Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 20 november 2020, kenmerk 1781977-214221-LZ, houdende wijziging van de Subsidieregeling ADL-assistentie en de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 11.1.5, eerste en tweede lid, van de Wet langdurige zorg en 7.1.1, vierde lid, van het Besluit langdurige zorg;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling ADL-assistentie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:

Covid-19:

de ziekte veroorzaakt door coronavirus-SARS-CoV-2;.

B

Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b vervalt, onder verlettering van de onderdelen c tot en met f tot b tot en met e.

2. Het eerste lid, onderdeel e (nieuw), komt te luiden:

  • e. de ADL-woning en de ADL-eenheid zijn rolstoeldoorgankelijk voor een rolstoel van 0,85 meter breed, 1,2 meter lang en 2,3 meter hoog met een draaicirkel van 1,8 meter.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor subsidie komen in aanmerking de kosten van ADL-assistentie in en om een ADL-woning die voldoet aan de eisen, genoemd in het eerste lid, die in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020 als gevolg van Covid-19 niet is geleverd.

  • 4. Voor subsidie komen in aanmerking de extra gemaakte personele en materiële kosten bedoeld in artikel 6 van versie 4 van de Beleidsregel SARS-CoV-2 virus - BR/REG-20158c, die is gepubliceerd via https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_308852_22/4/ voor ADL-assistentie in en om een ADL-woning die voldoet aan de eisen in het eerste lid, als gevolg van Covid-19 in de periode van 1 maart tot en met 31 december 2020.

C

Artikel 1.5 komt te luiden:

Artikel 1.5

De subsidie, bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, wordt per kalenderjaar verstrekt.

D

Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste, tweede en vierde lid wordt ‘2020’ vervangen door ‘2021’.

2. In het eerste en tweede lid wordt ‘€ 104.724.000’ vervangen door ‘€ 106.745.000’.

3. In het tweede lid, onder 1°, wordt ‘2019’ vervangen door ‘2020’.

4. Er wordt een lid toegevoegd luidende:

  • 5. Dit artikel is niet van toepassing op de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 1.3, derde en vierde lid.

E

Na artikel 1.6. wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.7.

  • 1. De hoofdstukken 2 tot en met 5 zijn, met uitzondering van artikel 4.5, niet van toepassing op de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 1.3, derde en vierde lid.

  • 2. Hoofdstuk 5a is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 1.3, derde en vierde lid.

F

Aan artikel 4.5, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • d. het totaal aantal niet-verleende uren ADL-assistentie, bedoeld in artikel 1.3, derde lid.

G

Artikel 5.4, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De aanvraag tot vaststelling gaat vergezeld van een assurancerapport van een accountant dat is opgesteld overeenkomstig een door het Zorginstituut vastgesteld model met inachtneming van een door het Zorginstituut vastgesteld protocol.

H

Artikel 5.5. komt te luiden:

Artikel 5.5.

De subsidie ten behoeve van het jaar 2021 wordt vastgesteld op het totaal aantal in dat jaar door de subsidieontvanger verleende uren ADL-assistentie vermenigvuldigd met € 68,37 tot ten hoogste het maximum bedrag van de verleende subsidie.

I

Na Hoofdstuk 5 wordt een hoofdstuk ingevoegd luidende:

HOOFDSTUK 5A SUBSIDIES IN VERBAND MET COVID-19

Artikel 5a.1
  • 1. Het subsidieplafond voor het verstrekken van de subsidie, bedoeld in artikel 1.3, derde lid, bedraagt € 15.000.000.

  • 2. Het subsidieplafond voor het verstrekken van de subsidie, bedoeld in artikel 1.3, vierde lid, bedraagt € 3.700.000.

  • 3. De bedragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden evenredig verdeeld over alle subsidieaanvragers die in aanmerking komen voor subsidie.

Artikel 5a.2
  • 1. De subsidie voor kosten van niet-geleverde uren ADL-assistentie bedoeld in artikel 1.3, derde lid wordt, voor zover dit getal positief is, berekend overeenkomstig de volgende formule:

    (A x (366/29)) - B) x € 67,08

    waarbij wordt verstaan onder:

    A: het aantal geleverde uren ADL-assistentie in februari 2020;

    B: het totaal aantal in 2020 door de subsidieaanvrager geleverde uren ADL-assistentie.

  • 2. De subsidie ten behoeve van extra gemaakte personele en materiële kosten als gevolg van Covid-19 bedraagt het totaal aan extra gemaakte personele en materiële kosten als bedoeld in artikel 6 van versie 4 van de Beleidsregel SARS-CoV-2 virus - BR/REG-20158c, die is gepubliceerd via https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_308852_22/4/.

Artikel 5a.3
  • 1. De subsidie wordt op aanvraag verstrekt.

  • 2. De aanvraag van de subsidie wordt uiterlijk 1 juli 2021 ontvangen.

  • 3. Een aanvraag na de datum, bedoeld in het tweede lid, wordt afgewezen.

  • 4. De aanvrager doet in de aanvraag van de subsidie, bedoeld in artikel 1.3, derde lid, opgave van:

    • a. het totaal aantal geleverde uren ADL-assistentie in 2020;

    • b. het totaal aantal geleverde uren ADL-assistentie in februari 2020.

  • 5. De aanvrager doet in de aanvraag van de subsidie, bedoeld in artikel 1.3, vierde lid, opgave van de gemaakte personele en materiële kosten, bedoeld in artikel 1.3 vierde lid.

  • 6. Voor een aanvraag van de subsidie wordt een door het Zorginstituut vastgesteld formulier gebruikt.

  • 7. Het aanvraagformulier wordt ondertekend door een persoon die bevoegd is de aanvrager te vertegenwoordigen.

  • 8. De aanvraag gaat vergezeld van een assurancerapport van een accountant die is opgesteld overeenkomstig een door het Zorginstituut vastgesteld model met inachtneming van een door het Zorginstituut vastgesteld protocol.

  • 9. De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening.

ARTIKEL II

De Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1.1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van de begripsomschrijving “wet” door een puntkomma, de volgende begripsomschrijving toegevoegd:

Covid-19:

de ziekte veroorzaakt door coronavirus-SARS-CoV-2.

B

Aan artikel 1.2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Het Zorginstituut kan aan een Wlz-uitvoerder die op grond van artikel 4.2.4, tweede lid, van de wet is aangewezen als zorgkantoor, een subsidie verstrekken voor de kosten van de in het tweede tot en met vierde lid genoemde subsidiabele prestaties die in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 als gevolg van de maatregelen in verband met Covid-19 niet zijn geleverd.

C

Artikel 1.5 komt te luiden:

Artikel 1.5

  • 1. De subsidie wordt per kalenderjaar verstrekt.

  • 2. Dit artikel is niet van toepassing op de verstrekking van de subsidie bedoeld in artikel 1.2, zesde lid.

D

Artikel 1.6 komt te luiden:

Artikel 1.6

Het bedrag van de subsidie dat voor het jaar 2021 ten hoogste wordt verleend aan de Wlz-uitvoerder is € 0,00.

E

Na artikel 1.6 wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 1.7.

  • 1. De hoofdstukken 2 tot en met 6 zijn niet van toepassing op de verstrekking van de subsidie bedoeld in artikel 1.2, zesde lid.

F

Artikel 6.4 komt te luiden:

Artikel 6.4

De aanvraag tot vaststelling gaat vergezeld van een assurancerapport van een accountant die is opgesteld overeenkomstig een door het Zorginstituut vastgesteld model met inachtneming van een door het Zorginstituut vastgesteld protocol.

G

Na artikel 6.6. wordt een hoofdstuk ingevoegd luidende:

HOOFDSTUK 6A SUBSIDIE IN VERBAND MET COVID-19

Artikel 6a.1
  • 1. Het subsidieplafond voor de verstrekking van subsidies bedoeld in artikel 1.2, zesde lid, bedraagt € 18.000.000.

  • 2. Het bedrag van het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, wordt evenredig verdeeld over alle subsidieaanvragers die in aanmerking komen voor subsidie.

Artikel 6a.2
  • 1. De subsidie voor de in artikel 1.2, zesde lid genoemde subsidiabele prestaties wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:

    ((X/29 x A) - B) x 83%

    waarbij wordt verstaan onder:

    A: de in euro’s uitgedrukte declaratie door de zorgaanbieder voor werkelijk geleverde zorg in februari is;

    B: de in euro’s uitgedrukte daadwerkelijke geleverde zorg door de zorgaanbieder in de in artikel 1.2, zesde lid genoemde periode;

    X: het aantal dagen van de in artikel 1.2, zesde lid genoemde periode met een maximum van 122 dagen.

Artikel 6a.3
  • 1. De subsidie wordt op aanvraag verstrekt.

  • 2. De aanvraag van de subsidie wordt uiterlijk 1 juli 2021 ontvangen.

  • 3. Een aanvraag na de datum, bedoeld in het tweede lid, wordt afgewezen.

  • 4. De aanvrager doet in de aanvraag van de subsidie bedoeld in artikel 1.2, zesde lid, opgave van:

    • a. de in euro’s uitgedrukte declaratie door de zorgaanbieder voor daadwerkelijk geleverde zorg in februari.

    • b. de in euro’s uitgedrukte daadwerkelijke geleverde zorg door de zorgaanbieder in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2020.

  • 5. Voor een aanvraag van de subsidie wordt een door het Zorginstituut vastgesteld formulier gebruikt.

  • 6. Het aanvraagformulier wordt ondertekend door een persoon die bevoegd is de aanvrager te vertegenwoordigen.

  • 7. De aanvraag gaat vergezeld van een assurancerapport van een accountant die is opgesteld overeenkomstig een door het Zorginstituut vastgesteld model met inachtneming van een door het Zorginstituut vastgesteld protocol.

  • 8. De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening.

H

Artikel 7.1 komt te luiden:

Artikel 7.1

Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

ARTIKEL III

Artikel 1.3, eerste en tweede lid, van de Subsidieregeling ADL-assistentie zoals dat luidde voor inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, blijft van toepassing op de aanvrager van de subsidie als bedoeld in artikel 1.3 derde en vierde lid van de Subsidieregeling ADL-assistentie.

ARTIKEL IV

Op aanvragen om subsidie die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend, op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend en op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn vastgesteld blijft het recht van toepassing zoals dat luidde onmiddellijk vóór dat tijdstip.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Wijziging subsidieregeling ADL- assistentie

1.1 Omzetderving

Met deze wijzigingsregeling wordt invulling geven aan het compenseren van ADL-leveranciers voor omzetderving in verband met COVID-19 voor zorg die wordt geleverd vanuit de subsidieregeling ADL-assistentie. Met Zorginstituut Nederland (als uitvoerder van de subsidieregeling) en de aanbieders van ADL-assistentie (als subsidieontvangers) is gewerkt aan een pragmatische invulling van compensatie van omzetderving binnen de subsidiesystematiek met minimale administratieve lasten.

In 2020 hebben de aanbieders van ADL-assistentie te maken met vraaguitval doordat cliënten bang zijn om corona op te lopen indien zij in contact komen met de ADL-assistenten. Cliënten vragen dus minder uren hulp, terwijl de ADL-aanbieders wel 24 uur per dag 7 dagen per week een snelle reactie op oproepen moeten garanderen. Deze vraaguitval wordt gecompenseerd door februari 2020 te nemen als referentieperiode voor het aantal uren dat zou zijn gerealiseerd indien er geen sprake zou zijn geweest van het coronavirus. Daarnaast hebben ADL-aanbieders te maken met extra personele en materiële kosten als gevolg van (de bestrijding van) het coronavirus. Bij de compensatie wordt aangesloten bij een NZa- beleidsregel voor vergelijkbare kosten voor aanbieders in de Wlz.

1.2 Overige wijzigingen

Het beschikbare subsidieplafond en het tarief per uur zijn voor 2021 geïndexeerd met 1,93%. De bijstelling tot het loon- en prijspeil voor 2021 is gebaseerd op de indices uit de macro-economische verkenningen.

In de subsidieregeling verdwijnt een verwijzing naar een inmiddels verouderd (en gedetailleerd) programma van eisen en besteksbepalingen uit 2006. Deze oude besteksbepalingen beperken de mogelijkheden van renovatie en nieuwbouw.

2. Wijziging Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling

2.1 Omzetderving zorg

Met deze wijzigingsregeling wordt invulling geven aan het compenseren van zorgaanbieders voor omzetderving in verband met COVID-19 voor zorg die wordt geleverd vanuit de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling. Op 24 juni 20201 is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd. Aangegeven is dat hierbij zou worden aangesloten bij de uitgangspunten uit de (bestuurlijke) afspraken over financiële zekerheid in de langdurige zorg2 en de continuïteit van Zvw-zorg in verband met COVID-19. Hieraan is voor de Wlz uitwerking gegeven in de ‘NZa-beleidsregel SARS-CoV-2 virus’ en voor de Zvw in de ‘Regeling continuïteitsbijdrage’. Met Zorginstituut Nederland (als uitvoerder van de subsidieregeling) en Zorgverzekeraars Nederland (als subsidieontvangers) is gewerkt aan een pragmatische invulling van compensatie van omzetderving binnen de subsidiesystematiek met minimale administratieve lasten.

2.2 Beëindiging Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling

Op 29 mei 20203 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de wijzigingen in het zorgpakket van de Zorgverzekeringswet per 2021. In twee delen is de geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (GZSP) vanuit de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Per 1 januari 2020 zijn de specialist ouderengeneeskunde en de arts verstandelijk gehandicapten ondergebracht in de Zvw.4 Per 1 januari 2021 worden ook de overige vormen van GZSP overgeheveld. Dit betekent dat ook de dagbehandeling voor verschillende patiëntgroepen, de gedragswetenschapper (gespecialiseerde psycholoog en orthopedagoog-generalist) en de paramedische zorg overgaan naar het basispakket. In het advies ‘Extramurale behandeling ontleed’5 uit 2016 heeft het Zorginstituut aangegeven dat deze zorgvormen vallen onder de geneeskundige zorg van de Zvw. Vanaf 2021 krijgen deze drie zorgvormen een plek binnen het basispakket. De Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling wordt hierdoor overbodig. Daarom vervalt deze regeling per 1 januari 2022.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel B

In artikel 1.3, eerste lid, onder b vervalt de bepaling over de verhouding tussen 3- en 4-kamerwoningen. Deze verhouding is afhankelijk van de lokale omstandigheden. Bovendien kunnen ook andere dan 3- en 4 kamerwoningen voorkomen. In het eerste lid onder f vervalt de verwijzing naar een inmiddels verouderd programma van eisen en besteksbepalingen uit 2006. Deze oude besteksbepalingen beperken de mogelijkheden van renovatie en nieuwbouw. In de plaats daarvan is een omschrijving opgenomen met de maten van de rolstoel en de eisen die dat stelt aan de rolstoeldoorgankelijkheid van de ADL-woning. In overleg tussen de aanbieder van de woningen en de leverancier van de ADL-assistentie wordt bewaakt dat de woningen geschikt zijn voor de doelgroep.

Er zijn twee leden toegevoegd waardoor ADL-assistentie die in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020 als gevolg van de maatregelen in verband met Covid-19 niet is geleverd, in aanmerking komt voor subsidie. Evenals extra personele en materiële kosten als gevolg van (de bestrijding van) Covid-19.

Onderdeel D

Artikel 1.6 wordt zodanig gewijzigd dat het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op grond van deze Subsidieregeling op basis van een indexatie voor loon- en prijsbijstelling met 1,93% wordt verhoogd naar € 106.745.000.

Onderdelen E en F

De subsidieverlening in verband met Covid-19 bedraagt een eenmalige subsidie, waarop de bepalingen over de aanvraag, verlening, bevoorschotting en verplichtingen en de vaststelling niet van toepassing zijn, met uitzondering van artikel 4.5. Voor de subsidies in verband met Covid-19 is een apart hoofdstuk opgenomen.

Onderdeel G

In dit artikel was geregeld dat een aanvraag voor de subsidievaststelling vergezeld diende te gaan van een financieel verslag bestaande uit een controleverklaring (assurancerapport) én een rapport van feitelijke bevindingen. Door vereenvoudiging komt de vereiste van het leveren van een rapport van feitelijke bevindingen te vervallen. Dit wordt gedaan omdat uit de praktijk blijkt dat deze vereiste voor deze regeling geen toegevoegde waarde heeft en leidt tot onnodige administratieve lasten. De wijziging treedt 1 januari 2021 in werking. Dat betekent dat dit van toepassing is op aanvragen tot vaststelling van subsidies, voor het kalenderjaar 2020, die na 1 januari 2021 worden aangevraagd.

Onderdeel H

In artikel 5.5, eerste lid, wordt het jaartal aangepast en is het uurtarief geïndexeerd met 1,93%. De bijstelling tot het loon- en prijspeil voor 2021 is gebaseerd op de indices uit de macro-economische verkenningen.

Onderdeel I

Hoofdstuk 5a regelt de subsidies in verband met Covid-19, zoals opgenomen in artikel 1.3 derde en vierde lid. Er is aangesloten bij de systematiek van de regeling.

Bij de berekening van de vaststelling van de subsidie wordt het aantal verleende uren ADL-assistentie in februari 2020 als uitgangspunt genomen.

Artikel II

Onderdeel B

In artikel 1.2. is lid zes toegevoegd. In dit artikel is geregeld dat ook niet-geleverde zorg in de periode maart tot en met juni 2020 in aanmerking komt voor subsidie. Deze periode sluit aan op de periode die voor de extramurale onderdelen van de langdurige zorg wordt gehanteerd voor het vergoeden van omzetderving. Voor de extramurale onderdelen van de Wet langdurige zorg is dit uitgewerkt in de NZa-beleidsregel ‘SARS-CoV-2-virus’.

In artikel 1.2. artikel, zevende lid, is een formule toegevoegd voor de berekening van het bedrag van omzetderving voor de subsidiabele prestaties die zijn opgenomen in artikel zes. In navolging van de NZa-beleidsregel ‘SARS-CoV-2-virus’ is in de formule februari 2020 (onderdeel A) als referentieperiode gebruikt.

Onderdeel X van de formule (maximaal 122 dagen) heeft betrekking op het aantal dagen in de maanden maart tot en met juni. Voor het compensatiepercentage van 83% is aangesloten bij de compensatiepercentages die in de Zvw worden gehanteerd. De subsidieregeling bestaat uit geneeskundige zorg geleverd door individuele behandelaars en geneeskundige zorg in groepen. Voor het te hanteren compensatiepercentage is aansluiting gezocht bij de compensatiepercentages voor individuele behandelaars in de Zvw.

Onderdeel D

In het algemene deel is toegelicht dat de zorgvormen die tot en met 2020 op grond van de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling zijn gesubsidieerd vanaf 2021 een plek krijgen binnen het basispakket. Subsidie is daarom niet meer nodig. Omdat de regeling na 1 januari 2021 nog van kracht blijft in verband met de subsidies in verband met Covid-19, is het subsidieplafond voor 2021 vastgesteld op € 0,00

Onderdeel E

De subsidieverlening in verband met Covid-19 bedraagt een eenmalige subsidie, waarop de bepalingen over de aanvraag, verlening, bevoorschotting en verplichtingen, de verhoging en de vaststelling niet van toepassing zijn. Voor de subsidies in verband met Covid-19 is een apart hoofdstuk opgenomen.

Onderdeel F

Artikel 6.4 wordt vereenvoudigd. In dit artikel was geregeld dat een aanvraag voor de subsidievaststelling vergezeld diende te gaan van een financieel verslag bestaande uit een controleverklaring (assurancerapport) én een rapport van feitelijke bevindingen. Door vereenvoudiging van artikel 6.4 komt de vereiste van het leveren van een rapport van feitelijke bevindingen te vervallen. Dit wordt gedaan omdat uit de praktijk blijkt dat deze vereiste voor deze regeling geen toegevoegde waarde heeft en leidt tot onnodige administratieve lasten.

Onderdeel G

Hoofdstuk 6a regelt de subsidies in verband met Covid-19, zoals opgenomen in artikel 1.2 zesde lid. Er is aangesloten bij de systematiek van de regeling.

Onderdeel H

In artikel 7.1 wordt geregeld dat de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling vervalt per 1 januari 2022, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt. Vanaf 2021 krijgen deze zorgvormen uit de subsidieregeling een plek binnen het basispakket van de Zvw. Voor de afhandeling van de subsidie in verband met covid-19, blijft de regeling tot 1 januari 2022 van kracht.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark


X Noot
1

Kamerstukken II 2019/20, 25 295, nr. 428.

X Noot
2

Kamerstukken II 2019/20, 25 295, nr. 200.

X Noot
3

Tweede Kamer 2019-2020, 29 689, nr. 1053

X Noot
5

Tweede Kamer 2016-2017, 33 578, nr. 36

Naar boven