Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 26 november 2020, nr. 24900503, houdende regels voor de subsidieverstrekking aan DAMU-leerlingen in het primair onderwijs voor een tegemoetkoming in reiskosten (Subsidieregeling reiskosten DAMU-leerlingen PO)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

aanvrager:

ouders of wettelijke vertegenwoordigers van de DAMU-leerling;

DAMU-leerling:

leerling die staat ingeschreven op een DAMU-school en tevens staat ingeschreven bij een hbo-vooropleiding dans of muziek;

DAMU-school:

school met een DAMU-licentie als bedoeld in de Beleidsregel verstrekking DAMU-licentie PO;

jaarinkomen:

totaal van de jaarinkomens, vermeld op de inkomensverklaringen van de Belastingdienst van de ouders of wettelijke vertegenwoordigers van de DAMU-leerling;

minister:

Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;

reisafstand:

reisafstand op basis van de snelste route met de auto van het postcodeadres van de DAMU-leerling naar het postcodeadres van de DAMU-school, bepaald door gebruikmaking van de ANWB-autorouteplanner.

Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten

De minister kan jaarlijks subsidie verstrekken aan de aanvrager bij wijze van een tegemoetkoming in de reiskosten die de aanvrager maakt voor het reizen tussen zijn woonadres en het adres van de DAMU-school.

Artikel 4. Subsidiebedrag

  • 1. Het subsidiebedrag wordt bepaald op basis van een bedrag per kilometer, vermenigvuldigd met twee keer de reisafstand in kilometers, en dat vermenigvuldigd met 189 lesdagen.

  • 2. Bij een jaarinkomen van minder dan € 35.000,– bedraagt het subsidiebedrag € 0,12 per kilometer.

  • 3. Bij een jaarinkomen van € 35.000,– tot € 50.000,– bedraagt het subsidiebedrag € 0,10 per kilometer.

  • 4. Bij een jaarinkomen van € 50.000,– tot € 65.000,– bedraagt het subsidiebedrag € 0,09 per kilometer.

Artikel 5. Subsidieplafond

Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling zijn de volgende bedragen beschikbaar:

  • a. in het schooljaar 2021/2022 € 100.000,–;

  • b. in het schooljaar 2022/2023 € 100.000,–.

Artikel 6. Subsidiecriteria

De minister verstrekt uitsluitend subsidie, indien de reisafstand van een enkele reis van de DAMU-leerling ten minste 25 kilometer is.

Artikel 7. Subsidieaanvraag

  • 1. In afwijking van artikel 3.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, legt de aanvrager de volgende gegevens over bij de aanvraag:

    • a. de naam, het e-mailadres, het telefoonnummer en het correspondentieadres van de aanvrager;

    • b. het woonadres van de DAMU-leerling;

    • c. het inschrijvingsbewijs van de DAMU-leerling op een DAMU-school inclusief een vermelding van het woonadres van de DAMU-leerlingen en het adres van de betreffende DAMU-school;

    • d. het inschrijvingsbewijs van de DAMU-leerling op een hbo-vooropleiding dans of muziek;

    • e. de meest recente inkomensverklaringen van de Belastingdienst, waarbij het daarop vermelde burgerservicenummer onherkenbaar is gemaakt; en

    • f. een kopie van een recent bankafschrift waarop het rekeningnummer staat vermeld, waarbij het daarop vermelde saldo en de transacties onherkenbaar zijn gemaakt.

  • 2. Een aanvraag kan jaarlijks worden ingediend van 15 augustus tot en met 15 oktober van het schooljaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. Aanvragen die worden ontvangen na 15 oktober worden afgewezen.

  • 3. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met het aanvraagformulier dat is bekendgemaakt op de website www.dus-i.nl.

Artikel 8. Subsidieverstrekking

De minister besluit binnen acht weken na afloop van de aanvraagperiode, bedoeld in artikel 7, tweede lid, op de subsidieaanvraag.

Artikel 9. Wijze van verdeling beschikbare middelen

Indien de toewijzing van alle daarvoor in aanmerking komende subsidieaanvragen zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, verdeelt de minister het beschikbare bedrag, bedoeld in artikel 5, naar evenredigheid over de toe te wijzen subsidieaanvragen.

Artikel 10. Vaststelling en betaling

  • 1. In afwijking van artikel 7.3, eerste lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, wordt de subsidie direct vastgesteld.

  • 2. De minister betaalt het subsidiebedrag in een keer binnen 8 weken na de vaststelling.

Artikel 11. Hardheidsclausule

De minister kan deze regeling in bijzondere gevallen buiten toepassing verklaren of daarvan afwijken, voor zover de toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12. Evaluatie en informatieplicht

  • 1. De minister evalueert deze subsidieregeling voor 1 januari 2023.

  • 2. De aanvrager werkt mee aan en levert alle gegevens die nodig zijn voor de evaluatie van deze subsidieregeling.

Artikel 13. Wijziging Subsidieregeling reiskosten DAMU-leerlingen

In artikel 12 van de Subsidieregeling reiskosten DAMU-leerlingen wordt ‘DAMU-leerlingen’ vervangen door ‘DAMU-leerlingen VO’.

Artikel 14. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021 en vervalt met ingang van 1 augustus 2025.

Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling reiskosten DAMU-leerlingen PO.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

I. Algemene toelichting

Deze subsidieregeling maakt het mogelijk om een tegemoetkoming in de reiskosten van DAMU-leerlingen in het primair onderwijs te verstrekken, opdat reiskosten geen onnodige barrière zullen vormen voor talentvolle leerlingen bij het volgen van onderwijs aan een DAMU-school.

Inleiding

Sinds 2016 kunnen talentvolle dans en muziek-leerlingen in het voortgezet onderwijs (VO-DAMU-leerlingen)1 aanspraak maken op een tegemoetkoming in de reiskosten tussen het woonadres en het adres van de DAMU-school. Sinds 1 augustus 2018 is dit geregeld via de Subsidieregeling reiskosten DAMU-leerlingen (Voortgezet Onderwijs). De Tweede Kamer heeft met de motie Rudmer Heerema c.s.2 de regering verzocht om dit ook voor het primair onderwijs mogelijk te maken en onderhavige subsidieregeling is daarvan de uitwerking.3 Aangetekend moet worden dat deze subsidieregeling nauw samenhangt met de Beleidsregel verstrekking DAMU-licentie PO. Deze beleidsregel regelt de uitgifte van DAMU-licenties in het primair onderwijs. Deze licenties geven de mogelijkheid aan scholen om maatwerk te bieden aan DAMU-leerlingen waardoor zij onderwijs en talentontwikkeling goed kunnen combineren.

Het doel van deze regelingen is om ervoor te zorgen dat reiskosten geen onnodige barrière opwerpen voor DAMU-leerlingen in het primair onderwijs. In sommige gevallen kunnen de reiskosten tussen het woonadres en het adres van de DAMU-school een obstakel vormen voor DAMU-leerlingen bij het volgen van onderwijs in combinatie met het ontwikkelen van hun talent (er zijn maar enkele scholen die dit goed kunnen ondersteunen en veel leerlingen maken daardoor hogere reiskosten). Deze subsidieregeling creëert een grondslag voor de verstrekking van deze tegemoetkoming in de reiskosten en het biedt tegelijkertijd een grondslag voor de verwerking van de verschillende persoonsgegevens, voornamelijk rond de inkomenstoets.

Subsidieverplichtingen en -waarborgen

Het gaat in deze subsidieregeling om zeer kleine bedragen die aan ouders/verzorgers van leerlingen worden verstrekt. Desalniettemin is er in overleg met DUS-I als uitvoeringsinstantie, voor de volgende verschillende controles bij de aanvraag gekozen:

  • DUS-I stuurt een bericht aan de DAMU-scholen over de aanvraagprocedure voor een tegemoetkoming in de reiskosten. In dit bericht verzoeken zij de scholen de brief met informatie over de aanvraagprocedure alleen te verspreiden onder DAMU-leerlingen binnen de school;

  • de ouders/verzorgers moeten het inschrijvingsbewijs van de DAMU-leerling op een DAMU-school meesturen;

  • de ouders/verzorgers moeten het inschrijvingsbewijs van de DAMU-leerling op de hbo-vooropleiding dans of muziek meesturen;

  • de ouders/verzorgers moeten de meest recente inkomensverklaringen van de Belastingdienst, waarbij het daarop vermelde burgerservicenummer onherkenbaar is gemaakt overleggen; en

  • de ouders/verzorgers moeten een kopie van een recent bankafschrift, waarop het rekeningnummer staat vermeld en het vermelde saldo en transacties onherkenbaar zijn gemaakt, meesturen.

Deze controles vooraf moeten ervoor zorgen dat er bij de aanvraag al bijna geen sprake kan zijn van onrechtmatigheden. De minister kan een steekproefsgewijze controle uitvoeren, als de omstandigheden daarvoor aanleiding geven. Vanuit het perspectief van de uitvoeringskosten, die disproportioneel hoog worden bij het invoegen van meer maatregelen, is gekozen voor bovenstaande inrichting van subsidieverstrekking.

Uit de meldingsplicht, opgenomen in artikel 5.7 van de Kaderregeling, volgt verder dat ontvangers van subsidie kennis moeten geven wanneer zij de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet (geheel) zullen verrichten. Een voorbeeld hiervan is wanneer een leerling gedurende het schooljaar stopt met het hbo-voortraject, waardoor de leerling niet meer voldoet aan de subsidiecriteria. De subsidie voor de reiskosten kan dan gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Uitvoering en handhaving

Deze subsidieregeling is via een uitvoeringstoets voorgelegd aan DUS-I, DUO, de Inspectie van het Onderwijs en de ADR. Zij achten de subsidieregeling uitvoerbaar en handhaafbaar. Naar aanleiding van de toetsing is de subsidieregeling wel op enkele punten aangescherpt en is de toelichting ook aangevuld.

Gegevensverwerking en privacy

De criteria om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de reiskosten vereisen de verwerking van verschillende soorten persoonsgegevens. Daarom is er een privacy impact assessment uitgevoerd. Bij het verwerken van gegevens in het kader van deze subsidieregeling moet worden voldaan aan het proportionaliteits- en het subsidiariteitsbeginsel en zijn er strikte eisen voor de beveiliging. Hieronder is voor de verschillende te verwerken persoonsgegevens een beoordeling van de proportionaliteit en subsidiariteit opgenomen en wordt toegelicht hoe de beveiliging is geregeld. Uit deze analyse volgt dat voor de uitvoering van deze regeling niet meer persoonsgegevens worden verwerkt dan noodzakelijk en dat de uitvoering van deze regeling bovendien niet zonder de verwerking van deze persoonsgegevens kan plaatsvinden. Daarbij is de verwerking en beveiliging volgens de voorschriften uit wet- en regelgeving geregeld en voldoet het aan de daarbij geldende standaarden.

Proportionaliteit

Onder proportionaliteit wordt verstaan dat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van de persoonsgegevens van de betrokkenen in evenredige verhouding staat tot de verwerkingsdoeleinden. In dit geval gaat het daarbij om onderstaande afwegingen:

  • verstrekking naam en contactgegevens: het is noodzakelijk om te kunnen communiceren met de aanvrager. Dit is evenredig met het te dienen doel;

  • verstrekken inkomensverklaring van de Belastingdienst: het verstrekken van een inkomensverklaring van de Belastingdienst is nodig omdat de subsidieregeling bedoeld is voor DAMU-leerlingen waarbij reiskosten een barrière vormen om een DAMU-opleiding te volgen. Deze leerlingen zijn de doelgroep van de subsidieregeling. Van DAMU-leerlingen van wie ouders een hoog inkomen hebben, wordt geacht dat de reiskosten geen belemmering voor hen vormen. Wanneer de inkomenseis wordt losgelaten, is het subsidiebedrag per leerling lager, waardoor de leerlingen die deze tegemoetkoming hard nodig hebben zeer worden benadeeld en ook het doel van de subsidieregeling niet meer wordt gehaald;

  • verstrekken adresgegevens: dit is noodzakelijk om te kunnen beoordelen of aan de eis van de minimale reisafstand wordt voldaan, om de aanvraag te kunnen beoordelen en de beschikking te kunnen toezenden. Deze verwerkingen zijn evenredig met het te dienen doel;

  • verstrekken bankrekeningnummer: dit is noodzakelijk om een eventueel subsidiebedrag over te kunnen maken. Dit is evenredig met de verwerkingsdoeleinden;

  • verstrekken inschrijvingsbewijs DAMU-school/hbo-voortraject: dit is nodig om te kunnen beoordelen of de leerling daadwerkelijk een DAMU-leerling is die veel reiskosten moet maken. Dit is evenredig met het te dienen doel.

Subsidiariteit

Bij subsidiariteit gaat het om de vraag of de verwerkingsdoeleinden in redelijkheid niet op een andere, voor de betrokkene minder nadelige wijze, kunnen worden verwezenlijkt. In dit geval gaat het daarbij om onderstaande afwegingen:

  • aanvraag via een digitaal formulier. Een aanvraag via e-mail is niet veilig genoeg. Dat maakt dat een digitaal formulier, de reguliere wijze om dit soort zaken in te richten, de beste optie is;

  • verstrekking naam en contactgegevens: dit kan niet op een minder nadelige of zware wijze worden verwezenlijkt;

  • verstrekken inkomensverklaring: een bewijs van het inkomen is alleen aan te tonen met een inkomensverklaring van de Belastingdienst. Daarop staan slechts het bruto jaarinkomen en het burgerservicenummer (BSN)vermeld. In de subsidieregeling staat expliciet opgenomen dat het bsn niet mag worden verwerkt en verstrekt. Dit zal ook in de communicatie over de subsidieregeling worden meegenomen. Er is geen andere, minder zwaarwegende wijze om aan te tonen wat de hoogte van het inkomen is;

  • verstrekken adresgegevens: dit kan niet op een minder nadelige of zware wijze worden verwezenlijkt;

  • verstrekken bankrekeningnummer: dit moet via een afschrift van de bank, omdat dan zeker is dat het gaat om een bankrekening behorende bij de aanvrager. Expliciet opgenomen in de subsidieregeling staat dat het niet de bedoeling is dat er gegevens over saldo of transacties worden meegestuurd. Bovendien is het bankrekeningnummer noodzakelijk om het subsidiebedrag te verstrekken. Het contant verstrekken van het subsidiebedrag is belasting- en uitvoeringstechnisch onmogelijk;

  • verstrekken inschrijvingsbewijs DAMU-school/hbo-voortraject: het is niet mogelijk om op een minder zwaarwegende manier aan te tonen dat de leerling op een DAMU-school staat ingeschreven en een hbo-voortraject volgt. Niet alle leerlingen op een DAMU-school zijn namelijk ook DAMU-leerlingen, daarom zijn beide gegevens benodigd.

Beveiliging

De uitvoering van deze subsidie loopt via DUS-I. DUS-I zorgt voor een passend beveiligingsbeleid conform de daarvoor geldende eisen vanuit wet- en regelgeving, Rijksbeleid en DUS-I-beleid. De informatiebeveiliging vindt plaats volgens algemeen erkende overheidsnormen en eigen procedures te weten: de Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst, de Baseline Informatiebeveiliging Overheid, de Verwerkingsovereenkomst, het Informatiebeveiligingsplan en Tactisch Normen Kader (BIO/TNK). De aanvraagportals worden beheerd door DICTU en DICTU is sinds 1 januari 2013 gecertificeerd voor ISO 27001 - de internationale norm voor informatiebeveiliging - waardoor DICTU ook aan Europese normen op het gebied van informatiebeveiliging voldoet. Verder is in bijlage 3 bij de Verwerkingsovereenkomst tussen OCW en DUS-I beschreven hoe DUS-I zal omgaan met een eventueel datalek en de verwerkingsverantwoordelijke daarvan op de hoogte stelt. Ook maakt de subsidieregeling expliciet dat er geen burgerservicenummer, rekeningsaldo of transactieoverzicht mag worden toegestuurd. Daarmee kan worden uitgegaan van goede beveiliging, professionaliteit van medewerkers en correcte verwerking.

Regeldruk

De regeldrukkosten die deze subsidieregeling met zich meebrengt, zijn in kaart gebracht.4 De kosten zijn berekend volgens het standaardkostenmodel dat is opgesteld door het Ministerie van Financiën. Aangezien het hier gaat om een nieuwe subsidieregeling ontstaan er nieuwe verplichtingen, voortvloeiend uit wet- en regelgeving, voor het aanleveren van informatie. In dit geval is de subsidieregeling gericht op ouders en verzorgers van leerlingen die aangemerkt zijn als DAMU-leerlingen en een lange reis en daarmee hoge reiskosten hebben tussen het woonadres en adres van de DAMU-school.

Per aanvraag voor tegemoetkoming in de reiskosten moet gerekend worden op ongeveer € 15,– regeldrukkosten. In totaal zal het hier gaan om ongeveer € 720,– aan regeldrukkosten, want er wordt uitgegaan van 48 aanvragen. Dit aantal is afgeleid van de situatie in het voortgezet onderwijs. De regeldrukkosten zijn het gevolg van het kennisnemen van de subsidieregeling, het verzamelen van de juiste documenten en gegevens, het invullen van een formulier , het indienen van de aanvraag en het verstrekken van inlichtingen ten behoeve van de evaluatie.

Deze subsidieregeling is met een kwalitatieve en kwantitatieve onderbouwing van de gevolgen voor de regeldruk aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voorgelegd. Het ATR is van mening dat de gevolgen voor regeldruk van deze subsidieregeling beperkt is en in verhouding staat tot het doel van de subsidieregeling. Om die reden is deze beleidsregel niet geselecteerd voor formele advisering, maar ambtelijk afgehandeld.

Financiële gevolgen

De subsidie die nodig zal zijn om de tegemoetkoming in reiskosten voor dans- en muziekleerlingen in het primair onderwijs te realiseren wordt geschat op € 100.000,– per jaar. Bij het bereiken van het subsidieplafond wordt het beschikbare subsidiebedrag evenredig verdeeld over het aantal toegekende aanvragen.

De schatting van het benodigde bedrag is gebaseerd op de volgende berekening; De basisscholen die talentklassen hebben, tellen gemiddeld 40 leerlingen per school. Als alle twaalf DAMU-scholen een samenwerkingsverband aangaan, dan zou dat gaan om ongeveer 480 leerlingen die in aanmerking komen voor de subsidieregeling. Wanneer, conform de subsidieregeling voor het voortgezet onderwijs, 10% van deze leerlingen aanspraak wil maken op een reiskostenvergoeding, komt dat neer op 48 aanvragen. Uitgaande van de ervaringen in het voortgezet onderwijs variëren de toegekende bedragen tussen de € 200,– en de € 4.000,– per leerling en is er sprake van gemiddeld € 2.190,11 reiskostenvergoeding per leerling. De 48 aanvragen maal het gemiddelde bedrag per leerling komt dan totaal afgerond uit op ongeveer € 100.000,–.

Voor deze subsidieregeling is voor de schooljaren 2021/2022 en 2022/2023 per schooljaar maximaal € 100.000,– beschikbaar (na twee jaar volgt er een evaluatie en op basis daarvan wordt bepaald of verlenging van de subsidieregeling wenselijk is). Verwacht wordt dat de uitvoeringskosten van deze subsidieregeling jaarlijks € 30.000,– zijn. Dit is inclusief de eenmalige kosten om aanvraagformulieren, werkwijzen, controles, etc. te maken.

In afwijking van de Kaderregeling wordt de subsidie voordat de activiteiten volledig zijn uitgevoerd direct vastgesteld en betaald (dit is USK-arrangement 1a).

Ook is er een staatssteuncheck gedaan op deze subsidieregeling. Omdat het niet gaat om een onderneming en omdat er hier geen sprake is van een echte, duidelijke markt, is er geen sprake van staatssteun. Daarnaast is er geen grensoverschrijdend effect.

Evaluatie

Binnen twee jaar wordt gekeken of de subsidieregeling goed heeft gewerkt en of verlenging gewenst is. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de reiskostenvergoeding, maar ook naar de samenhang met de Beleidsregel verstrekking DAMU-licentie PO. Geëvalueerd wordt wat de gevolgen zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en de ontwikkeling van de DAMU-leerlingen. Op deze wijze zal er sprake zijn van een evaluatie van het gehele DAMU-stelsel voor het primair onderwijs en kan bepaald worden of dit stelsel voor de toekomst verankerd moet worden.

De evaluatie van beide regelingen wordt door een onafhankelijk onderzoeksbureau uitgevoerd. De onderzoekers zullen eind 2022 een eindrapport uitbrengen. Op basis van dit onderzoek kan dan worden bepaald of de uitkomsten aanleiding geven voor verlenging van de subsidieregeling en het eventueel wijzigen van wet- en regelgeving.

Ten behoeve van de evaluatie zullen gegevens uit verschillende bronnen worden gecombineerd. De invulling van het onderzoek zal in overleg met het onderzoeksbureau vorm krijgen. Het onderzoek zal mede gebaseerd worden op de bevindingen van de inspectie, DUS-I en DUO. Tevens worden de aanvragers en betrokken scholen gevraagd om mee te werken door informatie te verstrekken in het kader van het onderzoek.

Caribisch Nederland

In de praktijk zal er vanuit Caribisch Nederland geen beroep gedaan kunnen worden op de subsidieregeling. Hier zijn verschillende redenen voor.

Voor Caribisch Nederland kunnen geen DAMU-licenties worden afgegeven (zie daarvoor de Beleidsregel verstrekking DAMU-licentie PO). Bovendien zijn er op Caribisch Nederland geen scholen voor voortgezet onderwijs met een DAMU-licentie en worden er geen leerlingen toegelaten tot een hbo-voortraject dans of muziek. Dit laatste omdat er geen hbo-instellingen zijn op Caribisch Nederland en omdat de hbo-instellingen op de naburige eilanden een dergelijk traject niet aanbieden. Daarnaast gaat het hier om zeer kleine eilanden waardoor de reisafstand geen groot obstakel zal zijn (de 25 kilometer enkele reis zal bijvoorbeeld niet gehaald kunnen worden).

In het kader van de evaluatie kan opnieuw worden gekeken naar Caribisch Nederland in relatie tot deze regeling en de mogelijkheden voor DAMU-toptalenten.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

In artikel 1 worden de meeste voorkomende begrippen nader gedefinieerd. Een aantal worden hier nader toegelicht. Met het begrip jaarinkomen wordt het bruto jaarinkomen van beide ouders of wettelijke vertegenwoordigers bedoeld. Dit betekent dat wanneer beide ouders van een kind nog in leven zijn, beide inkomensverklaringen moeten worden overlegd, ook wanneer de ouders gescheiden zijn. Wanneer er sprake is van een eenoudergezin hoeft slechts één inkomensverklaring te worden verstrekt. Aan de hand van de (opgetelde) inkomensgegevens wordt berekend of er aanspraak kan worden gemaakt op de subsidie.

Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Op deze subsidieregeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS van toepassing. Dit betekent dat onder meer de bepalingen over de begrotingsvoorwaarde (artikel 1.4 van de Kaderregeling), het overzicht financiële situatie (artikel 3.7 van de Kaderregeling), de meldingsplicht (artikel 5.7 van de Kaderregeling) en de inlichtingenplicht (artikel 5.11 van de Kaderregeling) ook gelden voor de ontvanger van een subsidie op grond van deze regeling.

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten

Het doel van de subsidieregeling is dat leerlingen met een uitzonderlijk dans- of muziektalent de ruimte krijgen om hun talent, in combinatie met regulier onderwijs, zo goed als mogelijk te ontwikkelen en daarbij geen (onoverkomelijke) financiële drempels tegenkomen. Daartoe kan de minister jaarlijks subsidie verstrekken aan DAMU-leerlingen bij wijze van een tegemoetkoming in de reiskosten die de DAMU-leerling maakt voor het reizen tussen zijn woonadres en het adres van de DAMU-school.

Artikel 4. Subsidiebedrag

Het subsidiebedrag wordt bepaald op basis van een bedrag per kilometer, dat wordt vermenigvuldigd met twee keer de reisafstand tussen het woonadres en het adres van de DAMU-school en dat wordt vermenigvuldigd met 189 dagen. Dit is conform de methodiek en rekenregel uit de subsidieregeling die van toepassing is op het voortgezet onderwijs met betrekking tot de reiskostenvergoeding aan DAMU-leerlingen.

In het primair onderwijs is geen sprake van het aantal van 189 dagen onderwijs (zoals wel in de Wet op het voortgezet onderwijs staat), maar geldt een wettelijke urennorm (zie daarvoor artikel 9, negende lid, onder b van de Wet op het primair onderwijs). Echter, in het primair onderwijs gaat men uit van veertig weken onderwijs (zie daarvoor onder andere de vakantieregeling). Dat komt neer op 200 dagen onderwijs in het primair onderwijs. Daarvan mogen, afgaande op het schooljaar 2019/2020, ongeveer vier dagen afgetrokken worden in verband met feestdagen die niet in vakanties vallen (goede vrijdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag en tweede pinksterdag) en zeven dagen in het kader van een schoolweek korter dan vijf dagen (zoals wettelijk geregeld in artikel 8, negende lid, onder b, onderdeel 2° van de Wet op het primair onderwijs). Dit kan natuurlijk per school of schooljaar verschillen, maar daaruit volgt ongeveer het aantal van 189 dagen zoals gesteld in de regeling voor het voortgezet onderwijs en dit aantal lijkt daarmee ook voor het primair onderwijs een werkbaar aantal om te hanteren.

De genoemde kilometerbedragen kunnen slechts lager uitvallen wanneer het subsidieplafond is bereikt, en het subsidiebedrag evenredig moet worden verdeeld over de ingediende aanvragen.

Artikel 6. Subsidiecriteria

Om subsidie te kunnen ontvangen moet de reisafstand tussen het woonadres en adres van de DAMU-school van de DAMU-leerling minimaal 25 kilometer zijn. De reisafstand wordt berekend met de ANWB-autorouteplanner (deze autorouteplanner is te raadplegen via https://www.anwb.nl/verkeer/routeplanner). Er wordt uitgegaan van 189 lesdagen, dus bij de berekening wordt uitgegaan van twee keer een enkele reis per dag vermenigvuldigd met 189 lesdagen.

Artikel 7. Subsidieaanvraag

Bij de subsidieaanvraag moeten verschillende gegevens worden overlegd. Onder andere moet de meest recente inkomensverklaring van de Belastingdienst worden overlegd. Dat is bij voorkeur de inkomensverklaring van het volledig afgeronde kalenderjaar voorafgaand aan het schooljaar waar subsidie in wordt aangevraagd. Mocht deze niet beschikbaar zijn dan is het ook mogelijk om de inkomensverklaring van het kalenderjaar daarvoor te overleggen. Concreet betekent dit:

Jaar van aanvraag

Jaar van inkomensverklaring

Jaar van inkomensverklaring indien niet beschikbaar

2021

2020

2019

2022

2021

2020

Op deze inkomensverklaring dient het burgerservicenummer onherkenbaar te zijn gemaakt. Dit betekent dat het burgerservicenummer bijvoorbeeld moet worden gelakt.

Op de kopie van het te verstrekken bankafschrift moet het IBAN-nummer en de tenaamstelling zichtbaar zijn.

De aanvraagperiode is van 15 augustus tot en met 15 oktober, en ziet op het schooljaar dat al begonnen is. Een aanvraag kan jaarlijks worden ingediend door middel van een aanvraagformulier dat beschikbaar is gesteld via de website van DUS-I. De subsidieaanvraag kan worden ingediend bij DUS-I. Een bezwaarschrift kan worden ingediend bij DUO.

Als een aanvrager vergeet een persoonsgegeven weg te lakken, wordt de subsidieaanvraag niet afgewezen. Het is immers het aanleveren van een teveel aan gegevens en dat kan geen grond zijn om een subsidieverzoek af te wijzen. Desalniettemin wordt gevraagd de niet benodigde persoonsgegevens weg te lakken, omdat zo wordt gezorgd voor een zo minimaal aantal gegevens die worden ontvangen.

Artikel 8. Subsidieverstrekking

Wanneer een aanvraag onvolledig of onvolkomen is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag aan te vullen (artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht). De aanvraag wordt in behandeling genomen vanaf de dag waarop deze volledig is ingediend.

Artikel 9. Wijze van verdeling beschikbare middelen

Indien het subsidieplafond wordt bereikt, verdeelt de minister het beschikbare bedrag evenredig over de gediende aanvragen. Dit betekent dat de leerlingen bijvoorbeeld 90% van de gereisde kilometers vergoed krijgen in plaats van 100%. Mocht hier sprake van zijn, dan zal dit worden opgenomen in de beschikking.

Artikel 10. Vaststelling en betaling

In afwijking van artikel 7.3, eerste lid, van de Kaderregeling wordt de subsidie direct vastgesteld, terwijl de activiteitenperiode nog loopt. Het bedrag wordt daarbij ineens uitbetaald aan de aanvrager.

Artikel 12. Evaluatie en informatieplicht

Via de evaluatie bij de subsidieregeling wordt beleidsinformatie verzameld die de basis zal vormen voor het besluit over een eventuele verlenging van de subsidieregeling of aanpassing van wet- en regelgeving. De aanvragers die subsidie toegekend krijgen, zijn verplicht mee te werken aan de evaluatie van het subsidietraject (zie hiervoor ook artikel 5.4 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS).

Artikel 13. Wijziging Subsidieregeling reiskosten DAMU-leerlingen

Om te zorgen dat het verschil tussen de regelingen voor primair en voortgezet betreffende tegemoetkoming in de reiskosten voor DAMU-leerlingen helder is, wordt de citeertitel van de regeling voor voortgezet onderwijs aangepast. Deze titel is nu generiek geformuleerd en wordt met de toevoeging VO verduidelijkt.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Leerlingen die op grond van de Beleidsregel DAMU-licentie VO 2020 op een DAMU-school les krijgen en een hbo-voortraject op het gebied van dans of muziek volgen.

X Noot
2

Kamerstukken II 2019/20, 31 293, nr. 538.

X Noot
3

Kamerstukken II 2019/20, 31 293, nr. 542.

X Noot
4

Onder regeldrukkosten moet worden verstaan: alle investeringen en inspanningen – uitgezonderd financiële lasten – die bedrijven, burgers en of professionals moeten doen en verrichten – uitgedrukt in euro’s – om te voldoen aan verplichtingen uit wet- en regelgeving afkomstig van de Rijksoverheid. Het gaat hierbij om kosten die voortvloeien uit informatieverplichtingen en inhoudelijke verplichtingen, waaronder toezicht gerelateerde verplichtingen op basis van wet- en regelgeving. Regeldrukkosten bestaan uit structurele en/of eenmalige regeldrukkosten.

Naar boven