Deelregeling Kunstenaar Project

Het bestuur van het Mondriaan Fonds,

Gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

Artikel 1. Doel

Het stimuleren van talentontwikkeling door beeldend kunstenaars de mogelijkheid te geven een artistiek plan te realiseren dat van belang is voor de kwaliteit en de zichtbaarheid van de hedendaagse beeldende kunst in Nederland.

Artikel 2. Toepasselijkheid

  • 1. Een kunstenaar die een aanvraag doet voor een projectinvestering dient ofwel

    • ten minste drie jaar professioneel werkzaam te zijn als beeldend kunstenaar; of

    • ten minste drie jaar een hbo-opleiding aan een opleidingsinstituut voor beeldende kunsten te hebben gevolgd en minimaal één jaar professioneel werkzaam te zijn als beeldend kunstenaar. Als het een instituut voor beeldende kunst en vormgeving betreft, moet een beeldende kunst curriculum zijn gevolgd; of

    • één jaar professioneel werkzaam te zijn als beeldend kunstenaar en ingeschreven te staan in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel, dan wel een vergelijkbare buitenlandse organisatie.

  • 2. Indien een aanvraag wordt ingediend voor deelname aan een postacademische opleiding die niet krachtens de Wet op het specifiek cultuurbeleid in de Basis Infrastructuur is opgenomen, kan de aanvraag direct na het verlaten van de hbo-opleiding worden ingediend.

  • 3. De bijdrage is bedoeld voor artistieke plannen die hetzij in de tijd begrensd zijn, hetzij leiden tot een concreet resultaat of beide, zoals onderzoek, werkperiodes en/of de productie van nieuw werk als tegemoetkoming in de projectkosten en/of tijdsinvestering en kan worden verstrekt in de vorm van:

    • een flexibele bijdrage voor een periode van maximaal twaalf maanden,

    • een vaste bijdrage voor een periode van maximaal zes maanden.

  • 4. Geen vaste bijdrage kan worden verstrekt aan een kunstenaar aan wie korter dan een jaar geleden een Werkbijdrage Jong Talent of een Startbijdrage is toegekend.

  • 5. Indien aan een kunstenaar in een periode van 48 maanden gedurende 24 maanden een bijdrage in de investering in tijd is verstrekt, kan gedurende de resterende periode, uitsluitend een bijdrage in de projectkosten worden verstrekt.

  • 6. Indien een andere partij zoals een museum, een galerie, een bedrijf of een (particuliere) opdrachtgever bij een aanvraag voor een bijdrage betrokken is, dient de financiële bijdrage die deze bij het project betrokken partij levert in een aanvaardbare verhouding te staan tot de bijdrage van het fonds. Indien van toepassing dient een reëel honorarium voor de kunstenaar voor rekening van de betrokken andere partij in de begroting opgenomen te zijn.

  • 7. Geen bijdrage wordt verstrekt voor reguliere werkzaamheden, voor tentoonstellingskosten en andere presentaties van werk, voor reguliere beroepskosten of voor een werkperiode in een gastatelier in binnen- of buitenland die jaarlijks via een openbare oproep door het fonds worden aangeboden.

Artikel 3. Aanvraag

Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop, dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

  • (visueel) documentatiemateriaal,

  • een toelichting op de artistieke uitgangspunten,

  • een curriculum vitae,

  • een werkplan inclusief motivering, en presentatieplan,

  • indien van toepassing een dekkende begroting met offertes,

  • indien van toepassing toezeggingen van uitnodigende of deelnemende partijen,

  • indien van toepassing een inhoudelijke motivering van de instelling of organisatie, zoals de residency of opleiding die de kunstenaar heeft geselecteerd,

  • indien van toepassing een curriculum of andere informatie over de instelling, waarvoor aangevraagd wordt.

Artikel 4. Beoordeling

  • 1. Het bestuur kan selectierondes voor onderdelen van projectinvesteringen vaststellen conform artikel 4, eerste lid van het Algemeen Reglement van het Mondriaan Fonds.

  • 2. Het bestuur zal voor iedere aanvraagronde als bedoeld in het vorige lid, het budget vaststellen en tijdig bekend maken conform artikel 4 derde lid van het Algemeen Reglement van het Mondriaan Fonds.

  • 3. Op basis van het door de aanvrager ingeleverde documentatiemateriaal en de overige informatie beoordeelt het bevoegd adviesorgaan of het artistieke functioneren van de kunstenaar van belang is of, bij een beginnend kunstenaar, naar verwachting van belang zal worden voor de hedendaagse beeldende kunsten. Daarbij worden de onderstaande criteria in onderlinge samenhang gehanteerd:

    • a. de kwaliteit van het tot het moment van de aanvraag door de aanvrager opgebouwde oeuvre.

    • b. de kwaliteit van het cultureel ondernemerschap; de onderzoekende en/of vernieuwende houding van de aanvrager, de manier waarop de aanvrager naar buiten treedt en een publiek voor zijn werk weet te vinden en binden.

  • 4. De werkplannen en presentatieplannen waarvoor de bijdrage wordt aangevraagd, worden beoordeeld op het belang voor de hedendaagse beeldende kunst. Dit wordt beoordeeld op grond van de volgende aspecten:

    • de inhoudelijke kwaliteit van het werkplan,

    • het belang van het presentatieplan wordt beoordeeld op de wijze waarop beoogd wordt op een inspirerende wijze een passend publiek te bereiken,

    • indien van toepassing de context van de activiteit.

  • 5. Indien de bijdrage door meerdere partijen wordt aangevraagd, telt dit in principe in positieve zin mee. Daarbij wordt beoordeeld of de beoogde samenwerking meerwaarde heeft.

  • 6. Indien het bevoegd adviesorgaan het in het derde lid van dit artikel bedoelde functioneren in samenhang met het plan van de aanvrager bedoeld in het vierde lid en voor zover van toepassing het plan voor de samenwerking zoals bedoeld in het vijfde lid niet van voldoende belang acht, komt het tot een negatief advies over de aanvraag.

  • 7. Indien het bevoegd adviesorgaan het in het derde lid van dit artikel bedoelde functioneren van de aanvrager in samenhang met het plan bedoeld in het vierde lid en voor zover van toepassing het plan voor de samenwerking zoals bedoeld in het vijfde lid wel van voldoende belang acht, brengt het een positief advies uit.

  • 8. Een positief advies kan vergezeld worden van een aanbeveling over de hoogte van de toe te kennen bijdrage en de periode waarover de financiële bijdrage verstrekt wordt.

  • 9. Het bestuur kan het bevoegd adviesorgaan verzoeken de positieve adviezen in volgorde van prioriteit te rangschikken op basis van het oordeel zoals bedoeld in het eerste, tweede en derde lid van dit artikel.

Artikel 5. Overgangsbepaling

De Deelregeling Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar wordt met ingang van 1 januari 2021 ingetrokken. Op aanvragen die op grond van de Deelregeling Bijdrage Projectinvestering Kunstenaar en Bemiddelaar voor 1 januari 2021 zijn ingediend, blijven die regeling en het Algemeen Reglement Mondriaan Fonds 2017 van toepassing.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2021.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling Kunstenaar Project

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Mondriaan Fonds, E. van der Lingen directeur-bestuurder

Naar boven