Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 28 januari 2020 nr. BOACAT2019/070, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Landelijke Eenheid, DLOC

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelezen het verzoek van de Landelijke Eenheid van 4 november 2019 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket en de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten;

  • de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

Als buitengewoon opsporingsambtenaar worden aangewezen de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onder b, van de Politiewet 2012, die hun werkgebied hebben in de Landelijke Eenheid, in de functie van medewerker van de afdeling Intake & Service van de Dienst Landelijk Operationeel Centrum van de Landelijke Eenheid.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein VI, Generieke Opsporing, zoals opgenomen in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 90 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket.

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012.

Artikel 6

Aan de buitengewoon opsporingsambtenaar genoemd in artikel 2 wordt op grond van het gestelde in het onderdeel Beperkte opsporingsbevoegdheden van bijlage H van de Beleidsregels Buitengewoon opsporingsambtenaar, ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, voor het behalen van de praktijkexamen van het BOA-examen.

Artikel 7

  • 1. De Landelijke Eenheid brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister voor Rechtsbescherming goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Justis, afdeling V&T, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 8

De individuele akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden van de buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van Landelijke Eenheid in de functie van medewerker van de afdeling Intake & Service van de Dienst Landelijk Operationeel Centrum van de Landelijke Eenheid mede afgegeven op basis van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Landelijke Eenheid van 19 augustus 2019, kenmerk BOACAT2019/045, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn afgegeven mede op basis van het onderhavige besluit.

Dit artikel brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven aktes.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Landelijke Eenheid, Intake & Service DLOC 2019.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, namens deze, S. Gobardhan Operationeel manager V&T

Bezwaar maken

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Minister voor Rechtsbescherming. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Justis

Afdeling V&T

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Naar boven