Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 november 2020 tot wijziging van de Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland in verband met de invoering van een elektronisch vervangend briefstembewijs1

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 10, zevende lid, en 18, tweede lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming en artikel M 6, derde lid, van de Kieswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

  • 1. Het register, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het Experimentenbesluit, bevat de volgende gegevens:

    • a. verkiezingscode en nummer van het briefstembewijs of vervangend briefstembewijs;

    • b. naam, voorletters, geslacht en geboortedatum van de kiesgerechtigde;

    • c. briefstembureau dat het briefstembewijs of vervangend briefstembewijs vermoedelijk ontvangt;

    • d. naam of kenmerk van de ambtenaar die de gegevens heeft opgenomen in het register;

    • e. aanduiding van een van de volgende redenen van ongeldigheid:

      • 1°. vervangend briefstembewijs verstrekt krachtens artikel 10, eerste lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit;

      • 2°. ongeldig verklaard wegens ontbreken kiesgerechtigdheid of overlijden van de tenaamgestelde;

      • 3°. ongeldig verklaard wegens vastgestelde ontvreemding of andere reden van onrechtmatig in omloop zijn.

  • 2. Het uittreksel van ongeldige briefstembewijzen, bedoeld in artikel 10, derde lid, van het Experimentenbesluit bevat de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a, b en e.

  • 3. Het uittreksel van geldige briefstembewijzen, bedoeld in artikel 10, derde lid, van het Experimentenbesluit bevat de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onder a, b en c.

B

Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Als model voor het elektronisch vervangend briefstembewijs wordt het model vastgesteld dat in de bijlage bij deze regeling is opgenomen.

C

De bijlage bij de Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland wordt als volgt gewijzigd:

1. Model C en Model D worden vervangen door de gelijknamige modellen in de bijlage behorende bij artikel I bij deze regeling.

2. Na Model D wordt een nieuw model toegevoegd, Model E, zoals opgenomen in de bijlage behorende bij artikel I bij deze regeling.

ARTIKEL II

Het Model M 6-2 in Bijlage 1 bij artikel 1 van de Kiesregeling wordt vervangen door het model dat in de bijlage behorende bij artikel II van deze regeling is opgenomen.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

BIJLAGE BEHOREND BIJ ARTIKEL I

Model C: Het verzoek om een vervangend briefstembewijs voor kiezers buiten het Koninkrijk der Nederlanden

Model D: Het verzoek om een vervangend briefstembewijs voor kiezers in Aruba, Curaçao of Sint Maarten

Model E: Vervangend briefstembewijs voor kiezers buiten Nederland

BIJLAGE BEHOREND BIJ ARTIKEL II

Het model voor het briefstembewijs voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en voor de verkiezing van de leden van het Europees parlement luidt als volgt:

TOELICHTING

1. Algemeen

Met de inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de invoering van een elektronisch vervangend briefstembewijs, is het mogelijk geworden voor kiesgerechtigden buiten Nederland om, als zij hun briefstembewijs niet hebben ontvangen of dit in het ongerede is geraakt, langs elektronische weg een vervangend briefstembewijs te ontvangen. Het vervangend briefstembewijs is een ander document dan het reguliere briefstembewijs, maar heeft wel dezelfde functie als een regulier briefstembewijs. Daarin verschilt het met de vervangende stempas. Een kiesgerechtigde die op grond van artikel J 8 van de Kieswet een vervangende stempas aanvraagt, ontvangt immers gewoon opnieuw een stempas. Voor een toelichting op het vervangend briefstembewijs dat langs elektronische weg aan de kiezer in het buitenland kan worden verstrekt en de maatregelen die zijn genomen om misbruik hiervan tegen te gaan, wordt op deze plek kortheidshalve verwezen naar de nota van toelichting bij het genoemde besluit (Stb. 2020, 345).

Als gevolg van de wijzigingen die in het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming (hierna: het Tijdelijk experimentenbesluit) zijn aangebracht, moet ook de Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland worden geactualiseerd. Dit besluit strekt daartoe.

De Kiesraad en de gemeente 's-Gravenhage zijn geconsulteerd over een concept van deze regeling. De Kiesraad heeft geen reden gezien tot het maken van opmerkingen bij de ontwerpregeling. De gemeente 's-Gravenhage heeft bij het voorgestelde artikel I, onderdeel A, enkele opmerkingen gemaakt. Naar aanleiding daarvan is in het artikelsgewijze deel verduidelijkt: wat de bedoeling van de bepaling is, dat het gebruik van een 'audit trail' toelaatbaar wordt geacht en dat er geen andere gronden zijn om een briefstembewijs ongeldig te verklaren dan die uit het Tijdelijk experimentenbesluit voortvloeien.

2. Artikelsgewijs

Artikel I

A (Art. 4 Tijdelijke experimentenregeling)

Op grond van het nieuwe artikel 8, eerste lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit is er niet langer een register van ongeldige briefstembewijzen, maar een register van briefstembewijzen. Dit register bevat zowel de nummers van de briefstembewijzen en vervangend briefstembewijzen die geldig zijn en gebruikt kunnen worden om aan de stemming deel te nemen, als de nummers van de briefstembewijzen en vervangend briefstembewijzen die ongeldig zijn en dus niet gebruikt kunnen worden om aan de stemming deel te nemen. Voor de opzet van het register is nauw aansluiting gezocht bij artikel J 2 van het Kiesbesluit dat op vergelijkbare wijze de opzet van het register van ongeldige stempassen regelt. Op drie punten is afgeweken van de opzet van het register van ongeldige stempassen. In het eerste lid, onderdeel a, is de gemeentecode niet overgenomen. De burgemeester van 's‑Gravenhage is immers de enige die een briefstembewijs of vervangend briefstembewijs kan verstrekken. En in het eerste lid, onderdeel c, is aangegeven dat het register van briefstembewijzen ook een aanduiding moet bevatten van het briefstembureau dat waarschijnlijk het briefstembewijs of vervangend briefstembewijs zal ontvangen. Dit gegeven is noodzakelijk om voor elk briefstembureau het in het derde lid bedoelde uittreksel van geldige briefstembewijzen te kunnen vaststellen. Tot slot is in het eerste lid, onderdeel e, ruimte gegeven om ook te noteren dat een briefstembewijs of vervangend briefstembewijs ongeldig is verklaard wegens het verstrekken van een vervangend briefstembewijs. Daar kunnen alle redenen op grond waarvan een briefstembewijs of vervangend briefstembewijs ongeldig kan worden verklaard, worden opgenomen. Dat kan alleen zijn op grond van de in artikel 8, tweede lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit genoemde redenen. Niet ook om andere redenen.

Deze regeling geeft, net als het Kiesbesluit ten aanzien van het register van ongeldige stempassen, een opsomming van gegevens waaruit het register van briefstembewijzen moet bestaan. Dit laat onverlet dat is bedoeld om de uitvoeringspraktijk vrij te laten in de nadere invulling en uitwerking daarvan. Concreet betekent dit dat bijvoorbeeld niet is vereist om letterlijk in het register een kolom op te nemen met daarin een naam of kenmerk van de ambtenaar die de gegevens heeft opgenomen, mits van elke mutatie in het register maar wel achterhaald kan worden wie deze heeft uitgevoerd en waarom. Het gebruik van een zogenoemde 'audit trail' is dan ook niet in strijd met deze regeling.

B en C onder 2 (Art. 6 & Model E Tijdelijke experimentenregeling)

In artikel 10, zevende lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit is een grondslag opgenomen om een model vast te stellen voor het vervangend briefstembewijs. In het nieuwe artikel 6, vierde lid, van de Tijdelijke experimentenregeling is geregeld dat het model hiervoor wordt opgenomen in de bijlage bij deze regeling. Het betreft Model E.

C onder 1 (Model C en D)

Ook de formulieren waarmee een verzoek tot het verstrekken van een vervangend briefstembewijs kan worden ingediend, worden opnieuw vastgesteld. Het betreft de modellen C en D. Model C is bestemd voor kiezers die buiten het Koninkrijk der Nederlanden verblijven. Model D is bestemd voor kiezers die weliswaar buiten Nederland, maar binnen het Koninkrijk der Nederlanden verblijven. Op beide modellen is de term «nieuw briefstembewijs» in het opschrift en in rubriek 1 vervangen door de officiële term «vervangend briefstembewijs». Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruikgemaakt om op beide modellen een redactionele misslag in rubriek 2 te herstellen.

Model C heeft daarnaast ook andere wijzigingen ondergaan. Op grond van het nieuwe artikel 10, derde lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit moet een kiezer in zijn verzoekschrift vermelden of hij het vervangend briefstembewijs per e-mail of per post wil ontvangen. Het model is hierop aangepast. Tot slot is de lay-out van het formulier verbeterd. Het geboortejaar staat niet langer op de volgende regel en ook de ruimte tussen de verschillende schrijfregels van rubriek 1 is op Model C nu even groot als op Model D. Dat was abusievelijk niet het geval.

Artikel II

Model M 6-2 van de Kiesregeling, het model voor het briefstembewijs, is aangepast en wordt daarom in deze regeling opnieuw vastgesteld. Op de voorzijde van het briefstembewijs is het veld rechts onderaan vergroot zodat daar nu niet alleen een barcode/streepjescode kan worden afgedrukt, maar desgewenst in plaats daarvan ook een QR-code.

Artikel III

Deze ministeriële regeling treedt in werking op hetzelfde moment als het Besluit van 10 september 2020 tot wijziging van het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de invoering van een elektronisch vervangend briefstembewijs: 1 januari 2021.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Dit is een herdruk van Stcrt. 2020, 63222.

Naar boven