Deelregeling Curator Beschouwer

Het bestuur van het Mondriaan Fonds,

Gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

Artikel 1 Doel

Het Mondriaan Fonds kan op grond van deze regeling subsidies verstrekken voor plannen die bijdragen aan de kwaliteit van de hedendaagse beeldende kunst en/of het cultureel erfgoed in Nederland en die de verbinding met het publiek vergroten.

Artikel 2 Doelgroep

Een bijdrage kan worden verstrekt aan natuurlijke personen, die als curator/beschouwer een bijdrage leveren op het gebied van de beeldende kunst en/of erfgoed.

Artikel 3 Subsidiesoort

De bijdrage is bedoeld voor plannen die hetzij in de tijd begrensd zijn, hetzij leiden tot een concreet resultaat of beide als tegemoetkoming in de projectkosten en/of tijdsinvestering en kan worden verstrekt in de vorm van

  • een flexibele bijdrage voor een periode van maximaal twaalf maanden;

  • een vaste bijdrage voor een periode van maximaal twaalf maanden.

Artikel 4 Weigeringsgronden:

Geen subsidie wordt toegekend

  • a. aan een rechtspersoon;

  • b. als honorarium voor de aanvrager;

  • c. voor reguliere werkzaamheden al dan niet in dienstverband;

  • d. voor werkzaamheden in opdracht van een instituut of organisatie;

  • e. voor het volgen van onderwijs (zoals bachelor, master, phd of promotieonderzoek);

  • f. voor een werkperiode in een gastatelier in binnen- of buitenland waarvoor het fonds een openbare oproep heeft uitgeschreven;

  • g. voor productie, zoals een publicatie of een tentoonstelling.

Artikel 5 Aanvraag

Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop, dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

  • een toelichting op de beroepspraktijk, met een omschrijving van relevante activiteiten;

  • een cv met nadruk op de laatste twee tot vier jaar;

  • een werkplan inclusief motivering daarvan, een beschrijving van de beoogde resultaten en de wijze waarop deze zichtbaar zullen worden gemaakt en indien van toepassing een presentatieplan;

  • indien van toepassing, een dekkende begroting met offertes.

Artikel 6 Beoordeling

  • 1. Bij de beoordeling van een aanvraag beoordeelt het bevoegd adviesorgaan of de kwaliteit van het werk van de aanvrager in samenhang met het plan waarvoor de aanvraag is ingediend van belang is voor de ontwikkeling en de stimulering van de hedendaagse beeldende kunsten, of het cultureel erfgoed in Nederland. Zij hanteert daarbij een inclusief kwaliteitsbegrip waarbij rekening wordt gehouden met de eigen context waarbinnen elke aanvraag is ingediend of uitgevoerd. Daarbij worden de onderstaande criteria in onderlinge samenhang gehanteerd:

    • a. de kwaliteit en het belang van het tot het moment van de aanvraag door de aanvrager uitgevoerde relevante activiteiten;

    • b. de kwaliteit van het cultureel ondernemerschap;

    • c. de kwaliteit van het werkplan.

  • 2. Indien de adviescommissie de in het eerste lid van dit artikel bedoelde aspecten niet van voldoende belang acht, brengt zij een negatief advies uit over de aanvraag.

  • 3. Indien de adviescommissie de in het eerste lid van dit artikel bedoelde aspecten van voldoende belang acht, brengt zij een positief advies uit over de aanvraag.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, artikelen of onderdelen daarvan buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 8 Overig

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 1 januari 2021, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2021.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling Curator Beschouwer

Deze regeling zal na goedkeuring door de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Mondriaan Fonds, E. van der Lingen directeur-bestuurder

TOELICHTING BIJ DE DEELREGELING CURATOR BESCHOUWER

Inleiding

Met deze deelregeling worden, gelet op artikel 10 vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, de voorschriften vastgelegd voor de verstrekking door het Mondriaan Fonds voor subsidies voor plannen die bijdragen aan de kwaliteit van de hedendaagse beeldende kunst en/of het cultureel erfgoed in Nederland en die de verbinding met het publiek vergroten.

Het Algemeen Reglement 2021 van het Mondriaan Fonds is van toepassing, onder andere de definities, een aantal weigeringsgronden en bepalingen over de verslaglegging.

Verbinding is essentieel als het gaat om de professionele en artistieke ontwikkeling van de kunst- en erfgoedsector. De uitwisseling van kennis en inzicht draagt bij aan een gezonde evolutie binnen de sector. Ook hier is innovatie in vorm en inhoud van belang, om een goede aansluiting te houden met een veranderende maatschappij.

Met deze regeling wil het Mondriaan Fonds stimuleren dat cultureel erfgoed en beeldende kunst gedeeld worden met iedereen in de samenleving, zodat iedereen de meerwaarde voor zichzelf en de maatschappij kan ervaren. Dat betekent niet dat alle kunst of erfgoed voor iedereen moet zijn, maar dat het totale aanbod recht doet aan de gemêleerde samenleving. Curatoren en beschouwers vervullen daarin een essentiële rol. Zij kunnen het debat bevorderen en met hun artikelen of presentaties relevante ontwikkelingen duiden en in een context plaatsen. En zij vormen een schakel tussen de maker en publiek.

Ad artikel 1 Doelstelling

In dit artikel is de doestelling van deze regeling geformuleerd.

Ad artikel 2 Doelgroep

In dit artikel wordt de doelgroep beschreven. De bijdrage is bedoeld voor curatoren, critici, theoretici, beschouwers et cetera.

Conform de definitie uit het Algemeen Reglement 2021 wordt onder Nederland verstaan, het Koninkrijk der Nederlanden bestaande uit Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten inclusief de bijzondere gemeentes Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Ad artikel 3 Subsidiesoorten

De bijdrage is bestemd voor bijzondere plannen en uitzonderlijke werkzaamheden.

Een bijdrage kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het doen van beschouwend of theoretisch onderzoek dat inzicht kan bieden in een specifieke ontwikkeling in de hedendaagse kunsten, of een nieuw licht kan doen schijnen op een collectie. Ook voor het schrijven van een artikel, essay of discipline overschrijdend onderzoek, of een samenwerking tussen beeldende kunst/cultureel erfgoed kan een bijdrage worden aangevraagd. Verder bijvoorbeeld voor het doen van (voor)onderzoek voor een tentoonstelling, manifestatie, debat of project: gericht op het vergroten van de verstaanbaarheid van de kunst en/of cultureel erfgoed voor een breder publiek, of als schakel tussen kunstenaar en publiek.

Er kan een flexibele bijdrage aangevraagd worden bestaande uit een bijdrage in de projectkosten en een bijdrage in de kosten van tijdsinvestering. En er kan een vaste bijdrage worden aangevraagd.

Omdat de bedragen en percentages gedurende de looptijd van deze regeling kunnen wijzigen, zijn deze niet in de regeling opgenomen. In 2021 bedraagt de tegemoetkoming in tijdsinvestering 1.800 euro en de vaste bijdrage 2.050 euro per maand.

Ad artikel 4 Weigeringsgronden

In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen. In artikel 4 onder b is bepaald dat geen honorarium voor de aanvrager zelf kan worden aangevraagd. Wel kan een tegemoetkoming in de kosten van tijdsinvestering gevraagd worden. Ook kan niet worden aangevraagd voor de productie van een publicatie of een tentoonstelling, maar wel voor het onderzoek dat daaraan voorafgaat en de tijdsinvestering van de aanvrager.

Ad artikel 5. Aanvraag

In dit artikel wordt beschreven op basis van welke stukken de aanvraag wordt beoordeeld.

Ad artikel 6 Beoordelingscriteria

Alle aanvragen die op tijd zijn ingediend, compleet zijn en aan alle voorwaarden voldoen, worden voorgelegd aan de adviescommissie. Deze adviescommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van onderstaande criteria in onderlinge samenhang:

  • a. de kwaliteit en het belang van de tot het moment van de aanvraag door de aanvrager uitgevoerde relevante activiteiten;

  • b. de kwaliteit van het cultureel ondernemerschap. Het cultureel ondernemerschap van de aanvrager speelt een belangrijke rol in de beoordeling. Curatoren en beschouwers kunnen een belangrijke schakel zijn tussen kunstenaar en publiek en kunnen de verstaanbaarheid van de kunst en cultureel erfgoed vergroten. Als de werkzaamheden van de curatoren en beschouwers de mogelijkheden voor een beter begrip, (naams)bekendheid en/of verruiming van het publieksbereik van één of meerdere kunstenaars, disciplines of stromingen, collecties of onderdelen van het cultureel erfgoed bevordert, wordt dat positief meegewogen;

  • c. de kwaliteit van het werkplan. Naast de kwaliteit van de werkzaamheden van de curatoren en beschouwers speelt de verwachting over de betekenis van het voorgenomen plan voor de ontwikkeling van de hedendaagse kunsten en/of cultureel erfgoed in Nederland een rol bij de beoordeling. Naast een heldere vraag- en doelstelling zijn hierbij eveneens de theoretische en contextuele reflectie en inhoudelijke uitgangspunten van belang. En hoe de resultaten worden gedeeld met het beoogde publiek.

Ad artikel 7 Hardheidsclausule

In deze paragraaf is een hardheidsclausule opgenomen.

Ad artikel 8 Overig

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Ad artikel 9 Inwerkingtreding

In dit artikel is onder meer de ingangsdatum van de regeling bepaald.

Ad artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling Curator Beschouwer.

Naar boven