Besluit van de algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid van 20 november 2020, houdende verlening van ondermandaat, alsmede het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de algemeen directeur ressorterende ambtenaren (Mandaatbesluit NFI 2018)

De algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut,

Gelet op artikel 3, eerste lid onder b van het Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 29 oktober 2018, nr. 2388102/18/DP&O, houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging (hierna: Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid) en artikel 1, onderdeel i van het Besluit van de secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie en Veiligheid van 10 december 2018, nr. 2410553/18/DP&O, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan de hoofden van de taakorganisaties van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: Mandaatbesluit hoofden taakorganisaties Ministerie van Justitie en Veiligheid);

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1, onderdeel i van het Mandaatbesluit hoofden taakorganisaties Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: de algemeen directeur) verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die zijn takenpakket betreffen, ondermandaat verleend aan de ambtenaar genoemd onder 1.1 in kolom I van bijlage I bij dit besluit. De invulling van dit takenpakket wordt nader uitgewerkt in bijlage III bij dit besluit.

  • 2. Van het ingevolge artikel 1, onderdeel i van het Mandaatbesluit hoofden taakorganisaties Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de algemeen directeur verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun dienstonderdeel betreffen, ondermandaat verleend aan de ambtenaren genoemd onder 1.1.1 tot en met 1.1.7 in kolom I van bijlage I bij dit besluit.

  • 3. De ambtenaar bedoeld in het eerste lid is bevoegd tot het aangaan van verplichtingen en het verrichten van uitgaven tot een bedrag van maximaal € 1.000.000,-. Hij is tevens bevoegd tot het aangaan van verplichtingen zonder financiële waarde of waarvan de financiële waarde bij het aangaan van de verplichting nog onbepaald is.

  • 4. De ambtenaren bedoeld in het tweede lid zijn bevoegd tot het aangaan van verplichtingen en het verrichten van uitgaven tot een het bedrag van maximaal € 134.000,–. Zij zijn niet bevoegd tot het aangaan van verplichtingen zonder financiële waarde of waarvan de financiële waarde bij het aangaan van de verplichting nog onbepaald is.

Artikel 2

  • 1. Van het ingevolge artikel 1, onderdeel i van het Mandaatbesluit hoofden taakorganisaties Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de algemeen directeur verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de bevoegdheid tot het nemen van besluiten inzake financieel beheer die hun team of hun takenpakket betreffen, ondermandaat verleend aan de ambtenaren genoemd in kolom II van bijlage I bij dit besluit.

  • 2. De ambtenaren bedoeld in het eerste lid van dit artikel zijn bevoegd tot het aangaan van verplichtingen en het verrichten van uitgaven tot een bedrag van maximaal € 50.000,–. Zij zijn niet bevoegd tot het aangaan van verplichtingen zonder financiële waarde of waarvan de financiële waarde bij het aangaan van de verplichting nog onbepaald is.

Artikel 3

Van het ingevolge artikel 1, onderdeel i van het Mandaatbesluit hoofden taakorganisaties Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de algemeen directeur verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet hergebruik overheidsinformatie en het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, ondermandaat verleend aan de ambtenaar genoemd onder 1.1.1 in kolom I van bijlage I bij dit besluit.

Artikel 4

Als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de onder hun dienstonderdeel ressorterende ambtenaren, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom I en II van bijlage 1 bij dit besluit, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom III van die bijlage.

Artikel 5

De bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies blijft voorbehouden aan de algemeen directeur.

Artikel 6

  • 1. De algemeen directeur wordt bij afwezigheid of verhindering in alle facetten vervangen door de ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid van dit besluit.

  • 2. Bij gezamenlijke afwezigheid van de algemeen directeur en de ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid van dit besluit worden zij in alle facetten vervangen door de ambtenaren als bedoeld in artikel 1, tweede lid van dit besluit, met uitzondering van de ambtenaar genoemd onder 1.1.7 in kolom I van bijlage I bij dit besluit.

  • 3. De ambtenaren als bedoeld in artikel 1, tweede lid van dit besluit wordt toegestaan elkaar volledig te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars bevoegdheden. Tevens kunnen zij uit de onder hen ressorterende ambtenaren als bedoeld in artikel 2, eerste lid van dit besluit een plaatsvervanger aanwijzen.

  • 4. De ambtenaren als bedoeld in artikel 2, eerste lid van dit besluit wordt toegestaan elkaar volledig te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars bevoegdheden.

Artikel 7

De Mandaatregeling Nederlands Forensisch Instituut 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 19 oktober 2018.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit NFI 2018.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen bij dit besluit liggen bij het Nederlands Forensisch Instituut ter inzage.

Den Haag, 20 november 2020

De algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, M. Elsensohn

TOELICHTING

In dit besluit wordt door de algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: het NFI) aan de directeur Wetenschap en Technologie, het hoofd Bestuursondersteuning, de divisiehoofden en in enkele nader bepaalde gevallen ook de teamleiders de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Justitie en Veiligheid voor aangelegenheden die hun dienstonderdeel of team betreffen besluiten te nemen, privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Onder het aan de ambtenaren als bedoeld in kolom I van bijlage I bij dit besluit verleende ondermandaat dan wel het doorgegeven volmacht of de machtiging vallen eveneens de bevoegdheden tot het nemen van besluiten op grond van de Algemene Verordening Persoonsgegevens en de Uitvoeringswet Algemene Verordening Persoonsgegevens en de behandeling van aansprakelijkstellingen, voorlopige voorzieningen, verzoeken om schadevergoeding, civiele procedures en klachten.

Het ondermandaat tot het nemen van besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet hergebruik overheidsinformatie en het behandelen van bezwaar- en beroepschriften wordt in artikel 3 van dit besluit doorgegeven aan de ambtenaar als bedoeld onder 1.1.1 in kolom I van bijlage I bij dit besluit, te weten het Hoofd Bestuursondersteuning.

Ingevolge het bepaalde in artikel 7 van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt voor de toepassing van dit besluit en de op grond daarvan doorgegeven ondermandaten met ondermandaat gelijkgesteld het doorgeven van de volmacht om in naam van de bewindspersoon privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en de machtiging om in naam van de bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Het doorgeven van volmacht om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten is slechts toegestaan voor zover het regelmatig voorkomende rechtshandelingen betreft.

De maximale bedragen zoals genoemd in artikel 1 en 2 van dit besluit gelden per aangegane verplichting of uitgave. Andere ambtenaren dan de ambtenaren als bedoeld in kolom I en II van bijlage I bij dit besluit zijn niet bevoegd om namens de Minister van Justitie en Veiligheid voor aangelegenheden die het NFI betreffen besluiten te nemen, privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Ingevolge artikel 5 van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid behoeven rechtshandelingen inzake ontslag, bevordering of verplaatsing van ambtenaren op managementfuncties in schaal 14 en hoger de instemming van het Centraal Loopbaanberaad van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, tenzij de secretaris-generaal anders bepaalt.

De mandaatverlening is nader uitgewerkt in de bijlagen behorende bij dit besluit, die ter inzage liggen bij het NFI. Deze bijlagen geven aan, aan welke ambtenaren een P-mandaat of een F-mandaat is toegekend. In bijlage III wordt het takenpakket van de directeur Wetenschap & Technologie nader ingevuld. Wat betreft de aanwijzing en mandaatverlening wordt verwezen naar de toelichting bij het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Mandaatbesluit hoofden taakorganisaties Ministerie van Justitie en Veiligheid.

De algemeen directeur kan ingevolge de Algemene wet bestuursrecht nadere instructies geven ten aanzien van de wijze waarop de daartoe aangewezen ambtenaren uitvoering dienen te geven aan de aan hen ondergemandateerde bevoegdheden.

De algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, M. Elsensohn

Naar boven