De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;
Gelet op artikel 6, tweede lid, 11, vierde lid, en 12, derde lid, van het Besluit
zorgverzekering BES;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling aanspraken zorgverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 1.4.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1.4.1a
-
1. In afwijking van artikel 1.1.2, omvat tot 1 augustus 2021 paramedische zorg, als
bedoeld in artikel 1.4.1 onderdelen a tot en met d, tevens herstelzorg van patiënten
met ernstige COVID-19 met dien verstande dat die zorg wordt voorgeschreven door de
huisarts of specialist.
-
2. De verzekerde heeft slechts aanspraak op de zorg, bedoeld in het eerste lid, indien
het Zorgverzekeringskantoor BES daartoe toestemming heeft verleend.
-
3. De zorg, bedoeld in het eerste lid, vangt aan binnen een termijn van een maand na
een uiterlijk vier maanden na het acute ziektestadium van ernstige COVID-19 afgegeven
verwijzing en omvat naast logopedie:
-
a. na verwijzing door de huisarts of specialist ten hoogste vijftig behandelingen fysiotherapie
of oefentherapie, tien uur ergotherapie en zeven uur voorlichting met een medisch
doel over voeding en eetgewoonten gedurende ten hoogste zes maanden na de eerste behandeling;
-
b. na verwijzing door een specialist ten hoogste vijftig behandelingen fysiotherapie
of oefentherapie, tien uur ergotherapie en zeven uur voorlichting met een medisch
doel over voeding en eetgewoonten gedurende ten hoogste nog eens zes maanden in aansluiting
op de periode, bedoeld in onderdeel a.
-
4. Indien de zorg aanvangt voor 1 mei 2021:
-
a. is de termijn, bedoeld in de aanhef van het derde lid, niet van toepassing en
-
b. volstaat in afwijking van het derde lid, onderdeel a, een na aanvang van de zorg gegeven
verklaring van de huisarts of medisch specialist indien geen verwijzing is afgegeven.
B
Artikel 1.4.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het dertiende lid komt de aanhef van onderdeel b te luiden:
2. In het dertiende lid komt de aanhef van onderdeel c te luiden:
3. In het veertiende lid wordt ‘na de datum van beëindiging van de opname of dagbehandeling’
vervangen door ‘in aansluiting op de eerste behandeling na ontslag naar huis of beëindiging
van de behandeling in de instelling’.
C
In artikel 1.5.1, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel ingevoegd luidende:
-
d. uitneembare gedeeltelijke kunsthars prothetische voorzieningen voor de boven- of onderkaak,
al dan niet te plaatsen op tandheelkundige implantaten. Tot een uitneembare gedeeltelijke
prothetische voorziening te plaatsen op tandheelkundige implantaten, behoort eveneens
het aanbrengen van het vaste gedeelte van de suprastructuur.
ARTIKEL II
In de Regeling vaststelling premiepercentages werknemer en werkgever BES wordt in
de artikelen 1 en 2 ‘2020’ vervangen door ‘2021’.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021 en werkt voor artikel
1.4.1a terug tot en met 18 juli 2020 met uitzondering van de termijn in de aanhef
van het derde lid.
TOELICHTING
1. Algemeen
Met deze regeling zijn de Regeling aanspraken zorgverzekering BES (Raz BES) en de
Regeling vaststellingpremiepercentages werknemer en werkgever BES per 1 januari 2021
gewijzigd.
Het gaat om de volgende wijzigingen:
-
– In de Raz Bes is een aanspraak op fysiotherapie, oefentherapie, logopedie, ergotherapie
of voorlichting met een medisch doel over voeding en eetgewoonten opgenomen voor verzekerden
met COVID-19;
-
– de aanspraak op gesuperviseerde oefentherapie bij chronic obstructive pulmonary disease(COPD)
voor patiënten in klasse B met een hoge ziektelast en beperkte fysieke capaciteit
wordt gelijk gesteld aan die voor patiënten in klasse C en D;
-
– De aanvang van de maximale duur van fysiotherapie of oefentherapie ter revalidatie
is gepreciseerd;
-
– Er is een aanspraak op partiële protheses opgenomen voor verzekerden van achttien
jaar en ouder;
-
– In de Regeling vaststelling premiepercentages werknemer en werkgever BES, wordt 2020
vervangen door 2021.
In de artikelsgewijze toelichting worden de wijzigingen nader toegelicht.
Het Zorgverzekeringskantoor BES heeft desgevraagd conform artikel 7 van het Besluitzorgverzekering
BES geadviseerd over wijzigingen voor 2021.
2. Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
Onderdeel A
In juli 2020 heeft het Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) advies gegeven
over de vraag of en welke maatregelen ten aanzien van de aanspraak voor paramedische
zorg noodzakelijk zijn om de juiste (na)zorg op de juiste plek te bieden aan patiënten
die herstellen van COVID-19. Dit advies ziet op de aanspraken zoals die gelden in
het Europees deel van Nederland, maar is ook relevant voor de aanspraak op paramedische
zorg op de BES-eilanden. Uit het advies van het Zorginstituut blijkt dat de effectiviteit
van eerstelijns paramedische herstelzorg niet vastgesteld kan worden. Dit impliceert
dat deze zorg niet meer onder de bestaande aanspraken op paramedische zorg te scharen
valt. Daarnaast is het Zorginstituut van oordeel dat de beperkingen die aan de huidige
aanspraken verbonden zijn, belemmerend zijn voor het verlenen van eerstelijns paramedische
herstelzorg. Het Zorginstituut heeft geadviseerd om de aanspraak onder voorwaarden
op te nemen in het basispakket. In Europees Nederland zijn fysiotherapie, oefentherapie,
logopedie, diëtetiek en ergotherapie voor COVID-19 patiënten naar aanleiding van dit
advies sinds juli 2020 voorwaardelijk toegelaten tot het basispakket van de zorgverzekering.
Dit betekent dat er onderzoek wordt gedaan naar de effectiviteit van de behandelingen.
Voorwaarde voor vergoeding van deze zorg, is dat de verzekerde deelneemt aan het onderzoek.
Dit instrument van voorwaardelijke toelating bestaat niet op de BES-eilanden. Om dezelfde
aanspraken te hebben ten aanzien van de inwoners op de BES-eilanden wordt deze paramedische
herstelzorg voor COVID-19 patiënten opgenomen in de Raz BES. De aanspraak geldt met
terugwerkende kracht vanaf 18 juli 2020 tot 1 augustus 2021. Hiermee wordt aangesloten
bij de periode in Nederland. Op basis van de uitkomst van het onderzoek in Europees
Nederland, wordt besloten of de aanspraak daarna al dan niet wordt verlengd. Het onderzoek
zal niet worden uitgevoerd op de BES-eilanden, maar paramedische herstelzorg kan buiten
onderzoeksverband wel worden verleend. De termijn, opgenomen in de aanhef van het
derde lid geldt niet voor zorg die is aangevangen voor 1 mei 2021. Hiermee kunnen
ook patiënten die in de eerste maanden van de coronapandemie aan ernstige COVID-19
hebben geleden aanspraak maken op de zorg.
Onderdeel B
Per 1 januari 2021 wordt in het aansprakenpakket van de Zorgverzekeringswet de aanspraak
op gesuperviseerde oefentherapie bij chronic obstructive pulmonary disease (COPD)
voor patiënten in klasse B met een hoge ziektelast en beperkte fysieke capaciteit
gelijk gesteld aan die voor patiënten in klasse C en D. Patiënten in klasse B met
een hoge ziektelast en beperkte fysieke capaciteit hebben hiermee recht op meer behandelingen
per jaar. Deze wijziging wordt ook doorgevoerd in het aansprakenpakket voor de BES-eilanden.
Indien een verzekerde aanspraak wil maken op deze vorm van gesuperviseerde oefentherapie,
is het noodzakelijk dat eerst instemming van het Zorgverzekeringkantoor BES wordt
gevraagd.
Per 1 januari 2021 wordt in het aansprakenpakket van de Zorgverzekeringswet de aanvang
van de maximale duur fysiotherapie of oefentherapie ter revalidatie gepreciseerd.
Deze verduidelijking wordt ook meegenomen in deze regeling, omdat dit kan helpen in
de uitvoering van de aanspraak.
Onderdeel C
Partiële protheses zijn opnieuw opgenomen in de regeling. Wegens achterstallig tandonderhoud
bij veel inwoners op de BES eilanden is het verzoek om partiële protheses groot. Er
zijn geen aanvullende verzekeringen voor Caribisch Nederland en preventieve tandheelkundige
zorg is kostbaar en niet voor alle inwoners betaalbaar. Door opname van de protheses
in de regeling worden inwoners van Caribisch Nederland tegemoet gekomen, zodat zij
gezonde voeding tot zich kunnen blijven nemen en mee kunnen doen aan de sociale omgeving.
Artikel II
De premiepercentages voor 2021 blijven ongewijzigd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis