Besluit van de Chief Economist van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van 13 november 2020, nr. CE-AEP/ 20277959, houdende wijziging van het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Dienst Chief Economist

De Chief Economist van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 19 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZK 2019;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging Chief Economist voor de Dienst Chief Economist van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdelen b en c, komen te luiden:

b. de directeuren:

de directeuren van de Dienst Chief Economist van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

c. de MT-leden van een directie:

de leden van het managementteam van een directie, met uitzondering van de directeur;

B

De artikelen 3 en 4 komen te luiden:

Artikel 3

  • 1. Aan de directeuren wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 1.000.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de directeuren wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van vakantie en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan en afhandelen van verplichtingen inzake de opleiding van personeel en het accorderen van de desbetreffende betalingen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 4

  • 1. Aan de MT-leden van een directie wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2. Aan de MT-leden van een directie wordt voorts, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van vakantie en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan en afhandelen van verplichtingen inzake de opleiding van personeel en het accorderen van de desbetreffende betalingen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

C

De artikelen 5 en 6 vervallen, onder vernummering van de artikelen 7 en 8 naar 5 en 6.

D

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

  • 1. De uit dit besluit voor de directeuren voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op hun plaatsvervanger. Bij afwezigheid van zowel een directeur als zijn plaatsvervanger gaan de uit dit besluit voor de directeur voortvloeiende bevoegdheden over op een ander lid van het betrokken managementteam.

  • 2. De uit dit besluit voor een MT-lid van een directie voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op de overige MT-leden van zijn directie.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 november 2020

M.P. Boots Chief Economist

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

Naar boven