Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Rechtsbescherming van 15 november 2020, kenmerk 1769561-213082-J, houdende wijziging van de Regeling Jeugdwet in verband met regels over de wijze van betaling van geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 7.4.0, vijfde lid, onderdeel c, van de Jeugdwet;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Regeling Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In Artikel 1 vervalt de begripsbepaling ‘– dbc’.

B

De artikelen 6a.2 en 6a.8 vervallen.

C

Artikel 6a.3 komt te luiden:

Een jeugdhulpaanbieder die jeugdhulp heeft verleend of zal verlenen of een aanbieder die preventie heeft verleend of zal verlenen, vermeldt bij de declaratie naast de in artikel 6a.1, eerste lid, bedoelde gegevens de persoonsgegevens die hij ingevolge door of namens het college gemaakte afspraken dan wel gegeven instructies moet vermelden, met dien verstande dat niet meer persoonsgegevens worden vermeld dan de persoonsgegevens die voor de gemeente noodzakelijk zijn ten behoeve van het verrichten van de formele controle en de betaling van de declaratie.

D

In artikel 6b.3, vierde lid, wordt ‘artikel 6b.2, eerste lid,’ vervangen door ‘artikel 6b.2,’.

E

Beide bijlagen 1a behorende bij artikel 6a.2 van de Regeling Jeugdwet vervallen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens De Minister voor Rechtsbescherming, P. Blokhuis

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding en achtergrond

Toen de jeugd-ggz per 1 januari 2015 onder de reikwijdte van de Jeugdwet werd gebracht is, afgesproken dat de aanbieders van jeugd-ggz nog drie jaar op basis van dbc’s konden declareren. Omdat dbc’s diagnosegegevens bevatten, vergde dat enkele afzonderlijke artikelen om te voorkomen dat gemeenten bij de declaratie van die dbc’s over onnodige diagnosegegevens zouden komen te beschikken. Inmiddels zijn de drie jaar voorbij en declareren de aanbieders van jeugd-ggz, op dezelfde wijze als alle andere jeugdhulpaanbieders. Met deze regeling worden daarom de artikelen die een bijzondere declaratiewijze voor de jeugd-ggz regelden geschrapt.

Achtergrond

Per 1 januari 2018 is de jeugd-ggz volgens afspraak overgegaan op de systematiek van de Jeugdwet, namelijk het gebruik van het iJw-berichtenverkeer. Er is indertijd een protocol opgesteld “Protocol beëindiging DBC-bekostigingssystematiek jeugd GGZ en JW321-bericht per 1 januari 2018”. Het protocol heeft het werkproces begeleid om te bereiken dat DBC-bekostiging voor jeugdhulp niet meer gebruikt wordt en vervangen wordt door iJw-berichtenverkeer.

Met deze wijzigingsregeling komen de artikelen met betrekking tot dbc’s te vervallen.

Regeldruk

De wijzigingen leiden niet tot administratieve lasten voor burgers en het bedrijfsleven. De regeling betreft het aanpassen van de regeling aan de gemaakte afspraak om na drie jaar te stoppen met de dbc-bekostigingssystematiek. Deze overstap vormt voor de aanbieders van jeugd-ggz wel een andere wijze van declareren van kosten bij gemeenten, maar deze andere methode leiden niet tot meer of meer complexe handelingen. Het effect op de regeldruk is dan ook neutraal.

Deze regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Het ATR heeft op 16 september 2020 laten weten geen opmerkingen te hebben ten aanzien van de gevolgen voor de regeldruk.

Fraudetoets

Deze regeling brengt geen verhoogd risico op fraude met zich mee. Het iJw-berichtenverkeer is een bestaand instrument om informatie door te geven. Het iJw-berichtenverkeer wordt al vanaf het begin van de decentralisatie door andere jeugdhulpaanbieders gebruikt.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (wijziging van artikel 1 van de Regeling Jeugdwet)

De begripsbepaling van “dbc” komt te vervallen aangezien binnen de jeugdhulp niet langer op basis van zogeheten diagnose behandeling combinaties wordt gedeclareerd.

Onderdeel B (vervallen van de artikelen 6a.2 en 6a.8 van de Regeling Jeugdwet)

Nu sinds 1 januari 2018 de aanbieders van jeugd-ggz via het administratieve proces van het iJw-berichtenverkeer kosten declareren, kunnen deze artikelen, die golden voor declaratie op basis van dbc’s, komen te vervallen.

Onderdeel C (wijziging artikel 6a.3 van de Regeling Jeugdwet)

Onderdeel b van dit artikel komt te vervallen en wordt vervangen door de omschrijving van de persoonsgegevens die op een declaratie van de aanbieder mogen staan. Deze wijziging wordt opgenomen omdat de oude Awbz zorgzwaartepakketten niet meer bestaan en zijn vervangen door productcodes jeugdhulp. Er worden nooit meer persoonsgegevens vermeld dan de persoonsgegevens die voor de gemeente noodzakelijk zijn ten behoeve van het verrichten van de formele controle en de betaling van de declaratie.

Onderdelen D en E (wijziging artikel 6b.2 en vervallen van de twee Bijlages 1a van de Regeling Jeugdwet)

In onderdeel D wordt een verkeerde verwijzing verbeterd. In onderdeel E wordt geregeld dat Bijlage 1a behorende bij artikel 6a.2 van de Regeling jeugdwet en Bijlage 1a* behorende bij artikel 6a.2 van de Regeling Jeugdwet vervallen. Dit betreft dezelfde bijlage. Deze bijlage was abusievelijk tweemaal opgenomen bij de Regeling Jeugdwet. Beide bijlagen kunnen nu komen te vervallen omdat artikel 6a.2 eveneens komt te vervallen.

Artikel II

De stuurgroep Informatievoorziening Sociaal Domein (ISD), waarin VWS, VNG en jeugdhulpbranches deel van uitmaken, verzoekt dringend snelle aanpassing van deze regeling, omdat enkele gemeenten nog steeds verwijzen naar de passages over de dbc-systematiek. Daarom is het van belang om dit zo snel mogelijk aan te passen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens De Minister voor Rechtsbescherming, P. Blokhuis

Naar boven