Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 24 november 2020, nummer 3097741, houdende wijziging van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 3, derde lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 47,25’ vervangen door ‘€ 46,83’ en wordt ‘€ 39,13’ vervangen door ‘€ 38,64’.

2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 37,80’ vervangen door ‘€ 37,45’ en wordt ‘€ 31,29’ vervangen door ‘€ 30,94’.

3. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘€ 33,11’ vervangen door ‘€ 32,76’ en wordt ‘€ 27,37’ vervangen door ‘€ 27,02’.

4. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 31,85’ vervangen door ‘€ 31,57’ en wordt ‘€ 27,02’ vervangen door ‘€ 26,60’.

5. In het derde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 25,48’ vervangen door ‘€ 25,27’ en wordt ‘€ 21,63’ vervangen door ‘€ 21,28’.

6. In het derde lid, onderdeel c, wordt ‘€ 22,33’ vervangen door ‘€ 22,12’ en wordt ‘€ 18,90’ vervangen door ‘€ 18,62’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 november 2020

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

TOELICHTING

ALGEMEEN

Onderhavige wijzigingen van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 strekken ertoe de geldbedragen voor de berekening van de wekelijkse toelage voor voedsel aan te passen als gevolg van indexatie. De jaarlijkse indexatie volgt de berekeningen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Uit de berekeningen van het Nibud volgt dat de kosten voor levensonderhoud zijn gedaald, om die reden vallen de kosten voor levensonderhoud anders dan bij eerdere wijzigingen lager uit.

ARTIKELSGEWIJS

ARTIKEL I

Onderdeel A (artikel 14, tweede en derde lid)

In het tweede en derde lid worden de genoemde geldbedragen aangepast als gevolg van de jaarlijkse indexatie.

ARTIKEL II

De invoeringstermijn van deze regeling bedraagt minder dan twee maanden. Hiermee wordt afgeweken van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Deze uitzondering is toegestaan

omdat het spoedregelgeving betreft (Aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder b, van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven