Besluit van de Minister voor Medische Zorg van 23 november 2020, kenmerk 1780092-214088-Z, houdende vaststelling van een nadere aanwijzing voor de besteedbare middelen ter dekking van de beheerskosten Wlz 2020 (Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2020)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 4.3 van het Besluit Wfsv;

Besluit:

Artikel 1

Voor het jaar 2020 is voor de beheerskosten Wlz van de Wlz-uitvoerders en de Sociale verzekeringsbank € 13,043 miljoen meer beschikbaar dan geregeld in artikel 1 van de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2020.

Artikel 2

Van het bedrag in artikel 1 genoemd van € 13,043 miljoen is € 5,707 miljoen bestemd voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg, € 3,686 miljoen bestemd voor de overige bij of krachtens die wet geregelde taken van Wlz-uitvoerders en € 3,650 miljoen voor de Sociale verzekeringsbank.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2020.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Medische Zorg, T. van Ark

TOELICHTING

Algemeen

In de onderhavige nadere aanwijzing wordt het bedrag van de voor 2020 beschikbaar gestelde middelen voor de beheerskosten van Wlz-uitvoerders en voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) door de Sociale verzekeringsbank (SVB), verhoogd met € 13,043 miljoen. Die verhoging resulteert in een totaalbedrag van € 251,356 miljoen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel voorziet in de verhoging van het beschikbare bedrag voor de beheerskosten van Wlz-uitvoerders en voor de uitvoeringskosten van de SVB, met € 13,043 miljoen.

Artikel 2

Artikel 2 bevat de op basis van artikel 4.3, tweede lid, van het Besluit Wfsv, vereiste onderverdeling van het bedrag van € 13,043 miljoen. Een bedrag van € 5,707 miljoen is bestemd voor zorgkantoortaken van Wlz-uitvoerders (artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz). Een bedrag van € 3,686 miljoen is bestemd voor de overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken van Wlz-uitvoerders. Een bedrag van € 3,650 miljoen is bestemd voor de bij of krachtens Wlz geregelde taken van de SVB. Er volgt nu een onderbouwing van de aanpassingen.

1. Aanpassingen op het terrein van de taken als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz
Mutatie PGB

In de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2020 is uitgegaan van 43.335 PGB-ers. Inmiddels wordt geraamd dat de stand ultimo 2020 uitkomt op 47.500. Deze structurele bijstelling betekent dat voor de uitvoering van het persoonsgebonden budget (PGB) een opwaartse correctie op de besteedbare middelen plaatsvindt. Deze structurele opwaartse correctie is € 0,915 miljoen. Voor 2020 wordt rekening gehouden met € 219,70 per PGB-houder. Dit is het bedrag voor 2019 (€ 215,05) gecorrigeerd voor de voorziene loon- en prijsontwikkelingen 2019 (2,16%).

Huisbezoeken

Vanaf 2015 ontvangen zorgkantoren via het beheerskostenbudget een vergoeding voor huisbezoeken aan PGB-ers. Daarbij is rekening gehouden met € 559,86 per huisbezoek. Het verwachte aantal huisbezoeken is opwaarts bijgesteld met 1.000, zodat nu gerekend wordt met totaal 16.000. Deze structureel bijstelling betekent een opwaartse correctie op de beschikbaar gestelde middelen. Deze opwaartse correctie bedraagt € 0,560 miljoen. De bijstelling is gelijk aan het te laag geraamde aantal gesprekken (1.000) vermenigvuldigd met € 559,86.

Bewuste keuzegesprekken

Vanaf 2015 ontvangen zorgkantoren via het beheerskostenbudget een vergoeding voor bewuste keuzegesprekken aan PGB-ers. Daarbij is rekening gehouden met € 291,17 per gesprek. Het verwachte aantal bewuste keuzegesprekken is opwaarts bijgesteld met 1.000, zodat nu gerekend wordt met totaal 9.000. Deze structureel bijstelling betekent een opwaartse correctie op de beschikbaar gestelde middelen. Deze opwaartse correctie bedraagt € 0,291 miljoen. De bijstelling is gelijk aan het te laag geraamde aantal gesprekken (1.000) vermenigvuldigd met € 291,17.

Indexeren PGB

In 2020 zijn er extra kosten gemaakt voor het handmatig ophogen van de maximum PGB-tarieven. Deze handmatige werkzaamheden betekenen een incidentele ophoging van € 1,400 miljoen.

Openstaande vorderingen AWBZ

Zorgkantoren hebben op dit moment openstaande pgb vorderingen AWBZ en richten hierbij inspanningen om deze vorderingen te verminderen. Om zorgkantoren tegemoet te komen in de totale kosten wordt incidenteel aanvullend € 1,020 miljoen beschikbaar gesteld.

Structurele uitvoering PGB 2.0

In 2020 is er verder gebouwd aan het PGB 2.0 systeem. De doelstelling van het programma ‘Bouw en invoering PGB2.0-systeem’ is om op gerichte en effectieve wijze inkleuring te geven aan een verbeterde ondersteuning van de circa 115.000 budgethouders, door het vergaand standaardiseren en digitaliseren van alle processen en systemen die worden gebruikt voor het ondersteunen van de uitvoering van het trekkingsrecht PGB. In 2020 was er ontoereikend budget voor de structurele uitvoering van het PGB 2.0. Dit budget wordt vanaf 2020 structureel opgehoogd met € 0,200 miljoen.

PGB-portaal

Voor de uitvoering van het PGB-portaal hebben de zorgkantoren in 2020, bovenop de reeds toegekende bedragen, meerkosten gemaakt. Deze meerkosten zijn inclusief coördinatiekosten voor het PGB-portaal. Deze meerkosten betekenen een incidentele opwaartse bijtelling van € 1,321 miljoen.

2. Aanpassingen in verband met de taken van Wlz-uitvoerders anders dan zorgkantoortaken
Overheveling hulpmiddelen

Voor de overheveling van hulpmiddelen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 naar de Wlz, is extra inzet van personeel en zijn aanpassingen van bestaande ICT systemen nodig. Deze inzet van extra personeel en aanpassingen aan systemen betekent een ophoging van de besteedbare middelen. Deze ophoging bedraagt € 0,600 miljoen incidenteel.

Extra coronakosten

De zorgkantoren hebben als gevolg van de infectieziekte COVID-19 extra kosten gemaakt. Het gaat om kosten voor het beoordelen en verwerken van aanvragen van zorgaanbieders voor vergoeding van extra kosten als gevolg van die infectieziekte, het opzetten van een taskforce en extra afstemming met zorgaanbieders, het begeleiden van klanten en enkele benodigde systeemaanpassingen. Dit betekent een ophoging van incidenteel € 2,560 miljoen.

Crisisregisseurs gehandicaptenzorg

Vanuit het Programma Volwaardig leven worden er crisis- en ondersteuningsteams opgezet voor cliënten met een complexe zorgvraag die in crisis (dreigen te) raken. De toeleiding naar deze teams wordt gedaan door de crisisregisseurs. Dit is een nieuwe taak, waardoor het takenpakket van Wlz-uitvoerders is uitgebreid. Deze uitbreiding van taken heeft tot een ophoging van de beschikbare middelen geleid. Dit betekent een incidentele ophoging van € 0,526 miljoen.

3. Aanpassing budget SVB
Aanpassing budget SVB

Ter dekking van de beheerskosten van de SVB voor het Wlz-PGB vindt er een incidentele ophoging plaats van € 3,650 miljoen.

Artikel 3

Deze nadere aanwijzing resulteert in een verhoging van het bedrag van de voor het jaar 2020 beschikbare middelen voor de beheerskosten ter uitvoering van de Wlz. Dit besluit werkt daarom terug tot en met 1 januari 2020.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Naar boven