Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Staatscourant 2020, 62902 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerlen | Staatscourant 2020, 62902 | Instelling gemeenschappelijke regelingen |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal
in het jaar 2014 de raden, de colleges en de burgemeesters van de gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal respectievelijk ieder voor zover het hun taken en bevoegdheden betrof en gelet op de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet, besloten hebben om:
tot wijziging van de ”gemeenschappelijke regeling Stadsregio Parkstad Limburg” (in werking getreden op 1 januari 2016) door deze te vervangen door de onderstaande regeling en als volgt vast te stellen:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Waar in de Regeling een wet of regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in de plaats van de gemeente, de raad, het college, de burgemeester en de secretaris c.q. griffier onderscheidenlijk gelezen het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur/de Bestuurscommissie, de voorzitter en de directeur/secretaris van het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg.
Artikel 2 Doelstelling/te behartigen belangen
Stadsregio Parkstad Limburg heeft tot doel om op basis van de onderwerpen genoemd in de Kern-agenda en de Keuze-agenda de samenwerking tussen de deelnemende Gemeenten te faciliteren en te komen tot een samenhangend beleid en uitvoering daarvan op de gebieden van ruimte, mobiliteit, economie & toerisme, wonen & herstructurering, energie en duurzaamheid, sociaal domein/participatie, cultuur, onderwijs, arbeidsmarkt, milieu en sport.
De vorm van de samenwerking kan verschillen. Aan de onderwerpen die deel uitmaken van de Kern-agenda nemen alle Gemeenten deel. Daarbij is het Regiobureau procesmatig en inhoudelijk verantwoordelijk. Aan de onderwerpen die deel uit maken van de keuze-agenda nemen alleen Gemeenten deel die daarvoor kiezen. Daarbij heeft het Regiobureau ten minste een monitorende en versterkende taak; de procesverantwoordelijkheid kan echter ook buiten de Stadsregio Parkstad Limburg worden gelegd.
HOOFDSTUK 2 HET RECHTSPERSOONLIJKHEID BEZITTEND LICHAAM
Het bestuur van de Stadsregio Parkstad Limburg bestaat uit het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de Voorzitter en de Bestuurscommissie(s).
Artikel 9 Taken en bevoegdheden van het Dagelijks Bestuur
het leggen van dwarsverbanden en initiëren/uitvoeren van overkoepelende activiteiten. Dit via het aanhaken aan (bij voorkeur Parkstadbrede) kansrijke initiatieven (inclusief het verrichten van haalbaarheidsonderzoeken) die zich tijdens de uitvoering van het jaarplan kunnen aandienen/Bestuurscommissies-overstijgende onderwerpen.
Het Algemeen Bestuur stelt, ter behartiging van de belangen die gemoeid zijn met de onderwerpen die deel uit maken van de Kern-agenda Bestuurscommissies in. In het daartoe strekkende instellingsbesluit regelt het Algemeen Bestuur de bevoegdheden en de samenstelling van een Bestuurscommissie/de Bestuurscommissies.
Artikel 20 Ontwerpbegroting, algemene financiële/beleidsmatige kaders en voorlopige jaarrekening
Het Dagelijks Bestuur zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de ontwerpbegroting -inclusief de algemene financiële en beleidsmatige kaders- en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten. Een en ander overeenkomstig artikel 34b en 35 van de Wet.
Het Dagelijks Bestuur stelt jaarlijks een ontwerpbegroting van baten en lasten op, voorzien van een toelichting en zendt dit ontwerp 8 weken voordat zij aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden toe aan de raden van de deelnemende gemeenten. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het Dagelijks Bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het Dagelijks Bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijzen zijn vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden.
De begroting van Parkstad Limburg wordt gevoed uit:
de bijdragen van de Gemeenten, tot de bedragen die jaarlijks bij de vaststelling van de begroting worden aangegeven, naar rato van het algemeen deel van de laatst definitief vastgestelde algemene uitkering uit het gemeentefonds, per 1 januari van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar. Uit deze bijdragen worden de vaste kosten, alsmede de kosten gerelateerd aan de Kern-agenda bestreden;
Artikel 24 Betaling van bijdragen
De Gemeenten betalen voor de vijftiende dag van de maanden januari, april, juli en oktober telkens een vierde deel van de voor het begrotingsjaar geraamde bijdrage.
HOOFDSTUK 7 INLICHTINGEN, VERANTWOORDING EN TERUGROEPING
Artikel 27 Inlichtingenplicht voor de gemeenten
De besturen van de Gemeenten verstrekken op verzoek van het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur of de Bestuurscommissie(s) de benodigde inlichtingen en geven de medewerking, die voor de vervulling van de taken van het openbaar lichaam Parkstad Limburg nodig is.
Artikel 28 Inlichtingen en verantwoording aan het Algemeen Bestuur
Zij geven, tezamen dan wel afzonderlijk, aan het Algemeen Bestuur, wanneer dit of één of meer leden daarom verzoeken, alle gevraagde inlichtingen. Deze inlichtingen worden, behoudens strijdigheid met het algemeen belang, zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee maanden, in een vergadering van het Algemeen Bestuur verstrekt.
Artikel 30 Inlichtingen door de bestuursorganen
De bestuursorganen genoemd in artikel 5 verstrekken aan de raden en de colleges van de Gemeenten de door één of meer leden van die raden of door de colleges gevraagde inlichtingen schriftelijk en zo spoedig mogelijk, voor zover dat niet strijdig is met het algemeen belang.
HOOFDSTUK 8TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING VAN DE REGELING
Voor toetreding tot de Regeling wordt volstaan met een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de toetredende Gemeente, na verkregen toestemming van de betreffende gemeenteraad, mits het Algemeen Bestuur het verzoek tot toetreden inwilligt. Een daartoe strekkend besluit van het Algemeen Bestuur kan slechts worden genomen met een meerderheid van twee/derde van het aantal stemmen. In het besluit van het Algemeen Bestuur kan de deelname aan de regeling afhankelijk worden gesteld van het voldoen aan bepaalde voorwaarden door de betrokken Gemeente.
In geval van ontbinding van de Regeling en daardoor opheffing van het openbaar lichaam Stadsregio Parkstad Limburg, stelt het Algemeen Bestuur‚ de Gemeenten gehoord hebbende, een liquidatieplan vast, waarin in elk geval een sociaal plan ten aanzien van het personeel is opgenomen. In het liquidatieplan kan van de bepalingen van de regeling worden afgeweken.
Artikel 35 Onvoorziene situaties
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het Algemeen Bestuur, zoveel mogelijk analoog aan of in de geest van de bepalingen van de Gemeentewet, de Wet en de Regeling.
Artikel 36 Rechtskracht eerder genomen besluiten
Vóór de inwerkingtreding van deze gewijzigde regeling door de bestuursorganen genomen besluiten, behouden hun rechtskracht totdat door de bevoegde organen in deze nieuwe besluiten zijn genomen dan wel deze besluiten van rechtswege zijn vervallen.
Aldus vastgesteld door:
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landgraaf
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Simpelveld
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voerendaal
Toelichting op de gewijzigde gemeenschappelijke regeling van Parkstad Limburg
Op 23 juni 2014 is de gewijzigde “Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Parkstad Limburg” in werking getreden. Hierbij is niet langer sprake van regeling tussen alle bestuursorganen (burgemeester, college van burgemeester en wethouders en gemeenteraad) van de deelnemende gemeenten, maar van een regeling tussen de colleges van burgemeester en wethouders.
Deze trendbreuk is het directe resultaat van het door alle gemeenteraden van Parkstad Limburg genomen Raadsbesluit van 28 oktober 2013 tot wijziging van de samenwerkingsstructuur van de Stadsregio Parkstad Limburg.
Eén van de uitgangspunten van dit raadsbesluit is dat de gemeentelijke portefeuillehouders meer in stelling worden gebracht en dat de bestuurlijke verantwoordelijkheden daar worden gelegd, waar ze thuishoren: bij de gemeenten.
In de regeling is daarom opgenomen dat bestuurscommissies kunnen worden ingesteld. Door middel van deze bestuurscommissies kunnen de portefeuillehouders bindende besluiten op collegeniveau nemen. Door de gemeenteraden is (in 2014) aan het Algemeen Bestuur toestemming verleend dergelijke bestuurscommissies in te stellen.
Om de bestuurscommissies optimaal te kunnen laten functioneren is het noodzakelijk dat er bevoegdheden worden overgedragen. Aangezien het hier een samenwerking op collegeniveau betreft, kunnen alleen collegebevoegdheden worden overgedragen. Het betreffen enkel de taken en bevoegdheden in het kader van het regionaal belang en zoals omschreven in deze regeling; overige collegebevoegdheden (zoals genoemd in artikel 160 Gemeentewet) blijven des colleges.
Begin 2014 hebben de onderscheiden colleges bevoegdheden aan het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Parkstad Limburg overgedragen. Vervolgens heeft het Algemeen Bestuur op voorstel van het Dagelijks Bestuur de Bestuurscommissies ingesteld en de aan het Dagelijks Bestuur overgedragen bevoegdheden aan de bestuurscommissies overgedragen (hierbij was sprake van “allodelegatie”; artikel 25 Wgr oud juncto artikel 10:20 Awb).
Inmiddels is de Wet gemeenschappelijke regelingen aangepast en worden overgedragen bevoegdheden rechtstreeks aan het Algemeen Bestuur toegekend, tenzij bij wet of de gemeenschappelijke regeling anders is bepaald. Daarvan is hier geen sprake. Eventuele toekomstige bevoegdhedenoverdracht van de colleges vindt dan ook plaats aan het algemeen bestuur dat de bevoegdheden vervolgens kan overdragen aan het dagelijks bestuur of de bestuurscommissies. In onze regeling is gekozen voor overdracht aan de bestuurscommissies.
Op 15 oktober 2014 heeft het Algemeen Bestuur daadwerkelijk 4 bestuurscommissies voor de zogenaamde Kern-agendataken ingesteld (taken die door alle 8 Parkstadgemeenten worden opgepakt). Ook is op deze datum een algemeen reglement vastgesteld.
Ingevolge het Raadsbesluit van 28 oktober 2013 dient echter ook te kunnen worden samen gewerkt door tenminste twee gemeenten. Dit is de Keuze-agenda, die tot stand kan komen via de “coalition of the willing”. Indien gewenst, kan daarvoor een bestuurscommissie worden ingesteld.
Deze samenwerking wordt vanuit het Regiobureau echter slechts op basis van hierover te maken afspraken per onderwerp begeleid. De daaraan verbonden kosten worden gedragen door de betrokken gemeenten.
Het oppakken hiervan betreft maatwerk; voor de verdere werkwijze ten aanzien van deze onderwerpen kunnen per onderwerp bepaalde onderdelen uit het instellingsbesluit van de bestuurscommissies van toepassing worden verklaard door de deelnemende gemeenten.
Reden voor de wijziging in 2016
Op 1 januari 2015 is de “Wet gemeenschappelijke regelingen” gewijzigd. Artikel 14 lid 3 bevat een nieuw element, dat niet eerder gold: “De leden van het dagelijks bestuur mogen nimmer de meerderheid van het algemeen bestuur uitmaken, tenzij sprake is van een regeling als bedoeld in artikel 13, zevende lid, met minder dan zes deelnemende gemeenten”.
Aangezien in de regeling van Parkstad Limburg de leden van het dagelijks en het algemeen bestuur identiek zijn, voldoet de regeling op dit punt niet meer en moest ze worden aangepast.
Daarnaast zijn in de wet de termijnen voor het opstellen e.d. van financiële stukken/producten aangepast. Ook op dit punt diende de regeling te worden gewijzigd.
Reden voor de wijziging in 2020
Ten gevolge van de totstandkoming van de fusiegemeente Beekdaelen klopt de naamgeving van de deelnemers niet meer; met deze wijziging wordt dit gecorrigeerd.
Door de inwerkingtreding van de ‘wet normalisering rechtspositie ambtenaren’ kan de Stadsregio niet langer de rechtspositie van de gemeente Heerlen volgen. Met ingang van 1 januari 2020 is op gemeenten de cao gemeenten van toepassing; deze geldt niet voor gemeenschappelijke regelingen.
Toelichting op aanhef/artikelsgewijs
Hierin zijn de gemeenten Nuth en Onderbanken vervangen door de gemeente Beekdaelen.
Verder zijn de redenen voor de twee technische wijzigingen toegelicht.
Behoeft geen nadere toelichting.
Vloeit rechtstreeks voort uit besluitvorming van de gemeenten d.d. 28 oktober 2013.
Ook hier wordt voor de duidelijkheid het “Blauwe Schema” genoemd.
Artikel 3 Deelname aan samenwerkingsvormen
Met ingang van 1 januari 2020 is op gemeenten de cao gemeenten van toepassing. Doordat gemeenten lid zijn van de VNG is deze cao rechtstreeks op de gemeenten van toepassing.
Gemeenschappelijke regelingen kunnen geen lid van de VNG worden. De VNG heeft hiervoor een aparte werkgeversorganisatie opgericht met daarbij een aparte cao voor ‘samenwerkende gemeentelijke organisatie’ waaronder ook de gemeenschappelijke regelingen vallen. Het lid kunnen worden van een vereniging moet in de regeling zijn opgenomen. Artikel 3 voorzag hierin niet expliciet.
Dit is met deze wijziging mogelijk gemaakt.
Behoeft geen nadere toelichting.
Hier worden de bestuursorganen van de gemeenschappelijke regeling genoemd.
Artikel 6 Het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeester en één wethouder per deelnemende gemeente; bij vaststelling van deze regeling uit 16 leden.
Artikel 7 Besluitvorming van het algemeen bestuur
In dit artikel wordt beschreven op welke manier de besluitvorming binnen het algemeen bestuur plaatsvindt.
Hoofdregel is dat besluiten worden genomen op basis van consensus. Als er geen consensus wordt bereikt of als een lid van het algemeen bestuur er om vraagt, wordt besloten op basis van stemming. Hierbij is sprake van een gewogen stemverhouding. Meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden dient tegenwoordig te zijn.
Iedere deelnemende gemeente beschikt over 1 (één) stem + 1 (één) stem per iedere 10.000 inwoners of gedeelte ervan; waarbij een deelnemende gemeente nooit minder dan 3 (drie) stemmen heeft (ongeacht het inwoneraantal).
Ter info: aantal inwoners per 1 januari 2014 (bron: CBS; “Demografische kerncijfers per gemeente 2014”)
Beekdaelen 35.853 = 5 stemmen (gegevens 2019)
De 36 beschikbare stemmen worden over de AB-leden verdeeld. Iedere gemeente vaardigt 2 AB-leden af en ieder AB-lid krijgt de helft van het per gemeente aantal toebedeelde stemmen. Deze stemmen vormen per lid één pakket, zie onderstaande tabel:
Artikel 8 Het dagelijks bestuur
Het Dagelijks Bestuur wordt gevormd door de burgemeesters van de deelnemende gemeenten; bij vaststelling van de regeling uit 8 leden. Ieder lid beschikt over één stem, zie onderstaande tabel.
Artikel 9 Taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur
In de regeling is opgenomen dat alle door de colleges van burgemeester en wethouders overgedragen bevoegdheden onverwijld door het algemeen bestuur (op voorstel van het dagelijks bestuur) worden overgedragen aan de bestuurscommissies.
De in lid 2 genoemde taken en bevoegdheden zijn feitelijk de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissies. In lid 3 wordt dit nog eens expliciet aangegeven.
In de rolverdeling tussen de het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies heeft het dagelijks bestuur dan ook primair de verantwoordelijkheid voor:
Het leggen van dwarsverbanden en initiëren/uitvoeren van overkoepelende activiteiten. Dit via het aanhaken aan (bij voorkeur Parkstadbrede) kansrijke initiatieven (inclusief het verrichten van haalbaarheidsonderzoeken en het verrichten van lobby-activiteiten) die zich tijdens de uitvoering van het jaarplan kunnen aandienen/bestuurscommissies-overstijgende onderwerpen.
Voor een uitgebreide toelichting op de in dit artikel genoemde taken en bevoegdheden wordt verwezen naar het “Besluit instellen Bestuurscommissies 2014” van het algemeen bestuur genomen op van 15 oktober 2014.
Artikel 10 Besluitvorming door het dagelijks bestuur
Besluitvorming vindt plaats op basis van consensus (overeenstemming). Alleen indien de leden erom vragen of als er geen overeenstemming wordt bereikt kan tot stemming worden overgegaan, waarbij ieder lid van het Dagelijks Bestuur één stem heeft.
Zie verder het vigerende Reglement van Orde.
De voorzitter wordt door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen en is zowel voorzitter van het algemeen als van het dagelijks bestuur. Gelet op het feit dat wethouders geen lid van het Dagelijks Bestuur kunnen zijn, zal een aan te wijzen voorzitter altijd een burgemeester zijn.
De Wgr zegt niets over het verplicht aanwijzen van een plaatsvervangend voorzitter. Bij de Stadsregio Parkstad Limburg is ervoor gekozen om een plaatsvervangend voorzitter te benoemen. Bij afwezigheid van de voorzitter neemt deze zijn/haar taken over.
In deze artikelen wordt o.a. ingegaan op de taken en bevoegdheden van de directeur/secretaris en de rechtspositie van het personeel. Met de huidige wijziging van artikel 14 is deze aangepast aan de vigerende wetgeving.
Met dit artikel wordt de mogelijkheid gegeven om bestuurscommissies te kunnen instellen. Ter behartiging van Kernagenda-onderwerpen moeten bestuurscommissies worden ingesteld; ter behartiging van Keuze-agendaonderwerpen kunnen bestuurscommissies worden ingesteld.
Artikel 17 Werkwijze van de bestuurscommissies
Door het Algemeen Bestuur wordt vastgelegd hoe de werkwijze van de bestuurscommissies is geregeld. De ten behoeve van de Kernagenda ingestelde bestuurscommissies worden ondersteund door het Regiobureau.
De ten behoeve van de Keuze-agenda ingestelde bestuurscommissies kunnen worden ondersteund door het Regiobureau. Hiervoor dient door de deelnemende gemeenten budget te worden toegekend (los van de reguliere bijdrage). Een ander conform het Raadsbesluit van 28 oktober 2013.
Artikelen 19 t/m 25 hoofdstuk Financiën
Met uitzondering van artikel 21 lid 4, behoeven deze artikelen geen nadere toelichting.
In lid 4 van artikel 21 is bepaald dat ten aanzien van begrotingswijzigingen die niet leiden tot een verhoging van de jaarlijkse bijdragen van de individuele gemeenten aan de regeling geen zienswijzen kunnen worden ingediend. Zienswijzen kunnen alleen worden ingediend bij wijzigingen die leiden tot een verhoging van de jaarlijkse bijdragen van de individuele gemeenten.
Behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 27 t/m 30 hoofdstuk Inlichtingen, verantwoording en terugroeping
In deze artikelen wordt de inlichtings- en verantwoordingsplicht beschreven.
Artikelen 31 t/m 34 hoofdstuk 8 (toetreding, uittreding, wijziging en opheffing van de regeling)
Deze artikelen behoeven geen toelichting.
Artikelen 35 t/m 38 (slotbepalingen)
Deze artikelen behoeven geen toelichting met uitzondering van artikel 37.
Lid 3 van artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt dat de regeling niet in werking treedt voordat zij bekend is gemaakt.
Zelfs wanneer alles voorspoedig verloopt, kan bekendmaking pas ergens medio maart 2020 plaatsvinden.
Gelet op de inwerkingtreding van de cao SGO per 1 januari 2020 is dit een ongewenste situatie voor het personeel werkzaam bij de Stadsregio.
Het wijzigingsverzoek op dit punt kon niet eerder plaatsvinden.
Een en ander is het directe gevolg van het late afzien van de VNG om gebruik te maken van een zogenaamde aansluitovereenkomst waarmee sgo’ s onder de cao gemeenten zouden blijven vallen en waarmee in ons geval de rechtspositie van de vestigingsgemeente van toepassing zou blijven.
In aansluiting hierop is pas eind 2019 bekend geworden dat er een aparte cao voor samenwerkende gemeentelijke organisaties zou komen. Hierdoor is het niet mogelijk gebleken om tijdig, vóór 1 januari 2020, het vereiste traject (technische aanpassing Gr/toestemming gemeenteraden) te doorlopen.
Gelet op het belang van het vallen onder de cao SGO per 1 januari 2020 is ervoor gekozen om bij wijze van uitzondering voor terugwerkende kracht te opteren.
Klaarblijkelijk is het de wetgever ontgaan dat de meeste gemeenschappelijke regelingen op dit punt dienen te worden aangepast, hetgeen de nodige tijd vergt. Dit had voorkomen kunnen worden door, net zoals op gemeenten verplicht de cao gemeenten van toepassing is, op gemeenschappelijke regelingen verplicht de cao sgo van toepassing te verklaren onder gelijktijdig lidmaatschap van de daarvoor medio december 2019 opgerichte werkgeversorganisatie.
Door de wetgever is daar niet voor gekozen, waardoor iedere gemeenschappelijke regeling afzonderlijk een dergelijk verzoek aan de deelnemers dient te richten.
Ter illustratie een wetenschappelijke opvatting m.b.t. terugwerkende kracht:
‘Dat een regeling niet eerder in werking mag treden dan nadat zij is bekendgemaakt verzet zich nog niet als vanzelf tegen de mogelijkheid dat een regeling, nadat zij in werking is getreden, toch terugwerkende kracht heeft. De geoorloofdheid van terugwerkende kracht is een vraagstuk dat aparte aandacht behoeft en is niet altijd uitgesloten.
wetenschappelijk commentaar door W.J. M. Voermans op artikel 88 van de Grondwet –bekendmaking en inwerkingtreding (dec. 2015)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-62902.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.