De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 111, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
BESLUIT:
TOELICHTING
Inleiding
Het tarief voor rijbewijzen bestaat uit een bedrag aan gemeentelijke leges en een
rijkskostencomponent. De rijkskostencomponent is het bedrag dat de gemeenten moeten
afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs.
Onderhavige regeling wijzigt het maximale bedrag dat bij plaatselijke verordening
kan worden vastgesteld als gemeentelijke leges voor de afgifte van een rijbewijs.
Dit tarief geldt voor de aanvraag van een rijbewijs waarvan de behandeling zonder
bijzondere dienstverlening geschiedt.
Met ingang van 1 januari 2014 is een maximumtarief ingevoerd dat bij plaatselijke
verordening kan worden vastgesteld voor de afgifte van rijbewijzen (Wet van 16 oktober
2013 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het opnemen van enkele
bepalingen met betrekking tot voertuigonderdelen die niet dienen te zijn goedgekeurd
voor de toelating tot het verkeer op de weg en het maximeren van de prijs van het
rijbewijs, Stb. 2013, 501).
In deze wet is aan artikel 111 van de Wegenverkeerswet 1994 een nieuw zesde lid toegevoegd
dat de basis biedt om bij algemene maatregel van bestuur een maximumtarief vast te
stellen voor rijbewijzen die door de gemeente worden afgegeven.
Aanleiding hiervoor was de wens om excessen in de tariefstelling te voorkomen. Tevens
geeft dit artikellid de basis om dat tarief bij ministeriële regeling te wijzigen
als de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft de consumentenprijzen in 2015 opnieuw
geïndexeerd. Het basisbedrag is nu aangepast aan de stijging van de consumentenprijsindex
sinds 2015 (100).
Per april 2020 bedroeg de consumentenprijsindexstijging ten opzichte van 2015 107,14.
Daarmee is het maximumbedrag voor de gemeentelijke leges nu vastgesteld op € 31,30.
Het bedrag van de rijkskostencomponent (momenteel € 9,70) is geregeld in de Regeling
tarieven Dienst Wegverkeer 2020 en verandert per 1 januari niet.
Dit bedrag zal wel naar verwachting volgend jaar worden aangepast na invoering van
de relevante onderdelen van de Wet digitale overheid in de loop van 2021.
Het totale tarief per 1 januari 2021 voor een rijbewijs dat bij de gemeente wordt
aangevraagd komt uit op € 41.
Gevolgen
Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten voor de burger of het bedrijfsleven. Wel
zal er sprake zijn van een lichte stijging van de financiële lasten voor de burger
doordat het maximumbedrag voor gemeentelijke leges stijgt van € 30,95 tot € 31,30.
Dit komt, inclusief rijkskostencomponent, neer op een stijging van het tarief van
het rijbewijs van € 40,65 tot € 41. Afhankelijk van de geldigheidsduur van het rijbewijs
komen deze kosten eens per 5 of per 10 jaar terug. In uitzonderingsgevallen is dit
vaker.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) deelt de analyse dat er geen gevolgen zijn
voor de regeldruk en heeft om die reden het dossier niet geselecteerd voor een formeel
advies.
Internetconsultatie
Over de regeling heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden. De regeling heeft
tot gevolg dat het maximumtarief voor rijbewijzen wordt verhoogd met € 0,35. Dit zijn
geen noemenswaardige gevolgen voor burgers, bedrijven en instellingen en brengt geen
ingrijpende verandering teweeg in de rechten en plichten van burgers en bedrijven
en heeft evenmin ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk.
Inwerkingtreding
Met de inwerkingtredingsdatum is rekening gehouden met de vaste verandermomenten.
Er wordt wel afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van drie maanden tussen publicatie
en inwerkingtreding die op grond van de Code Interbestuurlijke Verhoudingen geldt
voor een regeling die direct relevant is voor decentrale overheden. Een uitzondering
is mogelijk wanneer hierdoor aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of
nadelen wordt voorkomen. Een spoedige inwerkingtreding is in casu van belang, om gemeenten
in staat te stellen met ingang van het nieuwe kalenderjaar de gemeentelijke leges
voor rijbewijzen met standaardaanvraag te kunnen verhogen. Van deze uitzonderingsmogelijkheid
is gebruik gemaakt.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga