Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 2 december 2020, nr. WJZ/ 20275216, tot wijziging van de Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld in verband met de openstelling van die regeling voor 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 2, 4, 16, 17, vierde lid, en 34 van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen a tot en met c, wordt ‘schade’ telkens vervangen door ‘fysieke schade’.

2. In het eerste lid, onderdelen c en d, wordt na ‘de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen’ telkens ingevoegd ‘of het Instituut Mijnbouwschade Groningen’.

3. In het tweede lid, wordt de zinsnede ‘1 januari 2020 tot en met 31 december 2020’ vervangen door ‘1 januari 2021 tot en met 31 december 2021’.

B

In artikel 6, eerste lid, wordt ‘€ 40.000.000,– ‘ vervangen door ‘€ 21.000.000,–’

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021 en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel A, tweede subonderdeel, terug tot en met 1 juli 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 december 2020

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

TOELICHTING

1. Aanleiding en doel

Met de onderhavige regeling wordt de Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld gewijzigd.

De wijziging houdt voornamelijk verband met de openstelling van deze regeling voor 2021. Hiertoe wordt voor deze subsidieregeling een aanvraagperiode en een subsidieplafond vastgesteld. Daarnaast wordt in de regeling een verduidelijking aangebracht en wordt een wijziging doorgevoerd in verband met de oprichting van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (het IMG).

2. Inhoud van de regeling

Voor 2021 kunnen aanvragen op grond van deze regeling worden ingediend van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 (artikel I, onderdeel A, derde subonderdeel). Het subsidieplafond voor 2021 wordt voor de regeling vastgesteld op € 21 miljoen (artikel I, onderdeel B).

Daarnaast wordt een verduidelijking aangebracht. In artikel 2, eerste lid, is opgenomen dat de subsidie voor een verduurzamingsmaatregel of een maatwerkadviesrapport wordt verstrekt aan een eigenaar van een woning waaraan, blijkens een schriftelijk stuk schade is opgetreden. Het spreekt voor zich dat het hier gaat om fysieke schade die immers aan de woning is opgetreden. Dit is ook toegelicht bij de totstandkoming van de Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld (zie Stcrt. 2017, 15110). Het is evenwel dienstig dit nog iets duidelijker op te nemen direct bij het begrip schade zelf, zodat in één oogopslag duidelijk is dat het om fysieke schade gaat. Deze wijziging is doorgevoerd in artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met c. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat deze wijziging niet nodig is in artikel 2, eerste lid, onderdeel d. In dit onderdeel wordt immers niet gesproken over schade, maar wordt verwezen naar de Regeling Stuwmeer Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen waarin is opgenomen dat het om fysieke schade gaat.

Voorts is in artikel 2, eerste lid, onderdelen c en d, opgenomen dat ook de door het IMG erkende schade onder het bereik van de regeling valt. Op 1 juli 2020 is het IMG namelijk gestart en hield de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen (TCMG) op te bestaan.

3. Regeldruk

In de toelichting bij de vaststelling van de Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld is ingegaan op de gevolgen van de regeling voor de regeldruk (Stcrt. 2017, 15110). Met de onderhavige wijziging van de regeling worden de informatieverplichtingen niet gewijzigd. Derhalve leidt de wijziging van de regeling evenmin tot een wijziging van de eerder berekende administratieve lasten per aanvrager.

4. Staatssteun

De wijzigingen die in deze subsidieregeling worden aangebracht, hebben geen gevolgen voor de staatssteunaspecten. Voor een nadere toelichting op de staatssteunaspecten wordt verwezen naar de toelichting bij de subsidieregeling, waarnaar hierboven wordt verwezen.

5. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021 (artikel II). Dit is een vast verandermoment als bedoeld in aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Wel wordt afgeweken van de regel dat tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding een termijn van minimaal twee maanden in acht wordt genomen. Deze afwijking wordt gerechtvaardigd doordat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding, waarvoor afwijking volgens aanwijzing 4.17 wegens de eerste uitzonderingsgrond van het vijfde lid in dit geval is toegestaan.

Artikel I, onderdeel A, tweede subonderdeel, van de regeling werkt terug tot en met 1 juli 2020, zijnde de datum van oprichting van het IMG. Hiertegen bestaat geen bezwaar, nu deze wijziging een gevolg is van de oprichting van het IMG, die vanaf die datum de schadeafhandeling van het TCMG heeft voortgezet. Het is in het belang van de begunstigden van de regeling dat de vanaf 1 juli 2020 door het IMG erkende schade ook kwalificeert voor de onderhavige regeling.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven