Deelregeling Art Fair Internationaal

Het bestuur van het Mondriaan Fonds,

Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

Artikel 1. Doel

Het versterken van de internationale positie van hedendaagse beeldende kunst uit Nederland door galeries en kunstbeurzen te stimuleren werk van levende beeldend kunstenaars uit Nederland te tonen op kunstbeurzen van internationaal belang, en door uitgevers te stimuleren boeken te tonen van levende beeldende kunstenaars uit Nederland of publicaties over hedendaagse beeldende kunst in Nederland uit de 21e eeuw.

Deze stimulans moet leiden tot een versterking van de bekendheid van en de internationale waardering voor relevante hedendaagse beeldende kunst uit Nederland.

Artikel 2. Toepasselijkheid kunstbeurzen en galeries

  • 1. Een bijdrage kan worden verstrekt aan buitenlandse kunstbeurzen van internationaal belang, aan Nederlandse en aan buitenlandse galeries.

  • 2. Een bijdrage kan worden aangevraagd voor een beurspresentatie in het buitenland van bestaand werk en/of voor de productie van voor de beurs vervaardigd werk.

  • 3. Voor de presentatie van bestaand werk geldt:

    • galeries kunnen een bijdrage aanvragen voor de standhuur. Inrichtingskosten, BTW en andere kosten komen niet voor een bijdrage in aanmerking;

    • bij een zichtbare standpresentatie van 60 procent of meer werk van beeldend kunstenaars uit Nederland bedraagt de maximale financiële ondersteuning 80 procent van de kale standhuur;

    • bij een zichtbare standpresentatie van tussen de 25 procent en 60 procent werk van beeldende kunstenaars uit Nederland bedraagt de maximale financiële ondersteuning 50 procent;

    • bij een zichtbare standpresentatie van minder dan 25 procent werk van kunstenaars uit Nederland is geen bijdrage mogelijk;

    • in de toelichting bij het aanvraagformulier is de maximale hoogte van de bijdrage genoemd.

  • 4. Indien op uitnodiging van de kunstbeurs een tweede stand in een aparte sectie van de beurs wordt georganiseerd met presentatie van bestaand werk van kunstenaars uit Nederland, kan een bijdrage worden aangevraagd voor kosten voor transport, voor verzekering tijdens transport van het werk dat getoond zal worden en voor reis- en verblijfkosten van de betrokken kunstenaar wiens aanwezigheid gewenst is om de zichtbaarheid te vergroten. Standhuur, inrichtingskosten, BTW en andere kosten komen niet voor een bijdrage in aanmerking.

  • 5. In de toelichting bij het aanvraagformulier staat het maximaal aantal te ontvangen bijdragen voor beursdeelnames.

  • 6. Indien op uitnodiging van de kunstbeurs nieuw werk door een kunstenaar wordt vervaardigd voor een presentatie op de beurs, kan door de kunstbeurs of door een galerie een bijdrage voor de productie van nieuw werk worden aangevraagd onder de volgende voorwaarden:

    • De kunstenaar is artistiek inhoudelijk actief in de beeldende kunsten en in die hoedanigheid ingebed in de professionele praktijk van beeldende kunst in Nederland en ofwel:

      • ten minste drie jaar professioneel werkzaam als beeldend kunstenaar; of

      • heeft ten minste drie jaar een hbo-opleiding aan een opleidingsinstituut voor beeldende kunsten gevolgd en is minimaal één jaar professioneel werkzaam als beeldend kunstenaar. Als het een instituut voor beeldende kunst en vormgeving betreft, moet een beeldende kunst curriculum zijn gevolgd; of

      • is één jaar professioneel werkzaam als beeldend kunstenaar en staat ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel, dan wel een vergelijkbare buitenlandse organisatie.

    • Maximaal 50 procent van de met de productie van nieuw werk gemoeide kosten komen in aanmerking voor een bijdrage. In de begroting dient een reële vergoeding van de aanvrager voor de kunstenaar te zijn opgenomen.

Artikel 3. Toepasselijkheid kunstboekenbeurzen en uitgevers

  • 1. Een bijdrage kan worden verstrekt aan uitgevers.

  • 2. Een bijdrage kan worden aangevraagd voor kosten voor deelname aan een kunstboekenbeurs, zoals de standhuur en reis- en transportkosten, maar niet voor inrichtingskosten, reguliere kosten van een uitgeverij en BTW. Daarbij geldt:

    • Wanneer meer dan 50 procent van de getoonde publicaties het werk betreft van beeldend kunstenaars uit Nederland of publicaties over hedendaagse beeldende kunst in Nederland uit de 21e eeuw, bedraagt de bijdrage 3.000 euro.

    • Wanneer tussen de 25 en 50 procent van de getoonde publicaties het werk betreft van beeldend kunstenaars uit Nederland of publicaties over hedendaagse beeldende kunst in Nederland uit de 21e eeuw, bedraagt de financiële ondersteuning 1.500 euro.

    • Wanneer minder dan 25 procent van de getoonde publicaties het werk betreft van beeldend kunstenaars uit Nederland of publicaties over hedendaagse beeldende kunst in Nederland uit de 21e eeuw, is geen bijdrage mogelijk.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1. Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop, dient de aanvraag voor de standhuur op een kunstbeurs vergezeld te gaan van:

    • een kopie van het toelatings- dan wel aanvraagbewijs voor de beurs met vermelding van standoppervlak;

    • een presentatieplan dat ten minste een schetsmatig ingevulde plattegrond van de stand bevat, met namen van kunstenaars, aantallen werken, afmetingen en een opgave van het percentage werk van in Nederland levende kunstenaars (met vermelding van hun woonplaats en geboortejaar);

    • een kopie van de offerte van de beursorganisatie waaruit blijkt wat de kale huurprijs per vierkante meter bedraagt;

    • indien een galerie een aanvraag indient voor deelname aan een beurs die niet op de in het eerste lid bedoelde lijst van internationaal belangrijke beurzen staat een motivering voor deelname aan deze beurs.

  • 2. Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop, dient de aanvraag voor een presentatie als bedoeld in artikel 2 lid 4 vergezeld te gaan van:

    • een kopie van de toezegging van de beurs

    • een curriculum vitae van de curator

    • een presentatieplan dat ten minste een schetsmatig ingevulde plattegrond van de stand bevat, met namen van kunstenaars, aantallen werken, afmetingen en een opgave van het percentage werk van in Nederland levende kunstenaars (met vermelding van hun woonplaats en geboortejaar).

  • 3. Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop, dient de aanvraag voor productie van nieuw werk als bedoeld in artikel 2 lid 6 vergezeld te gaan van:

    • een kopie van de toezegging van de beurs;

    • een curriculum vitae van de curator;

    • visueel documentatiemateriaal van werk van de kunstenaar;

    • een toelichting op het werk;

    • een curriculum vitae van de kunstenaar;

    • een presentatieplan, waarin wordt toegelicht hoe een passend publiek wordt betrokken;

    • een dekkende begroting, inclusief een, voor zover mogelijk, reëel honorarium voor de kunstenaar.

  • 4. Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen Reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop, dient de aanvraag voor standhuur bij een kunstboekenbeurs als bedoeld in artikel 3 lid 2 vergezeld te gaan van:

    • een kopie van het toelatings- dan wel aanvraagbewijs voor de beurs

    • informatie over de aanvragende uitgever;

    • informatie over de kunstboekenbeurs: recente programmering, media-aandacht, professioneel profiel;

    • een motivatie voor deelname aan de beurs;

    • een projectplan met motivering van voorgestelde presentatie;

    • een presentatieplan waarin wordt toegelicht hoe wordt beoogd op inspirerende wijze een passend publiek te bereiken en te binden.

Artikel 5. Beoordeling

  • 1. Bij de beoordeling van aanvragen voor een bijdrage in de standhuur, zoals bedoeld in artikel 2 derde lid, en artikel 3 tweede lid stelt het Mondriaan Fonds na advies van het bevoegd adviesorgaan een lijst kunstbeurzen en een lijst kunstboekenbeurzen met internationale uitstraling vast. Indien een galerie of uitgever is toegelaten voor deelname aan één van deze beurzen wordt de aanvraag toegekend, mits deze voldoet aan de overige voorwaarden van deze regeling en aan het Algemeen Reglement.

  • 2. Indien een galerie een aanvraag indient voor deelname aan een beurs die niet op de in het eerste lid bedoelde lijst staat, dient de aanvrager het belang van deelname aan deze beurs specifiek te onderbouwen.

  • 3. Met uitzondering van het bepaalde in artikel 5 lid 1 worden aanvragen ter advisering voorgelegd aan het bevoegd adviesorgaan.

  • 4. Bij de beoordeling van een in het tweede lid van dit artikel bedoelde aanvraag, waarbij het de presentatie van bestaand werk betreft, als bedoeld in artikel 2 derde en vierde lid, geeft het bevoegd adviesorgaan een oordeel over het belang van het voorstel voor de hedendaagse beeldende kunst in Nederland. Daarbij worden de volgende criteria gehanteerd in onderlinge samenhang:

    • het belang en de internationale reputatie van de beurs zoals die tot uitdrukking komt in de kwaliteit van de programmering, het publieksbereik (zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht), de reputatie van de beurs; de mate van aandacht in relevante aandacht in media;

    • de motivatie voor deelname aan deze beurs;

    • de kwaliteit van het presentatieplan om een passend publiek te bereiken en aan te spreken;

    • de kwaliteit van het te tonen werk;

    • het belang en de reputatie van de galerie dan wel de curator.

  • 5. Bij de beoordeling van een in het tweede lid van dit artikel bedoelde aanvraag, waarbij het de productie van nieuw werk betreft, als bedoeld in artikel 2, zesde lid, geeft het bevoegd adviesorgaan een oordeel over het belang van het voorstel voor de hedendaagse beeldende kunst in Nederland. Daarbij worden de volgende criteria gehanteerd in onderlinge samenhang:

    • het belang en de internationale reputatie van de beurs zoals die tot uitdrukking komt in de kwaliteit van de programmering, het publieksbereik (zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht), de reputatie van de beurs; de mate van aandacht in relevante aandacht in media;

    • de reputatie van de curator;

    • de kwaliteit van het werkplan;

    • de kwaliteit van het tot het moment van de aanvraag door de kunstenaar opgebouwde oeuvre en de ontwikkeling daarvan en de kwaliteit van het cultureel ondernemerschap;

    • de kwaliteit van het presentatieplan om een passend publiek te bereiken en aan te spreken en het oordeel over aspecten van het cultureel ondernemerschap; de onderzoekende en/of vernieuwende houding van de kunstenaar, de manier waarop de kunstenaar naar buiten treedt en een publiek voor zijn werk weet te vinden en binden;

    • het belang van het presentatieplan wordt beoordeeld op de wijze waarop beoogd wordt op een inspirerende wijze een passend publiek te bereiken.

  • 6. Bij de beoordeling van een in het tweede lid van dit artikel bedoelde aanvraag, waarbij het de standhuur op een kunstboekenbeurs betreft zoals bedoeld in artikel 3 tweede lid geeft het bevoegd adviesorgaan een oordeel over het belang van het voorstel voor de hedendaagse beeldende kunst in Nederland. Daarbij worden de volgende criteria gehanteerd in onderlinge samenhang:

    • het belang en de internationale reputatie van de beurs zoals die tot uitdrukking komt in de kwaliteit van de programmering, het publieksbereik (zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht), de reputatie van de beurs; de mate van aandacht in relevante media;

    • de motivatie van de uitgever voor deelname aan deze beurs;

    • de kwaliteit van de te tonen publicaties;

    • de kwaliteit van het presentatieplan, met name de wijze waarop beoogd wordt op een inspirerende wijze een passend publiek te bereiken en te binden,

    • het belang en de reputatie van de uitgever.

  • 7. Een positief advies kan vergezeld gaan van een aanbeveling over de hoogte van de toe te kennen bijdrage alsmede de periode waarover de financiële bijdrage verstrekt wordt.

  • 8. Het bestuur kan het bevoegd adviesorgaan verzoeken de positieve adviezen in volgorde van prioriteit te rangschikken op basis van het oordeel zoals bedoeld in het vijfde lid van dit artikel.

Artikel 6. Overgangsbepaling

De Deelregeling Kunstbeurzen 2017 wordt met ingang van 1 januari 2021 ingetrokken. Op aanvragen die op grond van de Deelregeling Kunstbeurzen 2017 voor 1 januari 2021 zijn ingediend, blijven die regeling en het Algemeen Reglement Mondriaan Fonds 2017 van toepassing.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2021.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling Art Fair Internationaal.

Deze regeling zal na goedkeuring door de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Mondriaan Fonds, E. van der Lingen directeur-bestuurder

Naar boven