Wijziging van het besluit van 15 mei 2017, nr. 2017-81019, Staatscourant (2017, 28246)

Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 7 december 2020, nr. 2019-74967

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het besluit over de kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, het beleggingsrecht eigen woning en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3 van 15 mei 2017, nr. 2017-81019 (Stcrt. 2017, 28246). De wijziging betreft een goedkeuring voor de KEW.

ARTIKEL I

Het besluit van 15 mei 2017, nr. 2017-81019 (Stcrt. 2017, 28246) wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan paragraaf 1 wordt na het vierde gedachtestreepje van de opsomming één gedachtestreepje ingevoegd, luidende:

  • Aflossing voormalige eigenwoningschuld na het verstrijken van de maximale periode van renteaftrek (4.8)

B

Aan paragraaf 4 wordt na paragraaf 4.7 een paragraaf toegevoegd, luidende:

4.8 Aflossing voormalige eigenwoningschuld na het verstrijken van de maximale periode van renteaftrek

De uitkeringsvrijstelling is van toepassing als de uitkering uit een KEW heeft gediend als aflossing van een eigenwoningschuld en aan de overige voorwaarden is voldaan. De rente over een bestaande eigenwoningschuld als bedoeld in artikel 10bis.1, eerste lid, Wet IB 2001 is maximaal 30 jaar aftrekbaar. De rente over een eigenwoningschuld als bedoeld in artikel 3.119a, eerste lid, Wet IB 2001 is maximaal 360 maanden aftrekbaar. Bij bijvoorbeeld omzettingen van een box 3-product in een KEW of bij opeenvolgende eigen woningen kan zich de situatie voordoen dat de maximale periode van renteaftrek al is verstreken vóórdat de KEW tot uitkering komt.

Vóór 1 januari 2013 verhuisde de schuld - voor zover deze niet werd afgelost - na het verstrijken van de maximale periode van renteaftrek naar box 3. In de praktijk was onduidelijk of de uitkeringsvrijstelling van toepassing was, als in die situatie met de KEW-uitkering de voormalige eigenwoningschuld werd afgelost. Daarom heb ik in 2009 in een persbericht1 aangegeven dat in die situatie de uitkeringsvrijstelling ook van toepassing kan zijn. Eenzelfde situatie kan zich voordoen na de wetswijzigingen per 1 januari 2013 waarbij het eigenwoningregime is gewijzigd. De schuld verhuist – voor zover deze nog niet is afgelost – na het verstrijken van de maximale periode van renteaftrek eveneens naar box 3.

De wetgever heeft ook met de wetswijzigingen per 1 januari 2013 niet beoogd in dit soort gevallen de uitkeringsvrijstelling niet van toepassing te laten zijn voor aflossing van een schuld, die uitsluitend door het verstrijken van de maximale periode van renteaftrek naar box 3 is verhuisd. Daarom keur ik op grond van de hardheidsclausule (artikel 63 AWR) het volgende goed.

Goedkeuring

Ik keur onder de volgende voorwaarde goed dat de uitkeringsvrijstelling van toepassing is als met de KEW-uitkering een voormalige eigenwoningschuld wordt afgelost die door het verstrijken van de maximale periode van renteaftrek naar box 3 is verhuisd.

Voorwaarde

Voor deze goedkeuring geldt de voorwaarde dat de KEW aan de overige voorwaarden van de uitkeringsvrijstelling (artikel 10bis.6 Wet IB 2001) voldoet.

Voorbeeld

A koopt in 2003 een woning. A financiert de aankoop van die woning met een aflossingsvrije lening. In 2012 sluit A een KEW af met een looptijd van 30 jaar. De rente voor de eigenwoningschuld is maximaal 30 jaar aftrekbaar en eindigt dus in 2033. Als A de aflossingsvrije lening in 2033 niet aflost, verhuist deze naar box 3. In 2042 komt de KEW tot uitkering, waarmee A de aflossingsvrije lening aflost. In deze situatie is de KEW-vrijstelling van toepassing, omdat de KEW aan de voorwaarden voldoet (zoals bandbreedte en maximale looptijd) en omdat er een voormalige eigenwoningschuld mee wordt afgelost die door het verstrijken van de maximale periode van renteaftrek naar box 3 is verhuisd.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013. Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 7 december 2020

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze J. de Blieck hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

TOELICHTING

In artikel I, onderdeel A, wordt aan paragraaf 1 een passage toegevoegd ter toelichting van de wijziging via dit besluit.

De in artikel I, onderdeel B, opgenomen wijziging betreft de toevoeging van een nieuwe paragraaf (4.8). Hierin is een goedkeuring opgenomen, waardoor de uitkeringsvrijstelling van toepassing is als met de KEW-uitkering een voormalige eigenwoningschuld wordt afgelost die door het verstrijken van de maximale periode van renteaftrek naar box 3 is verhuisd.

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijziging. Deze datum wordt gesteld op 1 januari 2013. Dit is de datum waarop het eigenwoningregime is gewijzigd. Dit besluit is na de inwerkingtreding terstond uitgewerkt en bevat daarom geen vervalbepaling (zie aanwijzing 6.25 Aanwijzingen voor de regelgeving (Stcrt. 2017, 69426)).

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. de Blieck hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken


X Noot
1

Nieuwsbericht 30 november 2009, ‘Aflossing spaarhypotheek blijft onbelast’, V-N 2009/62.11

Naar boven