Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 23 november 2020, kenmerk 1781540-214192-MEVA, houdende wijziging van de Regeling zelfstandige bevoegdheid verpleegkundigen specialisten in verband met de herstructurering van de specialismen binnen het beroep van verpleegkundige

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 36, eerste lid, onder e, derde lid, onder c, vierde lid, onder d, vijfde lid, onder e, zesde lid, onder d, negende lid, onder c, tiende lid, onder c en veertiende lid, onder e, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Als bevoegd tot het verrichten van handelingen als bedoeld in artikel 36, eerste, derde, vierde, vijfde, zesde, negende, tiende en veertiende lid, van de wet, wordt aangewezen de verpleegkundig specialist algemene gezondheidszorg.

B

De artikelen 3 en 5 vervallen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2021, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, dat inwerking treedt op 1 juli 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

TOELICHTING

Algemeen

De Regeling zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten (hierna: de Regeling) is gebaseerd op artikel 36 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) en kent in verschillende combinaties acht voorbehouden handelingen toe aan vijf groepen van verpleegkundig specialisten. Deze regeling behoefde wijziging vanwege een verandering van de door de Minister voor Medische zorg goedgekeurde beroepenstructuur van de verpleegkundig specialisten.1

De Wet BIG kende tot 1 januari 2020 vijf verpleegkundig specialismen:

  • Verpleegkundig specialist intensieve zorg bij somatische aandoeningen;

  • Verpleegkundig specialist acute zorg bij somatische aandoeningen;

  • Verpleegkundig specialist preventieve zorg bij somatische aandoeningen;

  • Verpleegkundig specialist chronische zorg bij somatische aandoeningen;

  • Verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg.

Per 1 januari 2021 zijn deze, op verzoek van het College Specialismen Verpleegkunde, samengevoegd tot twee specialismen. Het specialisme geestelijke gezondheidszorg blijft ongewijzigd, maar de (overige) vier specialismen bij somatische aandoeningen worden samengevoegd in het specialisme algemene gezondheidszorg. Het onderscheid was niet langer efficiënt en kende teveel overlap. Om die reden is gekozen voor een samenvoeging, waardoor de verpleegkundig specialist algemene gezondheidszorg ruimte en mogelijkheden krijgt om waar nodig breder te kunnen behandelen dan het enkele deelgebied waarvoor zij eerst bevoegd waren.

De nieuwe titel verpleegkundig specialist algemene gezondheidszorg wordt opgenomen in artikel 2, waarbij de twee bestaande titels van verpleegkundig specialist acute zorg bij somatische aandoeningen en verpleegkundig specialist intensieve zorg bij somatische aandoeningen komen te vervallen. Deze twee titels kunnen vervallen nu de verpleegkundig specialisten reeds beschikken over dezelfde bevoegdheden als de nieuwe titel verpleegkundig specialist algemene gezondheidszorg. De betrokkenen zullen automatisch worden overgeheveld naar het specialistenregister van de nieuwe titel.

De in artikel 3 en 5 genoemde titels van verpleegkundig specialist chronische zorg bij somatische aandoeningen en verpleegkundig specialist preventieve zorg bij somatische aandoeningen vervallen per 1 juli 2023. Op deze wijze hebben de betreffende verpleegkundig specialisten voldoende tijd om zich door middel van scholing alsnog te kunnen kwalificeren voor de nieuwe titel verpleegkundig specialist algemene gezondheidszorg. Specialisten die na die tijd nog in de laatst overgebleven registers zijn opgenomen zullen worden doorgehaald. Hiermee is tevens voorzien in afdoende overgangsrecht.

Verpleegkundigen die zijn ingeschreven in een register van verpleegkundig specialisten zijn onderworpen aan een systeem van periodieke registratie dat mede inhoudt dat een verpleegkundig specialist periodiek aan deskundigheidsbevordering doet, waaronder scholing. V&VN heeft aangegeven dat de verplichte scholing voor de specialismen chronische zorg en preventieve zorg bij somatische aandoeningen, die nodig is om de voor hen nieuwe bevoegdheden verantwoord uit te kunnen oefenen, geaccrediteerde punten oplevert die meetellen in het kader van de periodieke registratie in het Verpleegkundig Specialisten Register.

Regeldruk en financiële lasten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de regeldruk. Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft besloten het besluit niet te selecteren voor een formeel advies.

Artikelsgewijs

Artikel I

Door de wijziging van artikel 2 in de Regeling zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten Wet BIG komen de bestaande onderdelen a en b met de daarin genoemde titels verpleegkundig specialist acute zorg bij somatische aandoeningen en verpleegkundig specialist intensieve zorg bij somatische aandoeningen te vervallen. In plaats daarvan vermeldt artikel 2 enkel nog de nieuwe titel verpleegkundig specialist algemene gezondheidszorg.

Door het schrappen van artikel 3 en 5 vervallen de titels verpleegkundig specialist chronische zorg bij somatische aandoeningen en verpleegkundig specialist preventieve zorg bij somatische aandoeningen.

Artikel II

Dit artikel regelt dat bovengenoemde wijzigingen in artikel 2 per 1 januari 2021 in werking treden en de overige per 1 juli 2023. Daardoor sluiten de verenigingsbesluiten en de toekenning van de bevoegdheden voor de oude en nieuwe specialismen in de Regeling zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten naadloos bij elkaar aan.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Naar boven