Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 30 oktober 2020 nr. 25741775, tot wijziging van de Regeling leerresultaten PO 2020 in verband met onder meer Tweede Spoedverzamelwet COVID-19 art. 1.2 in verband met het ontbreken van de eindtoets 2020

Gelet op artikel 1.2, tweede lid, van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19, de artikelen 34.4 en artikel 34.6 van het Besluit bekostiging WPO;

Gelet op het voorstel als bedoeld in artikel 34.5, tweede lid, van het Besluit bekostiging WPO van de Inspecteur-generaal van het onderwijs van 20 augustus 2020;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING REGELING LEERRESULTATEN PO

Bijlage A van de Regeling leerresultaten PO 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

In Deel 1. onder Gebruikte gegevens wordt de zin ‘Tevens ontvangt de inspectie jaarlijks de geanonimiseerde schoolweging met peildatum 1 oktober van het CBS.’ vervangen door ‘Tevens ontvangt de inspectie jaarlijks de geanonimiseerde schoolweging van het CBS’.

B

In Deel 1 onder Indicatoren wordt aan de zin ‘Bij de beoordeling kijkt de inspectie naar de behaalde referentieniveaus op de eindtoets in de laatste drie schooljaren.’ een voetnoot ingevoegd achter ‘schooljaren’.

De voetnoot luidt:

Voor zover de periode van drie schooljaren de schooljaren 2018–2019 tot en met 2020–2021 of 2019–2020 tot en met 2021–2022 betreft, worden overeenkomstig artikel 1.2., tweede lid, van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 de leerresultaten gemeten over de drie meest recente schooljaren waarin centrale eindtoetsen of andere eindtoetsen als bedoeld in artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs wet zijn afgenomen.

C

In Deel 1 onder Indicatoren wordt aan de zin ‘Voor alle leerlingen die in de laatste drie schooljaren een eindtoets hebben gemaakt, beschikt de school over de behaalde referentieniveaus (1F of 1S/2F) voor lezen, taalverzorging en rekenen.’ eveneens de voetnoot bedoeld in onderdeel B toegevoegd.

D

In Deel 1 onder Indicatoren wordt de zin ‘De inspectie kijkt vervolgens welk percentage van de behaalde referentieniveaus in de afgelopen drie schooljaren op of boven 1F ligt en welk percentage op of boven 1S/2F ligt.’ vervangen door ‘De inspectie kijkt vervolgens welk percentage van de behaalde referentieniveaus in deze drie schooljaren op of boven 1F ligt en welk percentage op of boven 1S/2F ligt.’

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

De volgende aanpassingen zijn in Bijlage A aangebracht.

  • A. Het CBS is voornemens de jaarlijkse peildatum waarop het de verwachte onderwijsscores – die de basis vormen voor de schoolweging – berekent, te wijzigen. Dit heeft geen consequenties voor de wijze waarop de inspectie de leerresultaten beoordeelt, omdat alleen de peildatum verandert. Vooruitlopend op deze aanpassing schrappen we de exacte peildatum uit de regeling.

  • B. Als gevolg van de uitbraak van Covid-19 zijn in het schooljaar 2019–2020 geen centrale eindtoetsen afgenomen. Als gevolg hiervan is het niet mogelijk om te beoordelen of een school ‘zeer zwak’ is, in de zin van artikel 10a, eerste lid, WPO. Die bepaling vereist immers dat een dergelijk oordeel wordt gebaseerd op de leerresultaten van een periode van drie achtereenvolgende schooljaren. In de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 (35 497) is echter een voorziening getroffen waarmee het oordeel of een school ‘zeer zwak’ is in de zin van genoemd artikel wordt gebaseerd op de leerresultaten van de drie meest recente schooljaren waarin wel een eindtoets is afgenomen.

    Dit houdt in dat, indien de periode van drie achtereenvolgende schooljaren het jaar 2019–2020 bevat, een oordeel wordt gebaseerd op de drie meest recente schooljaren waarin een centrale eindtoets is afgenomen. Daarmee wordt 2019–2020 dus ‘geknipt’ uit de beoordeling. Bijvoorbeeld: zodra de resultaten van de eindtoetsen in mei 2021 beschikbaar worden, wordt de beoordeling gebaseerd op resultaten uit de schooljaren 2017–2018, 2018–2019 en 2020–2021.

    Deze wijziging is niet van toepassing op de thans lopende periode (schooljaren 2017–2018 t/m 2019–2020). Tot mei 2021 zullen dus geen oordelen ‘zeer zwak’ worden gegeven op grond van artikel 10a, eerste lid, WPO. Zonder dit tweede lid, zou de beoordeling van de leerresultaten tot en met april 2021 moeten worden gebaseerd op de resultaten van de eindtoetsen die zijn afgenomen in de schooljaren 2016–2017 t/m 2018–2019. Dat is onwenselijk. Die beoordeling heeft immers reeds plaatsgevonden en dat zou betekenen dat scholen dus tweemaal op basis van dezelfde leerresultaten worden beoordeeld.

Administratieve lasten

De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de uitvoeringsorganisaties DUO en de Inspectie van het Onderwijs. Ook veranderen de administratieve lasten voor de basisscholen niet.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven