Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 november 2020, kenmerk 1781507-214071-CZ, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met een jaarlijkse indexatie, verhoging van het subsidieplafond vanwege de bestrijding van de kosten van anonieme kansspelverslaving en beëindiging van het overgangsrecht

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 70a, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6.2.2, vijfde lid, vervalt.

B

In artikel 6.2.4, vierde lid, wordt ‘€ 358’ vervangen door ‘€ 369’.

C

In artikel 6.2.5, eerste lid, wordt ‘€ 2.000.000’ vervangen door ‘€ 2.100.000’.

D

Artikel 6.2.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van het eerste lid, onderdeel c, door een punt, vervalt onderdeel d.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Op verzoek van het Zorginstituut overlegt de aanvrager de laatst opgemaakte jaarrekening of, indien deze ontbreekt, een verslag over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag.

E

Artikel 6.2.21 komt te luiden:

Artikel 6.2.21

  • 1. Indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt, legt de subsidieontvanger tevens verantwoording af door het overleggen van een assurancerapport.

  • 2. Het assurancerapport is opgesteld door een accountant overeenkomstig een door het Zorginstituut vastgesteld model met inachtneming van een door het Zorginstituut vastgesteld accountantsprotocol.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

TOELICHTING

I. Algemeen

Zorginstituut Nederland verleent sinds 1 januari 2017 subsidies ten behoeve van de financiering van het aanbod van anonieme e-mental health. Ieder jaar evalueert het ministerie van VWS met het Zorginstituut de regeling om ervoor te zorgen dat de uitvoering blijft aansluiten bij de praktijk. Ook dit jaar worden een aantal knelpunten opgelost. Ten eerste wordt met ingang van het subsidiejaar 2022 de overgangsbepaling in artikel 6.2.2, vijfde lid, geschrapt. Dit vloeit voort uit de vorig jaar uitgevoerde evaluatie van de subsidieregeling. De wijziging is aangekondigd in de kamerbrief van 11 juli 2019 en door het Zorginstituut op 17 juli 2019 aan de subsidieontvangers bekend gemaakt. Anders dan eerder gemeld is, geldt voor het subsidiejaar 2021 de overgangsbepaling nog wel. Ten tweede worden de administratieve lasten voor subsidieaanvragers verlicht door het schrappen de verplichting om bij iedere aanvraag een jaarrekening te overleggen (artikel 6.2.9). Het Zorginstituut behoudt de mogelijkheid om onderzoek te doen naar de financiële positie van de aanvragers in individuele gevallen (artikel 6.2.9, derde lid). Ten derde is met een wijziging van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS in die regeling, op aanbeveling van de NBA, de verplichting voor het rapport van feitelijke bevindingen afgeschaft. In navolging van die wijziging wordt ook die verplichting in deze subsidieregeling geschrapt (artikel 6.2.21, eerste lid).

Verder is het zo dat één van de bestedingsdoelen van de nieuwe Wet op de kansspelen, die per 1 maart 2021 in werking treedt, de bestrijding van de kosten van de anonieme behandeling van kansspelverslaving is. De Kansspelautoriteit, het ministerie van Justitie en Veiligheid en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben afgesproken dat voor de invulling van het bestedingsdoel anonieme behandeling van kansspelverslaving aansluiting wordt gezocht bij deze subsidieregeling. Als beheerder van de bestemmingsheffingen zal de Kansspelautoriteit dit jaar € 100.000 aan het subsidieplafond van € 2.000.000 toevoegen. Het subsidieplafond voor 2021 wordt daarom vastgesteld op € 2.100.000 (artikel 6.2.5, eerste lid).

Ten slotte is het subsidiebedrag per volledige interventie gewijzigd van € 358 per volledige internetinterventie naar € 369 voor het subsidiejaar 2021 (artikel 6.2.4, vierde lid).

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Het schrappen van deze overgangsbepaling vloeit voort uit de vorig jaar uitgevoerde evaluatie van de subsidieregeling. De wijziging is aangekondigd in de kamerbrief van 11 juli 2019 en door het Zorginstituut op 17 juli 2019 aan de subsidieontvangers bekend gemaakt1. Omdat de publicatie van deze wijzigingsregeling plaatsvindt na de uiterste datum voor het indienen van een aanvraag om subsidie over het jaar 2021, is in artikel II bepaald dat artikel 6.2.2, vijfde lid, van de Regeling vervalt met ingang van 1 januari 2022. Om subsidie over het jaar 2022 te kunnen ontvangen, moet men dus aan alle voorwaarden van artikel 6.2.2, tweede lid, voldoen en geldt de overgangsbepaling niet meer. Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen voor het subsidiejaar 2022 zal hieraan worden getoetst.

Onderdeel B

De indexering wordt gebaseerd op de door de Nederlandse Zorgautoriteit gepubliceerde voorlopige percentages zoals ze op 1 augustus van het jaar t-1 bekend zijn. Het verschil tussen de voorlopige percentages en de definitieve percentages wordt betrokken bij de indexering van het jaar t+1.

Voor het subsidiejaar 2021 betekent dit een verhoging van het maximum subsidiebedrag per volledige interventie naar € 369.

Onderdeel C

Na inwerkingtreding van de Wet van 20 februari 2019 tot wijziging van de Wet op de kansspelen, de wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand (Stb. 2019, 127) zullen kansspelaanbieders een bestemmingsheffing gaan betalen aan de Kansspelautoriteit (Ksa). Als bepaald in artikel 33e, eerste lid van de Wet op de kansspelen, komen deze middelen ten goede aan wettelijke bestedingsdoelen. Eén van de bestedingsdoelen die rechtstreeks uit artikel 33e, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet op de kansspelen volgt, is de bestrijding van de kosten van de anonieme behandeling kansspelverslaving. De Ksa, het ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hebben in juli 2018 samenwerkingsafspraken ondertekend om gezamenlijk vorm te geven aan de wettelijke bestedingsdoelen. Daarvoor wordt aansluiting gezocht bij hoofdstuk 6, tweede paragraaf van de Regeling zorgverzekering die subsidie voor anonieme e-health interventies regelt. Deze aansluiting wordt gezocht vanuit de gedachte dat het bestedingsdoel ‘de bestrijding van de kosten van de anonieme behandeling van kansspelverslaving’ nauw aansluit bij het doel van de paragraaf 6.2 van de Regeling zorgverzekering. Deze regeling ziet immers ook op anonieme behandeling van kansspelverslaving. Jaarlijks zullen het ministerie van J&V, het ministerie van VWS, en de Ksa gezamenlijk afspraken maken over de hoogte van het toe te voegen bedrag. Deze afspraken volgen op basis van een jaarlijkse inschatting door het Zorginstituut en van subsidieontvangers van het aandeel van gokverslaving in de door de subsidieontvangers gedurende het eerste halfjaar geleverde internetinterventies. Als beheerder van de bestemmingsheffingen zal de Ksa de afgesproken middelen daarna aan de regeling toevoegen.

Onderdeel D

De regeling kenmerkt zich door een constante kring van voornamelijk grote zorgaanbieders. Het verplicht jaarlijks aanleveren van een jaarrekening door alle aanvragers wordt geschrapt in het kader van verlichting van de administratieve lasten. Het Zorginstituut kan in individuele gevallen de jaarrekening of een verslag over de financiële positie opvragen, bijvoorbeeld indien er aanwijzingen zijn van situaties als bedoeld in artikel 4:35, eerste en tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Onderdeel E

Bij de algemene toelichting is dit onderdeel reeds toegelicht. Deze wijziging is ook van toepassing op de aanvragen om vaststelling over het jaar 2020. Bij de aanvraag om vaststelling van de subsidie voor het jaar 2020 hoeft daarom geen rapport van feitelijke bevindingen gevoegd te worden.

Artikel II

Bij de toelichting op artikel I, onderdeel A is reeds toegelicht dat de inwerkingtreding van dit onderdeel plaatsvindt met ingang van 1 januari 2022 en dat dit ziet op subsidieaanvragen voor het subsidiejaar 2022.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven