten) aanpassen van de taxameter;
-
• het downloaden, printen en invullen van nieuwe tariefkaarten; en
-
• het vervangen van tariefkaarten binnen en buiten het taxivoertuig.
De eenmalige lasten die samenhangen met de aanpassing van de taxameters zijn: 41.000
taxi’s x 0,25 uur x € 28 = € 287.000. De eenmalige lasten die samenhangen met de nieuwe
taxi-informatiekaarten zijn: 41.000 taxi’s x 0,5 uur x € 28 = € 574.000. Als alle
taxiondernemingen deze handelingen verrichten zijn de totale lasten € 861.000. Per
taxivoertuig zou dit neerkomen op € 21,00. De feitelijke lasten zullen echter lager
uitvallen. Niet alle taxi’s verrichten vervoer waarvoor de maximumtarieven gelden.
Dit geldt voor contractvervoer en in het geval uitsluitend taxivervoer wordt verricht
waarbij de prijs vooraf is overeengekomen. Bovendien is het mogelijk dat in de praktijk
niet alle taxiondernemers de (geïndexeerde) maximumtarieven doorberekenen.
Consultatie
Door middel van internetconsultatie is aan eenieder de gelegenheid geboden om te reageren
op een concept van deze regeling. Hiermee wordt voldaan aan artikel 106 van de Wet
personenvervoer 2000, waarbij de daarin genoemde instanties over de start van de internetconsultatie
worden geïnformeerd. Op de ontwerpregeling zijn drie reacties binnengekomen, allen
openbaar. De hoofdpunten hiervan worden hieronder weergegeven.
Reizigersvereniging Rover heeft in een reactie positief geadviseerd over deze regeling,
omdat deze aansluit bij de systematiek van de LTI. In de reactie van Koninklijk Nederlands
Vervoer (KNV) wordt echter gepleit voor indexering met de zogenaamde NEA-kostenontwikkelingsindex,
aangezien deze het meest toegesneden zou zijn op de taxibranche en voor het afschaffen
van de wettelijke maximumtarieven omdat deze niet zouden passen bij een geliberaliseerde
markt. Het zij benadrukt dat de maximumtarieven niet gelden voor contractvervoer en
voor taxivervoer dat wordt aangeboden tegen een vast tarief per rit dat vooraf met
de reiziger is overeengekomen. Deze regeling regelt bovendien enkel een jaarlijkse
indexering en beoogt geen wijzigingen in de bestaande tariefstructuur. Het reguleren
van de maximumtarieven is een belangrijk middel om met name kwetsbare consumenten,
zoals ouderen en toeristen, te beschermen wanneer zij een taxi nemen op straat.
Een andere indiener van een reactie stelt voor om de tariefinformatie van taxi's verplicht
aan de buitenzijde zichtbaar te maken. Dit is volgens de huidige regelgeving al geregeld.
De chauffeur is verplicht om van tevoren aan de consument kenbaar te maken wat de
tarieven zijn. Deze tarieven zijn duidelijk leesbaar aan de buitenkant van de taxi.
Ook binnen in de taxi, vanaf alle zitplaatsen, moeten de tarieven leesbaar zijn.
Een ontwerp van deze regeling is niet aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR)
voorgelegd omdat ministeriële regelingen die naar hun aard geen aanmerkelijke gevolgen
voor de regeldruk zullen hebben, zoals regelingen betreffende de enkele vaststelling
of wijziging van tarieven, geen voorafgaande toetsing door de ATR behoeven.
Inwerkingtreding
De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021, conform de vaste verandermomenten.
Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst na 31 december 2020 wordt
uitgegeven, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatcourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wijkt deze regeling af van de
vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn.
Hiervan kan echter worden afgeweken als het gezien de jaarindeling, aanmerkelijke
ongewenste private of publieke voor- of nadelen voorkomt. Van deze uitzonderingsmogelijkheid
wordt in deze regeling gebruik gemaakt.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer