TOELICHTING
Algemeen
1. Inleiding
Met deze jaarlijkse wijziging van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting
2015 (RTIV) wordt de Verantwoordingsinformatie (dVi) in bijlage 3 bij artikel 16 van
de RTIV (hierna: bijlage 3) vervangen.
2. Aanleiding
Bijlage 3 bij de RTIV betreft de dVi voor toegelaten instellingen. De toegelaten instellingen
dienen verantwoordingsgegevens te verstrekken over het betreffende verslagjaar, ter
voldoening aan artikel 36a, vierde lid, van de Woningwet. De dVi is voor 2020 gewijzigd
met als doel om de uitvraag van verantwoordingsgegevens verder te versimpelen en doelmatiger
te maken. Deze wijziging geeft (mede) invulling aan de afspraak in het Convenant Verbeteren
Informatievoorziening Woningcorporaties, dat als doel heeft de informatie-uitvraag
te reduceren en de administratieve lasten(druk) te verminderen, en is in samenspraak
met de Autoriteit woningcorporaties (Aw), het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
en Aedes tot stand gekomen. Het algemene uitgangspunt voor de totstandkoming van de
wijzigingen is dat de inhoud van de gegevens die gevraagd worden, voorafgaand getoetst
wordt op nut en noodzaak vanuit het principe van spaarzaamheid en soberheid.
In de gewijzigde bijlage 3 bij de RTIV is daarnaast door afstemming met de toegelaten
instellingen gezorgd voor een verdere stroomlijning tussen de informatie die corporaties
beschikbaar hebben en de informatie die wordt opgevraagd. Deze stroomlijning gebeurt
aan de hand van de VERA-standaard voor de corporatiesector en richt zich op gegevensuitwisseling
binnen deze sector en met aanpalende sectoren. VERA (dat staat voor ‘Volkshuisvesting
Referentie Architectuur’) is een initiatief vanuit corporaties om gegevensuitwisseling
in de keten te digitaliseren en te standaardiseren, op basis van dezelfde taal en
dezelfde definities.
In paragraaf 3 is uitgewerkt welke wijzigingen zijn aangebracht in bijlage 3 van de
RTIV. Evenals bij dVi 2018 en dVi 2019, wordt dVi 2020 op basis van Standard Business
Reporting (SBR) uitgevraagd. Hiermee wordt aangesloten op de standaard van de Nederlandse
Taxonomie.
3. Wijzigingen dVi
De voornaamste wijzigingen die zijn doorgevoerd ten opzichte van dVi 2019, hangen
samen met verdere ontwikkelingen in het verticaal toezicht-traject. In dit kader is
een aantal vragen in de gegevensuitvraag van dVi 2020 vervallen, in lijn gebracht
van de geldende wet- en regelgeving of in het kader van vereenvoudiging, uniformering
en verduidelijking geherstructureerd. Dit heeft tot gevolg dat de uitvraag nog beter
aansluit op de informatiebehoefte van de Aw en het WSW.
DVi is in hoofdstukken en paragrafen opgedeeld. Hierna worden alle individuele wijzigingen
toegelicht:
-
− Paragraaf 2.1B-D: In het kader van vereenvoudiging en vermindering van de informatie-uitvraag
heeft een aanpassing in de tabel plaatsgevonden. Over registergoederen opgenomen onder
‘Voorraad’ op de balans, registergoederen opgenomen onder ‘Onderhanden projecten’
op de balans en registergoederen opgenomen onder ‘Vastgoed in ontwikkeling bestemd
voor eigen exploitatie en onroerende zaken t.d.v. exploitatie’ op de balans wordt
in het vervolg op complex- c.q. gemeenteniveau gerapporteerd in plaats van eenheidniveau.
Als gevolg hiervan vervallen in paragrafen 2.1B, 2.1C en 2.1D de gegevenselementen
‘Huisnummer NL’, Huisletter NL’ en ‘Huisnummertoevoeging’.
-
− Paragraaf 3.4.1: In het kader van vermindering van de informatie-uitvraag is de uitvraag
met betrekking tot gegevenselement ‘Betaalde interest toegerekend aan investeringen
door de corporatie’ vervallen in de basisuitvraag. De informatie is niet langer nodig,
omdat de informatie voornamelijk werd gebruikt in het inmiddels vervallen DSCR-kengetal;
-
− Invoeging van paragraaf 3.4.7: De post ‘Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van
resultaat’ in het kasstroomoverzicht wordt in de toelichting uitgesplitst naar afzonderlijke
posten ‘Saneringsheffing’, ‘Obligoheffing’ en ‘Overige sectorspecifieke heffingen’.
Deze uitsplitsing maakt het mogelijk dat het inbare risicokapitaal van het WSW nauwkeuriger
kan worden benaderd. Het inbare risicokapitaal is de som van het eigen vermogen van
WSW, en de bijdragen van corporaties aan het obligo en de saneringsheffing.
-
− Paragraaf 5.3: De wijzigingen in de verantwoording rondom de Wet Normering Topinkomens
(WNT) vloeien voort uit de wijzigingen zoals aangebracht op grond van de Regeling
bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2020.
Deze regeling is een uitwerking van artikel 2.7 van de WNT.
-
− Paragraaf 5.4: De vraagstelling is uitgebreid, zodat ook de informatie ten aanzien
van prestatieafspraken in relatie tot de huursomstijging inzichtelijk wordt. Dit betekent
dat drie nieuwe regels in de uitvraag zijn toegevoegd; het totaal van het aantal gemeenten
waarmee de toegelaten instelling prestatieafspraken heeft gemaakt over een hogere
huursomstijging in 2020, ja/nee-vraag of de huursomstijging (ten aanzien van zelfstandige
huurwoningen relevant voor de toets) in de afzonderlijke gemeenten gelijk of lager
is dan de prestatieafspraak, in geval van nee-antwoord in hoeveel gemeenten de huursomstijging
hoger is dan de prestatieafspraak.
De overige wijzigingen betreffen vereenvoudigingen en uniformeringen van de informatie-uitvraag:
-
− Paragraaf 3.1: in het kader van vereenvoudiging en aansluiting op Besluit Modellen
Jaarrekening is de naamgeving van post ‘Schulden aan kredietinstellingen’ in de balans
vervangen door ‘Schulden aan Banken’.
-
− Paragraaf 3.3: in het kader van hergebruik en uniformering met dVi gegevensuitvraag
wordt de naamgeving van de post ‘Verkoopontvangsten woongelegenheden (VOV) na inkoop
in dPi periode’ in de categorie ‘(Des)investeringsactiviteiten’ gewijzigd. Het zinsdeel
‘na inkoop in dPi periode’ is overbodig en komt te vervallen;
-
− Paragraaf 4.3: in het kader van vereenvoudiging heeft een aanpassing in de volgorde
van de tabel plaatsgevonden. De post ‘Rente’ is in het overzicht naar beneden verplaatst,
teneinde een meer logische structuur te bewerkstelligen;
-
− Paragraaf 5.1: Rechtmatigheidsvraag 15 inzake leefbaarheidsactiviteiten in relatie
tot prestatieafspraken is verduidelijkt door de aanvankelijke vraag op te splitsen
in een hoofdvraag en een vervolgvraag.
4. Administratieve lasten
Ecorys heeft de financiële gevolgen van de huidige wijziging van de dVi-uitvraag berekend
(Ecorys, Administratieve lasten wijzigingen dVi 2020. Rapportage – Onderzoek naar
de verandering van administratieve lasten, Rotterdam 27 oktober 2020).
Ecorys stelt vast dat de totale verandering ten opzichte van de totale administratieve
lasten gemoeid met de informatieverplichting bij corporaties kan worden aangemerkt
als verwaarloosbaar. Ecorys verwacht als gevolg van de huidige wijzigingen een marginale
eenmalige toename in administratieve lasten van in totaal circa € 800 voor alle 311
woningcorporaties tezamen. Hier staat een marginale afname van zo’n € 500 aan structurele
lasten tegenover. Voor het eerste jaar betekent dit een totale netto toename in administratieve
lasten, echter vanaf jaar twee leveren deze wijzigingen een totale netto afname in
administratieve lasten op. Al met al kan deze verandering van lastendruk als verwaarloosbaar
worden gezien.
5. Consultatie
De wijziging van bijlage 3 is in samenwerking met Aedes, de Aw en het WSW opgesteld.
Het ATR is geconsulteerd over de regeldrukeffecten van de regeling. De ATR heeft het
dossier niet geselecteerd voor een formeel advies. Dit gelet op de analyse dat er
beperkte regeldrukeffecten uit het voorstel voortvloeien.
6. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2021. Hierbij is afgeweken van de minimale
invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding. Partijen
zijn echter tijdig geïnformeerd, het model in de bijlage bij deze regeling is namelijk
in juli 2020 met hen en SBR afgestemd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren