Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 18 november 2020, kenmerk 1778923-213917-MEVA, houdende wijziging van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020–2022 in verband met het aanpassen van het financieel verslag

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 1 van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020–2022, in de definitie van financieel verslag, onder d, wordt ‘een controleverklaring’ vervangen door ‘een beoordelingsverklaring’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

TOELICHTING

Op grond van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020–2022 (hierna: de Subsidieregeling) worden subsidies verstrekt aan diverse instellingen (algemene en categorale ziekenhuizen, universitair medisch centra, revalidatiecentra, dialysecentra, epilepsiecentra, radiotherapeutische instellingen, audiologische centra en de zelfstandige behandelcentra) om de nodige investeringen in de ontwikkeling van hun personeel te stimuleren.

Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt de Subsidieregeling gewijzigd wat betreft het punt van het financieel verslag. In het onderstaande licht ik dit nader toe.

Ik heb besloten bij de verantwoording vanaf het subsidiejaar 2020 om een financieel verslag met een andersoortige accountantsverklaring te vereisen. Voorheen ging het financieel verslag vergezeld van een door een accountant opgestelde controleverklaring. Als gevolg van de onderhavige wijziging wordt bij het financieel verslag over 2020, 2021 en 2022 echter gevraagd om een door een accountant opgestelde beoordelingsverklaring. Ook bij een beoordelingsverklaring onderzoekt de accountant of het financieel verslag een goede weergave geeft van de financiële administratie. In vergelijking met een controleverklaring wordt in principe minder werkzaamheden verricht door de accountant. Als de accountant denkt dat het financieel verslag een afwijking van materieel belang bevat, dan zal nader onderzoek worden gedaan. Bij een beoordelingsverklaring onderzoekt de accountant in feite of het financieel verslag plausibel lijkt. De conclusie van de accountant geeft hierdoor een beperkte mate van zekerheid.

Aanleiding voor deze wijziging is de hoge druk die is ontstaan op de ziekenhuizen als gevolg van de uitbraak van COVID-19. De koepelorganisaties hebben aangegeven problemen te voorzien met de verantwoording van de subsidiegelden. Gelet op deze uitzonderlijke situatie ligt een verlaging van de verantwoordings- en controlelast in de rede. In artikel 1 is de definitie van ‘financieel verslag’ daartoe aangepast.

Duidelijkheidshalve merk ik nog op dat de subsidieontvanger rekening en verantwoording aflegt aan de hand van een activiteitenverslag en een financieel verslag, overeenkomstig artikel 7.8, eerste lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: de Kaderregeling). Met de onderhavige wijziging wordt op dit punt geen verandering beoogd.

Het gaat daarbij echter om een financieel verslag als bedoeld in (het gewijzigde) artikel 1 van de Subsidieregeling, met de bovengenoemde beoordelingsverklaring, derhalve niet om het financieel verslag dat artikel 1 van de Kaderregeling vereist. Gelet hierop volgt uit artikel 2 van de Subsidieregeling al dat de definitie van ‘financieel verslag’ uit de Kaderregeling niet van toepassing is.

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM), treedt deze wijzigingsregeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling werkt terug tot en met 1 januari 2020. Voor deze inwerkingtreding met terugwerkende kracht is gekozen omdat de wijziging (ook) betrekking heeft op het lopende subsidiejaar 2020.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark