Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister voor Medische Zorg van 10 december 2020, nr. WJZ/ 20274875, tot wijziging van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek in verband met de wijziging van de subsidieplafonds voor de boekjaren 2020 en 2021 en de aanpassing van het controleprotocol

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister voor Medische Zorg;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 2 komt te luiden:

BIJLAGE 2. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 9, TWEEDE LID (SUBSIDIEPLAFONDS INSTITUUTSSUBSIDIE)

  • 1. Subsidieplafonds voor instituutssubsidie voor het boekjaar 2020

    In onderstaande tabel bevinden zich de subsidieplafonds voor de instituutssubsidie voor het boekjaar 2020.

    Instituut

    Subsidieplafond (€)

    MARIN

    7.243.000

    Deltares

    19.782.000

    NLR

    30.975.000

    Wageningen Research

    42.000.000

  • 2. Subsidieplafonds voor instituutssubsidie voor het boekjaar 2021

    In onderstaande tabel bevinden zich de subsidieplafonds voor de instituutssubsidie voor het boekjaar 2021.

    Instituut

    Subsidieplafond (€)

    MARIN

    7.243.000

    Deltares

    19.782.000

    NLR

    25.307.000

    Wageningen Research

    42.000.000

B

Bijlage 3, onderdeel 2, komt te luiden:

2. Subsidieplafonds programmasubsidie voor het boekjaar 2020

Het subsidieplafond voor de programmasubsidie voor het boekjaar 2020 wordt als volgt verdeeld.

Instituut

Onderzoeksthema

Soort onderzoek

Subsidieplafond (€)

NLR

Veilige samenleving als bedoeld in tabel 1.1 van deze bijlage als onderdeel van het thema Veiligheid

Defensieonderzoek

2.466.000

Deltares

Mijnbouwactiviteiten en Energietransitie

Ondergrond- en energieonderzoek

283.000

MARIN

Veilige en duurzame scheepvaart

Defensieonderzoek

1.900.000

Wageningen Research

Uitvoering wettelijke onderzoekstaak (WOT)

WOT Besmettelijke dierziekten als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

10.000.000

WOT Voedselveiligheid als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, met uitzondering van ondersteuning van de NVWA

16.000.000

WOT Voedselveiligheid als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, gericht op de ondersteuning van de NVWA

16.612.933

WOT Economische informatievoorziening als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

8.000.000

WOT Natuur en milieu als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

9.000.000

WOT Visserijonderzoek als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

7.500.000

WOT Genetische bronnen als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

2.500.000

Onderzoeksthema’s als bedoeld in tabel 1.2 van deze bijlage, met uitzondering van de wettelijke onderzoekstaak, genoemd in bijlage 1 van deze regeling

Missiegedreven Kennis- en

Innovatieprogramma’s Topsectoren

62.500.000

Onderzoeksprogramma’s voor beleidsondersteunend onderzoek en additionele kennisvragen

45.000.000

Onderzoeksprogramma’s uit “klimaatenveloppe”

20.000.000

C

Bijlage 3, onderdeel 4, komt te luiden:

4. Subsidieplafonds programmasubsidie voor het boekjaar 2021

Het subsidieplafond voor de programmasubsidie voor het boekjaar 2021 wordt als volgt verdeeld.

Instituut

Onderzoeksthema

Soort onderzoek

Subsidieplafond (€)

NLR

Veilige samenleving als bedoeld in tabel 3.1 van deze bijlage als onderdeel van het thema Veiligheid

Defensieonderzoek

2.485.000

Deltares

Mijnbouwactiviteiten en Energietransitie

Ondergrond- en energieonderzoek

283.000

MARIN

Veilige en duurzame scheepvaart

Defensieonderzoek

1.900.000

Wageningen Research

Uitvoering wettelijke onderzoekstaak (WOT)

WOT Besmettelijke dierziekten als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

10.500.000

WOT Voedselveiligheid als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, met uitzondering van ondersteuning van de NVWA

10.500.000

WOT Voedselveiligheid als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, gericht op de ondersteuning van de NVWA

24.500.000

WOT Economische informatievoorziening als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

8.000.000

WOT Natuur en milieu als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

10.000.000

WOT Visserijonderzoek als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

8.500.000

WOT Genetische bronnen als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

3.000.000

Onderzoeksthema’s als bedoeld in tabel 3.2 van deze bijlage, met uitzondering van de wettelijke onderzoekstaak, genoemd in bijlage 1 van deze regeling

Missiegedreven Kennis- en

Innovatieprogramma’s Topsectoren

62.500.000

Onderzoeksprogramma’s voor beleidsondersteunend onderzoek, klimaatenveloppe en additionele kennisvragen

65.000.000

D

Bijlage 4, onderdeel 2, komt te luiden:

2. Subsidieplafonds infrastructuursubsidie 2021

In onderstaande tabel bevinden zich de subsidieplafonds voor de infrastructuursubsidie voor het boekjaar 2021.

Instituut

Subsidieplafond infrastructuursubsidie 2021 (€)

MARIN

7.800.000

NLR

1.000.000

Deltares

0

Wageningen Research

0

E

Paragraaf 2.2 van bijlage 5 komt te luiden:

2.2. Materialiteit

De materialiteit is van toepassing op het oordeel over de financiële rechtmatigheid. Een verklaring met een goedkeurende strekking met betrekking tot de rechtmatigheid impliceert, dat hij met een redelijke mate van zekerheid kan verklaren dat in de verantwoording geen afwijkingen (als gevolg van fouten en fraude, en onzekerheden) voorkomen, die groter zijn dan de percentages in de hieronder opgenomen materialiteitstabel.

 

Goedkeurende verklaring

Verklaring met beperking

Oordeelonthouding / Afkeurende verklaring

Rechtmatigheid

Rechtmatigheid besteding (% van de totale rijksbijdrage)

≤ 2%

>2% – ≤ 4%

> 4%

In het accountantsprotocol wordt geen materialiteit voorgeschreven voor de getrouwheid. Voor de subsidieregeling is een maximale materialiteit van 2% van het totaal van de baten aanvaardbaar. Het is de verantwoordelijkheid van de accountant om deze te bepalen met inachtneming van hetgeen hierover in de standaarden is opgenomen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 december 2020

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

TOELICHTING

1. Inhoud van de regeling

1.1 Algemeen

Met de onderhavige regeling wordt de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (hierna: Subsidieregeling TO2) gewijzigd. Er worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • a. wijziging van de subsidieplafonds voor de jaarlijkse instituutssubsidie en programmasubsidie van 2020;

  • b. wijziging van de subsidieplafonds voor de jaarlijkse instituutssubsidie, programmasubsidie en infrastructuursubsidie van 2021;

  • c. wijziging van het controleprotocol.

1.2 Wijziging subsidieplafonds 2020

Deze wijzigingsregeling voorziet in de aanpassing van de subsidieplafonds voor de zogenaamde jaarlijkse instituutssubsidie en programmasubsidie die verstrekt worden op grond van de Subsidieregeling TO2.

1.3 Wijziging subsidieplafonds 2021

Deze wijzigingsregeling voorziet in een wijziging van de subsidieplafonds 2021 voor de zogenaamde jaarlijkse instituutssubsidie, programmasubsidie en infrastructuursubsidie die verstrekt worden op grond van de Subsidieregeling TO2. Deze wijzigingen worden doorgevoerd omdat er voor de instellingen Deltares, Wageningen Research en NLR aanvullende middelen beschikbaar zijn gekomen voor instituutssubsidie en voor de (bestaande) subsidieprogramma’s. Daarnaast wordt er aan MARIN in 2021 infrastructuursubsidie beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van de Seven Ocean Simulator.

Verder zijn in de bijlage met subsidieplafonds 2021 voor programmasubsidies twee subsidieplafonds van Wageningen Research samengevoegd. Het gaat hierbij om de subsidieplafonds voor onderzoeken ten behoeve van de Klimaatenveloppe en voor het Beleidsondersteunend Onderzoek. De subsidieplafonds zijn samengevoegd om uit het oogpunt van comptabiliteit meer flexibiliteit te creëren voor de herfasering van achterstallig werk. In 2020 is de voorraad achterstallig onderzoek bij Wageningen Research opgelopen door de COVID-19 maatregelen, die de uitvoering van veel onderzoek lastiger hebben gemaakt.

1.4 Wijziging controleprotocol

Er wordt een wijziging doorgevoerd in paragraaf 2.2 van het controleprotocol met betrekking tot de materialiteit. In het controleprotocol wordt opgenomen dat een maximale materialiteit van 2% van het totaal van de baten aanvaardbaar is. Met deze wijziging wordt het controleprotocol meer in overeenstemming gebracht met andere protocollen die worden gehanteerd bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie.

2. Staatssteun

De wijzigingen opgenomen in deze regeling brengen geen verandering in de staatssteunaspecten, verbonden aan de Subsidieregeling TO2. Het betreft hier een wijziging van de publicatie van de subsidieplafonds voor 2020 en 2021, die binnen de eerdere staatssteunbeoordeling passen. Ook de aanpassing van het controleprotocol heeft geen effect op de staatssteunaspecten.

3. Regeldruk

De wijziging van de subsidieplafonds leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de Subsidieregeling TO2. Hetzelfde geldt voor de aanpassing van het controleprotocol.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Voor de Subsidieregeling TO2 wordt dit gerechtvaardigd doordat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van de regeling.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Naar boven