Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2020, 63418 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2020, 63418 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
het samenwerkingsverband waarin de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Stichting Jongeren Op Gezond Gewicht, Stichting Pharos, de GGD GHOR Nederland, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, de Vereniging Sport en Gemeenten, het netwerk Alles is Gezondheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn vertegenwoordigd;
schriftelijke afspraken tussen ten minste één gemeente en ten minste drie partijen gericht op minimaal twee van de volgende thema’s: het terugdringen van roken, problematisch alcoholgebruik of overgewicht;
akkoord, gesloten na 23 november 2018, tussen ten minste één gemeente en ten minste drie partijen met bindende afspraken gericht op minimaal twee van de volgende thema’s: het terugdringen van roken, problematisch alcoholgebruik of overgewicht;
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Nationaal Preventieakkoord van 23 november 2018, Kamerstuk 32 793, Nr. 339;
een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 15a van de Financiële-verhoudingswet;
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
De minister kan aan een gemeente jaarlijks een uitkering verstrekken voor de uitvoering van een lokaal preventieakkoord of een lokale preventieaanpak.
1. Op deze regeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing.
2. Op deze regeling zijn de artikelen 4:35, 4:48 tot en met 4:50, 4:56 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
De maximale hoogte van de uitkering per gemeente is de hoogte zoals vastgesteld in de bijlage.
1. Een uitkering wordt op aanvraag verstrekt.
2. Voor de aanvraag tot verlening van een uitkering wordt een vastgesteld aanvraagformulier gebruikt.
3. De aanvraag tot verlening van een uitkering voor het jaar 2021 kan worden ingediend van 18 januari 2021 tot en met 7 juni 2021.
4. De aanvraag tot verlening van een uitkering voor de jaren 2022 en 2023 kan worden ingediend tot en met 8 november voorafgaand aan het jaar waarvoor de uitkering wordt aangevraagd.
5. De aanvraag gaat vergezeld van een positief advies van de kerngroep ondersteuningsprogramma Lokale Preventieakkoorden VNG over het lokaal preventieakkoord of de lokale preventieaanpak.
6. Een positief advies van de kerngroep ondersteuningsprogramma Lokale Preventieakkoorden VNG kan achterwege blijven, indien er reeds een uitkering op grond van deze regeling is verleend in de voorgaande jaren en er geen wijzigingen hebben plaatsgevonden in het lokaal preventieakkoord of de lokale preventieaanpak.
1. De minister neemt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag een besluit omtrent de verlening van de uitkering.
2. Het besluit tot verlening vermeldt in elk geval voor welke activiteiten de uitkering verleend wordt, het bedrag van de uitkering, de wijze van verantwoording, de periode waarvoor de uitkering wordt verleend en de wijze waarop het verrichten van de activiteiten kan worden aangetoond.
3. De minister verleent bij het besluit tot verlening van de uitkering een voorschot van 100% dat in één keer wordt betaald.
1. De ontvanger van de specifieke uitkering meldt onverwijld schriftelijk aan de minister indien:
a. aannemelijk is geworden dat de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht, of
b. aannemelijk is geworden dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de subsidieverplichtingen zal worden voldaan.
De ontvanger van een specifieke uitkering legt verantwoording af over de besteding van de uitkering op de wijze bepaald in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.
1. De minister besluit uiterlijk 6 maanden na ontvangst van de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 8, over de vaststelling van de uitkering.
2. Indien de activiteiten waarvoor de uitkering is verleend zijn verricht en daarnaast volledig is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de uitkering, wordt de uitkering vastgesteld op het bedrag dat is bepaald in de verlening.
3. Indien de verantwoordingsinformatie te laat, niet of niet volledig wordt verstrekt, stelt de minister de specifieke uitkering op een lager bedrag vast, aan de hand van de gegevens die tot het moment van de vaststelling beschikbaar zijn gesteld.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis
Onderstaand is een lijst opgenomen waarin gemeenten staan en het maximale bedrag dat zij per kalenderjaar voor de uitkering kunnen ontvangen, inclusief btw.
Deze lijst is gebaseerd op de CBS-registratie van de inwonersaantallen per gemeente per 1 januari 2019. Aan de hand daarvan zijn de gemeenten ingedeeld en zijn middelen toegekend op basis van onderstaande staffel.
Gemeente |
Maximale uitkering voor het jaar 2021, 2022 en 2023 (per jaar) |
---|---|
Aa en Hunze |
€ 20.000 |
Aalsmeer |
€ 20.000 |
Aalten |
€ 20.000 |
Achtkarspelen |
€ 20.000 |
Alblasserdam |
€ 20.000 |
Albrandswaard |
€ 20.000 |
Alkmaar |
€ 60.000 |
Almelo |
€ 40.000 |
Almere |
€ 120.000 |
Alphen aan den Rijn |
€ 60.000 |
Alphen-Chaam |
€ 10.000 |
Altena |
€ 30.000 |
Ameland |
€ 10.000 |
Amersfoort |
€ 80.000 |
Amstelveen |
€ 50.000 |
Amsterdam |
€ 200.000 |
Apeldoorn |
€ 80.000 |
Arnhem |
€ 80.000 |
Assen |
€ 40.000 |
Asten |
€ 10.000 |
Baarle-Nassau |
€ 10.000 |
Baarn |
€ 20.000 |
Barendrecht |
€ 30.000 |
Barneveld |
€ 30.000 |
Beek |
€ 10.000 |
Beekdaelen |
€ 20.000 |
Beemster |
€ 10.000 |
Beesel |
€ 10.000 |
Berg en Dal |
€ 20.000 |
Bergeijk |
€ 10.000 |
Bergen (L) |
€ 10.000 |
Bergen (NH) |
€ 20.000 |
Bergen op Zoom |
€ 40.000 |
Berkelland |
€ 30.000 |
Bernheze |
€ 20.000 |
Best |
€ 20.000 |
Beuningen |
€ 20.000 |
Beverwijk |
€ 30.000 |
Bladel |
€ 20.000 |
Blaricum |
€ 10.000 |
Bloemendaal |
€ 20.000 |
Bodegraven-Reeuwijk |
€ 20.000 |
Boekel |
€ 10.000 |
Borger-Odoorn |
€ 20.000 |
Borne |
€ 20.000 |
Borsele |
€ 20.000 |
Boxmeer |
€ 20.000 |
Boxtel |
€ 20.000 |
Breda |
€ 80.000 |
Brielle |
€ 10.000 |
Bronckhorst |
€ 20.000 |
Brummen |
€ 20.000 |
Brunssum |
€ 20.000 |
Bunnik |
€ 10.000 |
Bunschoten |
€ 20.000 |
Buren |
€ 20.000 |
Capelle aan den IJssel |
€ 40.000 |
Castricum |
€ 20.000 |
Coevorden |
€ 20.000 |
Cranendonck |
€ 20.000 |
Cuijk |
€ 20.000 |
Culemborg |
€ 20.000 |
Dalfsen |
€ 20.000 |
Dantumadiel |
€ 10.000 |
De Bilt |
€ 30.000 |
De Fryske Marren |
€ 30.000 |
De Ronde Venen |
€ 30.000 |
De Wolden |
€ 20.000 |
Delft |
€ 60.000 |
Den Helder |
€ 30.000 |
Deurne |
€ 20.000 |
Deventer |
€ 50.000 |
Diemen |
€ 20.000 |
Dinkelland |
€ 20.000 |
Doesburg |
€ 10.000 |
Doetinchem |
€ 30.000 |
Dongen |
€ 20.000 |
Dordrecht |
€ 60.000 |
Drechterland |
€ 10.000 |
Drimmelen |
€ 20.000 |
Dronten |
€ 30.000 |
Druten |
€ 10.000 |
Duiven |
€ 20.000 |
Echt-Susteren |
€ 20.000 |
Edam-Volendam |
€ 20.000 |
Ede |
€ 60.000 |
Eemnes |
€ 10.000 |
Eemsdelta |
€ 30.000 |
Eersel |
€ 10.000 |
Eijsden-Margraten |
€ 20.000 |
Eindhoven |
€ 200.000 |
Elburg |
€ 20.000 |
Emmen |
€ 60.000 |
Enkhuizen |
€ 10.000 |
Enschede |
€ 80.000 |
Epe |
€ 20.000 |
Ermelo |
€ 20.000 |
Etten-Leur |
€ 30.000 |
Geertruidenberg |
€ 20.000 |
Geldrop-Mierlo |
€ 20.000 |
Gemert-Bakel |
€ 20.000 |
Gennep |
€ 10.000 |
Gilze en Rijen |
€ 20.000 |
Goeree-Overflakkee |
€ 30.000 |
Goes |
€ 20.000 |
Goirle |
€ 20.000 |
Gooise Meren |
€ 30.000 |
Gorinchem |
€ 20.000 |
Gouda |
€ 40.000 |
Grave |
€ 10.000 |
Groningen |
€ 200.000 |
Gulpen-Wittem |
€ 10.000 |
Haaksbergen |
€ 20.000 |
Haarlem |
€ 80.000 |
Haarlemmermeer |
€ 80.000 |
Halderberge |
€ 20.000 |
Hardenberg |
€ 40.000 |
Harderwijk |
€ 30.000 |
Hardinxveld-Giessendam |
€ 10.000 |
Harlingen |
€ 10.000 |
Hattem |
€ 10.000 |
Heemskerk |
€ 20.000 |
Heemstede |
€ 20.000 |
Heerde |
€ 10.000 |
Heerenveen |
€ 30.000 |
Heerhugowaard |
€ 30.000 |
Heerlen |
€ 50.000 |
Heeze-Leende |
€ 10.000 |
Heiloo |
€ 20.000 |
Hellendoorn |
€ 20.000 |
Hellevoetsluis |
€ 20.000 |
Helmond |
€ 50.000 |
Hendrik-Ido-Ambacht |
€ 20.000 |
Hengelo (O) |
€ 50.000 |
Het Hogeland |
€ 30.000 |
Heumen |
€ 10.000 |
Heusden |
€ 30.000 |
Hillegom |
€ 20.000 |
Hilvarenbeek |
€ 10.000 |
Hilversum |
€ 50.000 |
Hoeksche Waard |
€ 50.000 |
Hof van Twente |
€ 20.000 |
Hollands Kroon |
€ 30.000 |
Hoogeveen |
€ 30.000 |
Hoorn |
€ 40.000 |
Horst aan de Maas |
€ 30.000 |
Houten |
€ 30.000 |
Huizen |
€ 30.000 |
Hulst |
€ 20.000 |
IJsselstein |
€ 20.000 |
Kaag en Braassem |
€ 20.000 |
Kampen |
€ 30.000 |
Kapelle |
€ 10.000 |
Katwijk |
€ 40.000 |
Kerkrade |
€ 30.000 |
Koggenland |
€ 20.000 |
Krimpen aan den IJssel |
€ 20.000 |
Krimpenerwaard |
€ 30.000 |
Laarbeek |
€ 20.000 |
Landerd |
€ 10.000 |
Landgraaf |
€ 20.000 |
Landsmeer |
€ 10.000 |
Langedijk |
€ 20.000 |
Lansingerland |
€ 40.000 |
Laren |
€ 10.000 |
Leeuwarden |
€ 60.000 |
Leiden |
€ 60.000 |
Leiderdorp |
€ 20.000 |
Leidschendam-Voorburg |
€ 40.000 |
Lelystad |
€ 40.000 |
Leudal |
€ 20.000 |
Leusden |
€ 20.000 |
Lingewaard |
€ 30.000 |
Lisse |
€ 20.000 |
Lochem |
€ 20.000 |
Loon op Zand |
€ 20.000 |
Lopik |
€ 10.000 |
Losser |
€ 20.000 |
Maasdriel |
€ 20.000 |
Maasgouw |
€ 20.000 |
Maassluis |
€ 20.000 |
Maastricht |
€ 60.000 |
Medemblik |
€ 30.000 |
Meerssen |
€ 10.000 |
Meierijstad |
€ 50.000 |
Meppel |
€ 20.000 |
Middelburg |
€ 30.000 |
Midden-Delfland |
€ 10.000 |
Midden-Drenthe |
€ 20.000 |
Midden-Groningen |
€ 40.000 |
Mill en Sint Hubert |
€ 10.000 |
Moerdijk |
€ 20.000 |
Molenlanden |
€ 30.000 |
Montferland |
€ 20.000 |
Montfoort |
€ 10.000 |
Mook en Middelaar |
€ 10.000 |
Neder-Betuwe |
€ 20.000 |
Nederweert |
€ 10.000 |
Nieuwegein |
€ 40.000 |
Nieuwkoop |
€ 20.000 |
Nijkerk |
€ 30.000 |
Nijmegen |
€ 80.000 |
Nissewaard |
€ 50.000 |
Noord-Beveland |
€ 10.000 |
Noordenveld |
€ 20.000 |
Noordoostpolder |
€ 30.000 |
Noordwijk |
€ 30.000 |
Nordeast-Fryslân |
€ 30.000 |
Nuenen, Gerwen en Nede |
€ 20.000 |
Nunspeet |
€ 20.000 |
Oegstgeest |
€ 20.000 |
Oirschot |
€ 10.000 |
Oisterwijk |
€ 20.000 |
Oldambt |
€ 20.000 |
Oldebroek |
€ 20.000 |
Oldenzaal |
€ 20.000 |
Olst-Wijhe |
€ 10.000 |
Ommen |
€ 10.000 |
Oost Gelre |
€ 20.000 |
Oosterhout |
€ 30.000 |
Ooststellingwerf |
€ 20.000 |
Oostzaan |
€ 10.000 |
Opmeer |
€ 10.000 |
Opsterland |
€ 20.000 |
Oss |
€ 50.000 |
Oude IJsselstreek |
€ 20.000 |
Ouder-Amstel |
€ 10.000 |
Oudewater |
€ 10.000 |
Overbetuwe |
€ 30.000 |
Papendrecht |
€ 20.000 |
Peel en Maas |
€ 30.000 |
Pekela |
€ 10.000 |
Pijnacker-Nootdorp |
€ 30.000 |
Purmerend |
€ 40.000 |
Putten |
€ 20.000 |
Raalte |
€ 20.000 |
Reimerswaal |
€ 20.000 |
Renkum |
€ 20.000 |
Renswoude |
€ 10.000 |
Reusel-De Mierden |
€ 10.000 |
Rheden |
€ 30.000 |
Rhenen |
€ 10.000 |
Ridderkerk |
€ 30.000 |
Rijssen-Holten |
€ 20.000 |
Rijswijk |
€ 30.000 |
Roerdalen |
€ 20.000 |
Roermond |
€ 30.000 |
Roosendaal |
€ 40.000 |
Rotterdam |
€ 200.000 |
Rozendaal |
€ 10.000 |
Rucphen |
€ 20.000 |
Schagen |
€ 30.000 |
Scherpenzeel |
€ 10.000 |
Schiedam |
€ 40.000 |
Schiermonnikoog |
€ 10.000 |
Schouwen-Duiveland |
€ 20.000 |
's-Gravenhage |
€ 200.000 |
's-Hertogenbosch |
€ 80.000 |
Simpelveld |
€ 10.000 |
Sint Anthonis |
€ 10.000 |
Sint-Michielsgestel |
€ 20.000 |
Sittard-Geleen |
€ 50.000 |
Sliedrecht |
€ 20.000 |
Sluis |
€ 20.000 |
Smallingerland |
€ 30.000 |
Soest |
€ 30.000 |
Someren |
€ 10.000 |
Son en Breugel |
€ 10.000 |
Stadskanaal |
€ 20.000 |
Staphorst |
€ 10.000 |
Stede Broec |
€ 20.000 |
Steenbergen |
€ 20.000 |
Steenwijkerland |
€ 30.000 |
Stein |
€ 20.000 |
Stichtse Vecht |
€ 40.000 |
Súdwest Fryslân |
€ 50.000 |
Terneuzen |
€ 30.000 |
Terschelling |
€ 10.000 |
Texel |
€ 10.000 |
Teylingen |
€ 20.000 |
Tholen |
€ 20.000 |
Tiel |
€ 30.000 |
Tilburg |
€ 120.000 |
Tubbergen |
€ 20.000 |
Twenterand |
€ 20.000 |
Tynaarlo |
€ 20.000 |
Tytsjerksteradiel |
€ 20.000 |
Uden |
€ 30.000 |
Uitgeest |
€ 10.000 |
Uithoorn |
€ 20.000 |
Urk |
€ 20.000 |
Utrecht |
€ 200.000 |
Utrechtse Heuvelrug |
€ 30.000 |
Vaals |
€ 10.000 |
Valkenburg aan de Geul |
€ 10.000 |
Valkenswaard |
€ 20.000 |
Veendam |
€ 20.000 |
Veenendaal |
€ 40.000 |
Veere |
€ 20.000 |
Veldhoven |
€ 30.000 |
Velsen |
€ 40.000 |
Venlo |
€ 60.000 |
Venray |
€ 30.000 |
Vijfheerenlanden |
€ 30.000 |
Vlaardingen |
€ 40.000 |
Vlieland |
€ 10.000 |
Vlissingen |
€ 30.000 |
Voerendaal |
€ 10.000 |
Voorschoten |
€ 20.000 |
Voorst |
€ 20.000 |
Vught |
€ 20.000 |
Waadhoeke |
€ 30.000 |
Waalre |
€ 10.000 |
Waalwijk |
€ 30.000 |
Waddinxveen |
€ 20.000 |
Wageningen |
€ 20.000 |
Wassenaar |
€ 20.000 |
Waterland |
€ 10.000 |
Weert |
€ 30.000 |
Weesp |
€ 10.000 |
West Betuwe |
€ 30.000 |
West Maas en Waal |
€ 10.000 |
Westerkwartier |
€ 40.000 |
Westerveld |
€ 10.000 |
Westervoort |
€ 10.000 |
Westerwolde |
€ 20.000 |
Westland |
€ 60.000 |
Weststellingwerf |
€ 20.000 |
Westvoorne |
€ 10.000 |
Wierden |
€ 20.000 |
Wijchen |
€ 30.000 |
Wijdemeren |
€ 20.000 |
Wijk bij Duurstede |
€ 20.000 |
Winterswijk |
€ 20.000 |
Woensdrecht |
€ 20.000 |
Woerden |
€ 30.000 |
Wormerland |
€ 10.000 |
Woudenberg |
€ 10.000 |
Zaanstad |
€ 80.000 |
Zaltbommel |
€ 20.000 |
Zandvoort |
€ 10.000 |
Zeewolde |
€ 20.000 |
Zeist |
€ 40.000 |
Zevenaar |
€ 30.000 |
Zoetermeer |
€ 60.000 |
Zoeterwoude |
€ 10.000 |
Zuidplas |
€ 30.000 |
Zundert |
€ 20.000 |
Zutphen |
€ 30.000 |
Zwartewaterland |
€ 20.000 |
Zwijndrecht |
€ 30.000 |
Zwolle |
€ 60.000 |
Met het Nationaal Preventieakkoord, dat is ondertekend op 23 november 2018 (Kamerstuk 32 793, Nr. 339), gaan partijen samen aan de slag om Nederland gezonder te maken en gezondheidsachterstanden te verminderen. Het akkoord bestaat uit een uitgebreid pakket aan afspraken en maatregelen voor het terugdringen van roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht. Het akkoord is gesloten met ruim 70 partijen zoals patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, sportbonden, bedrijven, fondsen, onderwijs, maatschappelijke organisaties, gemeenten en de Rijksoverheid.
Het Nationaal Preventieakkoord stimuleert gemeenten om de landelijke ambities te vertalen in een lokale aanpak, bijvoorbeeld door het sluiten van een lokaal of regionaal preventieakkoord. De onderhavige regeling betreft een aanvulling op het reeds bestaande ondersteuningsprogramma van de VNG: het ondersteuningsprogramma Lokale Preventieakkoorden. Gemeenten konden zich al bij dit ondersteuningsprogramma aanmelden voor ondersteuning bij de totstandkoming van het lokaal preventieakkoord of de lokale preventieaanpak (zie website: www.vng.nl/lokalepreventieakkoorden).
In een lokaal preventieakkoord of lokale preventieaanpak worden ambities en afspraken geformuleerd om roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht tegen te gaan. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de minister) wil deze ambities graag ondersteunen met de onderhavige regeling. Met een specifieke uitkering kunnen gemeenten budget aanvragen voor de uitvoering van de ambities en afspraken uit dit lokale preventieakkoord of deze lokale preventieaanpak. Dit budget helpt de gemeenten om samen met de lokale partners in te zetten op preventie en de lokale ambities te realiseren in relatie tot het Nationaal Preventieakkoord.
Naast het Nationaal Preventieakkoord bestaat ook het Nationaal Sportakkoord (Stcrt. 2018, 57536). Voor de uitvoering van het Nationaal Sportakkoord op lokaal niveau kunnen gemeenten reeds een specifieke uitkering ontvangen op basis van de Regeling Sportakkoord 2020–2022. Wanneer een gemeente er voor kiest om het preventieakkoord en het sportakkoord op lokaal niveau met elkaar te combineren in één akkoord, bijvoorbeeld in een leefstijlakkoord, dan kunnen zij in beginsel zowel in aanmerking komen voor de onderhavige regeling als voor de Regeling Sportakkoord 2020–2022. Voor beide uitkeringen dient dan een afzonderlijke aanvraag te worden ingediend.
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft de regeling beoordeeld en geconstateerd dat de regeling uitsluitend regeldrukgevolgen heeft voor gemeentes en niet voor burgers en bedrijven. Deze gevolgen vallen niet onder de definitie van regeldruk en behoeven derhalve niet besproken te worden.
De steun wordt in dit geval niet verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht waardoor niet kan worden gesproken van staatssteun. De gemeenten kunnen een specifieke uitkering krijgen voor de uitvoering van hun publieke taken en zijn daarvoor geen ondernemingen in de zin van de staatssteunregels. Logischerwijs dienen de gemeenten bij het invullen van deze publieke taken zelf ook rekening te houden met de staatssteunregels.
In het eerste artikel worden de definities gegeven van ‘lokaal preventieakkoord’ en ‘lokale preventieaanpak’. In zowel het lokale preventieakkoord als in de lokale preventieaanpak worden tussen ten minste één gemeente en ten minste drie partijen afspraken gemaakt gericht op ten minste twee van de volgende thema’s uit het Nationaal Preventieakkoord: het terugdringen van roken, problematisch alcoholgebruik of overgewicht. Het lokaal preventieakkoord is altijd gesloten na 23 november 2018 (datum ondertekening Nationaal Preventieakkoord) en bevat altijd bindende afspraken tussen de partijen. Een preventieaanpak kan ook dateren van voor 23 november 2018, mits deze preventieaanpak samenhang vertoont met de inhoudelijke ambities van het Nationaal Preventieakkoord. Ook hierin worden afspraken gemaakt tussen de gemeente en partijen om de doelstellingen op bovengenoemde thema’s te realiseren.
De kerngroep van het ondersteuningsprogramma Lokale Preventieakkoorden VNG (kerngroep) is een samenwerkingsverband waarbinnen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Stichting Jongeren Op Gezond Gewicht, Stichting Pharos, de GGD GHOR Nederland, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, de Vereniging Sport en Gemeenten, het netwerk Alles is Gezondheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn vertegenwoordigd. De kerngroep komt tweewekelijks bij elkaar om de voortgang op de lokale preventieakkoorden en lokale preventieaanpakken te bespreken.
De minister kan aan een gemeente jaarlijks een uitkering verstrekken voor de kosten van de uitvoering van een lokaal preventieakkoord of de lokale preventieaanpak. Er wordt jaarlijks aan een gemeente dus ten hoogste één uitkering verstrekt voor het maximale bedrag genoemd in de bijlage bij de regeling. Dat geldt ook in het geval dat er binnen een jaar nog een aanvullend lokaal preventieakkoord of een aanvullende lokale preventieaanpak tot stand komt.
Met de uitvoering van een lokaal preventieakkoord of een lokale preventieaanpak gaat het om de uitvoering van de afspraken zoals geformuleerd in het lokale preventieakkoord of de lokale preventieaanpak, bijvoorbeeld het rookvrij maken van openbare ruimtes, het creëren van een gezonde voedsel- en/of leefomgeving of het inzetten van voorlichtingsprogramma’s over verantwoord alcoholgebruik.
Op de op grond van onderhavige regeling verleende en vastgestelde uitkeringen is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing.
Verder zijn de artikelen 4:35, 4:48 tot en met 4:50, 4:56 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing op deze regeling.
Gemeenten kunnen een aanvraag indienen voor een uitkering op grond van deze regeling. Artikel 5 van de onderhavige regeling zet de voorwaarden voor deze aanvraag nader uiteen.
Voor de aanvraag wordt een aanvraagformulier gebruikt. Dit formulier is te vinden op de website van DUS-I (www.dus-i.nl). De aanvraag gaat vergezeld van een positief advies namens de kerngroep over het lokaal preventieakkoord of de lokale preventieaanpak. Op de website van de VNG (www.vng.nl/lokalepreventieakkoorden) is meer informatie te vinden over de wijze van aanvragen van het positief advies bij de kerngroep. Het aanvragen van het advies van de kerngroep dient tijdig te gebeuren vóór het aanvragen van het uitvoeringsbudget bij DUS-I. Beoordeling door de kerngroep neemt maximaal 4 tot 5 weken in beslag. Van belang dat de aanvrager daar in de tijdsplanning rekening mee houdt.
De kerngroep beoordeelt of het lokale preventieakkoord of de lokale preventieaanpak voldoet aan de richtlijnen voor een lokaal preventieakkoord gelegd (zoals vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg Publieke Gezondheid op 30 januari 2020). Deze richtlijnen bevatten zowel harde als zachte criteria. Het toegezonden preventieakkoord of preventieplan dient in ieder geval aan de harde criteria te voldoen om een positief advies te ontvangen van de kerngroep. De criteria zijn te vinden op de website van de VNG (www.vng.nl/lokalepreventieakkoorden).
Harde criteria zijn:
• Het lokaal preventieakkoord/de lokale preventieaanpak gaat over ten minste twee thema’s uit het Nationaal Preventieakkoord: roken, alcohol en/of overgewicht. Hier mogen andere thema’s aan toegevoegd zijn (zoals een gezonde leefomgeving, armoede en mentale gezondheid)
• Het lokaal preventieakkoord is getekend door ten minste één gemeente en ten minste drie partijen die een gezamenlijke ambitie hebben om in te zetten op een gezonde samenleving/de lokale preventieaanpak omvat schriftelijke afspraken tussen ten minste één gemeente en ten minste drie partijen gericht op het stimuleren van een gezonde samenleving
• Het lokaal preventieakkoord/de lokale preventieaanpak legt afspraken vast tussen publieke en private partijen (er is sprake van een publiek private samenwerking)
Voordat een negatief advies volgt, wordt eerst door de kerngroep contact opgenomen met de desbetreffende gemeente. De gemeente krijgt hierbij de mogelijkheid om het lokaal preventieakkoord/de lokale preventieaanpak toe lichten, het document waar gewenst aan te passen en om het lokaal preventieakkoord/de lokale preventieaanpak eventueel aan te vullen met extra informatie zodat zij alsnog een positief advies kunnen ontvangen. De kerngroep kan de gemeente verwijzen naar het ondersteuningsprogramma Lokale Preventieakkoorden van de VNG, dat advies kan geven en ondersteuning biedt om met de gemeente of regio mee te denken over mogelijke vervolgstappen.
De beoordeling door de kerngroep vindt dus plaats vooraf aan het moment van aanvraag van de uitkering. Indien een gemeente een positief advies ontvangt van de kerngroep voegt zij dat bij de aanvraag voor een specifieke uitkering op grond van deze regeling. Het lokale preventieakkoord of de lokale preventieaanpak hoeft dus niet meer bij de aanvraag bij DUS-I gevoegd te worden.
Indien de uitkering, waarvoor bij de aanvraag een positief advies van de kerngroep is gevoegd, eenmaal door de minister is verleend aan een gemeente, hoeft voor het jaar daarop niet weer een positief advies van de kerngroep bij de aanvraag gevoegd te worden. Het lokaal preventieakkoord of de lokale preventieaanpak geldt meestal voor meerdere jaren. Indien de inhoud van het lokaal preventieakkoord of de lokale preventieaanpak zodanig wordt gewijzigd dat deze niet meer gelijk is aan het document waarop het positief advies is gebaseerd, dient opnieuw een advies aangevraagd te worden bij de kerngroep. Dit positieve advies dient bij een volgende aanvraag gevoegd te worden.
Wanneer gemeenten gezamenlijk een regionaal preventieakkoord hebben, dan kunnen zij dit akkoord gezamenlijk inzenden voor het aanvragen van een advies van de kerngroep. Voor een specifieke uitkering dienen de gemeenten vervolgens elk apart een aanvraag in te dienen. Zij kunnen individueel het gezamenlijk ontvangen positief advies van de kerngroep voegen bij de aanvraag. Het bedrag wordt namelijk per gemeente op basis van het inwoneraantal bepaald, toegekend en verantwoord door middel van de jaarrekening.
De aanvraag tot verlening van een uitkering voor het jaar 2020 kan worden ingediend voor 8 juni 2021. Met de kerngroep is afgesproken dat aanvragen voor een advies bij de kerngroep gegarandeerd tijdig kunnen worden afgehandeld indien zij uiterlijk 30 april 2021 zijn ingediend (dan komt het advies nog voldoende op tijd om een aanvraag voor een uitkering op grond van de onderhavige regeling te kunnen indienen).
Voor de jaren 2021 en 2022 geldt dat de aanvraag moet worden ingediend voor 8 november van het jaar voorafgaand aan het betreffende jaar. Voor die jaren heeft de kerngroep aangegeven dat zij aanvragen voor een advies tijdig kunnen afhandelen indien deze uiterlijk op 30 september van het betreffende jaar zijn ingediend.
Het is dus zaak om tijdig een advies aan te vragen bij de kerngroep, zodat een aanvraag voor een uitkering op grond van deze regeling kan worden ingediend voor de uiterlijke indieningsdatum van het betreffende jaar.
Binnen 13 weken na ontvangst van de complete aanvraag neemt de minister een besluit omtrent de verlening. Wanneer een aanvraag incompleet is, zal de gemeente de kans krijgende ontbrekende informatie aan te vullen.
De ontvanger van een specifieke uitkering verstrekt jaarlijks uiterlijk op 15 juli de verantwoordingsinformatie. De eerste verantwoordingsinformatie dient te worden verstrekt in het jaar na de verlening van de specifieke uitkering en wordt herhaald tot in het jaar na afloop van het jaar waarin de activiteiten zijn afgerond. De verantwoording voor de besteding van de specifieke uitkering verloopt op grond van artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet via de jaarrekening van de gemeente en de systematiek van ‘single information, single audit’ (SiSa-systematiek).
Indien de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verstrekt, blijkens de verantwoording, bedoeld in artikel 8, zijn verricht of hadden moeten zijn verricht, besluit de minister uiterlijk 6 maanden na ontvangst van deze informatie over de vaststelling van de specifieke uitkering. De hoogte van de uitkering wordt, mits is voldaan aan de verplichtingen van artikel 7, vastgesteld tot ten hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.
Indien de verantwoordingsinformatie te laat, niet of niet volledig wordt verstrekt stelt de minister de uitkering op een lager bedrag vast. Als een specifieke uitkering lager wordt vastgesteld, zullen onverschuldigd betaalde bedragen worden teruggevorderd, overeenkomstig artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht.
De regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op een subsidie die krachtens deze regeling is verstrekt. De onderhavige regeling wordt in 2022 geëvalueerd. Bij de evaluatie zal overwogen worden of een verlenging van de regeling wenselijk is.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-63418.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.