Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) | Staatscourant 2020, 60948 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) | Staatscourant 2020, 60948 | Besluiten van algemene strekking |
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 25 van de Warenwet artikel 10, eerste lid, onderdeel d, van de Mandaatregeling VWS en het Algemeen Interventiebeleid NVWA;
Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:
Het specifiek interventiebeleid voedselveiligheid industriële productie, vis, zuivel en eieren (hierna genoemd specifiek interventiebeleid voedselveiligheid industrie) beschrijft, binnen de kaders van het algemeen interventiebeleid NVWA (NVWA-IB02), de klasseindeling en interventies voor de beoordeling van specifieke overtredingen ten aanzien van de wetgeving ter bescherming van de voedselveiligheid. Het specifiek interventiebeleid voedselveiligheid industrie is van toepassing op bedrijven die erkend of geregistreerd (moeten) zijn op grond van artikel 6 van de Verordening (EG) 852/2004 en die hoofdzakelijk leveren aan andere bedrijven, de detailhandel en eventueel als nevenactiviteit rechtstreeks leveren aan de eindgebruiker. Uitgangspunt is dezelfde benadering voor alle bedrijven, zowel erkende als geregistreerde.
Overtredingen die door de inspecteur/ toezichthouder worden waargenomen en die niet in dit IB02-SPEC 39 zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de Afdeling Expertise van de Directie Handhaven teneinde een interventie te bepalen.
Algemeen Interventiebeleid NVWA-IB02
Bestuurlijke Boete
Warenwetbesluit Bereiding en Behandeling Levensmiddelen
Bestuurlijke strafbeschikking
Critical Control Point (kritisch controlepunt)
Centraal Orgaan Kwaliteit Zuivelproducten
Directieoverleg
Enterobacteriaceae (familienaam bacterie)
Ministerie van Economische Zaken
Hazard Analysis and Critical Control Points
Divisie Juridische Zaken van de NVWA
Listeria monocytogenes (microbiologisch pathogeen)
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Openbaar Ministerie (Justitie)
Proceshygiënecriteria
Proces-verbaal pro Justitia,
Rapid alert system food and feed
Richtlijn
Richtlijn voor Strafvordering regelgeving Ministerie van EZ
Rapport van bevindingen
Schriftelijke waarschuwing
Verordening microbiologische criteria, Verordening (EG) Nr. 2073/2005
Verordening (EG) Nr. (gevolgd door volgnummer/jaartal)
Voedselveiligheidscriteria
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Warenwet
Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen
Voor overige definities wordt verwezen naar het algemeen interventiebeleid (NVWA-IB02).
De wettelijke basis voor het specifiek interventiebeleid voedselveiligheid industrie is de Warenwet en de Europese wetgeving met betrekking tot levensmiddelenhygiëne. De belangrijkste wettelijke bepalingen zijn:
Vo (EG) nr. 178/20021 |
Algemene Levensmiddelenverordening |
Vo (EG) nr. 852/20042 |
Hygiëneverordening met betrekking tot levensmiddelen |
Vo (EG) nr. 853/20043 |
Hygiëneverordening met betrekking tot dierlijke producten |
Vo (EG) nr. 2073/20054 |
Verordening Microbiologische Criteria voor levensmiddelen |
Vo (EEG) nr. 2406/965 |
Visserijverordening |
Vo (EG) nr. 2158/2017 |
Verordening tot vaststelling van risico beperkende maatregelen en referentieniveaus voor de reductie van acrylamidegehalten in levensmiddelen |
Vo (EG) nr. 208/2013 |
Betreffende de traceerbaarheidsvoorschriften voor kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden. |
Vo (EG) nr. 211/2013 |
Betreffende de certificeringsvoorschriften voor invoer in de Unie van kiemgroenten en voor kiemgroenten bestemde zaden. |
Warenwet met onderliggende besluiten en regelingen, in het bijzonder: – Warenwetbesluit Bereiding en Behandeling van levensmiddelen (BBL) – Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen |
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden.
Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne
Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong
Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen
Verordening (EEG) nr. 2406/96 van de Raad 26 november 1996 houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijproducten
Overtredingen worden ingedeeld naar klassen zoals gedefinieerd in het algemeen interventiebeleid, NVWA-IB02.
Wanneer er door een overtreding een (risico op) ernstig gevaar voor mens, dier, milieu en/of misleiding is, dan is er sprake van een overtreding klasse B.
Wanneer er door een overtreding een (risico op) gevaar voor mens, dier, milieu en/of misleiding is, dan is er sprake van een overtreding klasse C.
Wanneer er door een overtreding een (risico op) gering gevaar voor mens, dier, milieu en/of misleiding is, dan is er sprake van een overtreding klasse D.
Bij diverse wettelijke normen kunnen er meerdere overtredingsklassen gedefinieerd zijn. Tijdens een inspectie zijn met name de volgende indicatoren van belang ter bepaling van het risico en daarmee van de overtredingsklasse:
– betreft het een structurele of een incidentele tekortkoming?
– Is de tekortkoming langdurig of kortdurend?
– Is er direct productcontaminatie mogelijk of niet?
– Is de aard en omvang van de (mogelijke) contaminatie ernstig of niet?
– In hoeverre zijn de wettelijk vereiste documenten, procedures en systemen juist en volledig?
In de bijlagen zijn de bepalingen van de geldende wetgeving ingedeeld in een overtredingsklasse met bijbehorende interventie(s).
Afwijken van de in dit document voorgeschreven interventie is alleen mogelijk in overleg met, en na akkoord van, het afdelingshoofd. De onderbouwing om af te wijken wordt vastgelegd.
Sanctionerende interventie
Overtredingen van de Warenwet worden doorgaans bestuurlijk beboet. Aan het Openbaar Ministerie (OM) worden overtredingen voorgelegd indien voor daarvoor op basis van de Wet op de economische delicten (Wed) een hogere geldboete kan worden opgelegd dan de voorziene bestuurlijke boete, en:
– indien de opzettelijke of roekeloze overtreding een direct gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft óf
– de in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete aanmerkelijk wordt overschreden door het met de overtreding behaalde economisch voordeel (artikel 32a, derde lid, Warenwet).
Strafrechtelijke afdoening is niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Warenwet gestelde voorschriften noodzakelijk zijn.
De kolommen ‘interventies’ en ‘follow-up na overtreding; interventies bij herhaalde overtreding’ in de bijlagen van dit document vermelden uitsluitend de bestuurlijke boete als sanctionerende interventie die doorgaans wordt toegepast. Dit laat onverlet dat, als een overtreding zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk kan worden afgedaan, op grond van de specifieke feiten en omstandigheden kan worden besloten om in plaats van een bestuurlijke boete een proces verbaal op te maken ten behoeve van strafrechtelijke afdoening. Op voorhand is niet in de bijlagen van dit document aan te geven wanneer wordt overgegaan tot een strafrechtelijke sanctionerende interventie. Daarom vormt deze paragraaf een aanvulling op bovengenoemde kolommen in de bijlagen.
In alle gevallen geldt overigens dat een strafrechtelijke sanctionerende interventie (een proces verbaal) te allen tijde kan worden gecombineerd met een bestuursrechtelijke corrigerende interventie (een herstelmaatregel).
Corrigerende interventie
Corrigerende interventies kunnen naast of in plaats van sanctionerende interventies worden ingezet. Dat kan nuttig zijn zodra blijkt dat sanctionerende interventies (alleen) onvoldoende leiden tot naleving van de regelgeving. Voor welke corrigerende interventie gekozen wordt verschilt van geval tot geval. Voorbeelden hiervan zijn een last onder dwangsom of bijvoorbeeld een verbod tot het verrichten van bepaalde activiteiten.
Corrigerende interventies hebben als doel te bevorderen dat de overtreder zijn bedrijfsprocessen blijvend beheerst zodat bestaande overtredingen worden beëindigd en nieuwe worden voorkomen. Een corrigerende interventie moet proportioneel zijn, toegesneden op de specifieke situatie van de overtreder. Een corrigerende interventie mag niet ingrijpender voor de overtreder zijn dan strikt noodzakelijk om de overtreding te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Overgaan tot ingrijpender corrigerende interventies, zoals het schorsen of intrekken van een erkenning, kan indien kan worden gemotiveerd waarom een minder ingrijpende corrigerende interventie onvoldoende effect heeft gehad of zal hebben.
Specifieke corrigerende interventie
Als een of meer overtredingen worden geconstateerd die in ernst, aantal en tijdsbestek een corrigerende interventie rechtvaardigen wordt met een specifieke corrigerende interventie in het bedrijfsproces ingegrepen. Dit ingrijpen kan betrekking hebben op:
a. beëindiging van een overtreding of
b. voorkoming van nieuwe overtredingen.
Voorbeelden van corrigerende interventies die betrekking hebben op de feitelijke uitvoering van het proces zijn:
– stopzetten of vertragen van het bedrijfsproces of onderdelen daarvan;
– verbieden of verplichten bepaalde activiteiten te verrichten in het bedrijfsproces
of de manier waarop ze worden verricht.
Een corrigerende interventie kan ook betrekking hebben op de kwaliteitsdocumenten van het bedrijf waarmee het bedrijf naleving van de regelgeving beoogt te borgen. Voorbeelden van dergelijke corrigerende interventies zijn:
– verplichten de standaardwerkwijzen aan te passen;
– verplichten de inhoud en frequentie van bedrijfscontroles en monitoringsprocedures
aan te passen.
Aan een specifieke corrigerende interventie kan een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang worden verbonden.
Als opnieuw overtredingen worden geconstateerd wordt opnieuw een corrigerende interventie ingezet als ernst, aantal en tijdsbestek van de overtreding(en) dit rechtvaardigt. Zonodig met ingrijpendere maatregelen of een hogere dwangsom.
Generieke corrigerende interventie
Mocht de overtreder ondanks een of meer specifieke corrigerende interventies nieuwe overtredingen blijven begaan die in ernst, aantal en tijdsbestek ingrijpen rechtvaardigen kan worden overgegaan tot een generieke corrigerende interventie, zoals bijvoorbeeld het schorsen of intrekken van de erkenning van een erkende inrichting. Hiertoe kan ook meteen worden overgegaan als er weliswaar nog geen (herhaalde) specifieke corrigerende interventie is opgelegd maar er op voorhand aanwijzingen zijn dat deze onvoldoende tot naleving zullen leiden.
Bij het bepalen van nut en noodzaak van een generieke interventie wordt integraal bekeken in hoeverre de overtreder, afgezien van de wettelijke eisen voor levensmiddelenbedrijven, andere wettelijke eisen naleeft waarop de NVWA toezicht houdt
Herhaalde overtreding
Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding wordt geconstateerd van dezelfde wettelijke norm of van een wettelijke norm die hetzelfde doel beoogt, waarvoor tegen de overtreder in de daaraan voorafgaande periode van drie jaar reeds een interventie werd toegepast.
Stapeling
Tijdens een inspectie kunnen overtredingen van verschillende wettelijke voorschriften en van verschillende overtredingsklassen worden vastgesteld. Voor het handelen in dergelijke situaties zie 2.3 van het algemeen interventiebeleid, NVWA-IB02. Ten aanzien van het stapelen van overtredingen geldt, bij het opleggen van de bestuurlijke boete, dat er wordt uitgegaan van maximaal vijf overtredingen per overtreder, per controlemoment.
Verscherpt toezicht
Als bij meerdere opeenvolgende (her)inspecties blijkt dat overtredingen zich blijven voordoen, kan de NVWA besluiten verscherpt toezicht in te stellen. Dit wordt ook aan de overtreder medegedeeld. Verscherpt toezicht houdt in dat de NVWA vaker inspecteert en, indien zij overtredingen constateert, naast een sanctionerende interventie ook corrigerende interventies kan opleggen die passend zijn om de geconstateerde overtreding(en) te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Per overtreder wordt een maatwerkaanpak opgesteld. Na afloop van een van tevoren vastgestelde periode wordt geëvalueerd of voortzetting van het verscherpt toezicht wenselijk is. Ook dit wordt gecommuniceerd met de overtreder.
Op internet worden op handelssites (digitale platforms) geregeld advertenties geplaatst met verboden content. De NVWA kan in die gevallen gegevens bij zowel de aanbieder als de beheerder van de handelssite vorderen op basis van de Algemene wet bestuursrecht. Beheerders van handelssites kunnen de NVWA alternatieven bieden om te interveniëren, zoals het verwijderen van advertenties. In dergelijke gevallen kan de NVWA volstaan met nalevingshulp aan de aanbieder bijvoorbeeld vlak nadat de advertentie is verwijderd. Is er sprake van herhaling dan kunnen alsnog gegevens worden gevorderd en kan worden opgeschaald in de handhaving.
Vervanging
Deze beleidsregel vervangt het op 26 oktober 2016 vastgestelde Specifiek interventiebeleid voedselveiligheid industriële productie en vis (IB02-SPEC 39, versie 12). Ten opzichte van versie 12 zijn de wettelijke normen en overtredingsklassen vollediger en eenduidiger geformuleerd. Bestaande regels in de bijlagen met meerdere wettelijke normen zijn waar nodig uitgesplitst naar evenzovele regels. Alle nog ontbrekende relevante wetgeving is aan de bijlagen toegevoegd, waaronder alle wijzigingen van wetgeving sinds de inwerkingtreding van versie 12. Tenslotte zijn het hoofddocument en de bijlagen ingericht volgens een uniforme opzet, geldend voor alle domeinen.
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA voedselveiligheid industriële productie, vis, zuivel en eieren (IB02-SPEC 39, versie 13)’.
Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
Bijlagen
Bijlagen bij IB02-SPEC 39, versie 13: Specifiek interventiebeleid NVWA voedselveiligheid industriële productie, vis, zuivel en eieren:
Bijlage 1 bij IB02-SPEC 39, versie 13: 852/2004
Bijlage 2 bij IB02-SPEC 39, versie 13: 2073/2005
Bijlage 3 bij IB02-SPEC 39, versie 13: 853/2004 vlees en dierlijke producten
Bijlage 4 bij IB02-SPEC 39, versie 13: 853/2004 visserijproducten en -vaartuigen
Bijlage 5 bij IB02-SPEC 39, versie 13: 853/2004 tweekleppigen
Bijlage 6 bij IB02-SPEC 39, versie 13: 178/2005
Bijlage 7 bij IB02-SPEC 39, versie 13: hygiëne primaire plantaardige productie
Bijlage 8 bij IB02-SPEC 39, versie 13: zuivel
Bijlage 9 bij IB02-SPEC 39, versie 13: 2017/2158 acrylamide
Bijlage 10 bij IB02-SPEC 39, versie 13: verpakkingsmaterialen
Bijlage 11 bij IB02-SPEC 39, versie 13: eieren
Deze beleidsregel wordt in de Staatscourant geplaatst.
De Minister voor Medische Zorg en Sport, Namens deze: M.A. Ruys inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
ID regel |
Normadressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39R000110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bedrijfsruimten voor levensmiddelen moeten schoon zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R000120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bedrijfsruimten voor levensmiddelen moeten schoon zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R000130 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bedrijfsruimten voor levensmiddelen moeten schoon zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R000210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bedrijfsruimten voor levensmiddelen moeten goed worden onderhouden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R000220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bedrijfsruimten voor levensmiddelen moeten goed worden onderhouden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R000230 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bedrijfsruimten voor levensmiddelen moeten goed worden onderhouden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R000320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Reinigings- en ontsmettingsmiddelen mogen niet worden opgeslagen in een ruimte waar levensmiddelen worden gehanteerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 10 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R000330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Reinigings- en ontsmettingsmiddelen mogen niet worden opgeslagen in een ruimte waar levensmiddelen worden gehanteerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 10 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R000410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat onderhoud, reiniging en/of ontsmetting op een adequate wijze kunnen worden uitgevoerd, verontreiniging door de lucht zoveel mogelijk wordt voorkomen en voldoende werkruimte beschikbaar is om alle bewerkingen op een bevredigende wijze te kunnen uitvoeren |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder a |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R000420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat onderhoud, reiniging en/of ontsmetting op een adequate wijze kunnen worden uitgevoerd, verontreiniging door de lucht zoveel mogelijk wordt voorkomen en voldoende werkruimte beschikbaar is om alle bewerkingen op een bevredigende wijze te kunnen uitvoeren |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R000430 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat onderhoud, reiniging en/of ontsmetting op een adequate wijze kunnen worden uitgevoerd, verontreiniging door de lucht zoveel mogelijk wordt voorkomen en voldoende werkruimte beschikbaar is om alle bewerkingen op een bevredigende wijze te kunnen uitvoeren |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder a |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R000510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat onderhoud, reiniging en/of ontsmetting op een adequate wijze kunnen worden uitgevoerd, verontreiniging door de lucht zoveel mogelijk wordt voorkomen en voldoende werkruimte beschikbaar is om alle bewerkingen op een bevredigende wijze te kunnen uitvoeren |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder a |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R000520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat onderhoud, reiniging en/of ontsmetting op een adequate wijze kunnen worden uitgevoerd, verontreiniging door de lucht zoveel mogelijk wordt voorkomen en voldoende werkruimte beschikbaar is om alle bewerkingen op een bevredigende wijze te kunnen uitvoeren |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R000530 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat onderhoud, reiniging en/of ontsmetting op een adequate wijze kunnen worden uitgevoerd, verontreiniging door de lucht zoveel mogelijk wordt voorkomen en voldoende werkruimte beschikbaar is om alle bewerkingen op een bevredigende wijze te kunnen uitvoeren |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder a |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R000620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat onderhoud, reiniging en/of ontsmetting op een adequate wijze kunnen worden uitgevoerd, verontreiniging door de lucht zoveel mogelijk wordt voorkomen en voldoende werkruimte beschikbaar is om alle bewerkingen op een bevredigende wijze te kunnen uitvoeren |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R000710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R000720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R000730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R000810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R000820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R000830 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R000910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R000920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R000930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R001010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R001020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R001030 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R001110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R001120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R001130 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat de ophoping van vuil, het contact met toxische materialen, het terechtkomen van deeltjes in levensmiddelen en de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakken worden voorkomen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder b |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R001210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat goede hygiënische praktijken mogelijk zijn, onder andere door bescherming tegen verontreiniging, en met name bestrijding van schadelijke organismen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder c |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R001220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat goede hygiënische praktijken mogelijk zijn, onder andere door bescherming tegen verontreiniging, en met name bestrijding van schadelijke organismen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder c |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R001230 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat goede hygiënische praktijken mogelijk zijn, onder andere door bescherming tegen verontreiniging, en met name bestrijding van schadelijke organismen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder c |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R001320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat voorzover dit nodig is, passende hanteringsomstandigheden en voldoende opslagruimte aanwezig zijn met een zodanige temperatuurregeling dat de levensmiddelen op de vereiste temperatuur kunnen worden gehouden, en met de nodige voorzieningen om de temperatuur te bewaken en zo nodig te registreren. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder d |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R001420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De indeling, het ontwerp, de constructie, de ligging en de afmetingen van ruimtes voor levensmiddelen moeten zodanig zijn dat voorzover dit nodig is, passende hanteringsomstandigheden en voldoende opslagruimte aanwezig zijn met een zodanige temperatuurregeling dat de levensmiddelen op de vereiste temperatuur kunnen worden gehouden, en met de nodige voorzieningen om de temperatuur te bewaken en zo nodig te registreren. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 2 onder d |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R001520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moet een voldoende aantal toiletten met spoeling aanwezig zijn die aangesloten zijn op een adequaat afvoersysteem. Toiletruimten mogen niet rechtstreeks uitkomen in ruimten waar voedsel wordt gehanteerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R001620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moet een voldoende aantal toiletten met spoeling aanwezig zijn die aangesloten zijn op een adequaat afvoersysteem. Toiletruimten mogen niet rechtstreeks uitkomen in ruimten waar voedsel wordt gehanteerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R001720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moet een voldoende aantal toiletten met spoeling aanwezig zijn die aangesloten zijn op een adequaat afvoersysteem. Toiletruimten mogen niet rechtstreeks uitkomen in ruimten waar voedsel wordt gehanteerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R001730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moet een voldoende aantal toiletten met spoeling aanwezig zijn die aangesloten zijn op een adequaat afvoersysteem. Toiletruimten mogen niet rechtstreeks uitkomen in ruimten waar voedsel wordt gehanteerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 3 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R001820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moet een voldoende aantal goed geplaatste en gemarkeerde wasbakken voor het reinigen van de handen aanwezig zijn. De wasbakken voor het reinigen van de handen moeten voorzien zijn van warm en koud stromend water en van middelen voor het reinigen en hygiënisch drogen van de handen. Voorzover dat nodig is moeten de voorzieningen voor het wassen van de levensmiddelen gescheiden zijn van de wasbakken voor het reinigen van de handen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R001920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moet een voldoende aantal goed geplaatste en gemarkeerde wasbakken voor het reinigen van de handen aanwezig zijn. De wasbakken voor het reinigen van de handen moeten voorzien zijn van warm en koud stromend water en van middelen voor het reinigen en hygiënisch drogen van de handen. Voorzover dat nodig is moeten de voorzieningen voor het wassen van de levensmiddelen gescheiden zijn van de wasbakken voor het reinigen van de handen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R002020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moet een voldoende aantal goed geplaatste en gemarkeerde wasbakken voor het reinigen van de handen aanwezig zijn. De wasbakken voor het reinigen van de handen moeten voorzien zijn van warm en koud stromend water en van middelen voor het reinigen en hygiënisch drogen van de handen. Voorzover dat nodig is moeten de voorzieningen voor het wassen van de levensmiddelen gescheiden zijn van de wasbakken voor het reinigen van de handen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R002120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moet een voldoende aantal goed geplaatste en gemarkeerde wasbakken voor het reinigen van de handen aanwezig zijn. De wasbakken voor het reinigen van de handen moeten voorzien zijn van warm en koud stromend water en van middelen voor het reinigen en hygiënisch drogen van de handen. Voorzover dat nodig is moeten de voorzieningen voor het wassen van de levensmiddelen gescheiden zijn van de wasbakken voor het reinigen van de handen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R002220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moet een voldoende aantal goed geplaatste en gemarkeerde wasbakken voor het reinigen van de handen aanwezig zijn. De wasbakken voor het reinigen van de handen moeten voorzien zijn van warm en koud stromend water en van middelen voor het reinigen en hygiënisch drogen van de handen. Voorzover dat nodig is moeten de voorzieningen voor het wassen van de levensmiddelen gescheiden zijn van de wasbakken voor het reinigen van de handen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R002320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moet een voldoende aantal goed geplaatste en gemarkeerde wasbakken voor het reinigen van de handen aanwezig zijn. De wasbakken voor het reinigen van de handen moeten voorzien zijn van warm en koud stromend water en van middelen voor het reinigen en hygiënisch drogen van de handen. Voorzover dat nodig is moeten de voorzieningen voor het wassen van de levensmiddelen gescheiden zijn van de wasbakken voor het reinigen van de handen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R002420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moeten voldoende en aangepaste mechanische, dan wel natuurlijke ventilatievoorzieningen aanwezig zijn. Door mechanische ventilatie veroorzaakte luchtstromen van besmette naar schone ruimten moeten worden vermeden. De ventilatiesystemen moeten zodanig zijn geconstrueerd dat filters en andere onderdelen die regelmatig schoongemaakt of vervangen moeten worden, gemakkelijk toegankelijk zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 5 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R002520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moeten voldoende en aangepaste mechanische, dan wel natuurlijke ventilatievoorzieningen aanwezig zijn. Door mechanische ventilatie veroorzaakte luchtstromen van besmette naar schone ruimten moeten worden vermeden. De ventilatiesystemen moeten zodanig zijn geconstrueerd dat filters en andere onderdelen die regelmatig schoongemaakt of vervangen moeten worden, gemakkelijk toegankelijk zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 5 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R002620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Er moeten voldoende en aangepaste mechanische, dan wel natuurlijke ventilatievoorzieningen aanwezig zijn. Door mechanische ventilatie veroorzaakte luchtstromen van besmette naar schone ruimten moeten worden vermeden. De ventilatiesystemen moeten zodanig zijn geconstrueerd dat filters en andere onderdelen die regelmatig schoongemaakt of vervangen moeten worden, gemakkelijk toegankelijk zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 5 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R002720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle sanitaire installaties moeten voorzien zijn van adequate natuurlijke of mechanische ventilatie. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 6 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R002820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Inrichtingen moeten voldoende door daglicht en/of kunstlicht worden verlicht. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 7 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R002920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Afvoervoorzieningen moeten geschikt zijn voor het beoogde doel. Zij moeten zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat elk risico van verontreiniging wordt voorkomen. Wanneer afvoerkanalen geheel of gedeeltelijk open zijn, moeten zij zo zijn ontworpen dat het afval niet van een verontreinigde zone kan stromen naar een schone zone, met name niet naar een zone waar wordt omgegaan met levensmiddelen die een aanzienlijk risico kunnen inhouden voor de consument. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 8 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R003020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Afvoervoorzieningen moeten geschikt zijn voor het beoogde doel. Zij moeten zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat elk risico van verontreiniging wordt voorkomen. Wanneer afvoerkanalen geheel of gedeeltelijk open zijn, moeten zij zo zijn ontworpen dat het afval niet van een verontreinigde zone kan stromen naar een schone zone, met name niet naar een zone waar wordt omgegaan met levensmiddelen die een aanzienlijk risico kunnen inhouden voor de consument. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 8 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R003120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Afvoervoorzieningen moeten geschikt zijn voor het beoogde doel. Zij moeten zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat elk risico van verontreiniging wordt voorkomen. Wanneer afvoerkanalen geheel of gedeeltelijk open zijn, moeten zij zo zijn ontworpen dat het afval niet van een verontreinigde zone kan stromen naar een schone zone, met name niet naar een zone waar wordt omgegaan met levensmiddelen die een aanzienlijk risico kunnen inhouden voor de consument. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 8 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R003220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien nodig moet worden gezorgd voor de adequate voorzieningen waar het personeel zich kan omkleden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk I, punt 9 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R003310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten vloeroppervlakken goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, niet-absorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. Waar passend moeten vloeren een goede afvoer via het vloeroppervlak mogelijk maken |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder a |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R003320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten vloeroppervlakken goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, niet-absorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. Waar passend moeten vloeren een goede afvoer via het vloeroppervlak mogelijk maken |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R003330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten vloeroppervlakken goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, niet-absorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. Waar passend moeten vloeren een goede afvoer via het vloeroppervlak mogelijk maken |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder a |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R003420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten vloeroppervlakken goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, niet-absorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. Waar passend moeten vloeren een goede afvoer via het vloeroppervlak mogelijk maken |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R003520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten vloeroppervlakken goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, niet-absorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. Waar passend moeten vloeren een goede afvoer via het vloeroppervlak mogelijk maken |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R003620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten vloeroppervlakken goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, niet-absorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. Waar passend moeten vloeren een goede afvoer via het vloeroppervlak mogelijk maken |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R003720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten muuroppervlakken goed worden onderhouden en gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, niet-absorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt en dat een glad oppervlak tot op een aan de werkzaamheden aangepaste hoogte vereist is, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R003820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten muuroppervlakken goed worden onderhouden en gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, niet-absorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt en dat een glad oppervlak tot op een aan de werkzaamheden aangepaste hoogte vereist is, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R003920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten muuroppervlakken goed worden onderhouden en gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, niet-absorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt en dat een glad oppervlak tot op een aan de werkzaamheden aangepaste hoogte vereist is, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R004020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten muuroppervlakken goed worden onderhouden en gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat ondoordringbaar, niet-absorberend, afwasbaar en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt en dat een glad oppervlak tot op een aan de werkzaamheden aangepaste hoogte vereist is, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R004110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten plafonds (of waar plafonds ontbreken, de binnenkant van het dak) en voorzieningen aan het plafond zo zijn ontworpen en uitgevoerd dat zich geen vuil kan ophopen en dat condens, ongewenste schimmelvorming en het loskomen van deeltjes worden beperkt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder c |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R004120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten plafonds (of waar plafonds ontbreken, de binnenkant van het dak) en voorzieningen aan het plafond zo zijn ontworpen en uitgevoerd dat zich geen vuil kan ophopen en dat condens, ongewenste schimmelvorming en het loskomen van deeltjes worden beperkt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder c |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R004130 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten plafonds (of waar plafonds ontbreken, de binnenkant van het dak) en voorzieningen aan het plafond zo zijn ontworpen en uitgevoerd dat zich geen vuil kan ophopen en dat condens, ongewenste schimmelvorming en het loskomen van deeltjes worden beperkt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder c |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R004220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten ramen en andere openingen zo zijn geconstrueerd dat zich geen vuil kan ophopen. Ramen en andere openingen welke toegang kunnen geven tot de buitenlucht moeten worden voorzien van horren die gemakkelijk kunnen worden verwijderd om te worden schoongemaakt. Indien open ramen zouden leiden tot verontreiniging, moeten die ramen tijdens de productie gesloten en vergrendeld blijven. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder d |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R004320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten ramen en andere openingen zo zijn geconstrueerd dat zich geen vuil kan ophopen. Ramen en andere openingen welke toegang kunnen geven tot de buitenlucht moeten worden voorzien van horren die gemakkelijk kunnen worden verwijderd om te worden schoongemaakt. Indien open ramen zouden leiden tot verontreiniging, moeten die ramen tijdens de productie gesloten en vergrendeld blijven. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder d |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R004420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten ramen en andere openingen zo zijn geconstrueerd dat zich geen vuil kan ophopen. Ramen en andere openingen welke toegang kunnen geven tot de buitenlucht moeten worden voorzien van horren die gemakkelijk kunnen worden verwijderd om te worden schoongemaakt. Indien open ramen zouden leiden tot verontreiniging, moeten die ramen tijdens de productie gesloten en vergrendeld blijven. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder d |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R004520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten deuren gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat gladde en niet-absorberende oppervlakken moeten worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder e |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R004530 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten deuren gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat gladde en niet-absorberende oppervlakken moeten worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder e |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R004610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten oppervlakken (met inbegrip van oppervlakken van apparatuur) in zones waar levensmiddelen worden gehanteerd en vooral oppervlakken die in aanraking komen met levensmiddelen, goed worden onderhouden en gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat glad, afwasbaar, corrosiebestendig en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder f |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R004620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten oppervlakken (met inbegrip van oppervlakken van apparatuur) in zones waar levensmiddelen worden gehanteerd en vooral oppervlakken die in aanraking komen met levensmiddelen, goed worden onderhouden en gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat glad, afwasbaar, corrosiebestendig en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder f |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R004630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten oppervlakken (met inbegrip van oppervlakken van apparatuur) in zones waar levensmiddelen worden gehanteerd en vooral oppervlakken die in aanraking komen met levensmiddelen, goed worden onderhouden en gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat glad, afwasbaar, corrosiebestendig en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder f |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R004720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten oppervlakken (met inbegrip van oppervlakken van apparatuur) in zones waar levensmiddelen worden gehanteerd en vooral oppervlakken die in aanraking komen met levensmiddelen, goed worden onderhouden en gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat glad, afwasbaar, corrosiebestendig en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder f |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R004820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt (met uitzondering van restauratieruimten en de in de titel van hoofdstuk III genoemde ruimten, maar met inbegrip van ruimten in vervoermiddelen), moeten oppervlakken (met inbegrip van oppervlakken van apparatuur) in zones waar levensmiddelen worden gehanteerd en vooral oppervlakken die in aanraking komen met levensmiddelen, goed worden onderhouden en gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat glad, afwasbaar, corrosiebestendig en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 1 onder f |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R004920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt is indien nodig, gezorgd voor de adequate voorzieningen voor het schoonmaken, ontsmetten en opslaan van gereedschap en apparatuur. Deze voorzieningen moeten vervaardigd zijn van roestvrij materiaal, gemakkelijk schoon te maken zijn en een voldoende toevoer van warm en koud water hebben. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R005020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt is indien nodig, gezorgd voor de adequate voorzieningen voor het schoonmaken, ontsmetten en opslaan van gereedschap en apparatuur. Deze voorzieningen moeten vervaardigd zijn van roestvrij materiaal, gemakkelijk schoon te maken zijn en een voldoende toevoer van warm en koud water hebben. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R005120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt is indien nodig, gezorgd voor de adequate voorzieningen voor het schoonmaken, ontsmetten en opslaan van gereedschap en apparatuur. Deze voorzieningen moeten vervaardigd zijn van roestvrij materiaal, gemakkelijk schoon te maken zijn en een voldoende toevoer van warm en koud water hebben. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R005220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt is indien nodig, gezorgd voor de adequate voorzieningen voor het schoonmaken, ontsmetten en opslaan van gereedschap en apparatuur. Deze voorzieningen moeten vervaardigd zijn van roestvrij materiaal, gemakkelijk schoon te maken zijn en een voldoende toevoer van warm en koud water hebben. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R005320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt is, indien nodig, gezorgd voor de nodige voorzieningen om de levensmiddelen te kunnen wassen. Elke spoelbak of vergelijkbare inrichting, bestemd voor het wassen van levensmiddelen, moet voorzien zijn van voldoende warm en/of koud drinkwater overeenkomstig de voorschriften van de verordening (EG) 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII en moet worden schoongehouden en, indien nodig, ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R005420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt is, indien nodig, gezorgd voor de nodige voorzieningen om de levensmiddelen te kunnen wassen. Elke spoelbak of vergelijkbare inrichting, bestemd voor het wassen van levensmiddelen, moet voorzien zijn van voldoende warm en/of koud drinkwater overeenkomstig de voorschriften van de verordening (EG) 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII en moet worden schoongehouden en, indien nodig, ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R005510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt is, indien nodig, gezorgd voor de nodige voorzieningen om de levensmiddelen te kunnen wassen. Elke spoelbak of vergelijkbare inrichting, bestemd voor het wassen van levensmiddelen, moet voorzien zijn van voldoende warm en/of koud drinkwater overeenkomstig de voorschriften van de verordening (EG) 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII en moet worden schoongehouden en, indien nodig, ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R005520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt is, indien nodig, gezorgd voor de nodige voorzieningen om de levensmiddelen te kunnen wassen. Elke spoelbak of vergelijkbare inrichting, bestemd voor het wassen van levensmiddelen, moet voorzien zijn van voldoende warm en/of koud drinkwater overeenkomstig de voorschriften van de verordening (EG) 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII en moet worden schoongehouden en, indien nodig, ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R005530 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt is, indien nodig, gezorgd voor de nodige voorzieningen om de levensmiddelen te kunnen wassen. Elke spoelbak of vergelijkbare inrichting, bestemd voor het wassen van levensmiddelen, moet voorzien zijn van voldoende warm en/of koud drinkwater overeenkomstig de voorschriften van de verordening (EG) 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII en moet worden schoongehouden en, indien nodig, ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk II, punt 3 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R005620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moeten voorzover dit redelijkerwijs haalbaar is, zo zijn gelegen, ontworpen en geconstrueerd en zo worden schoongehouden en onderhouden dat de risico's in verband met verontreiniging van levensmiddelen door dieren en schadelijke organismen zoveel mogelijk worden voorkomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R005710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Mobiele en/ of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moeten voorzover dit redelijkerwijs haalbaar is, zo zijn gelegen, ontworpen en geconstrueerd en zo worden schoongehouden en onderhouden dat de risico's in verband met verontreiniging van levensmiddelen door dieren en schadelijke organismen zoveel mogelijk worden voorkomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R005720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Mobiele en/ of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moeten voorzover dit redelijkerwijs haalbaar is, zo zijn gelegen, ontworpen en geconstrueerd en zo worden schoongehouden en onderhouden dat de risico's in verband met verontreiniging van levensmiddelen door dieren en schadelijke organismen zoveel mogelijk worden voorkomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R005730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Mobiele en/ of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moeten voorzover dit redelijkerwijs haalbaar is, zo zijn gelegen, ontworpen en geconstrueerd en zo worden schoongehouden en onderhouden dat de risico's in verband met verontreiniging van levensmiddelen door dieren en schadelijke organismen zoveel mogelijk worden voorkomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R005820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moeten passende voorzieningen aanwezig zijn voor een voldoende persoonlijke hygiëne (waaronder voorzieningen voor het hygiënisch wassen en drogen van de handen, hygiënische sanitaire voorzieningen en kleedruimtes). |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 2 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R005920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moeten oppervlakken die in aanraking komen met levensmiddelen, goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk kunnen worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. Dit houdt in dat glad, afwasbaar, corrosiebestendig en niet-toxisch materiaal moet worden gebruikt, tenzij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ten genoegen van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat andere gebruikte materialen voldoen; |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 2 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R006020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moeten, indien nodig, passende voorzieningen aanwezig zijn voor het schoonmaken en ontsmetten van gereedschap en apparatuur voorhanden zijn; |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 2 onder c |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R006120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moeten, indien nodig, passende voorzieningen aanwezig zijn om het schoonmaken van levensmiddelen hygiënisch te laten verlopen; |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 2 onder d |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R006220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moet voldoende warm en/of koud drinkbaar water beschikbaar zijn; |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 2 onder e |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R006320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moeten adequate regelingen zijn getroffen en/of voorzieningen aanwezig zijn voor de hygiënische opslag en verwijdering van gevaarlijke en/of oneetbare stoffen en afval (zowel vast als vloeibaar); |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 2 onder f |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R006420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moeten adequate regelingen zijn getroffen en/of voorzieningen aanwezig zijn voor het handhaven en bewaken van passende voedseltemperaturen; |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 2 onder g |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R006520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimten (bv. tenten, marktkramen, winkelwagens), ruimten die voornamelijk als particuliere woning worden gebruikt maar waar regelmatig levensmiddelen worden bereid voor het in de handel brengen, en automaten moeten de levensmiddelen zo geplaatst zijn dat de risico's in verband met verontreiniging zoveel mogelijk worden voorkomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk III, punt 2 onder h |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R006610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vervoermiddelen en/of recipiënten die worden gebruikt voor het vervoer van levensmiddelen, moeten schoon zijn en goed worden onderhouden om de levensmiddelen tegen verontreiniging te beschermen en moeten, indien nodig, zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat zij goed kunnen worden schoongemaakt en/of ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R006620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vervoermiddelen en/of recipiënten die worden gebruikt voor het vervoer van levensmiddelen, moeten schoon zijn en goed worden onderhouden om de levensmiddelen tegen verontreiniging te beschermen en moeten, indien nodig, zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat zij goed kunnen worden schoongemaakt en/of ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R006630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vervoermiddelen en/of recipiënten die worden gebruikt voor het vervoer van levensmiddelen, moeten schoon zijn en goed worden onderhouden om de levensmiddelen tegen verontreiniging te beschermen en moeten, indien nodig, zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat zij goed kunnen worden schoongemaakt en/of ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R006710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vervoermiddelen en/of recipiënten die worden gebruikt voor het vervoer van levensmiddelen, moeten schoon zijn en goed worden onderhouden om de levensmiddelen tegen verontreiniging te beschermen en moeten, indien nodig, zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat zij goed kunnen worden schoongemaakt en/of ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R006720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vervoermiddelen en/of recipiënten die worden gebruikt voor het vervoer van levensmiddelen, moeten schoon zijn en goed worden onderhouden om de levensmiddelen tegen verontreiniging te beschermen en moeten, indien nodig, zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat zij goed kunnen worden schoongemaakt en/of ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R006730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vervoermiddelen en/of recipiënten die worden gebruikt voor het vervoer van levensmiddelen, moeten schoon zijn en goed worden onderhouden om de levensmiddelen tegen verontreiniging te beschermen en moeten, indien nodig, zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat zij goed kunnen worden schoongemaakt en/of ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R006820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vervoermiddelen en/of recipiënten die worden gebruikt voor het vervoer van levensmiddelen, moeten schoon zijn en goed worden onderhouden om de levensmiddelen tegen verontreiniging te beschermen en moeten, indien nodig, zo zijn ontworpen en geconstrueerd dat zij goed kunnen worden schoongemaakt en/of ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R006920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ruimten in voertuigen en/of containers mogen niet voor het vervoer van andere goederen dan levensmiddelen worden gebruikt indien zulks tot verontreiniging kan leiden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R007020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In vervoermiddelen en/of recipiënten die terzelfder tijd worden gebruikt voor het vervoer van andere producten dan levensmiddelen of voor het vervoer van verschillende levensmiddelen tegelijk, moeten de producten, indien nodig, afdoende van elkaar gescheiden zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R007110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen in bulk in vloeibare, gegranuleerde of poedervormige staat moeten worden vervoerd in ruimten en/of containers/tanks die uitsluitend voor het vervoer van levensmiddelen worden gebruikt. Op de containers moet een duidelijk leesbare, onuitwisbare vermelding worden aangebracht in een of meer talen van de Gemeenschap, waaruit blijkt dat zij voor het vervoer van levensmiddelen worden gebruikt, of zij moeten de vermelding ‘uitsluitend voor levensmiddelen’ dragen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 4 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R007220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen in bulk in vloeibare, gegranuleerde of poedervormige staat moeten worden vervoerd in ruimten en/of containers/tanks die uitsluitend voor het vervoer van levensmiddelen worden gebruikt. Op de containers moet een duidelijk leesbare, onuitwisbare vermelding worden aangebracht in een of meer talen van de Gemeenschap, waaruit blijkt dat zij voor het vervoer van levensmiddelen worden gebruikt, of zij moeten de vermelding ‘uitsluitend voor levensmiddelen’ dragen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R007310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vervoermiddelen en/of recipiënten die worden gebruikt voor het vervoer van andere producten dan levensmiddelen of voor het vervoer van verschillende levensmiddelen, moeten tussen de verschillende vrachten afdoende worden schoongemaakt om verontreiniging te vermijden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 5 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R007320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vervoermiddelen en/of recipiënten die worden gebruikt voor het vervoer van andere producten dan levensmiddelen of voor het vervoer van verschillende levensmiddelen, moeten tussen de verschillende vrachten afdoende worden schoongemaakt om verontreiniging te vermijden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 5 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R007330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vervoermiddelen en/of recipiënten die worden gebruikt voor het vervoer van andere producten dan levensmiddelen of voor het vervoer van verschillende levensmiddelen, moeten tussen de verschillende vrachten afdoende worden schoongemaakt om verontreiniging te vermijden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 5 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R007420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen in vervoermiddelen en/of recipiënten moeten zo worden geplaatst en beschermd dat het risico van verontreiniging tot een minimum wordt beperkt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 6 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R007520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien nodig moeten vervoermiddelen en/of recipiënten die worden gebruikt voor het vervoer van levensmiddelen, die levensmiddelen op de vereiste temperatuur kunnen houden en de mogelijkheid bieden om die temperatuur te bewaken. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IV, punt 7 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R007610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten afdoende worden schoongemaakt en zo nodig ontsmet. Het schoonmaken en ontsmetten moeten zo frequent plaatsvinden dat elk gevaar van verontreiniging wordt vermeden |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder a |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R007620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten afdoende worden schoongemaakt en zo nodig ontsmet. Het schoonmaken en ontsmetten moeten zo frequent plaatsvinden dat elk gevaar van verontreiniging wordt vermeden |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R007630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten afdoende worden schoongemaakt en zo nodig ontsmet. Het schoonmaken en ontsmetten moeten zo frequent plaatsvinden dat elk gevaar van verontreiniging wordt vermeden |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder a |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R007720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten afdoende worden schoongemaakt en zo nodig ontsmet. Het schoonmaken en ontsmetten moeten zo frequent plaatsvinden dat elk gevaar van verontreiniging wordt vermeden |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R007810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten zodanig zijn geconstrueerd, van zodanige materialen zijn vervaardigd en zodanig worden onderhouden en gerepareerd dat het risico van verontreiniging tot een minimum wordt beperkt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder b |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R007820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten zodanig zijn geconstrueerd, van zodanige materialen zijn vervaardigd en zodanig worden onderhouden en gerepareerd dat het risico van verontreiniging tot een minimum wordt beperkt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R007830 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten zodanig zijn geconstrueerd, van zodanige materialen zijn vervaardigd en zodanig worden onderhouden en gerepareerd dat het risico van verontreiniging tot een minimum wordt beperkt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder b |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R007910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten met uitzondering van wegwerprecipiënten en -verpakkingen, zodanig zijn geconstrueerd, van zodanige materialen zijn vervaardigd en zodanig worden onderhouden en gerepareerd dat zij schoon gehouden kunnen worden en indien nodig kunnen worden ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder c |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R007920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten met uitzondering van wegwerprecipiënten en -verpakkingen, zodanig zijn geconstrueerd, van zodanige materialen zijn vervaardigd en zodanig worden onderhouden en gerepareerd dat zij schoon gehouden kunnen worden en indien nodig kunnen worden ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder c |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R007930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten met uitzondering van wegwerprecipiënten en -verpakkingen, zodanig zijn geconstrueerd, van zodanige materialen zijn vervaardigd en zodanig worden onderhouden en gerepareerd dat zij schoon gehouden kunnen worden en indien nodig kunnen worden ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder c |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R008020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle artikelen, uitrustingsstukken en apparatuur die met voedsel in aanraking komen moeten op een zodanige wijze worden geïnstalleerd dat de apparatuur en de omringende ruimte goed kunnen worden schoongemaakt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 1 onder d |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R008110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De apparatuur moet indien nodig voorzien zijn van passende controlemiddelen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van deze verordening bereikt worden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R008120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De apparatuur moet indien nodig voorzien zijn van passende controlemiddelen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van deze verordening bereikt worden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R008210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien chemische toevoegingsmiddelen moeten worden gebruikt ter bestrijding van corrosie van de uitrusting en de recipiënten, moeten deze toevoegingsmiddelen in overeenstemming met de goede praktijken worden gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R008220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien chemische toevoegingsmiddelen moeten worden gebruikt ter bestrijding van corrosie van de uitrusting en de recipiënten, moeten deze toevoegingsmiddelen in overeenstemming met de goede praktijken worden gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R008230 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien chemische toevoegingsmiddelen moeten worden gebruikt ter bestrijding van corrosie van de uitrusting en de recipiënten, moeten deze toevoegingsmiddelen in overeenstemming met de goede praktijken worden gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk V, punt 3 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R008310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelenafval, niet-eetbare bijproducten en andere afvallen moeten zo snel mogelijk uit ruimten met levensmiddelen worden verwijderd om een ophoping ervan te vermijden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VI, punt 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R008320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelenafval, niet-eetbare bijproducten en andere afvallen moeten zo snel mogelijk uit ruimten met levensmiddelen worden verwijderd om een ophoping ervan te vermijden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VI, punt 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R008330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelenafval, niet-eetbare bijproducten en andere afvallen moeten zo snel mogelijk uit ruimten met levensmiddelen worden verwijderd om een ophoping ervan te vermijden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VI, punt 1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R008420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelenafval, niet-eetbare bijproducten en andere afvallen moeten worden gedeponeerd in afsluitbare containers, tenzij de exploitant van het levensmiddelenbedrijf ten genoegen van de bevoegde autoriteit kan aantonen dat andere soorten containers of andere afvoersystemen voldoen. De containers moeten van een adequate constructie zijn, moeten goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk te reinigen en, indien nodig, te ontsmetten zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VI, punt 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R008520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelenafval, niet-eetbare bijproducten en andere afvallen moeten worden gedeponeerd in afsluitbare containers, tenzij de exploitant van het levensmiddelenbedrijf ten genoegen van de bevoegde autoriteit kan aantonen dat andere soorten containers of andere afvoersystemen voldoen. De containers moeten van een adequate constructie zijn, moeten goed worden onderhouden en moeten gemakkelijk te reinigen en, indien nodig, te ontsmetten zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VI, punt 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R008620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De nodige voorzieningen moeten worden getroffen voor de opslag en verwijdering van levensmiddelenafval, niet-eetbare bijproducten en andere afvallen. Afvalopslagplaatsen moeten zo worden ontworpen en beheerd dat zij schoon en indien nodig vrij van dieren en schadelijke organismen kunnen worden gehouden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VI, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R008710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De nodige voorzieningen moeten worden getroffen voor de opslag en verwijdering van levensmiddelenafval, niet-eetbare bijproducten en andere afvallen. Afvalopslagplaatsen moeten zo worden ontworpen en beheerd dat zij schoon en indien nodig vrij van dieren en schadelijke organismen kunnen worden gehouden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VI, punt 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R008720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De nodige voorzieningen moeten worden getroffen voor de opslag en verwijdering van levensmiddelenafval, niet-eetbare bijproducten en andere afvallen. Afvalopslagplaatsen moeten zo worden ontworpen en beheerd dat zij schoon en indien nodig vrij van dieren en schadelijke organismen kunnen worden gehouden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VI, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R008820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Al het afval moet hygiënisch en op een milieuvriendelijke wijze worden afgevoerd overeenkomstig de communautaire regelgeving terzake en mag, rechtstreeks noch onrechtstreeks, een bron zijn van verontreiniging |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VI, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R008920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Al het afval moet hygiënisch en op een milieuvriendelijke wijze worden afgevoerd overeenkomstig de communautaire regelgeving terzake en mag, rechtstreeks noch onrechtstreeks, een bron zijn van verontreiniging |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VI, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R009020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Drinkwater moet in voldoende hoeveelheden voor handen zijn en worden gebruikt wanneer moet worden gewaarborgd dat de levensmiddelen niet worden verontreinigd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 1 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R009110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Drinkwater moet in voldoende hoeveelheden voor handen zijn en worden gebruikt wanneer moet worden gewaarborgd dat de levensmiddelen niet worden verontreinigd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 1 onder a |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R009120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Drinkwater moet in voldoende hoeveelheden voor handen zijn en worden gebruikt wanneer moet worden gewaarborgd dat de levensmiddelen niet worden verontreinigd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 1 onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R009210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor visserijproducten in gehele staat mag gebruik worden gemaakt van schoon water. Voor levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen mag gebruik worden gemaakt van schoon zeewater. Ook voor uitwendig wassen mag schoon water worden gebruikt. Wanneer schoon water wordt gebruikt, dienen er toereikende faciliteiten en procedures voor de aanvoer ervan beschikbaar te zijn om ervoor te zorgen dat dit gebruik geen bron van verontreiniging voor het levensmiddel vormt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 1 onder b |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R009220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor visserijproducten in gehele staat mag gebruik worden gemaakt van schoon water. Voor levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen mag gebruik worden gemaakt van schoon zeewater. Ook voor uitwendig wassen mag schoon water worden gebruikt. Wanneer schoon water wordt gebruikt, dienen er toereikende faciliteiten en procedures voor de aanvoer ervan beschikbaar te zijn om ervoor te zorgen dat dit gebruik geen bron van verontreiniging voor het levensmiddel vormt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 1 onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R009320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer niet-drinkbaar water wordt gebruikt voor bijvoorbeeld brandbestrijding, stoomopwekking, koeling of andere soortgelijke toepassingen, moet het worden getransporteerd via aparte leidingen die gemakkelijk kunnen worden geïdentificeerd. De leidingen voor niet-drinkbaar water mogen niet verbonden zijn met de drinkwaterleidingen en water uit die leidingen mag niet in het drinkwatersysteem terecht kunnen komen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R009410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer niet-drinkbaar water wordt gebruikt voor bijvoorbeeld brandbestrijding, stoomopwekking, koeling of andere soortgelijke toepassingen, moet het worden getransporteerd via aparte leidingen die gemakkelijk kunnen worden geïdentificeerd. De leidingen voor niet-drinkbaar water mogen niet verbonden zijn met de drinkwaterleidingen en water uit die leidingen mag niet in het drinkwatersysteem terecht kunnen komen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R009420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer niet-drinkbaar water wordt gebruikt voor bijvoorbeeld brandbestrijding, stoomopwekking, koeling of andere soortgelijke toepassingen, moet het worden getransporteerd via aparte leidingen die gemakkelijk kunnen worden geïdentificeerd. De leidingen voor niet-drinkbaar water mogen niet verbonden zijn met de drinkwaterleidingen en water uit die leidingen mag niet in het drinkwatersysteem terecht kunnen komen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R009510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Gerecycleerd water dat wordt gebruikt bij de verwerking of als ingrediënt, mag geen enkel risico van verontreiniging inhouden. Het moet voldoen aan dezelfde normen als drinkwater, tenzij de bevoegde autoriteiten hebben geconstateerd dat de kwaliteit van het water geen nadelige gevolgen kan hebben voor de deugdelijkheid van het levensmiddel als eindproduct. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R009520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Gerecycleerd water dat wordt gebruikt bij de verwerking of als ingrediënt, mag geen enkel risico van verontreiniging inhouden. Het moet voldoen aan dezelfde normen als drinkwater, tenzij de bevoegde autoriteiten hebben geconstateerd dat de kwaliteit van het water geen nadelige gevolgen kan hebben voor de deugdelijkheid van het levensmiddel als eindproduct. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R009610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Gerecycleerd water dat wordt gebruikt bij de verwerking of als ingrediënt, mag geen enkel risico van verontreiniging inhouden. Het moet voldoen aan dezelfde normen als drinkwater, tenzij de bevoegde autoriteiten hebben geconstateerd dat de kwaliteit van het water geen nadelige gevolgen kan hebben voor de deugdelijkheid van het levensmiddel als eindproduct. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R009620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Gerecycleerd water dat wordt gebruikt bij de verwerking of als ingrediënt, mag geen enkel risico van verontreiniging inhouden. Het moet voldoen aan dezelfde normen als drinkwater, tenzij de bevoegde autoriteiten hebben geconstateerd dat de kwaliteit van het water geen nadelige gevolgen kan hebben voor de deugdelijkheid van het levensmiddel als eindproduct. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R009710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
IJs dat in contact komt met levensmiddelen of dat levensmiddelen zou kunnen verontreinigen moet worden gemaakt met drinkwater of, voor het koelen van visserijproducten in gehele staat, schoon water. Het moet op een zodanige wijze worden gemaakt, gehanteerd en opgeslagen dat het tegen verontreiniging wordt beschermd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 4 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R009720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
IJs dat in contact komt met levensmiddelen of dat levensmiddelen zou kunnen verontreinigen moet worden gemaakt met drinkwater of, voor het koelen van visserijproducten in gehele staat, schoon water. Het moet op een zodanige wijze worden gemaakt, gehanteerd en opgeslagen dat het tegen verontreiniging wordt beschermd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R009810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
IJs dat in contact komt met levensmiddelen of dat levensmiddelen zou kunnen verontreinigen moet worden gemaakt met drinkwater of, voor het koelen van visserijproducten in gehele staat, schoon water. Het moet op een zodanige wijze worden gemaakt, gehanteerd en opgeslagen dat het tegen verontreiniging wordt beschermd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 4 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R009820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
IJs dat in contact komt met levensmiddelen of dat levensmiddelen zou kunnen verontreinigen moet worden gemaakt met drinkwater of, voor het koelen van visserijproducten in gehele staat, schoon water. Het moet op een zodanige wijze worden gemaakt, gehanteerd en opgeslagen dat het tegen verontreiniging wordt beschermd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R009920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
IJs dat in contact komt met levensmiddelen of dat levensmiddelen zou kunnen verontreinigen moet worden gemaakt met drinkwater of, voor het koelen van visserijproducten in gehele staat, schoon water. Het moet op een zodanige wijze worden gemaakt, gehanteerd en opgeslagen dat het tegen verontreiniging wordt beschermd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R010010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Stoom die rechtstreeks in contact komt met levensmiddelen, mag geen stoffen bevatten die een gevaar vormen voor de gezondheid of waardoor het levensmiddel kan worden verontreinigd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 5 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R010120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Stoom die rechtstreeks in contact komt met levensmiddelen, mag geen stoffen bevatten die een gevaar vormen voor de gezondheid of waardoor het levensmiddel kan worden verontreinigd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 5 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R010220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer warmtehandeling wordt toegepast bij levensmiddelen in hermetisch gesloten recipiënten, moet erop worden toegezien dat het voor de koeling van de recipiënten na verhitting gebruikte water geen bron is van verontreiniging van het levensmiddel. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VII, punt 6 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R010310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Eenieder die werkzaam is in een ruimte waar producten worden gehanteerd, dient een zeer goede persoonlijke hygiëne in acht te nemen en dient passende, schone en, voorzover dat nodig is, beschermende kleding te dragen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VIII, onder 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R010320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Eenieder die werkzaam is in een ruimte waar producten worden gehanteerd, dient een zeer goede persoonlijke hygiëne in acht te nemen en dient passende, schone en, voorzover dat nodig is, beschermende kleding te dragen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VIII, onder 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R010330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Eenieder die werkzaam is in een ruimte waar producten worden gehanteerd, dient een zeer goede persoonlijke hygiëne in acht te nemen en dient passende, schone en, voorzover dat nodig is, beschermende kleding te dragen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VIII, onder 1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R010410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Personen die lijden aan of drager zijn van een ziekte die via voedsel kan worden overgedragen, of die bijvoorbeeld geïnfecteerde wonden, huidinfecties, huidaandoeningen of diarree hebben, mogen geen levensmiddelen hanteren of, in welke hoedanigheid ook, ruimten betreden waar levensmiddelen worden gehanteerd, indien er kans bestaat op rechtstreekse of onrechtstreekse verontreiniging. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VIII, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R010420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Personen die lijden aan of drager zijn van een ziekte die via voedsel kan worden overgedragen, of die bijvoorbeeld geïnfecteerde wonden, huidinfecties, huidaandoeningen of diarree hebben, mogen geen levensmiddelen hanteren of, in welke hoedanigheid ook, ruimten betreden waar levensmiddelen worden gehanteerd, indien er kans bestaat op rechtstreekse of onrechtstreekse verontreiniging. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VIII, onder 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R010520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Personen die lijden aan of drager zijn van een ziekte die via voedsel kan worden overgedragen, of die bijvoorbeeld geïnfecteerde wonden, huidinfecties, huidaandoeningen of diarree hebben, mogen geen levensmiddelen hanteren of, in welke hoedanigheid ook, ruimten betreden waar levensmiddelen worden gehanteerd, indien er kans bestaat op rechtstreekse of onrechtstreekse verontreiniging. Wanneer dergelijke personen in een levensmiddelenbedrijf werken, dienen zij hun ziekte of de symptomen en indien mogelijk de oorzaken ervan onmiddellijk kenbaar te maken aan de exploitant van het levensmiddelenbedrijf. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk VIII, onder 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R010610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag geen grondstoffen of ingrediënten andere dan levende dieren, of andere voor verwerking van producten aangewende materialen accepteren waarvan bekend is of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij zodanig verontreinigd zijn met parasieten, pathogene micro-organismen of toxische, in ontbinding verkerende of vreemde substanties dat zij, na het normale sorteer- en/of voorbereidings- of verwerkingsproces dat door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf hygiënisch wordt toegepast, nog steeds ongeschikt zouden zijn voor menselijke consumptie. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R010620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag geen grondstoffen of ingrediënten andere dan levende dieren, of andere voor verwerking van producten aangewende materialen accepteren waarvan bekend is of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij zodanig verontreinigd zijn met parasieten, pathogene micro-organismen of toxische, in ontbinding verkerende of vreemde substanties dat zij, na het normale sorteer- en/of voorbereidings- of verwerkingsproces dat door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf hygiënisch wordt toegepast, nog steeds ongeschikt zouden zijn voor menselijke consumptie. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R010710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen en alle ingrediënten die in het bedrijf zijn opgeslagen, moeten worden bewaard in adequate omstandigheden die erop gericht zijn bederf te voorkomen en verontreiniging tegen te gaan. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R010720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen en alle ingrediënten die in het bedrijf zijn opgeslagen, moeten worden bewaard in adequate omstandigheden die erop gericht zijn bederf te voorkomen en verontreiniging tegen te gaan. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R010730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen en alle ingrediënten die in het bedrijf zijn opgeslagen, moeten worden bewaard in adequate omstandigheden die erop gericht zijn bederf te voorkomen en verontreiniging tegen te gaan. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R010820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In alle stadia van de productie, verwerking en distributie moeten levensmiddelen worden beschermd tegen elke vorm van verontreiniging waardoor de levensmiddelen ongeschikt kunnen worden voor menselijke consumptie, schadelijk worden voor de gezondheid, dan wel op een zodanige wijze kunnen worden verontreinigd dat zij redelijkerwijze niet meer in die staat kunnen worden geconsumeerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R010910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In alle stadia van de productie, verwerking en distributie moeten levensmiddelen worden beschermd tegen elke vorm van verontreiniging waardoor de levensmiddelen ongeschikt kunnen worden voor menselijke consumptie, schadelijk worden voor de gezondheid, dan wel op een zodanige wijze kunnen worden verontreinigd dat zij redelijkerwijze niet meer in die staat kunnen worden geconsumeerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R011020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In alle stadia van de productie, verwerking en distributie moeten levensmiddelen worden beschermd tegen elke vorm van verontreiniging waardoor de levensmiddelen ongeschikt kunnen worden voor menselijke consumptie, schadelijk worden voor de gezondheid, dan wel op een zodanige wijze kunnen worden verontreinigd dat zij redelijkerwijze niet meer in die staat kunnen worden geconsumeerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R011110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Adequate maatregelen moeten worden getroffen om schadelijke organismen te bestrijden. Er moeten ook adequate maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat huisdieren op plaatsen kunnen komen waar levensmiddelen worden bewerkt, gehanteerd of opgeslagen (of, indien de bevoegde autoriteiten zulks in speciale gevallen toestaan, om te voorkomen dat huisdieren die daar wel komen verontreiniging van de levensmiddelen veroorzaken). |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 4 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R011120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Adequate maatregelen moeten worden getroffen om schadelijke organismen te bestrijden. Er moeten ook adequate maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat huisdieren op plaatsen kunnen komen waar levensmiddelen worden bewerkt, gehanteerd of opgeslagen (of, indien de bevoegde autoriteiten zulks in speciale gevallen toestaan, om te voorkomen dat huisdieren die daar wel komen verontreiniging van de levensmiddelen veroorzaken). |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R011130 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Adequate maatregelen moeten worden getroffen om schadelijke organismen te bestrijden. Er moeten ook adequate maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat huisdieren op plaatsen kunnen komen waar levensmiddelen worden bewerkt, gehanteerd of opgeslagen (of, indien de bevoegde autoriteiten zulks in speciale gevallen toestaan, om te voorkomen dat huisdieren die daar wel komen verontreiniging van de levensmiddelen veroorzaken). |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 4 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R011220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Adequate maatregelen moeten worden getroffen om schadelijke organismen te bestrijden. Er moeten ook adequate maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat huisdieren op plaatsen kunnen komen waar levensmiddelen worden bewerkt, gehanteerd of opgeslagen (of, indien de bevoegde autoriteiten zulks in speciale gevallen toestaan, om te voorkomen dat huisdieren die daar wel komen verontreiniging van de levensmiddelen veroorzaken). |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R011310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen, ingrediënten, halffabrikaten en eindproducten die een voedingsbodem kunnen vormen voor pathogene micro-organismen of voor toxines, mogen niet worden bewaard bij temperaturen die risico's inhouden voor de gezondheid. De koudeketen mag niet worden verbroken. Gedurende korte tijd mag evenwel van temperatuurbeheersing worden afgezien wanneer dit nodig is in verband met de hantering bij de bereiding, het vervoer, de opslag, de uitstalling en de levering van levensmiddelen, voorzover dat geen risico's inhoudt voor de gezondheid. In levensmiddelenbedrijven waar verwerkte levensmiddelen worden vervaardigd, gehanteerd en verpakt, dienen adequate ruimten aanwezig te zijn die groot genoeg zijn voor de aparte opslag van grondstoffen en verwerkt materiaal, met voldoende aparte gekoelde opslagruimten |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 5 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R011320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen, ingrediënten, halffabrikaten en eindproducten die een voedingsbodem kunnen vormen voor pathogene micro-organismen of voor toxines, mogen niet worden bewaard bij temperaturen die risico's inhouden voor de gezondheid. De koudeketen mag niet worden verbroken. Gedurende korte tijd mag evenwel van temperatuurbeheersing worden afgezien wanneer dit nodig is in verband met de hantering bij de bereiding, het vervoer, de opslag, de uitstalling en de levering van levensmiddelen, voorzover dat geen risico's inhoudt voor de gezondheid. In levensmiddelenbedrijven waar verwerkte levensmiddelen worden vervaardigd, gehanteerd en verpakt, dienen adequate ruimten aanwezig te zijn die groot genoeg zijn voor de aparte opslag van grondstoffen en verwerkt materiaal, met voldoende aparte gekoelde opslagruimten |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 5 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R011330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen, ingrediënten, halffabrikaten en eindproducten die een voedingsbodem kunnen vormen voor pathogene micro-organismen of voor toxines, mogen niet worden bewaard bij temperaturen die risico's inhouden voor de gezondheid. De koudeketen mag niet worden verbroken. Gedurende korte tijd mag evenwel van temperatuurbeheersing worden afgezien wanneer dit nodig is in verband met de hantering bij de bereiding, het vervoer, de opslag, de uitstalling en de levering van levensmiddelen, voorzover dat geen risico's inhoudt voor de gezondheid. In levensmiddelenbedrijven waar verwerkte levensmiddelen worden vervaardigd, gehanteerd en verpakt, dienen adequate ruimten aanwezig te zijn die groot genoeg zijn voor de aparte opslag van grondstoffen en verwerkt materiaal, met voldoende aparte gekoelde opslagruimten |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 5 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R011410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen, ingrediënten, halffabrikaten en eindproducten die een voedingsbodem kunnen vormen voor pathogene micro-organismen of voor toxines, mogen niet worden bewaard bij temperaturen die risico's inhouden voor de gezondheid. De koudeketen mag niet worden verbroken. Gedurende korte tijd mag evenwel van temperatuurbeheersing worden afgezien wanneer dit nodig is in verband met de hantering bij de bereiding, het vervoer, de opslag, de uitstalling en de levering van levensmiddelen, voorzover dat geen risico's inhoudt voor de gezondheid. In levensmiddelenbedrijven waar verwerkte levensmiddelen worden vervaardigd, gehanteerd en verpakt, dienen adequate ruimten aanwezig te zijn die groot genoeg zijn voor de aparte opslag van grondstoffen en verwerkt materiaal, met voldoende aparte gekoelde opslagruimten |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 5 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R011420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen, ingrediënten, halffabrikaten en eindproducten die een voedingsbodem kunnen vormen voor pathogene micro-organismen of voor toxines, mogen niet worden bewaard bij temperaturen die risico's inhouden voor de gezondheid. De koudeketen mag niet worden verbroken. Gedurende korte tijd mag evenwel van temperatuurbeheersing worden afgezien wanneer dit nodig is in verband met de hantering bij de bereiding, het vervoer, de opslag, de uitstalling en de levering van levensmiddelen, voorzover dat geen risico's inhoudt voor de gezondheid. In levensmiddelenbedrijven waar verwerkte levensmiddelen worden vervaardigd, gehanteerd en verpakt, dienen adequate ruimten aanwezig te zijn die groot genoeg zijn voor de aparte opslag van grondstoffen en verwerkt materiaal, met voldoende aparte gekoelde opslagruimten |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 5 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R011430 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen, ingrediënten, halffabrikaten en eindproducten die een voedingsbodem kunnen vormen voor pathogene micro-organismen of voor toxines, mogen niet worden bewaard bij temperaturen die risico's inhouden voor de gezondheid. De koudeketen mag niet worden verbroken. Gedurende korte tijd mag evenwel van temperatuurbeheersing worden afgezien wanneer dit nodig is in verband met de hantering bij de bereiding, het vervoer, de opslag, de uitstalling en de levering van levensmiddelen, voorzover dat geen risico's inhoudt voor de gezondheid. In levensmiddelenbedrijven waar verwerkte levensmiddelen worden vervaardigd, gehanteerd en verpakt, dienen adequate ruimten aanwezig te zijn die groot genoeg zijn voor de aparte opslag van grondstoffen en verwerkt materiaal, met voldoende aparte gekoelde opslagruimten |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 5 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R011520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen, ingrediënten, halffabrikaten en eindproducten die een voedingsbodem kunnen vormen voor pathogene micro-organismen of voor toxines, mogen niet worden bewaard bij temperaturen die risico's inhouden voor de gezondheid. De koudeketen mag niet worden verbroken. Gedurende korte tijd mag evenwel van temperatuurbeheersing worden afgezien wanneer dit nodig is in verband met de hantering bij de bereiding, het vervoer, de opslag, de uitstalling en de levering van levensmiddelen, voorzover dat geen risico's inhoudt voor de gezondheid. In levensmiddelenbedrijven waar verwerkte levensmiddelen worden vervaardigd, gehanteerd en verpakt, dienen adequate ruimten aanwezig te zijn die groot genoeg zijn voor de aparte opslag van grondstoffen en verwerkt materiaal, met voldoende aparte gekoelde opslagruimten |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 5 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R011610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer levensmiddelen koel moeten worden bewaard of opgediend, moeten zij zo snel mogelijk na de warmtebehandeling, dan wel na de laatste fase van de bereiding wanneer geen warmtebehandeling wordt toegepast, worden gekoeld tot een temperatuur die geen risico's voor de gezondheid oplevert. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 6 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R011620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer levensmiddelen koel moeten worden bewaard of opgediend, moeten zij zo snel mogelijk na de warmtebehandeling, dan wel na de laatste fase van de bereiding wanneer geen warmtebehandeling wordt toegepast, worden gekoeld tot een temperatuur die geen risico's voor de gezondheid oplevert. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 6 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R011630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer levensmiddelen koel moeten worden bewaard of opgediend, moeten zij zo snel mogelijk na de warmtebehandeling, dan wel na de laatste fase van de bereiding wanneer geen warmtebehandeling wordt toegepast, worden gekoeld tot een temperatuur die geen risico's voor de gezondheid oplevert. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 6 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R011710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R011720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R011730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R011810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R011820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R011830 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R011910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R011920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R011930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R012010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R012020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R012030 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen moeten zo worden ontdooid dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen of de vorming van toxines in de levensmiddelen zo gering mogelijk is. Het ontdooien van de levensmiddelen dient plaats te vinden bij een temperatuur die geen risico's inhoudt voor de gezondheid. Indien de tijdens het ontdooien uitlekkende vloeistoffen een gezondheidsrisico kunnen inhouden, moeten zij op een adequate wijze worden afgevoerd. Na het ontdooien moeten de levensmiddelen zo worden behandeld dat het gevaar voor de groei van pathogene micro-organismen en de vorming van toxines zoveel mogelijk worden uitgesloten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 7 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R012120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Gevaarlijke en/of oneetbare substanties, met inbegrip van diervoeders, moeten op een adequate wijze worden geëtiketteerd en opgeslagen in aparte en veilige containers. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 8 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R012210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Gevaarlijke en/of oneetbare substanties, met inbegrip van diervoeders, moeten op een adequate wijze worden geëtiketteerd en opgeslagen in aparte en veilige containers. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 8 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R012220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Gevaarlijke en/of oneetbare substanties, met inbegrip van diervoeders, moeten op een adequate wijze worden geëtiketteerd en opgeslagen in aparte en veilige containers. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 8 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R012230 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Gevaarlijke en/of oneetbare substanties, met inbegrip van diervoeders, moeten op een adequate wijze worden geëtiketteerd en opgeslagen in aparte en veilige containers. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk IX, onder 8 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R012310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het materiaal waaruit de onmiddellijke verpakking en de verpakking bestaan, mag geen bron van verontreiniging zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk X, onder 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R012320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het materiaal waaruit de onmiddellijke verpakking en de verpakking bestaan, mag geen bron van verontreiniging zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk X, onder 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R012410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De onmiddellijke verpakkingen moeten op een zodanige wijze worden opgeslagen dat zij niet kunnen worden verontreinigd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk X, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R012420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De onmiddellijke verpakkingen moeten op een zodanige wijze worden opgeslagen dat zij niet kunnen worden verontreinigd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk X, onder 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R012430 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De onmiddellijke verpakkingen moeten op een zodanige wijze worden opgeslagen dat zij niet kunnen worden verontreinigd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk X, onder 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R012510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De verrichtingen van onmiddellijke verpakking en verpakking moeten zo geschieden dat verontreiniging van producten wordt voorkomen. Indien nodig, en vooral wanneer het gaat om blikken en glazen recipiënten, moet ervoor worden gezorgd dat het recipiënt intact en schoon is. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk X, onder 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R012520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De verrichtingen van onmiddellijke verpakking en verpakking moeten zo geschieden dat verontreiniging van producten wordt voorkomen. Indien nodig, en vooral wanneer het gaat om blikken en glazen recipiënten, moet ervoor worden gezorgd dat het recipiënt intact en schoon is. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk X, onder 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R012530 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De verrichtingen van onmiddellijke verpakking en verpakking moeten zo geschieden dat verontreiniging van producten wordt voorkomen. Indien nodig, en vooral wanneer het gaat om blikken en glazen recipiënten, moet ervoor worden gezorgd dat het recipiënt intact en schoon is. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk X, onder 3 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R012620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De verrichtingen van onmiddellijke verpakking en verpakking moeten zo geschieden dat verontreiniging van producten wordt voorkomen. Indien nodig, en vooral wanneer het gaat om blikken en glazen recipiënten, moet ervoor worden gezorgd dat het recipiënt intact en schoon is. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk X, onder 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R012720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onmiddellijke verpakkingen en verpakkingen die opnieuw worden gebruikt voor levensmiddelen, moeten makkelijk kunnen worden gereinigd en indien nodig makkelijk kunnen worden ontsmet. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk X, onder 4 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R012810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht moet tijdens elk warmtebehandelingsproces bij de verwerking van een onverwerkt product of de verdere verwerking van een verwerkt product elk deel van het behandelde product gedurende een bepaalde tijd op een bepaalde temperatuur worden gebracht. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 1 a |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R012820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht moet tijdens elk warmtebehandelingsproces bij de verwerking van een onverwerkt product of de verdere verwerking van een verwerkt product elk deel van het behandelde product gedurende een bepaalde tijd op een bepaalde temperatuur worden gebracht. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 1 a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R012830 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht moet tijdens elk warmtebehandelingsproces bij de verwerking van een onverwerkt product of de verdere verwerking van een verwerkt product elk deel van het behandelde product gedurende een bepaalde tijd op een bepaalde temperatuur worden gebracht. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 1 a |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R012910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht moet tijdens elk warmtebehandelingsproces bij de verwerking van een onverwerkt product of de verdere verwerking van een verwerkt product besmetting van het product tijdens het proces moet worden voorkomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 1 b |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R012920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht moet tijdens elk warmtebehandelingsproces bij de verwerking van een onverwerkt product of de verdere verwerking van een verwerkt product besmetting van het product tijdens het proces moet worden voorkomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 1 b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R012930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht moet tijdens elk warmtebehandelingsproces bij de verwerking van een onverwerkt product of de verdere verwerking van een verwerkt product besmetting van het product tijdens het proces moet worden voorkomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 1 b |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R013010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht regelmatig de voornaamste toepasselijke parameters (in het bijzonder temperatuur, druk, sluiting en microbiologie) controleren, ook door middel van automatische apparatuur, om het toegepaste proces aan de doelstellingen te laten voldoen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R013020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht regelmatig de voornaamste toepasselijke parameters (in het bijzonder temperatuur, druk, sluiting en microbiologie) controleren, ook door middel van automatische apparatuur, om het toegepaste proces aan de doelstellingen te laten voldoen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R013030 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht regelmatig de voornaamste toepasselijke parameters (in het bijzonder temperatuur, druk, sluiting en microbiologie) controleren, ook door middel van automatische apparatuur, om het toegepaste proces aan de doelstellingen te laten voldoen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R013110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht moet het toegepaste proces voldoen aan een internationaal erkende norm (bv. pasteurisatie, ultrahoge temperatuur of sterilisatie). |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R013120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht moet het toegepaste proces voldoen aan een internationaal erkende norm (bv. pasteurisatie, ultrahoge temperatuur of sterilisatie). |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R013130 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht moet het toegepaste proces voldoen aan een internationaal erkende norm (bv. pasteurisatie, ultrahoge temperatuur of sterilisatie). |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XI, onder 3 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R013210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten erop toezien dat al wie met levensmiddelen omgaat, wordt gecontroleerd en opgeleid en/of gevormd op het gebied van de hygiëne, naar gelang van hun beroepsactiviteit |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XII, onder 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R013220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten erop toezien dat al wie met levensmiddelen omgaat, wordt gecontroleerd en opgeleid en/of gevormd op het gebied van de hygiëne, naar gelang van hun beroepsactiviteit |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XII, onder 1 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R013230 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten erop toezien dat al wie met levensmiddelen omgaat, wordt gecontroleerd en opgeleid en/of gevormd op het gebied van de hygiëne, naar gelang van hun beroepsactiviteit |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XII, onder 1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R013310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten erop toezien dat al wie verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en het onderhoud van de in artikel 5, lid 1, van verordening (EG) 852/2004 bedoelde procedure of voor de toepassing van de desbetreffende gidsen, de nodige opleiding inzake de beginselen van HACCP heeft gekregen; |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XII, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R013320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten erop toezien dat al wie verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en het onderhoud van de in artikel 5, lid 1, van verordening (EG) 852/2004 bedoelde procedure of voor de toepassing van de desbetreffende gidsen, de nodige opleiding inzake de beginselen van HACCP heeft gekregen; |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XII, onder 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R013330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten erop toezien dat al wie verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en het onderhoud van de in artikel 5, lid 1, van verordening (EG) 852/2004 bedoelde procedure of voor de toepassing van de desbetreffende gidsen, de nodige opleiding inzake de beginselen van HACCP heeft gekregen; |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XII, onder 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R013410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten erop toezien dat wordt voldaan aan de nationale voorschriften inzake de opleidingseisen voor personen die werkzaam zijn in bepaalde levensmiddelensectoren. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XII, onder 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R013420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten erop toezien dat wordt voldaan aan de nationale voorschriften inzake de opleidingseisen voor personen die werkzaam zijn in bepaalde levensmiddelensectoren. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XII, onder 3 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R013430 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten erop toezien dat wordt voldaan aan de nationale voorschriften inzake de opleidingseisen voor personen die werkzaam zijn in bepaalde levensmiddelensectoren. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, tweede lid, in samenhang met bijlage II, hoofdstuk XII, onder 3 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R013520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van een levensmiddelenbedrijf voldoet aan specifieke hygiënemaatregelen ten aanzien van het handhaven van het koelcircuit |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 4, derde lid, onder d |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R013610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor de invoering, de uitvoering en de handhaving van één of meer permanente procedures die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R013620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor de invoering, de uitvoering en de handhaving van één of meer permanente procedures die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R013630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor de invoering, de uitvoering en de handhaving van één of meer permanente procedures die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R013710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het onderkennen van elk gevaar dat voorkomen, geëlimineerd of tot een aanvaardbaar niveau gereduceerd moet worden gelet op de HACCP beginselen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder a |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R013720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het onderkennen van elk gevaar dat voorkomen, geëlimineerd of tot een aanvaardbaar niveau gereduceerd moet worden gelet op de HACCP beginselen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R013730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het onderkennen van elk gevaar dat voorkomen, geëlimineerd of tot een aanvaardbaar niveau gereduceerd moet worden gelet op de HACCP beginselen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder a |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R013810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het identificeren van de kritische controlepunten in het stadium of de stadia waarin controle essentieel is om een gevaar te voorkomen of te elimineren dan wel tot een aanvaardbaar niveau te reduceren gelet op de HACCP beginselen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder b |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R013820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het identificeren van de kritische controlepunten in het stadium of de stadia waarin controle essentieel is om een gevaar te voorkomen of te elimineren dan wel tot een aanvaardbaar niveau te reduceren gelet op de HACCP beginselen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R013830 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het identificeren van de kritische controlepunten in het stadium of de stadia waarin controle essentieel is om een gevaar te voorkomen of te elimineren dan wel tot een aanvaardbaar niveau te reduceren gelet op de HACCP beginselen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder b |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R013910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van kritische grenswaarden voor de kritische controlepunten teneinde te kunnen bepalen wat aanvaardbaar en wat niet aanvaardbaar is op het vlak van preventie, eliminatie of reductie van een onderkend gevaar, die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder c |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R013920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van kritische grenswaarden voor de kritische controlepunten teneinde te kunnen bepalen wat aanvaardbaar en wat niet aanvaardbaar is op het vlak van preventie, eliminatie of reductie van een onderkend gevaar, die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder c |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R013930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van kritische grenswaarden voor de kritische controlepunten teneinde te kunnen bepalen wat aanvaardbaar en wat niet aanvaardbaar is op het vlak van preventie, eliminatie of reductie van een onderkend gevaar, die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder c |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R014010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van efficiënte bewakingsprocedures op de kritische controlepunten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder d |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R014020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van efficiënte bewakingsprocedures op de kritische controlepunten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder d |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R014030 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van efficiënte bewakingsprocedures op de kritische controlepunten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder d |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R014110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het toepassen van efficiënte bewakingsprocedures op de kritische controlepunten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder d |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R014120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het toepassen van efficiënte bewakingsprocedures op de kritische controlepunten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder d |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R014130 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het toepassen van efficiënte bewakingsprocedures op de kritische controlepunten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder d |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R014210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van corrigerende maatregelen wanneer uit de bewaking zou blijken dat een kritisch controlepunt niet volledig onder controle is. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder e |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R014220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van corrigerende maatregelen wanneer uit de bewaking zou blijken dat een kritisch controlepunt niet volledig onder controle is. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder e |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R014230 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van corrigerende maatregelen wanneer uit de bewaking zou blijken dat een kritisch controlepunt niet volledig onder controle is. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder e |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R014310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van procedures om na te gaan of in artikel 5, eerste lid, de onder a) tot en met e) van verordening (EG) 852/2004 bedoelde maatregelen naar behoren functioneren, waarbij regelmatig verificatieprocedures worden uitgevoerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder f |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R014320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van procedures om na te gaan of in artikel 5, eerste lid, de onder a) tot en met e) van verordening (EG) 852/2004 bedoelde maatregelen naar behoren functioneren, waarbij regelmatig verificatieprocedures worden uitgevoerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder f |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R014330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van procedures om na te gaan of in artikel 5, eerste lid, de onder a) tot en met e) van verordening (EG) 852/2004 bedoelde maatregelen naar behoren functioneren, waarbij regelmatig verificatieprocedures worden uitgevoerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder f |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R014410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van procedures om na te gaan of in artikel 5, eerste lid, de onder a) tot en met e) van verordening (EG) 852/2004 bedoelde maatregelen naar behoren functioneren, waarbij regelmatig verificatieprocedures worden uitgevoerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder f |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R014420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van procedures om na te gaan of in artikel 5, eerste lid, de onder a) tot en met e) van verordening (EG) 852/2004 bedoelde maatregelen naar behoren functioneren, waarbij regelmatig verificatieprocedures worden uitgevoerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder f |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R014430 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het vaststellen van procedures om na te gaan of in artikel 5, eerste lid, de onder a) tot en met e) van verordening (EG) 852/2004 bedoelde maatregelen naar behoren functioneren, waarbij regelmatig verificatieprocedures worden uitgevoerd. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder f |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R014510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het opstellen van aan de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf aangepaste documenten en registers, teneinde aan te tonen dat de in artikel 5, eerste lid, in samenhang met tweede lid, onder a) tot en met f) van verordening (EG) 852/2004 omschreven maatregelen daadwerkelijk worden toegepast. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder g |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R014520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het opstellen van aan de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf aangepaste documenten en registers, teneinde aan te tonen dat de in artikel 5, eerste lid, in samenhang met tweede lid, onder a) tot en met f) van verordening (EG) 852/2004 omschreven maatregelen daadwerkelijk worden toegepast. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder g |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R014530 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dragen zorg voor het opstellen van aan de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf aangepaste documenten en registers, teneinde aan te tonen dat de in artikel 5, eerste lid, in samenhang met tweede lid, onder a) tot en met f) van verordening (EG) 852/2004 omschreven maatregelen daadwerkelijk worden toegepast. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, onder g |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R014610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij enige wijziging van het product, de verwerking of een stadium daarvan, dient de exploitant van een levensmiddelenbedrijf één of meer permanente procedures die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen te herzien en waar nodig aan te passen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, laatste alinea |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R014620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij enige wijziging van het product, de verwerking of een stadium daarvan, dient de exploitant van een levensmiddelenbedrijf één of meer permanente procedures die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen te herzien en waar nodig aan te passen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, laatste alinea |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R014630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij enige wijziging van het product, de verwerking of een stadium daarvan, dient de exploitant van een levensmiddelenbedrijf één of meer permanente procedures die gebaseerd zijn op de HACCP-beginselen te herzien en waar nodig aan te passen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, eerste lid, en tweede lid, laatste alinea |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R014710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen tegenover de bevoegde autoriteit aan te tonen dat zij artikel 5, eerste lid van de verordening (EG) 852/2004 op een zodanige wijze naleven als de bevoegde autoriteit verlangt, rekening houdend met de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, vierde lid, onder a |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R014720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen tegenover de bevoegde autoriteit aan te tonen dat zij artikel 5, eerste lid van de verordening (EG) 852/2004 op een zodanige wijze naleven als de bevoegde autoriteit verlangt, rekening houdend met de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, vierde lid, onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R014730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen tegenover de bevoegde autoriteit aan te tonen dat zij artikel 5, eerste lid van de verordening (EG) 852/2004 op een zodanige wijze naleven als de bevoegde autoriteit verlangt, rekening houdend met de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, vierde lid, onder a |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R014810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorgen ervoor dat alle documenten met de beschrijving van de overeenkomstig artikel 5, eerste lid van de verordening (EG) 852/2004 ontwikkelde procedures altijd geactualiseerd zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, vierde lid, onder b |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R014820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorgen ervoor dat alle documenten met de beschrijving van de overeenkomstig artikel 5, eerste lid van de verordening (EG) 852/2004 ontwikkelde procedures altijd geactualiseerd zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, vierde lid, onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R014830 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorgen ervoor dat alle documenten met de beschrijving van de overeenkomstig artikel 5, eerste lid van de verordening (EG) 852/2004 ontwikkelde procedures altijd geactualiseerd zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, vierde lid, onder b |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R014910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven bewaren alle overige documenten en verslagen gedurende een passende periode. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, vierde lid, onder c |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R014920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven bewaren alle overige documenten en verslagen gedurende een passende periode. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, vierde lid, onder c |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R014930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven bewaren alle overige documenten en verslagen gedurende een passende periode. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 5, vierde lid, onder c |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R015020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van een levensmiddelenbedrijf stelt de bevoegde autoriteit op de door haar met het oog op registratie voorgeschreven wijze op de hoogte van elke inrichting die onder zijn beheer enigerlei activiteit in de stadia van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen uitvoert en zorgen er tevens voor dat de bevoegde autoriteit altijd over actuele informatie over de inrichtingen beschikt, onder meer door elke wezenlijke wijziging van de activiteiten en elke sluiting van een bestaande inrichting te melden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid Verordening (EG) Nr. 852/2004 artikel 6, tweede lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
ID regel |
Normadressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39R060110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelen zorgen ervoor dat levensmiddelen voldoen aan de desbetreffende microbiologische criteria zoals aangegeven in bijlage I. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 3, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R060120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelen zorgen ervoor dat levensmiddelen voldoen aan de desbetreffende microbiologische criteria zoals aangegeven in bijlage I. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 3, eerste lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R060130 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelen zorgen ervoor dat levensmiddelen voldoen aan de desbetreffende microbiologische criteria zoals aangegeven in bijlage I. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 3, eerste lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R060210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelen nemen in alle stadia van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen, met inbegrip van de detailhandel, de nodige maatregelen, in het kader van hun op HACCP gebaseerde procedures en de toepassing van goede hygiënepraktijken, om te bereiken dat de bevoorrading met en de behandeling en verwerking van de grondstoffen en levensmiddelen onder hun beheer zodanig geschieden dat aan de proceshygiënecriteria wordt voldaan. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 3, eerste lid, onder a |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R060220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelen nemen in alle stadia van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen, met inbegrip van de detailhandel, de nodige maatregelen, in het kader van hun op HACCP gebaseerde procedures en de toepassing van goede hygiënepraktijken, om te bereiken dat de bevoorrading met en de behandeling en verwerking van de grondstoffen en levensmiddelen onder hun beheer zodanig geschieden dat aan de proceshygiënecriteria wordt voldaan. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 3, eerste lid, onder a |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R060230 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelen nemen in alle stadia van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen, met inbegrip van de detailhandel, de nodige maatregelen, in het kader van hun op HACCP gebaseerde procedures en de toepassing van goede hygiënepraktijken, om te bereiken dat de bevoorrading met en de behandeling en verwerking van de grondstoffen en levensmiddelen onder hun beheer zodanig geschieden dat aan de proceshygiënecriteria wordt voldaan. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 3, eerste lid, onder a |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R060310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelen nemen in alle stadia van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen, met inbegrip van de detailhandel, de nodige maatregelen, in het kader van hun op HACCP gebaseerde procedures en de toepassing van goede hygiënepraktijken, om te bereiken dat de producten onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden bij de distributie, de opslag en het gebruik kunnen voldoen aan de voedselveiligheidscriteria die voor hun hele houdbaarheidstermijn gelden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 3, eerste lid, onder b |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R060320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelen nemen in alle stadia van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen, met inbegrip van de detailhandel, de nodige maatregelen, in het kader van hun op HACCP gebaseerde procedures en de toepassing van goede hygiënepraktijken, om te bereiken dat de producten onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden bij de distributie, de opslag en het gebruik kunnen voldoen aan de voedselveiligheidscriteria die voor hun hele houdbaarheidstermijn gelden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 3, eerste lid, onder b |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R060330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelen nemen in alle stadia van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen, met inbegrip van de detailhandel, de nodige maatregelen, in het kader van hun op HACCP gebaseerde procedures en de toepassing van goede hygiënepraktijken, om te bereiken dat de producten onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden bij de distributie, de opslag en het gebruik kunnen voldoen aan de voedselveiligheidscriteria die voor hun hele houdbaarheidstermijn gelden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 3, eerste lid, onder b |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R060420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voorzover nodig verrichten de voor de vervaardiging van het product verantwoordelijke exploitanten van levensmiddelenbedrijven studies overeenkomstig bijlage II om na te gaan of gedurende de hele houdbaarheidstermijn aan de criteria wordt voldaan. Dit geldt met name voor kant-en-klare levensmiddelen die als voedingsbodem voor Listeria monocytogenes kunnen dienen en waarbij die bacterie een risico voor de volksgezondheid kan inhouden. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 3, tweede lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R060510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Om hun op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken te valideren of te verifiëren of die goed functioneren, voeren exploitanten van levensmiddelenbedrijven waar van toepassing testen uit aan de hand van de microbiologische criteria van bijlage I. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 4, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R060520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Om hun op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken te valideren of te verifiëren of die goed functioneren, voeren exploitanten van levensmiddelenbedrijven waar van toepassing testen uit aan de hand van de microbiologische criteria van bijlage I. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 4, eerste lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R060530 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Om hun op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken te valideren of te verifiëren of die goed functioneren, voeren exploitanten van levensmiddelenbedrijven waar van toepassing testen uit aan de hand van de microbiologische criteria van bijlage I. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 4, eerste lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R060610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven stellen zelf de nodige bemonsteringsfrequenties vast, tenzij in bijlage I specifieke bemonsteringsfrequenties zijn aangegeven; in dat geval gelden die bemonsteringsfrequenties als minimum. De exploitanten van levensmiddelenbedrijven bepalen dit in het kader van hun op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken, met inachtneming van de gebruiksaanwijzing van het levensmiddel. De bemonsteringsfrequentie kan worden afgestemd op de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf, mits de veiligheid van de levensmiddelen hierdoor niet in gevaar komt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 4, tweede lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R060620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven stellen zelf de nodige bemonsteringsfrequenties vast, tenzij in bijlage I specifieke bemonsteringsfrequenties zijn aangegeven; in dat geval gelden die bemonsteringsfrequenties als minimum. De exploitanten van levensmiddelenbedrijven bepalen dit in het kader van hun op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken, met inachtneming van de gebruiksaanwijzing van het levensmiddel. De bemonsteringsfrequentie kan worden afgestemd op de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf, mits de veiligheid van de levensmiddelen hierdoor niet in gevaar komt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 4, tweede lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R060630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven stellen zelf de nodige bemonsteringsfrequenties vast, tenzij in bijlage I specifieke bemonsteringsfrequenties zijn aangegeven; in dat geval gelden die bemonsteringsfrequenties als minimum. De exploitanten van levensmiddelenbedrijven bepalen dit in het kader van hun op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken, met inachtneming van de gebruiksaanwijzing van het levensmiddel. De bemonsteringsfrequentie kan worden afgestemd op de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf, mits de veiligheid van de levensmiddelen hierdoor niet in gevaar komt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 4, tweede lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R060710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De in bijlage I vermelde analysemethoden worden als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R060720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De in bijlage I vermelde analysemethoden worden als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, eerste lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R060730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De in bijlage I vermelde analysemethoden worden als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, eerste lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R060810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De in bijlage I vermelde bemonsteringsmethoden worden als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R060820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De in bijlage I vermelde bemonsteringsmethoden worden als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, eerste lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R060830 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De in bijlage I vermelde bemonsteringsmethoden worden als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, eerste lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R060910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De in bijlage I vermelde bemonsteringsschema's worden als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, eerste lid, bijlage I |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R060920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De in bijlage I vermelde bemonsteringsschema's worden als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, eerste lid, bijlage I |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R060930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De in bijlage I vermelde bemonsteringsschema's worden als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, eerste lid, bijlage I |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R061010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De monsters worden genomen in verwerkingsruimten en van voor de voedselproductie gebruikte uitrusting wanneer dat nodig is om na te gaan of aan de criteria wordt voldaan. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R061020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De monsters worden genomen in verwerkingsruimten en van voor de voedselproductie gebruikte uitrusting wanneer dat nodig is om na te gaan of aan de criteria wordt voldaan. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R061030 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De monsters worden genomen in verwerkingsruimten en van voor de voedselproductie gebruikte uitrusting wanneer dat nodig is om na te gaan of aan de criteria wordt voldaan. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R061110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die gedroogde volledige zuigelingenvoeding of gedroogde voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen jonger dan zes maanden produceren waaraan een risico als gevolg van Enterobacter sakazakii verbonden is, controleren de verwerkingsruimten en uitrusting in het kader van hun bemonsteringsschema op Enterobacteriaceae. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R061120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die gedroogde volledige zuigelingenvoeding of gedroogde voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen jonger dan zes maanden produceren waaraan een risico als gevolg van Enterobacter sakazakii verbonden is, controleren de verwerkingsruimten en uitrusting in het kader van hun bemonsteringsschema op Enterobacteriaceae. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R061130 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die gedroogde volledige zuigelingenvoeding of gedroogde voeding voor medisch gebruik voor zuigelingen jonger dan zes maanden produceren waaraan een risico als gevolg van Enterobacter sakazakii verbonden is, controleren de verwerkingsruimten en uitrusting in het kader van hun bemonsteringsschema op Enterobacteriaceae. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R061210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kant-en-klare levensmiddelen produceren waaraan een risico voor de volksgezondheid als gevolg van Listeria monocytogenes verbonden kan zijn, bemonsteren de verwerkingsruimten en uitrusting in het kader van hun bemonsteringsschema op Listeria monocytogenes. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R061220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kant-en-klare levensmiddelen produceren waaraan een risico voor de volksgezondheid als gevolg van Listeria monocytogenes verbonden kan zijn, bemonsteren de verwerkingsruimten en uitrusting in het kader van hun bemonsteringsschema op Listeria monocytogenes. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R061230 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kant-en-klare levensmiddelen produceren waaraan een risico voor de volksgezondheid als gevolg van Listeria monocytogenes verbonden kan zijn, bemonsteren de verwerkingsruimten en uitrusting in het kader van hun bemonsteringsschema op Listeria monocytogenes. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R061310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij de bemonstering wordt ISO-norm 18593 als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R061320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij de bemonstering wordt ISO-norm 18593 als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R061330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij de bemonstering wordt ISO-norm 18593 als referentie gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, tweede lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R061410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien het testen specifiek tot doel heeft de aanvaardbaarheid van een bepaalde partij levensmiddelen of een bepaald proces te beoordelen, worden de in bijlage I aangegeven bemonsteringsschema's als minimum in acht genomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, vierde lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R061420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien het testen specifiek tot doel heeft de aanvaardbaarheid van een bepaalde partij levensmiddelen of een bepaald proces te beoordelen, worden de in bijlage I aangegeven bemonsteringsschema's als minimum in acht genomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, vierde lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R061430 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien het testen specifiek tot doel heeft de aanvaardbaarheid van een bepaalde partij levensmiddelen of een bepaald proces te beoordelen, worden de in bijlage I aangegeven bemonsteringsschema's als minimum in acht genomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 5, vierde lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R061520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer voor gehakt vlees, vleesbereidingen en vleesproducten van alle diersoorten, bedoeld om na verhitting te worden gegeten, aan de eisen voor salmonella van bijlage I wordt voldaan, voorziet de fabrikant de partijen van die producten bij het in de handel brengen van een duidelijke etikettering om de consument erop te wijzen dat de producten vóór consumptie door en door moeten worden verhit. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 6 eerste lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R061610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien bij het testen aan de hand van de in bijlage I vastgestelde criteria ontoereikende resultaten worden verkregen, nemen de exploitanten van levensmiddelenbedrijven de in de leden 2, 3 en 4 aangegeven maatregelen alsmede andere in hun op HACCP gebaseerde procedures vastgestelde corrigerende maatregelen en andere maatregelen die nodig zijn om de gezondheid van de consument te beschermen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R061620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien bij het testen aan de hand van de in bijlage I vastgestelde criteria ontoereikende resultaten worden verkregen, nemen de exploitanten van levensmiddelenbedrijven de in de leden 2, 3 en 4 aangegeven maatregelen alsmede andere in hun op HACCP gebaseerde procedures vastgestelde corrigerende maatregelen en andere maatregelen die nodig zijn om de gezondheid van de consument te beschermen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, eerste lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R061630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien bij het testen aan de hand van de in bijlage I vastgestelde criteria ontoereikende resultaten worden verkregen, nemen de exploitanten van levensmiddelenbedrijven de in de leden 2, 3 en 4 aangegeven maatregelen alsmede andere in hun op HACCP gebaseerde procedures vastgestelde corrigerende maatregelen en andere maatregelen die nodig zijn om de gezondheid van de consument te beschermen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, eerste lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R061710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bovendien nemen zij maatregelen om de oorzaak van de ontoereikende resultaten op te sporen teneinde te voorkomen dat de onaanvaardbare microbiologische besmetting zich herhaalt. Die maatregelen kunnen wijzigingen van de op HACCP gebaseerde procedures of andere toegepaste maatregelen voor levensmiddelenhygiëne omvatten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R061720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bovendien nemen zij maatregelen om de oorzaak van de ontoereikende resultaten op te sporen teneinde te voorkomen dat de onaanvaardbare microbiologische besmetting zich herhaalt. Die maatregelen kunnen wijzigingen van de op HACCP gebaseerde procedures of andere toegepaste maatregelen voor levensmiddelenhygiëne omvatten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, eerste lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R061730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bovendien nemen zij maatregelen om de oorzaak van de ontoereikende resultaten op te sporen teneinde te voorkomen dat de onaanvaardbare microbiologische besmetting zich herhaalt. Die maatregelen kunnen wijzigingen van de op HACCP gebaseerde procedures of andere toegepaste maatregelen voor levensmiddelenhygiëne omvatten. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, eerste lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R061810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien bij het testen aan de hand van de in hoofdstuk 1 van bijlage I vastgestelde voedselveiligheidscriteria ontoereikende resultaten worden verkregen, wordt het product of de partij levensmiddelen uit de handel genomen of teruggehaald overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 178/2002. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid van de |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R061820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien bij het testen aan de hand van de in hoofdstuk 1 van bijlage I vastgestelde voedselveiligheidscriteria ontoereikende resultaten worden verkregen, wordt het product of de partij levensmiddelen uit de handel genomen of teruggehaald overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 178/2002. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid van de |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R061830 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien bij het testen aan de hand van de in hoofdstuk 1 van bijlage I vastgestelde voedselveiligheidscriteria ontoereikende resultaten worden verkregen, wordt het product of de partij levensmiddelen uit de handel genomen of teruggehaald overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 178/2002. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid van de |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R061910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag de partij voor andere doeleinden gebruiken dan waarvoor zij oorspronkelijk bestemd was, mits dat geen risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid oplevert, mits tot dat gebruik is besloten in het kader van de op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken en mits de bevoegde autoriteit er toestemming voor heeft verleend. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R061920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag de partij voor andere doeleinden gebruiken dan waarvoor zij oorspronkelijk bestemd was, mits dat geen risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid oplevert, mits tot dat gebruik is besloten in het kader van de op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken en mits de bevoegde autoriteit er toestemming voor heeft verleend. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R061930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag de partij voor andere doeleinden gebruiken dan waarvoor zij oorspronkelijk bestemd was, mits dat geen risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid oplevert, mits tot dat gebruik is besloten in het kader van de op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken en mits de bevoegde autoriteit er toestemming voor heeft verleend. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R062010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag de partij voor andere doeleinden gebruiken dan waarvoor zij oorspronkelijk bestemd was, mits dat geen risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid oplevert, mits tot dat gebruik is besloten in het kader van de op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken en mits de bevoegde autoriteit er toestemming voor heeft verleend. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R062020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag de partij voor andere doeleinden gebruiken dan waarvoor zij oorspronkelijk bestemd was, mits dat geen risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid oplevert, mits tot dat gebruik is besloten in het kader van de op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken en mits de bevoegde autoriteit er toestemming voor heeft verleend. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R062030 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag de partij voor andere doeleinden gebruiken dan waarvoor zij oorspronkelijk bestemd was, mits dat geen risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid oplevert, mits tot dat gebruik is besloten in het kader van de op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken en mits de bevoegde autoriteit er toestemming voor heeft verleend. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R062110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag de partij voor andere doeleinden gebruiken dan waarvoor zij oorspronkelijk bestemd was, mits dat geen risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid oplevert, mits tot dat gebruik is besloten in het kader van de op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken en mits de bevoegde autoriteit er toestemming voor heeft verleend. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R062120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag de partij voor andere doeleinden gebruiken dan waarvoor zij oorspronkelijk bestemd was, mits dat geen risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid oplevert, mits tot dat gebruik is besloten in het kader van de op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken en mits de bevoegde autoriteit er toestemming voor heeft verleend. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R062130 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag de partij voor andere doeleinden gebruiken dan waarvoor zij oorspronkelijk bestemd was, mits dat geen risico voor de volksgezondheid of de diergezondheid oplevert, mits tot dat gebruik is besloten in het kader van de op HACCP-beginselen gebaseerde procedures en goede hygiënepraktijken en mits de bevoegde autoriteit er toestemming voor heeft verleend. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R062210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In de handel gebrachte producten die zich nog niet in de detailhandel bevinden en die niet aan voedselveiligheidscriteria voldoen, mogen echter een nadere behandeling ondergaan waardoor het desbetreffende gevaar wordt weggenomen. Deze behandeling mag alleen worden uitgevoerd door exploitanten van levensmiddelenbedrijven die niet in de detailhandel werkzaam zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R062220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In de handel gebrachte producten die zich nog niet in de detailhandel bevinden en die niet aan voedselveiligheidscriteria voldoen, mogen echter een nadere behandeling ondergaan waardoor het desbetreffende gevaar wordt weggenomen. Deze behandeling mag alleen worden uitgevoerd door exploitanten van levensmiddelenbedrijven die niet in de detailhandel werkzaam zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R062230 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In de handel gebrachte producten die zich nog niet in de detailhandel bevinden en die niet aan voedselveiligheidscriteria voldoen, mogen echter een nadere behandeling ondergaan waardoor het desbetreffende gevaar wordt weggenomen. Deze behandeling mag alleen worden uitgevoerd door exploitanten van levensmiddelenbedrijven die niet in de detailhandel werkzaam zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, tweede lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R062310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een partij separatorvlees die is geproduceerd met behulp van de in sectie V, hoofdstuk III, punt 3, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 bedoelde technieken, waarvan de testresultaten wat betreft het criterium voor salmonella ontoereikend zijn, mag in de voedselketen alleen worden gebruikt voor de productie van hittebehandelde vleesproducten in inrichtingen die overeenkomstig die verordening erkend zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, derde lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R062410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een partij separatorvlees die is geproduceerd met behulp van de in sectie V, hoofdstuk III, punt 3, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 bedoelde technieken, waarvan de testresultaten wat betreft het criterium voor salmonella ontoereikend zijn, mag in de voedselketen alleen worden gebruikt voor de productie van hittebehandelde vleesproducten in inrichtingen die overeenkomstig die verordening erkend zijn. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, derde lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R062510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien ontoereikende resultaten wat betreft de proceshygiënecriteria worden verkregen, worden de in hoofdstuk 2 van bijlage I genoemde maatregelen genomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, vierde lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R062520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien ontoereikende resultaten wat betreft de proceshygiënecriteria worden verkregen, worden de in hoofdstuk 2 van bijlage I genoemde maatregelen genomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, vierde lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R062530 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien ontoereikende resultaten wat betreft de proceshygiënecriteria worden verkregen, worden de in hoofdstuk 2 van bijlage I genoemde maatregelen genomen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 7, vierde lid |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R062610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven onderzoeken trends in de testresultaten. Als zij een trend richting ontoereikende resultaten constateren, nemen zij onverwijld de nodige maatregelen om de situatie te corrigeren en te voorkomen dat zich microbiologische risico's voordoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 9 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R062620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven onderzoeken trends in de testresultaten. Als zij een trend richting ontoereikende resultaten constateren, nemen zij onverwijld de nodige maatregelen om de situatie te corrigeren en te voorkomen dat zich microbiologische risico's voordoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 9 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R062630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven onderzoeken trends in de testresultaten. Als zij een trend richting ontoereikende resultaten constateren, nemen zij onverwijld de nodige maatregelen om de situatie te corrigeren en te voorkomen dat zich microbiologische risico's voordoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 9 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R062710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven onderzoeken trends in de testresultaten. Als zij een trend richting ontoereikende resultaten constateren, nemen zij onverwijld de nodige maatregelen om de situatie te corrigeren en te voorkomen dat zich microbiologische risico's voordoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 9 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R062720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven onderzoeken trends in de testresultaten. Als zij een trend richting ontoereikende resultaten constateren, nemen zij onverwijld de nodige maatregelen om de situatie te corrigeren en te voorkomen dat zich microbiologische risico's voordoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 9 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R062730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven onderzoeken trends in de testresultaten. Als zij een trend richting ontoereikende resultaten constateren, nemen zij onverwijld de nodige maatregelen om de situatie te corrigeren en te voorkomen dat zich microbiologische risico's voordoen. |
Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid Verordening (EG) Nr. 2073/2005, artikel 9 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
ID regel |
Norm-adressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39R020110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd, moeten erop toezien dat deze zo gebouwd zijn dat verontreiniging van vlees en producten voorkomen wordt, in het bijzonder door het mogelijk te maken dat de diverse bewerkingen elkaar zonder onderbreking kunnen opvolgen, |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, punt 1 aanhef en onder a Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R020120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd, moeten erop toezien dat deze zo gebouwd zijn dat verontreiniging van vlees en producten voorkomen wordt, in het bijzonder door het mogelijk te maken dat de diverse bewerkingen elkaar zonder onderbreking kunnen opvolgen, |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, punt 1 aanhef en onder a Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R020210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd, moeten erop toezien dat deze zo gebouwd zijn dat verontreiniging van vlees en producten voorkomen wordt, in het bijzonder door ervoor te zorgen dat twee opeenvolgende productiepartijen van elkaar gescheiden blijven. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, punt 1 aanhef en onder b Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R020220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd, moeten erop toezien dat deze zo gebouwd zijn dat verontreiniging van vlees en producten voorkomen wordt, in het bijzonder door ervoor te zorgen dat twee opeenvolgende productiepartijen van elkaar gescheiden blijven. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, punt 1 aanhef en onder b Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R020310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd beschikken over lokalen om verpakt en onverpakt vlees en verpakte en onverpakte producten gescheiden op te slaan, tenzij verpakt en onverpakt vlees of verpakte en onverpakte producten nooit tegelijk worden opgeslagen of zodanig dat het verpakkingsmateriaal en de wijze van opslag geen bron van verontreiniging van het vlees of de producten kunnen zijn. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R020320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd beschikken over lokalen om verpakt en onverpakt vlees en verpakte en onverpakte producten gescheiden op te slaan, tenzij verpakt en onverpakt vlees of verpakte en onverpakte producten nooit tegelijk worden opgeslagen of zodanig dat het verpakkingsmateriaal en de wijze van opslag geen bron van verontreiniging van het vlees of de producten kunnen zijn. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R020410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd beschikken over lokalen met de nodige voorzieningen beschikken om te kunnen garanderen dat wordt voldaan aan de eisen inzake temperatuur van hoofdstuk III; |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R020420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd beschikken over lokalen met de nodige voorzieningen beschikken om te kunnen garanderen dat wordt voldaan aan de eisen inzake temperatuur van hoofdstuk III; |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R020510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd, zien erop toe dat deze, voor het personeel dat met onverpakt vlees en onverpakte producten omgaat, beschikken over voorzieningen voor het wassen van de handen, uitgerust met kranen die zo zijn ontworpen dat de verspreiding van verontreiniging wordt voorkomen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, onder 4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R020520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd, zien erop toe dat deze, voor het personeel dat met onverpakt vlees en onverpakte producten omgaat, beschikken over voorzieningen voor het wassen van de handen, uitgerust met kranen die zo zijn ontworpen dat de verspreiding van verontreiniging wordt voorkomen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, onder 4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R020610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd, beschikken over voorzieningen om gereedschap te ontsmetten met heet water van ten minste 82°C, of over een alternatief systeem dat een gelijkwaardig effect heeft. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, onder 5 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R020620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die inrichtingen beheren waar gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees worden geproduceerd, beschikken over voorzieningen om gereedschap te ontsmetten met heet water van ten minste 82°C, of over een alternatief systeem dat een gelijkwaardig effect heeft. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk I, onder 5 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R020710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees moeten voldoen aan de voorschriften voor vers vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R020720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees moeten voldoen aan de voorschriften voor vers vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R020810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees moeten afkomstig zijn van skeletspieren (met inbegrip van het aanhangend vetweefsel). |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1. b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R020820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees moeten afkomstig zijn van skeletspieren (met inbegrip van het aanhangend vetweefsel). |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1. b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R020910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees mogen niet afkomstig zijn van snijresten of afsnijdsels (met uitzondering van volledige spieren). |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1.c i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R020920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees mogen niet afkomstig zijn van snijresten of afsnijdsels (met uitzondering van volledige spieren). |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1.c i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R021010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees mogen niet afkomstig zijn van separatorvlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1.c ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R021020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees mogen niet afkomstig zijn van separatorvlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1.c ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R021110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees mogen niet afkomstig zijn van vlees met beensplinters of huid. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1.c iii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R021120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees mogen niet afkomstig zijn van vlees met beensplinters of huid. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1.c iii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R021210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees mogen niet afkomstig zijn van hoofdvlees (behalve de kauwspieren), het niet-musculaire deel van de linea alba, vlees uit de omgeving van het voorkniegewricht en het spronggewricht, en vleesresten die van de beenderen zijn geschraapt, en de spieren van het middenrif (tenzij het sereus vlies is weggenomen). |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1.c iv) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R021220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die worden gebruikt bij de vervaardiging van gehakt vlees mogen niet afkomstig zijn van hoofdvlees (behalve de kauwspieren), het niet-musculaire deel van de linea alba, vlees uit de omgeving van het voorkniegewricht en het spronggewricht, en vleesresten die van de beenderen zijn geschraapt, en de spieren van het middenrif (tenzij het sereus vlies is weggenomen). |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 1.c iv) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R021310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij de productie van vleesbereidingen mogen geen andere grondstoffen gebruikt worden dan vers vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 2. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R021320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij de productie van vleesbereidingen mogen geen andere grondstoffen gebruikt worden dan vers vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 2. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R021410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij de productie van vleesbereidingen mogen geen andere grondstoffen gebruikt worden dan: b) vlees dat voldoet aan de in punt 1 genoemde voorwaarden, en c) indien de vleesbereiding duidelijk niet bestemd is om te worden geconsumeerd zonder eerst een hittebehandeling te hebben ondergaan: i) vlees, verkregen door het hakken of vermalen van vlees dat voldoet aan de in punt 1 genoemde voorwaarden, met uitzondering van die van punt 1, onder c), i), en ii) separatorvlees dat voldoet aan de in hoofdstuk III, punt 3, onder d), genoemde voorwaarden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 2. b), in samenhang met punt 1 onder a), b) en c i) t/m iv) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R021420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij de productie van vleesbereidingen mogen geen andere grondstoffen gebruikt worden dan: b) vlees dat voldoet aan de in punt 1 genoemde voorwaarden, en c) indien de vleesbereiding duidelijk niet bestemd is om te worden geconsumeerd zonder eerst een hittebehandeling te hebben ondergaan: i) vlees, verkregen door het hakken of vermalen van vlees dat voldoet aan de in punt 1 genoemde voorwaarden, met uitzondering van die van punt 1, onder c), i), en ii) separatorvlees dat voldoet aan de in hoofdstuk III, punt 3, onder d), genoemde voorwaarden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 2. b), in samenhang met punt 1 onder a), b) en c i) t/m iv) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R021510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen die worden gebruikt bij de bereiding van separatorvlees moeten voldoen aan de voorschriften voor vers vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 3. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R021520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen die worden gebruikt bij de bereiding van separatorvlees moeten voldoen aan de voorschriften voor vers vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 3. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R021610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij bij de productie van separatorvlees poten, nekvel en kop van pluimvee als grondstoffen te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 3.b i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R021620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij bij de productie van separatorvlees poten, nekvel en kop van pluimvee als grondstoffen te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 3.b i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R021710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de productie van separatorvlees de beenderen van de kop, de poten, de staart, de beenderen femur, tibia fibula, humerus, radius en/of ulna van dieren (niet zijnde pluimvee) te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 3.b ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R021720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de productie van separatorvlees de beenderen van de kop, de poten, de staart, de beenderen femur, tibia fibula, humerus, radius en/of ulna van dieren (niet zijnde pluimvee) te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk II, onder 3.b ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R021810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten er voor zorgen dat de bewerkingen van vlees zo worden georganiseerd dat verontreiniging wordt voorkomen of tot een minimum beperkt en dat vlees wordt gebruikt met een temperatuur van ten hoogste 4°C voor pluimvee, 3°C voor slachtafval en 7°C voor ander vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 1. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R021820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten er voor zorgen dat de bewerkingen van vlees zo worden georganiseerd dat verontreiniging wordt voorkomen of tot een minimum beperkt en dat vlees wordt gebruikt met een temperatuur van ten hoogste 4°C voor pluimvee, 3°C voor slachtafval en 7°C voor ander vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 1. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R021910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten er voor zorgen dat de bewerkingen van vlees zo worden georganiseerd dat verontreiniging wordt voorkomen of tot een minimum beperkt en dat vlees slechts naar gelang van de behoefte in het productielokaal wordt gebracht. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 1. b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R021920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten er voor zorgen dat de bewerkingen van vlees zo worden georganiseerd dat verontreiniging wordt voorkomen of tot een minimum beperkt en dat vlees slechts naar gelang van de behoefte in het productielokaal wordt gebracht. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 1. b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R022010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Tenzij de bevoegde autoriteit toestaat dat er onmiddellijk vóór het hakken wordt uitgebeend, moet bevroren of diepgevroren vlees dat voor de bereiding van gehakt vlees of vleesbereidingen is bestemd, vóór het invriezen zijn uitgebeend. Het vlees mag slechts gedurende een beperkte tijd worden opgeslagen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R022020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Tenzij de bevoegde autoriteit toestaat dat er onmiddellijk vóór het hakken wordt uitgebeend, moet bevroren of diepgevroren vlees dat voor de bereiding van gehakt vlees of vleesbereidingen is bestemd, vóór het invriezen zijn uitgebeend. Het vlees mag slechts gedurende een beperkte tijd worden opgeslagen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R022110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de productie van gehakt vlees afkomstig van pluimvee, gekoeld vlees te gebruiken van dieren die meer dan drie dagen geleden zijn geslacht. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. b i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R022120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de productie van gehakt vlees afkomstig van pluimvee, gekoeld vlees te gebruiken van dieren die meer dan drie dagen geleden zijn geslacht. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. b i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R022210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de productie van gehakt vlees gekoeld vlees, afkomstig van andere dieren dan pluimvee, die meer dan zes dagen geleden zijn geslacht te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. b ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R022220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de productie van gehakt vlees gekoeld vlees, afkomstig van andere dieren dan pluimvee, die meer dan zes dagen geleden zijn geslacht te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. b ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R022310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de productie van gehakt vlees gekoeld vlees, bestaande uit uitgebeend en vacüumverpakt rund- en kalfsvlees, afkomstig van dieren die meer dan 15 dagen geleden zijn geslacht te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. b iii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R022320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de productie van gehakt vlees gekoeld vlees, bestaande uit uitgebeend en vacüumverpakt rund- en kalfsvlees, afkomstig van dieren die meer dan 15 dagen geleden zijn geslacht te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. b iii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R022410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onmiddellijk na de productie moeten gehakt vlees en vleesbereidingen gekoeld worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste 2°C voor gehakt vlees en 4°C voor vleesbereidingen, of ingevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze temperaturen moeten tijdens de opslag en het vervoer worden aangehouden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R022420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onmiddellijk na de productie moeten gehakt vlees en vleesbereidingen gekoeld worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste 2°C voor gehakt vlees en 4°C voor vleesbereidingen of , ingevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze temperaturen moeten tijdens de opslag en het vervoer worden aangehouden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R022510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onmiddellijk na de productie moeten gehakt vlees en vleesbereidingen gekoeld worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste 2°C voor gehakt vlees en 4°C voor vleesbereidingen, ingevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. c i) of ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R022520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onmiddellijk na de productie moeten gehakt vlees en vleesbereidingen gekoeld worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste 2°C voor gehakt vlees en 4°C voor vleesbereidingen, ingevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. c i) of ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R022610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onmiddellijk na de productie moeten gehakt vlees en vleesbereidingen van een onmiddellijke verpakking en/of een verpakking worden voorzien. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R022620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onmiddellijk na de productie moeten gehakt vlees en vleesbereidingen van een onmiddellijke verpakking en/of een verpakking worden voorzien. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 2. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R022710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Deze norm is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met technieken die de structuur van de voor de productie van het separatorvlees gebruikte beenderen niet wijzigen en waarvan het calciumgehalte niet aanzienlijk hoger is dan dat van gehakt vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R022720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Deze norm is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met technieken die de structuur van de voor de productie van het separatorvlees gebruikte beenderen niet wijzigen en waarvan het calciumgehalte niet aanzienlijk hoger is dan dat van gehakt vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R022810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Deze norm is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met technieken die de structuur van de voor de productie van het separatorvlees gebruikte beenderen niet wijzigen en waarvan het calciumgehalte niet aanzienlijk hoger is dan dat van gehakt vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R022820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Deze norm is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met technieken die de structuur van de voor de productie van het separatorvlees gebruikte beenderen niet wijzigen en waarvan het calciumgehalte niet aanzienlijk hoger is dan dat van gehakt vlees. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R022910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Deze norm is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met technieken die de structuur van de voor de productie van het separatorvlees gebruikte beenderen niet wijzigen en waarvan het calciumgehalte niet aanzienlijk hoger is dan dat van gehakt vlees |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R022920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Deze norm is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met technieken die de structuur van de voor de productie van het separatorvlees gebruikte beenderen niet wijzigen en waarvan het calciumgehalte niet aanzienlijk hoger is dan dat van gehakt vlees |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R023010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het separatorvlees moet onmiddellijk na het uitbenen zijn verkregen. Deze norm is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met technieken die de structuur van de voor de productie van het separatorvlees gebruikte beenderen niet wijzigen en waarvan het calciumgehalte niet aanzienlijk hoger is dan dat van gehakt vlees |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R023020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het separatorvlees moet onmiddellijk na het uitbenen zijn verkregen. Deze norm is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met technieken die de structuur van de voor de productie van het separatorvlees gebruikte beenderen niet wijzigen en waarvan het calciumgehalte niet aanzienlijk hoger is dan dat van gehakt vlees |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R023110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R023120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R023210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R023220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R023310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R023320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R023410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R023420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R023510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R023520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R023610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R023620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R023710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R023720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer separatorvlees niet onmiddellijk na de productie gebruikt wordt, moet het van een onmiddellijke verpakking of een verpakking voorzien worden en vervolgens gekoeld worden tot een temperatuur van ten hoogste 2°C of bevroren worden tot een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C. Deze voorschriften betreffende de temperatuur moeten ook tijdens de opslag en het vervoer nageleefd worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R023810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Op separatorvlees dat gebruikt wordt in vleesbereidingen die duidelijk niet bestemd zijn om te worden geconsumeerd zonder eerst een hittebehandeling te hebben ondergaan, en in vleesproducten, moeten analyses zijn uitgevoerd waaruit blijkt dat het separatorvlees voldoet aan de microbiologische criteria voor gehakt vlees van Verordening (EG) nr. 852/2004 |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. d) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R023910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Separatorvlees waarvoor niet is aangetoond dat het aan de in punt d) bedoelde criteria voldoet, mag alleen gebruikt worden voor de productie van hittebehandelde vleesproducten in inrichtingen die overeenkomstig deze verordening erkend zijn. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 3. e) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R024010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R024020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R024110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R024120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R024210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R024220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die voor uitbening bestemd zijn en afkomstig zijn van een ter plaatste gevestigd slachthuis, mogen niet ouder zijn dan zeven dagen; andere voor uitbening bestemde grondstoffen mogen niet ouder zijn dan vijf dagen. Pluimveekarkassen mogen echter niet ouder zijn dan drie dagen. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R024310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer het separatorvlees niet onmiddellijk na het uitbenen wordt verkregen, moeten de beenderen met het restvlees opgeslagen en vervoerd worden bij een temperatuur van ten hoogste 2°C of indien bevroren, bij een temperatuur van ten hoogste –18°C. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur C: minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R024320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer het separatorvlees niet onmiddellijk na het uitbenen wordt verkregen, moeten de beenderen met het restvlees opgeslagen en vervoerd worden bij een temperatuur van ten hoogste 2°C of indien bevroren, bij een temperatuur van ten hoogste –18°C. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R024410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer het separatorvlees niet onmiddellijk na het uitbenen wordt verkregen, moeten de beenderen met het restvlees opgeslagen en vervoerd worden bij een temperatuur van ten hoogste 2°C of indien bevroren, bij een temperatuur van ten hoogste –18°C. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R024420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer het separatorvlees niet onmiddellijk na het uitbenen wordt verkregen, moeten de beenderen met het restvlees opgeslagen en vervoerd worden bij een temperatuur van ten hoogste 2°C of indien bevroren, bij een temperatuur van ten hoogste –18°C. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R024510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Beenderen met restvlees die van bevroren karkassen afkomstig zijn, mogen niet opnieuw worden ingevroren. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R024520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Beenderen met restvlees die van bevroren karkassen afkomstig zijn, mogen niet opnieuw worden ingevroren. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R024610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Als het separatorvlees niet binnen één uur nadat het is verkregen wordt gebruikt, moet het onmiddellijk worden gekoeld tot een temperatuur van ten hoogste 2°C. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. d) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R024620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Als het separatorvlees niet binnen één uur nadat het is verkregen wordt gebruikt, moet het onmiddellijk worden gekoeld tot een temperatuur van ten hoogste 2°C. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. d) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R024710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien het separatorvlees na koeling niet binnen 24 uur gebruikt wordt, moet het binnen twaalf uur na de productie worden bevroren en binnen zes uur een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C bereiken. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. e) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Geruime tijd en/of 2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R024720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien het separatorvlees na koeling niet binnen 24 uur gebruikt wordt, moet het binnen twaalf uur na de productie worden bevroren en binnen zes uur een inwendige temperatuur van ten hoogste –18°C bereiken. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. e) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Geringe tijd en/of minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R024810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ingevroren separatorvlees moet vóór opslag of vervoer van een onmiddellijke verpakking of een verpakking worden voorzien, mag niet langer dan drie maanden worden opgeslagen en moet tijdens de opslag en het vervoer op een temperatuur van ten hoogste –18°C worden gehouden. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. f) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Geruime tijd en/of 2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R024820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ingevroren separatorvlees moet vóór opslag of vervoer van een onmiddellijke verpakking of een verpakking worden voorzien, mag niet langer dan drie maanden worden opgeslagen en moet tijdens de opslag en het vervoer op een temperatuur van ten hoogste –18°C worden gehouden. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. f) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Geringe tijd en/of minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R024910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ingevroren separatorvlees moet vóór opslag of vervoer van een onmiddellijke verpakking of een verpakking worden voorzien, mag niet langer dan drie maanden worden opgeslagen en moet tijdens de opslag en het vervoer op een temperatuur van ten hoogste –18°C worden gehouden. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. f) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Geruime tijd en/of 2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R024920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ingevroren separatorvlees moet vóór opslag of vervoer van een onmiddellijke verpakking of een verpakking worden voorzien, mag niet langer dan drie maanden worden opgeslagen en moet tijdens de opslag en het vervoer op een temperatuur van ten hoogste –18°C worden gehouden. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. f) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Geringe tijd en/of minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R025010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ingevroren separatorvlees moet vóór opslag of vervoer van een onmiddellijke verpakking of een verpakking worden voorzien, mag niet langer dan drie maanden worden opgeslagen en moet tijdens de opslag en het vervoer op een temperatuur van ten hoogste –18°C worden gehouden. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. f) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Geruime tijd en/of 2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R025020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ingevroren separatorvlees moet vóór opslag of vervoer van een onmiddellijke verpakking of een verpakking worden voorzien, mag niet langer dan drie maanden worden opgeslagen en moet tijdens de opslag en het vervoer op een temperatuur van ten hoogste –18°C worden gehouden. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. f) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Geringe tijd en/of minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R025110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ingevroren separatorvlees moet vóór opslag of vervoer van een onmiddellijke verpakking of een verpakking worden voorzien, mag niet langer dan drie maanden worden opgeslagen en moet tijdens de opslag en het vervoer op een temperatuur van ten hoogste –18°C worden gehouden. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. f) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Geruime tijd en/of 2°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur C: geringe tijd en/of minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R025120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ingevroren separatorvlees moet vóór opslag of vervoer van een onmiddellijke verpakking of een verpakking worden voorzien, mag niet langer dan drie maanden worden opgeslagen en moet tijdens de opslag en het vervoer op een temperatuur van ten hoogste –18°C worden gehouden. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. f) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Geringe tijd en/of minder dan 2°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R025210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Separatorvlees mag alleen worden gebruik voor de productie van hittebehandelde vleesproducten in inrichtingen die overeenkomstig deze verordening erkend zijn. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 4. g) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R025310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees mogen na ontdooien niet opnieuw worden ingevroren. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 5 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R025320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Gehakt vlees, vleesbereidingen en separatorvlees mogen na ontdooien niet opnieuw worden ingevroren. Dit voorschrift is van toepassing op de productie en het gebruik van separatorvlees dat geproduceerd is met andere dan de in punt 3 genoemde technieken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie V, hoofdstuk III, onder 5 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R025410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de bereiding van vleesproducten de voortplantingsorganen van zowel vrouwelijke als mannelijke dieren, met uitzondering van de testikels, te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VI, onder 1. a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R025510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de bereiding van vleesproducten de organen van het urinaire apparaat, met uitzondering van de nieren en de blaas te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VI, onder 1. b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R025610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de bereiding van vleesproducten het kraakbeen van het strottenhoofd, de luchtpijp en de extralobulaire bronchiën te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VI, onder 1. c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R025710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de bereiding van vleesproducten de ogen en de oogleden te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VI, onder 1. d) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R025810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de bereiding van vleesproducten de externe gehoorgang te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VI, onder 1. e) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R025910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de bereiding van vleesproducten het hoornachtige weefsel te gebruiken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VI, onder 1. f) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R026010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het is verboden om bij de bereiding van vleesproducten van pluimvee, de kop – met uitzondering van de kam en de oorschelpen, de lellen en de caruncula –, de slokdarm, de krop, de darmen en de voortplantingsorganen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VI, onder 1. g) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R026110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Al het vlees, inclusief gehakt vlees en vleesbereidingen, dat wordt gebruikt voor de vervaardiging van vleesproducten, moet voldoen aan de voorschriften voor vers vlees. Gehakt vlees en vleesbereidingen die bestemd zijn voor de productie van vleesproducten behoeven evenwel niet te voldoen aan andere specifieke voorschriften van sectie V. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VI, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R026120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Al het vlees, inclusief gehakt vlees en vleesbereidingen, dat wordt gebruikt voor de vervaardiging van vleesproducten, moet voldoen aan de voorschriften voor vers vlees. Gehakt vlees en vleesbereidingen die bestemd zijn voor de productie van vleesproducten behoeven evenwel niet te voldoen aan andere specifieke voorschriften van sectie V. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VI, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R026210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat inrichtingen die grondstoffen verzamelen of verwerken voor de productie van gesmolten dierlijke vetten en kanen voldoen aan het volgende voorschrift: Centra voor het verzamelen van grondstoffen en het verdere transport daarvan naar verwerkingsinrichtingen moeten beschikken over voorzieningen voor de opslag van grondstoffen bij een temperatuur van ten hoogste 7°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk I, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R026220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat inrichtingen die grondstoffen verzamelen of verwerken voor de productie van gesmolten dierlijke vetten en kanen voldoen aan het volgende voorschrift: Centra voor het verzamelen van grondstoffen en het verdere transport daarvan naar verwerkingsinrichtingen moeten beschikken over voorzieningen voor de opslag van grondstoffen bij een temperatuur van ten hoogste 7°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk I, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R026310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat inrichtingen die grondstoffen verzamelen of verwerken voor de productie van gesmolten dierlijke vetten en kanen voldoen aan het volgende voorschrift: Elke verwerkingsinrichting moet beschikken over koelvoorzieningen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk I, onder 2 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R026320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat inrichtingen die grondstoffen verzamelen of verwerken voor de productie van gesmolten dierlijke vetten en kanen voldoen aan het volgende voorschrift: Elke verwerkingsinrichting moet beschikken over koelvoorzieningen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk I, onder 2 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R026410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat inrichtingen die grondstoffen verzamelen of verwerken voor de productie van gesmolten dierlijke vetten en kanen voldoen aan het volgende voorschrift: Elke verwerkingsinrichting moet beschikken over een verzendingslokaal, tenzij de inrichting gesmolten dierlijke vetten alleen als stortgoed verzendt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk I, onder 2 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R026420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat inrichtingen die grondstoffen verzamelen of verwerken voor de productie van gesmolten dierlijke vetten en kanen voldoen aan het volgende voorschrift: Elke verwerkingsinrichting moet beschikken over een verzendingslokaal, tenzij de inrichting gesmolten dierlijke vetten alleen als stortgoed verzendt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk I, onder 2 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R026510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat inrichtingen die grondstoffen verzamelen of verwerken voor de productie van gesmolten dierlijke vetten en kanen voldoen aan het volgende voorschrift: Elke verwerkingsinrichting moet beschikken over, indien nodig, adequate apparatuur voor de bereiding van producten bestaande uit gesmolten dierlijke vetten, vermengd met andere levensmiddelen en/of kruiderijen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk I, onder 2 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R026520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat inrichtingen die grondstoffen verzamelen of verwerken voor de productie van gesmolten dierlijke vetten en kanen voldoen aan het volgende voorschrift: Elke verwerkingsinrichting moet beschikken over, indien nodig, adequate apparatuur voor de bereiding van producten bestaande uit gesmolten dierlijke vetten, vermengd met andere levensmiddelen en/of kruiderijen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk I, onder 2 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R026610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen voor de bereiding van gesmolten dierlijke vetten en kanen moeten afkomstig zijn van dieren die geslacht zijn in een slachthuis en die op grond van een keuring vóór en na het slachten geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 1 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R026710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen voor de bereiding van gesmolten dierlijke vetten en kanen moeten bestaan uit vetweefsel of beenderen die zo weinig mogelijk bloed en onzuiverheden bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 1 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R026720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen voor de bereiding van gesmolten dierlijke vetten en kanen moeten bestaan uit vetweefsel of beenderen die zo weinig mogelijk bloed en onzuiverheden bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 1 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R026810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen voor de bereiding van gesmolten dierlijke vetten en kanen moeten afkomstig zijn van inrichtingen die erkend of geregistreerd zijn op grond van Verordening (EG) nr. 852/2004 of op grond van deze verordening. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 1 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R026920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen voor de bereiding van gesmolten dierlijke vetten en kanen moeten afkomstig zijn van inrichtingen die erkend of geregistreerd zijn op grond van Verordening (EG) nr. 852/2004 of op grond van deze verordening. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 1 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R027010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen voor de bereiding van gesmolten dierlijke vetten en kanen die niet binnen twaalf uur na de dag waarop zij zijn verkregen worden gesmolten, moeten in goede hygiënische omstandigheden en bij een inwendige temperatuur van ten hoogste 7°C worden vervoerd tot met het smelten wordt begonnen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 1 d) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur C: minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R027020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen voor de bereiding van gesmolten dierlijke vetten en kanen die niet binnen twaalf uur na de dag waarop zij zijn verkregen worden gesmolten, moeten in goede hygiënische omstandigheden en bij een inwendige temperatuur van ten hoogste 7°C worden vervoerd tot met het smelten wordt begonnen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 1 d) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R027110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen voor de bereiding van gesmolten dierlijke vetten en kanen die niet binnen twaalf uur na de dag waarop zij zijn verkregen worden gesmolten, moeten in goede hygiënische omstandigheden en bij een inwendige temperatuur van ten hoogste 7°C worden opgeslagen tot met het smelten wordt begonnen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 1 d) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R027120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen voor de bereiding van gesmolten dierlijke vetten en kanen die niet binnen twaalf uur na de dag waarop zij zijn verkregen worden gesmolten, moeten in goede hygiënische omstandigheden en bij een inwendige temperatuur van ten hoogste 7°C worden opgeslagen tot met het smelten wordt begonnen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 1 d) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R027210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Tijdens het smelten van grondstoffen voor de bereiding van dierlijke vetten en kanen is het gebruik van oplosmiddelen verboden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R027320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Gesmolten dierlijke vetten moeten, naar gelang van het type, voldoen aan de normen als genoemd in bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 4 van verordening (EG) 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R027410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De voor menselijke consumptie bestemde kanen, verkregen bij een temperatuur van ten hoogste 70°C, moeten worden opgeslagen bij een temperatuur van ten hoogste 7°C gedurende ten hoogste 24 uur. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 5.a i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R027420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De voor menselijke consumptie bestemde kanen, verkregen bij een temperatuur van ten hoogste 70°C, moeten worden opgeslagen bij een temperatuur van ten hoogste 7°C gedurende ten hoogste 24 uur. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 5.a i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R027510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De voor menselijke consumptie bestemde kanen, verkregen bij een temperatuur van ten hoogste 70°C, moeten worden opgeslagen bij een temperatuur van ten hoogste –18°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 5.a ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R027520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De voor menselijke consumptie bestemde kanen, verkregen bij een temperatuur van ten hoogste 70°C, moeten worden opgeslagen bij een temperatuur van ten hoogste –18°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 5.a ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R027610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De voor menselijke consumptie bestemde kanen, verkregen bij een temperatuur van meer dan 70°C en ten minste 10% (m/m) vocht bevattend, moeten worden opgeslagen bij een temperatuur van ten hoogste 7°C gedurende ten hoogste 48 uur. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 5.b i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R027620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De voor menselijke consumptie bestemde kanen, verkregen bij een temperatuur van meer dan 70°C en ten minste 10% (m/m) vocht bevattend, moeten worden opgeslagen bij een temperatuur van ten hoogste 7°C gedurende ten hoogste 48 uur. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 5.b i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R027710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De voor menselijke consumptie bestemde kanen, verkregen bij een temperatuur van meer dan 70°C en ten minste 10% (m/m) vocht bevattend, moeten worden opgeslagen bij een temperatuur van ten hoogste –18°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 5.b ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R027720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De voor menselijke consumptie bestemde kanen, verkregen bij een temperatuur van meer dan 70°C en ten minste 10% (m/m) vocht bevattend, moeten worden opgeslagen bij een temperatuur van ten hoogste –18°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XII, hoofdstuk II, onder 5.b ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R027810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Dierlijke darmen, blazen en magen mogen alleen op de markt worden gebracht indien zij afkomstig zijn van dieren die geslacht zijn in een slachthuis en die op grond van een keuring vóór en na het slachten geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIII, onder 1 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R027820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Dierlijke darmen, blazen en magen mogen alleen op de markt worden gebracht indien zij afkomstig zijn van dieren die geslacht zijn in een slachthuis en die op grond van een keuring vóór en na het slachten geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIII, onder 1 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R027910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Dierlijke darmen, blazen en magen mogen alleen op de markt worden gebracht indien zij gezouten, verhit of gedroogd zijn. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIII, onder 1 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R027920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Dierlijke darmen, blazen en magen mogen alleen op de markt worden gebracht indien zij gezouten, verhit of gedroogd zijn. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIII, onder 1 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R028010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Dierlijke darmen, blazen en magen mogen alleen op de markt worden gebracht indien, nadat zij gezouten, verhit of gedroogd zijn, doeltreffende maatregelen zijn getroffen om nieuwe verontreiniging te voorkomen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIII, onder 1 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R028020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Dierlijke darmen, blazen en magen mogen alleen op de markt worden gebracht indien, nadat zij gezouten, verhit of gedroogd zijn, doeltreffende maatregelen zijn getroffen om nieuwe verontreiniging te voorkomen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIII, onder 1 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R028110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Behandelde magen, blazen en darmen die niet bij omgevingstemperatuur mogen worden bewaard, moeten tot het moment van verzending worden opgeslagen en gekoeld met behulp van voorzieningen die voor dat doel zijn bestemd. In het bijzonder moeten niet-gezouten of niet-gedroogde producten bij een temperatuur van ten hoogste 3°C worden bewaard. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIII, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R028120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Behandelde magen, blazen en darmen die niet bij omgevingstemperatuur mogen worden bewaard, moeten tot het moment van verzending worden opgeslagen en gekoeld met behulp van voorzieningen die voor dat doel zijn bestemd. In het bijzonder moeten niet-gezouten of niet-gedroogde producten bij een temperatuur van ten hoogste 3°C worden bewaard. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIII, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R028210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Behandelde magen, blazen en darmen die niet bij omgevingstemperatuur mogen worden bewaard, moeten tot het moment van verzending worden opgeslagen en gekoeld met behulp van voorzieningen die voor dat doel zijn bestemd. In het bijzonder moeten niet-gezouten of niet-gedroogde producten bij een temperatuur van ten hoogste 3°C worden bewaard. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIII, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R028220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Behandelde magen, blazen en darmen die niet bij omgevingstemperatuur mogen worden bewaard, moeten tot het moment van verzending worden opgeslagen en gekoeld met behulp van voorzieningen die voor dat doel zijn bestemd. In het bijzonder moeten niet-gezouten of niet-gedroogde producten bij een temperatuur van ten hoogste 3°C worden bewaard. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIII, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R028310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine mogen geen andere grondstoffen gebruikt worden dan die genoemd in bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, a) t/m g) van verordening (EG) 853/2004 |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R028320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine mogen geen andere grondstoffen gebruikt worden dan die genoemd in bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, a) t/m g) van verordening (EG) 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R028410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine is het gebruik van huiden die een looiprocédé hebben ondergaan verboden, ongeacht of dit procédé is voltooid. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R028420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine is het gebruik van huiden die een looiprocédé hebben ondergaan verboden, ongeacht of dit procédé is voltooid. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R028510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De huiden van vrij wild, die als grondstof gebruikt worden voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine, moeten afkomstig zijn van vrij wild dat voor menselijke consumptie geschikt is bevonden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R028520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De huiden van vrij wild, die als grondstof gebruikt worden voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine, moeten afkomstig zijn van vrij wild dat voor menselijke consumptie geschikt is bevonden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R028610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine, genoemd in bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk. I, punt 1, a) t/m e), van verordening (EG) 853/2004, waren niet afkomstig van dieren die in een slachthuis zijn geslacht en die op grond van een keuring vóór en na het slachten geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R028620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine, genoemd in bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk. I, punt 1, a) t/m e), van verordening (EG) 853/2004, waren niet afkomstig van dieren die in een slachthuis zijn geslacht en die op grond van een keuring vóór en na het slachten geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R028710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine die buiten koelen, invriezen of diepvriezen geen enkele behandeling hebben ondergaan om de houdbaarheid te bevorderen, moeten afkomstig zijn van inrichtingen die erkend of geregistreerd zijn overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 of overeenkomstig verordening (EG) 853/2004 |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R028720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine die buiten koelen, invriezen of diepvriezen geen enkele behandeling hebben ondergaan om de houdbaarheid te bevorderen, moeten afkomstig zijn van inrichtingen die erkend of geregistreerd zijn overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 of overeenkomstig verordening (EG) 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R028810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen mogen ook grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren indien zij daarvoor door de bevoegde autoriteit specifiek worden gemachtigd. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R028820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen mogen ook grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren indien zij daarvoor door de bevoegde autoriteit specifiek worden gemachtigd. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R028910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren moeten beschikken over opslaglokaal met een harde vloer en gladde muren die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kunnen worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R028920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren moeten beschikken over opslaglokaal met een harde vloer en gladde muren die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kunnen worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R028930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren moeten beschikken over opslaglokaal met een harde vloer en gladde muren die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kunnen worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R029010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren moeten beschikken over opslaglokaal met een harde vloer en gladde muren die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kunnen worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R029020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren moeten beschikken over opslaglokaal met een harde vloer en gladde muren die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kunnen worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R029030 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren moeten beschikken over opslaglokaal met een harde vloer en gladde muren die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kunnen worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R029110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren moeten beschikken over opslaglokaal waar, indien nodig, in een koelsysteem is voorzien. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R029120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren moeten beschikken over opslaglokaal waar, indien nodig, in een koelsysteem is voorzien. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R029210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R029220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R029230 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R029310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R029320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R029330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemde gelatine leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R029410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer grondstoffen die niet aan de in dit hoofdstuk vastgestelde voorschriften voldoen, in deze gebouwen worden opgeslagen en/of verwerkt, moeten zij in elk stadium van ontvangst, opslag, verwerking en verzending gescheiden worden gehouden van grondstoffen die wel aan de voorschriften van dit hoofdstuk voldoen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R029420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer grondstoffen die niet aan de in dit hoofdstuk vastgestelde voorschriften voldoen, in deze gebouwen worden opgeslagen en/of verwerkt, moeten zij in elk stadium van ontvangst, opslag, verwerking en verzending gescheiden worden gehouden van grondstoffen die wel aan de voorschriften van dit hoofdstuk voldoen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, onder 5 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R029520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine die worden afgeleverd bij een verzamelcentrum of leerlooierij of bij de gelatineverwerkende inrichting, moeten vergezeld gaan van een document dat de inrichting van herkomst vermeldt en de in het aanhangsel bij deze bijlage vermelde gegevens bevat, zulks in plaats van het in bijlage II, sectie I, vastgestelde identificatiemerk. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk II, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R029610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine moeten gekoeld of bevroren worden vervoerd en opgeslagen, tenzij zij binnen 24 uur na verzending worden verwerkt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk II, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R029620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemde gelatine moeten gekoeld of bevroren worden vervoerd en opgeslagen, tenzij zij binnen 24 uur na verzending worden verwerkt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk II, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R029710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van het levensmiddelenbedrijf ziet erop toe dat de productie van gelatine voldoet aan de eisen als genoemd in bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk III, onder 1 van verordening (EG) 853/2004. . |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk III, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R029720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van het levensmiddelenbedrijf ziet erop toe dat de productie van gelatine voldoet aan de eisen als genoemd in bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk III, onder 1 van verordening (EG) 853/2004. . |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk III, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R029810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten waarborgen dat gelatine voldoet aan de grenswaarden zoals genoemd in bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk IV van verordening (EG) 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk IV Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R029820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten waarborgen dat gelatine voldoet aan de grenswaarden zoals genoemd in bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk IV van verordening (EG) 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk IV Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R029910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemd collageen mogen geen andere grondstoffen gebruikt worden dan die genoemd in bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, a) t/m g) van verordening (EG) 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R029920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemd collageen mogen geen andere grondstoffen gebruikt worden dan die genoemd in bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, a) t/m g) van verordening (EG) 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R030010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemd collageen is het gebruik van huiden die een looiprocédé hebben ondergaan verboden, ongeacht of dit procédé is voltooid. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R030020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemd collageen is het gebruik van huiden die een looiprocédé hebben ondergaan verboden, ongeacht of dit procédé is voltooid. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R030110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen, die gebruikt worden voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemd collageen, genoemd in bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, punt 1, a) t/m d), van verordening (EG) 853/2004, moeten afkomstig zijn van dieren die op grond van een antemortem en een postmortem keuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R030120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De grondstoffen, die gebruikt worden voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemd collageen, genoemd in bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, punt 1, a) t/m d), van verordening (EG) 853/2004, moeten afkomstig zijn van dieren die op grond van een antemortem en een postmortem keuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R030210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De huiden van vrij wild, die als grondstof gebruikt worden voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemd collageen, moeten afkomstig zijn van vrij wild dat voor menselijke consumptie geschikt is bevonden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R030220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De huiden van vrij wild, die als grondstof gebruikt worden voor de vervaardiging van voor gebruik in levensmiddelen bestemd collageen, moeten afkomstig zijn van vrij wild dat voor menselijke consumptie geschikt is bevonden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R030310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die buiten koelen, invriezen of diepvriezen geen enkele behandeling hebben ondergaan om de houdbaarheid te bevorderen, moeten afkomstig zijn van inrichtingen die zijn erkend of geregistreerd overeenkomstig Verordening (EG) Nr. 852/2004 of overeenkomstig deze verordening. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 4 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R030320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen die buiten koelen, invriezen of diepvriezen geen enkele behandeling hebben ondergaan om de houdbaarheid te bevorderen, moeten afkomstig zijn van inrichtingen die zijn erkend of geregistreerd overeenkomstig Verordening (EG) Nr. 852/2004 of overeenkomstig deze verordening. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 4 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R030410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten door de bevoegde autoriteit specifiek zijn gemachtigd. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R030420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten door de bevoegde autoriteit specifiek zijn gemachtigd. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R030510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten beschikken over opslaglokaal met een harde vloer die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kan worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 a Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R030520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten beschikken over opslaglokaal met een harde vloer die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kan worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 a Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R030530 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten beschikken over opslaglokaal met een harde vloer die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kan worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 a Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R030610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten beschikken over opslaglokaal met gladde muren die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kunnen worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R030620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten beschikken over opslaglokaal met gladde muren die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kunnen worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R030630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten beschikken over opslaglokaal met gladde muren die gemakkelijk gereinigd en ontsmet kunnen worden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R030710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten beschikken over opslaglokaal waar, indien nodig, in een koelsysteem is voorzien. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R030720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten beschikken over opslaglokaal waar, indien nodig, in een koelsysteem is voorzien. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R030810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R030820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R030830 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R030910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R030920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R030930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslaglokalen van verzamelcentra en leerlooierijen die grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen leveren, moeten schoon worden gehouden en goed worden onderhouden zodat zij geen bron van verontreiniging zijn voor de grondstoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
|
39R031010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer grondstoffen die niet aan de in dit hoofdstuk vastgestelde voorschriften voldoen, in deze gebouwen worden opgeslagen en/of verwerkt, moeten zij in elk stadium van ontvangst, opslag, verwerking en verzending gescheiden worden gehouden van grondstoffen die wel aan de voorschriften van dit hoofdstuk voldoen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R031020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer grondstoffen die niet aan de in dit hoofdstuk vastgestelde voorschriften voldoen, in deze gebouwen worden opgeslagen en/of verwerkt, moeten zij in elk stadium van ontvangst, opslag, verwerking en verzending gescheiden worden gehouden van grondstoffen die wel aan de voorschriften van dit hoofdstuk voldoen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk I, onder 5 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R031120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen voor collageen die worden afgeleverd bij een verzamelcentrum of leerlooierij of bij de collageenverwerkende inrichting, moeten vergezeld gaan van een document dat de inrichting van herkomst vermeldt en de in het aanhangsel bij deze bijlage vermelde gegevens bevat, zulks in plaats van het in bijlage II, sectie I, vastgestelde identificatiemerk. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk II, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R031210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen moeten gekoeld of bevroren worden vervoerd en opgeslagen, tenzij zij binnen 24 uur na verzending worden verwerkt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk II, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R031220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Grondstoffen moeten gekoeld of bevroren worden vervoerd en opgeslagen, tenzij zij binnen 24 uur na verzending worden verwerkt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk II, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R031310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van het levensmiddelenbedrijf ziet erop toe dat de productie van collageen voldoet aan de eisen als genoemd in bijlage III, sectie XV, hoofdstuk III, onder 1 van verordening (EG) 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk III, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R031320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitant van het levensmiddelenbedrijf ziet erop toe dat de productie van collageen voldoet aan de eisen als genoemd in bijlage III, sectie XV, hoofdstuk III, onder 1 van verordening (EG) 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk III, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R031410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten waarborgen dat gelatine voldoet aan de grenswaarden zoals genoemd in bijlage III, sectie XV, hoofdstuk IV van verordening (EG) 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk IV Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R031420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten waarborgen dat gelatine voldoet aan de grenswaarden zoals genoemd in bijlage III, sectie XV, hoofdstuk IV van verordening (EG) 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk IV Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R031520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Op de onmiddellijke verpakking en de verpakking van collageen moet de bereidingsdatum vermeld staan. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk V Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R031620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Op de onmiddellijke verpakking en de verpakking van collageen moet ‘Voor menselijke consumptie geschikt collageen’ vermeld staan. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XV, hoofdstuk V Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R031710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven gebruiken geen andere stoffen dan drinkwater – of, indien Verordening (EG) Nr. 852/2004 of de onderhavige verordening het gebruik daarvan toestaat, schoon water – om de buitenkant van producten van dierlijke oorsprong te reinigen, tenzij het gebruik van de stof door de Commissie is goedgekeurd. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, tweede lid Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R031720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven gebruiken geen andere stoffen dan drinkwater – of, indien Verordening (EG) Nr. 852/2004 of de onderhavige verordening het gebruik daarvan toestaat, schoon water – om de buitenkant van producten van dierlijke oorsprong te reinigen, tenzij het gebruik van de stof door de Commissie is goedgekeurd. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, tweede lid Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R031810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een inrichting die aan de in lid 2 bedoelde erkenning is onderworpen, mag niet in bedrijf zijn, tenzij de bevoegde autoriteit, overeenkomstig Verordening (EG) Nr. 854/2004 van het Europees parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1): a) de inrichting erkend heeft na een inspectiebezoek ter plaatse, of b) de inrichting voorwaardelijk erkend heeft. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 4, derde lid Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R031910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven brengen alleen in de Gemeenschap vervaardigde producten van dierlijke oorsprong in de handel, indien ze uitsluitend bewerkt en gehanteerd zijn in inrichtingen: a) die voldoen aan de toepasselijke voorschriften van Verordening (EG) Nr. 852/2004, van de bijlagen II en III bij deze verordening en andere toepasselijke voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, en b) die door de bevoegde autoriteit geregistreerd of, indien lid 2 zulks vereist, erkend zijn. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 4, eerste lid Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R032010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorgen er met name voor dat een inrichting ophoudt in bedrijf te zijn wanneer de bevoegde autoriteit de erkenning intrekt of, in geval van voorwaardelijke erkenning, nalaat deze te verlengen of een volwaardige erkenning te verlenen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 4, vierde lid, tweede volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R032110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven werken samen met de bevoegde autoriteiten overeenkomstig Verordening (EG) Nr. 854/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 4, vierde lid eerste volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R032210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer zulks overeenkomstig de artikelen 5 en 6 vereist is, moeten, onverminderd het bepaalde in bijlage III, exploitanten van levensmiddelenbedrijven ervoor zorgen dat producten van dierlijke oorsprong een identificatiemerk dragen dat wordt aangebracht voordat het product de productie-inrichting verlaat. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder A.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R032220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer zulks overeenkomstig de artikelen 5 en 6 vereist is, moeten, onverminderd het bepaalde in bijlage III, exploitanten van levensmiddelenbedrijven ervoor zorgen dat producten van dierlijke oorsprong een identificatiemerk dragen dat wordt aangebracht voordat het product de productie-inrichting verlaat. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder A.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R032310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer zulks overeenkomstig de artikelen 5 en 6 vereist is, moeten, onverminderd het bepaalde in bijlage III, exploitanten van levensmiddelenbedrijven ervoor zorgen dat als de verpakking en/of de onmiddellijke verpakking van een product wordt verwijderd of als het product verder wordt verwerkt in een andere inrichting, een nieuw merk op het product wordt aangebracht. In dat geval moet het nieuwe merk het erkenningsnummer vermelden van de inrichting waar deze bewerkingen plaatsvinden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder A.2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R032320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer zulks overeenkomstig de artikelen 5 en 6 vereist is, moeten, onverminderd het bepaalde in bijlage III, exploitanten van levensmiddelenbedrijven ervoor zorgen dat als de verpakking en/of de onmiddellijke verpakking van een product wordt verwijderd of als het product verder wordt verwerkt in een andere inrichting, een nieuw merk op het product wordt aangebracht. In dat geval moet het nieuwe merk het erkenningsnummer vermelden van de inrichting waar deze bewerkingen plaatsvinden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder A.2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R032410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten, overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) Nr. 178/2002, beschikken over systemen en procedures om de exploitanten van levensmiddelenbedrijven van wie zij producten van dierlijke oorsprong hebben ontvangen of aan wie zij dergelijke producten hebben geleverd, te identificeren. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder A.4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Procedures en/of systemen ontbreken |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R032420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten, overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) Nr. 178/2002, beschikken over systemen en procedures om de exploitanten van levensmiddelenbedrijven van wie zij producten van dierlijke oorsprong hebben ontvangen of aan wie zij dergelijke producten hebben geleverd, te identificeren. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder A.4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Procedures en/of systemen zijn onvolledig |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R032510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het identificatiemerk van een product van dierlijke oorsprong, gehanteerd in een erkende inrichting, dat in de handel wordt gebracht moet leesbaar en onuitwisbaar en in duidelijke cijfer- en lettertekens worden aangebracht. Het moet duidelijk zichtbaar zijn voor de bevoegde autoriteiten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder B.5 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R032520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het identificatiemerk van een product van dierlijke oorsprong, gehanteerd in een erkende inrichting, dat in de handel wordt gebracht moet leesbaar en onuitwisbaar en in duidelijke cijfer- en lettertekens worden aangebracht. Het moet duidelijk zichtbaar zijn voor de bevoegde autoriteiten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder B.5 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R032610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het identificatiemerk van een product van dierlijke oorsprong, gehanteerd in een erkende inrichting, dat in de handel wordt gebracht moet de naam van het land vermelden waar de inrichting gevestigd is, voluit geschreven of aangegeven met een uit twee letters bestaande code overeenkomstig de desbetreffende ISO-norm. Voor de lidstaten luiden deze codes evenwel als volgt: BE, BG, CZ, DK, DE, EE, GR, ES, FR, HR, IE, IT, CY, LV, LT, LU, HU, MT, NL, AT, PL, PT, RO, SI, SK, FI, SE en UK. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder B.6 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R032620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het identificatiemerk van een product van dierlijke oorsprong, gehanteerd in een erkende inrichting, dat in de handel wordt gebracht moet de naam van het land vermelden waar de inrichting gevestigd is, voluit geschreven of aangegeven met een uit twee letters bestaande code overeenkomstig de desbetreffende ISO-norm. Voor de lidstaten luiden deze codes evenwel als volgt: BE, BG, CZ, DK, DE, EE, GR, ES, FR, HR, IE, IT, CY, LV, LT, LU, HU, MT, NL, AT, PL, PT, RO, SI, SK, FI, SE en UK. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder B.6 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R032710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het identificatiemerk van een product van dierlijke oorsprong, gehanteerd in een erkende inrichting, dat in de handel wordt gebracht moet het erkenningsnummer van de inrichting vermelden. Indien een inrichting zowel levensmiddelen waarop deze verordening van toepassing is, als levensmiddelen waarvoor dat niet het geval is, produceert, kan de exploitant van het levensmiddelenbedrijf hetzelfde identificatiemerk op beide soorten levensmiddelen aanbrengen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder B.7 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R032720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het identificatiemerk van een product van dierlijke oorsprong, gehanteerd in een erkende inrichting, dat in de handel wordt gebracht moet het erkenningsnummer van de inrichting vermelden. Indien een inrichting zowel levensmiddelen waarop deze verordening van toepassing is, als levensmiddelen waarvoor dat niet het geval is, produceert, kan de exploitant van het levensmiddelenbedrijf hetzelfde identificatiemerk op beide soorten levensmiddelen aanbrengen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder B.7 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R032810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer het merk in een in de Gemeenschap gevestigde inrichting wordt aangebracht, moet het ovaal zijn en de afkorting CE, EB, EC, EF, EG, EK, EO, EY, ES, EÜ, EK, EZ of WE bevatten. Merken die zijn aangebracht op producten die uit inrichtingen buiten de Gemeenschap in de Gemeenschap worden ingevoerd, mogen die afkortingen niet bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder B.8 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R032820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer het merk in een in de Gemeenschap gevestigde inrichting wordt aangebracht, moet het ovaal zijn en de afkorting CE, EB, EC, EF, EG, EK, EO, EY, ES, EÜ, EK, EZ of WE bevatten. Merken die zijn aangebracht op producten die uit inrichtingen buiten de Gemeenschap in de Gemeenschap worden ingevoerd, mogen die afkortingen niet bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder B.8 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R032910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer het merk in een in de Gemeenschap gevestigde inrichting wordt aangebracht, moet het ovaal zijn en de afkorting CE, EB, EC, EF, EG, EK, EO, EY, ES, EÜ, EK, EZ of WE bevatten. Merken die zijn aangebracht op producten die uit inrichtingen buiten de Gemeenschap in de Gemeenschap worden ingevoerd, mogen die afkortingen niet bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder B.8 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R032920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer het merk in een in de Gemeenschap gevestigde inrichting wordt aangebracht, moet het ovaal zijn en de afkorting CE, EB, EC, EF, EG, EK, EO, EY, ES, EÜ, EK, EZ of WE bevatten. Merken die zijn aangebracht op producten die uit inrichtingen buiten de Gemeenschap in de Gemeenschap worden ingevoerd, mogen die afkortingen niet bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder B.8 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R033010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In geval van een verpakking die uitgesneden vlees of slachtafval bevat, moet het merk worden aangebracht op een etiket dat op de verpakking is bevestigd, dan wel op de verpakking worden gedrukt, en wel zodanig dat het bij het openen van de verpakking wordt vernietigd. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder C.10 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R033020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In geval van een verpakking die uitgesneden vlees of slachtafval bevat, moet het merk worden aangebracht op een etiket dat op de verpakking is bevestigd, dan wel op de verpakking worden gedrukt, en wel zodanig dat het bij het openen van de verpakking wordt vernietigd. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder C.10 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R033110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor vloeibare, korrelvormige en poedervormige producten van dierlijke oorsprong die in bulk worden vervoerd, is een identificatiemerk niet vereist indien de begeleidende documenten de in de punten 6, 7 en, zo nodig, 8 bedoelde gegevens bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder C.12 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R033120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor vloeibare, korrelvormige en poedervormige producten van dierlijke oorsprong die in bulk worden vervoerd, is een identificatiemerk niet vereist indien de begeleidende documenten de in de punten 6, 7 en, zo nodig, 8 bedoelde gegevens bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder C.12 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R033210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor visserijproducten die in bulk worden vervoerd, is een identificatiemerk niet vereist indien de begeleidende documenten de in de punten 6, 7 en, zo nodig, 8 bedoelde gegevens bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder C.12 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R033220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor visserijproducten die in bulk worden vervoerd, is een identificatiemerk niet vereist indien de begeleidende documenten de in de punten 6, 7 en, zo nodig, 8 bedoelde gegevens bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder C.12 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R033310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Als het identificatiemerk rechtstreeks wordt aangebracht op producten van dierlijke oorsprong, mogen slechts die kleuren worden gebruikt die zijn toegestaan op grond van de communautaire voorschriften inzake het gebruik van kleurstoffen in levensmiddelen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder C.14 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R033320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Als het identificatiemerk rechtstreeks wordt aangebracht op producten van dierlijke oorsprong, mogen slechts die kleuren worden gebruikt die zijn toegestaan op grond van de communautaire voorschriften inzake het gebruik van kleurstoffen in levensmiddelen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b, in samenhang met bijlage II, sectie I, onder C.14 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R033410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven brengen producten van dierlijke oorsprong die gehanteerd zijn in een inrichting die overeenkomstig artikel 4, lid 2, moet worden erkend, alleen in de handel met een gezondheidsmerk aangebracht overeenkomstig Verordening (EG) Nr. 854/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder a Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R033420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven brengen producten van dierlijke oorsprong die gehanteerd zijn in een inrichting die overeenkomstig artikel 4, lid 2, moet worden erkend, alleen in de handel met een gezondheidsmerk aangebracht overeenkomstig Verordening (EG) Nr. 854/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder a Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R033510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven brengen producten van dierlijke oorsprong die gehanteerd zijn in een inrichting die overeenkomstig artikel 4, lid 2, moet worden erkend, alleen in de handel met een gezondheidsmerk aangebracht overeenkomstig artikel 5, tweede lid, van de verordening (EG) Nr. 854/2004 door of onder de verantwoordelijkheid van de officiële dierenarts, wanneer bij officiële controles geen gebreken aan het licht zijn gekomen die het vlees ongeschikt voor menselijke consumptie maken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder a van de verordening (EG) 853/2004, in samenhang met artikel 5, tweede lid, van de verordening (EG) 854/2004 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R033520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven brengen producten van dierlijke oorsprong die gehanteerd zijn in een inrichting die overeenkomstig artikel 4, lid 2, moet worden erkend, alleen in de handel met een gezondheidsmerk aangebracht overeenkomstig artikel 5, tweede lid, van de verordening (EG) Nr. 854/2004 door of onder de verantwoordelijkheid van de officiële dierenarts, wanneer bij officiële controles geen gebreken aan het licht zijn gekomen die het vlees ongeschikt voor menselijke consumptie maken; |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder a van de verordening (EG) 853/2004, in samenhang met artikel 5, tweede lid, van de verordening (EG) 854/2004 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R033610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven brengen producten van dierlijke oorsprong die gehanteerd zijn in een inrichting die overeenkomstig artikel 4, lid 2, moet worden erkend, in de handel met een identificatiemerk, aangebracht overeenkomstig bijlage II, sectie I, van deze verordening, wanneer genoemde verordening niet in het aanbrengen van een gezondheidsmerk voorziet. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R033620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven brengen producten van dierlijke oorsprong die gehanteerd zijn in een inrichting die overeenkomstig artikel 4, lid 2, moet worden erkend, in de handel met een identificatiemerk, aangebracht overeenkomstig bijlage II, sectie I, van deze verordening, wanneer genoemde verordening niet in het aanbrengen van een gezondheidsmerk voorziet. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, eerste lid, onder b Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R033710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen alleen een identificatiemerk op een product van dierlijke oorsprong aanbrengen indien dat product in overeenstemming met deze verordening is vervaardigd in inrichtingen die voldoen aan de voorschriften van artikel 4 van de verordening (EG) Nr. 853/2004. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 5, tweede lid Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R033810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien vereist overeenkomstig bijlage II of III, zorgen de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ervoor dat de zendingen producten van dierlijke oorsprong vergezeld gaan van certificaten of andere documenten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 7, eerste lid Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R033820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien vereist overeenkomstig bijlage II of III, zorgen de exploitanten van levensmiddelenbedrijven ervoor dat de zendingen producten van dierlijke oorsprong vergezeld gaan van certificaten of andere documenten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 7, eerste lid Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Incomplete documentatie |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R033910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die voornemens zijn de volgende producten van dierlijke oorsprong in Zweden of Finland in de handel te brengen, moeten voldoen aan de voorschriften van lid 2 met betrekking tot salmonella: a) vlees van runderen en varkens, inclusief gehakt vlees, maar met uitzondering van vleesbereidingen en separatorvlees; b) vlees van pluimvee van de volgende diersoorten: kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden en ganzen, inclusief gehakt vlees, doch met uitzondering van vleesbereidingen en separatorvlees, en c) eieren. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 8, eerste lid Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R033920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die voornemens zijn de volgende producten van dierlijke oorsprong in Zweden of Finland in de handel te brengen, moeten voldoen aan de voorschriften van lid 2 met betrekking tot salmonella: a) vlees van runderen en varkens, inclusief gehakt vlees, maar met uitzondering van vleesbereidingen en separatorvlees; b) vlees van pluimvee van de volgende diersoorten: kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden en ganzen, inclusief gehakt vlees, doch met uitzondering van vleesbereidingen en separatorvlees, en c) eieren. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 8, eerste lid Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
ID regel |
Normadressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39R040110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De vaartuigen moeten zodanig ontworpen en gebouwd zijn dat de producten niet verontreinigd kunnen worden door lenswater, afvalwater, rook, brandstof, olie, vet of andere schadelijke stoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.A.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De oppervlakken van vaartuigen waarmee visserijproducten in aanraking komen, moeten bestaan uit adequaat, corrosiebestendig materiaal dat glad is en gemakkelijk kan worden schoongemaakt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.A.2, eerste volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Beschermlagen van vaartuigen waarmee visserijproducten in aanraking komen moeten duurzaam en niet-toxisch zijn. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.A.2, tweede volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vaartuigen die zodanig ontworpen en uitgerust zijn dat visserijproducten gedurende meer dan 24 uur aan boord kunnen worden bewaard, moeten uitgerust zijn met ruimen, tanks of containers waarin de visserijproducten kunnen worden opgeslagen bij de in verordening (EG) 853/2004 bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII voorgeschreven temperaturen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.B.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Aan boord van vaartuigen die uitgerust zijn om visserijproducten te koelen in gekoeld schoon zeewater moeten de tanks uitgerust zijn met een systeem dat een homogene temperatuur in de tanks garandeert. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.B.3, eerste volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Aan boord van vaartuigen die uitgerust zijn om visserijproducten te koelen moet het systeem van koeling waarborgen dat het mengsel van vis en schoon zeewater uiterlijk zes uur na het vullen tot 3°C en uiterlijk 16 uur na het vullen tot 0°C daalt, en de bewaking en, indien nodig, de registratie van de temperatuur mogelijk maken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.B.3, tweede volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vriesvaartuigen moeten een vriesinstallatie hebben die krachtig genoeg is om de temperatuur van de producten snel te doen dalen tot een kerntemperatuur van ten hoogste –18°C; |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.C.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vriesvaartuigen moeten een koelinstallatie hebben die krachtig genoeg is om visserijproducten in de opslagruimen te bewaren bij ten hoogste –18°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.C.2, eerste volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vriesvaartuigen die zodanig ontworpen en uitgerust zijn dat de verse visserijproducten gedurende meer dan 24 uur aan boord kunnen worden bewaard, moeten voldoen aan de in verordening (EG) 853/2004 bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, paragraaf I onderdeel B, punt 2 vermelde eisen voor vaartuigen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.C.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Als aan boord van een fabrieksvaartuig een installatie voor de behandeling van afval in bedrijf is, moet het afval in een afzonderlijk, speciaal daarvoor bestemd ruim worden opgeslagen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 d) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Op fabrieksvaartuigen worden aparte lokalen gebruikt voor de opslag en behandeling van afval dat met het oog op zuivering aan boord was opgeslagen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 f) tweede volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Fabrieksvaartuigen moeten ten minste beschikken over een voorziening voor het handenwassen voor het personeel dat blootgestelde visserijproducten bewerkt, met kranen die zodanig ontworpen zijn dat de verspreiding van verontreiniging wordt voorkomen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 h) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Fabrieksvaartuigen waar visserijproducten worden ingevroren, moeten beschikken over uitrusting die aan de in verordening (EG) 853/2004 bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, paragraaf I onderdeel C, punten 1 en 2, vermelde eisen voor vriesvaartuigen voldoet. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R040920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De gedeelten van vaartuigen of recipiënten die bestemd zijn voor de opslag van visserijproducten dienen, wanneer zij worden gebruikt, schoon te zijn en goed te worden onderhouden. Zij mogen met name niet verontreinigd worden door brandstof of lenswater. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Zodra de visserijproducten aan boord zijn, moeten zij zo snel mogelijk worden beschermd tegen verontreiniging en tegen de inwerking van de zon of andere warmtebronnen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer de vis aan boord wordt ontkopt en/of gestript moeten de ingewanden en de delen van de vis die een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid zo spoedig mogelijk worden verwijderd en gescheiden worden gehouden van de voor menselijke consumptie bestemde producten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 6 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor het lossen en het aanlanden van visserijproducten moeten erop toezien dat de voorzieningen voor het lossen en aanlanden die in contact komen met de visserijproducten bestaan uit materiaal dat gemakkelijk kan worden gereinigd en ontsmet. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 1 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor het lossen en het aanlanden van visserijproducten moeten erop toezien dat de voorzieningen voor het lossen en aanlanden die in contact komen met de visserijproducten in een goede staat van onderhoud verkeren en schoon zijn. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 1 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor het lossen en het aanlanden van visserijproducten zorgen ervoor dat de visserijproducten onverwijld in een beschermde omgeving ondergebracht worden bij de in de verordening (EG) 853/2004 bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII gespecificeerde temperatuur. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 1.b ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor het lossen en het aanlanden van visserijproducten moeten verontreininging van visserijproducten bij het lossen en aanlanden voorkomen, met name door geen voorzieningen te gebruiken en geen behandelingen uit te voeren die de eetbare delen van de visserijproducten onnodig kunnen aantasten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 1.b iii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor afslagen en groothandelsmarkten, of gedeelten daarvan, waar visserijproducten met het oog op verkoop worden uitgestald, moeten beschikken over aparte afsluitbare voorzieningen voor de opslag van voor menselijke consumptie ongeschikt verklaarde visserijproducten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 2.a i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor afslagen en groothandelsmarkten, of gedeelten daarvan, waar visserijproducten met het oog op verkoop worden uitgestald, moeten beschikken over afsluitbare voorzieningen voor de gekoelde opslag vanaangehouden visserijproducten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 2.a i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor afslagen en groothandelsmarkten, of gedeelten daarvan, waar visserijproducten met het oog op verkoop worden uitgestald, moeten aan de volgende eis voldoen: Wanneer er visserijproducten worden uitgestald of opgeslagen mogen voertuigen waarvan de uitlaatgassen een negatieve invloed kunnen hebben op de kwaliteit van de visserijproducten geen toegang hebben tot de lokalen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 2.b ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor afslagen en groothandelsmarkten, of gedeelten daarvan, waar visserijproducten met het oog op verkoop worden uitgestald, moeten aan de volgende eis voldoen: Wanneer er visserijproducten worden uitgestald of opgeslagen mogen personen die toegang hebben tot de lokalen geen andere dieren binnenbrengen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 2.b iii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer koeling aan boord van het vaartuig niet mogelijk is, moeten verse visserijproducten, tenzij zij levend worden bewaard, zo snel mogelijk na het aanlanden worden gekoeld en worden opgeslagen bij een temperatuur welke die van smeltend ijs benadert. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Inrichtingen op het vasteland die visserijproducten invriezen, moeten beschikken over vriesinstallaties die in overeenstemming zijn met de voorschriften voor vriesvaartuigen in de verordening (EG) 853/2004 bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, deel I, onderdeel. C, punten 1 en 2. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder B Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die mechanisch gescheiden visserijproducten vervaardigen, moeten ervoor zorgen dat wordt voldaan aan de volgende voorschriften voor gebruikte grondstoffen: a) Voor de productie van mechanisch gescheiden visserijproducten mogen alleen hele vissen en de na het fileren overblijvende graten worden gebruikt. b) De grondstoffen mogen geen ingewanden bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder C.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R041920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het vervaardigingsprocédé moet voldoen aan de volgende voorschriften: a) Het mechanisch van de graten scheiden moet zo snel mogelijk na het fileren plaatsvinden. b) Indien de hele vis wordt gebruikt, moet die vooraf worden gestript en gewassen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder C.2 a) en b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De mechanisch gescheiden visserijproducten moeten zo spoedig mogelijk na de productie worden ingevroren of worden verwerkt in een product dat bestemd is om te worden ingevroren of een stabiliserende behandeling te ondergaan |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder C.2 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Visserijproducten waarop de vriesbehandeling bedoeld in bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder D.1 en D.2 van de verordening (EG) 853/2004 niet uitgevoerd hoeft te worden, moeten voldoen aan het gestelde onder D3. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder D.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Behalve bij levering aan de eindverbruiker moeten visserijproducten op basis van vinvis of koppotige weekdieren wanneer ze in de handel worden gebracht, vergezeld gaan van een door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf die de vriesbehandeling heeft uitgevoerd, afgegeven document waarin het soort vriesbehandeling dat de producten hebben ondergaan is aangegeven. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder D.4a Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alvorens de in bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder D3 c en d van de verordening (EG) 853/2004 bedoelde visserijproducten in de handel te brengen die geen vriesbehandeling hebben ondergaan of die niet bestemd zijn om voor verbruik een behandeling te ondergaan die levensvatbare parasieten doodt die een gevaar voor de gezondheid opleveren, moet een exploitant van een levensmiddelenbedrijf erop toezien dat de visserijproducten afkomstig zijn van een visgrond of uit een viskwekerij die voldoet aan de in een of beide van die punten genoemde specifieke voorwaarden. Aan dit voorschrift kan worden voldaan door middel van informatie in het handelsdocument of door andere informatie die bij de visserijproducten wordt verstrekt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder D.4b Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de volgende visserijproducten op basis van vinvis of koppotige weekdieren in de handel brengen: a) visserijproducten bestemd om rauw te worden verbruikt, of b) gemarineerde, gezouten en alle andere behandelde visserijproducten, indien de behandeling niet volstaat om de levensvatbare parasiet te doden, moeten erop toezien dat het rauwe materiaal of het eindproduct een vriesbehandeling ondergaat om de levensvatbare parasieten te doden die een gevaar voor de gezondheid van de consument kunnen opleveren. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder D1. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor andere parasieten dan trematoden moet bij de vriesbehandeling de temperatuur in alle delen van het product worden verlaagd tot ten minste: a) –20°C gedurende ten minste 24 uur, of b) –35°C gedurende ten minste 15 uur. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder D2. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De schalen en schelpen moeten op hygiënische wijze worden verwijderd, waarbij verontreiniging van het product moet worden voorkomen. Als dit met de hand gebeurt, moet het personeel de handen zeer zorgvuldig wassen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk IV, onder A.2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Na het koken van schaal en weekdieren moeten deze producten snel worden afgekoeld. Als geen andere conserveringsmethoden worden gebruikt, moet de afkoeling worden voortgezet totdat een temperatuur is bereikt welke die van smeltend ijs benadert. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk IV, onder A.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Na het verwijderen van schalen of schelpen moeten de gekookte producten onmiddellijk worden ingevroren, of zo snel mogelijk worden gekoeld tot de in hoofdstuk VII vermelde temperatuur. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk IV, onder A.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten een organoleptisch onderzoek van de visserijproducten uitvoeren. Daarbij moet er met name op worden toegezien dat de visserijproducten voldoen aan alle versheidsnormen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, onder A Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Visserijproducten afkomstig van giftige vis van de volgende families mogen niet in de handel worden gebracht: Tetraodontidae, Molidae, Diodontidae en Canthigasteridae. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, onder E.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verse, bereide, ingevroren en verwerkte visserijproducten van de familie Gempylidae, met name Ruvettus pretiosus en Lepidocybium flavobrunneum, mogen uitsluitend in een onmiddellijke verpakking of verpakking in de handel worden gebracht en moeten een etiket dragen met de nodige consumenteninformatie over de bereidingswijze en het risico van de aanwezigheid van stoffen die maag- en darmklachten kunnen veroorzaken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, onder E.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Op het etiket van verse, bereide, ingevroren en verwerkte visserijproducten van de familie Gempylidae moet naast de gewone naam ook de wetenschappelijke naam van de visserijproducten worden vermeld. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, onder E.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Visserijproducten die biotoxines, zoals ciguatoxine of spierverlammende toxines bevatten, mogen niet in de handel worden gebracht. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, onder E.2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De recipiënten waarin verse visserijproducten onder ijs worden bewaard, moeten waterbestendig zijn en zodanig geconstrueerd zijn dat het smeltwater niet in contact met de producten blijft. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VI, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R042920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bevroren blokken die geproduceerd zijn aan boord van vaartuigen moeten van een adequate onmiddellijke verpakking worden voorzien voordat zij aan land worden gebracht. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VI, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R043020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer visserijproducten aan boord van het vaartuig van een onmiddellijke verpakking worden voorzien, zien de exploitanten van levensmiddelenbedrijven erop toe dat het materiaal voor onmiddellijke verpakking geen bron van besmetting vormt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VI, onder 3 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R043110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer visserijproducten aan boord van het vaartuig van een onmiddellijke verpakking worden voorzien, zien de exploitanten van levensmiddelenbedrijven erop toe dat het materiaal voor onmiddellijke verpakking op zodanige wijze wordt opgeslagen dat het niet kan worden verontreinigd |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VI, onder 3 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R043120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer visserijproducten aan boord van het vaartuig van een onmiddellijke verpakking worden voorzien, zien de exploitanten van levensmiddelenbedrijven erop toe dat het materiaal voor onmiddellijke verpakking indien het bestemd is voor hergebruik, gemakkelijk kan worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VI, onder 3 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R043220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die visserijproducten opslaan, moeten ervoor zorgen dat verse visserijproducten, ontdooide onverwerkte visserijproducten en gekookte en gekoelde producten van schaal- en weekdieren die worden opgeslagen op een temperatuur welke die van smeltend ijs benadert, worden gehouden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R043320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ingevroren visserijproducten moeten op een temperatuur van ten hoogste –18°C in alle delen van het product worden gehouden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R043420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Hele in pekel ingevroren vissen die voor de vervaardiging van conserven bestemd zijn, moeten bewaard worden bij een temperatuur van ten hoogste –9°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R043520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levend bewaarde visserijproducten moeten worden bewaard bij een temperatuur en op een manier die de voedselveiligheid of de houdbaarheid ervan niet aantast. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R043610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verse visserijproducten, ontdooide onverwerkte visserijproducten en gekookte en gekoelde producten van schaal- en weekdieren moeten tijdens het vervoer op een temperatuur welke die van smeltend ijs benadert, worden gehouden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VIII, onder 1 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R043620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De vaartuigen moeten zodanig ontworpen en gebouwd zijn dat de producten niet verontreinigd kunnen worden door lenswater, afvalwater, rook, brandstof, olie, vet of andere schadelijke stoffen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.A.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R043710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De oppervlakken van vaartuigen waarmee visserijproducten in aanraking komen, moeten bestaan uit adequaat, corrosiebestendig materiaal dat glad is en gemakkelijk kan worden schoongemaakt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.A.2, eerste volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R043720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Beschermlagen van vaartuigen waarmee visserijproducten in aanraking komen moeten duurzaam en niet-toxisch zijn. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.A.2, tweede volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R043820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Uitrusting en gereedschap van vaartuigen voor bewerking van visserijproducten moeten bestaan uit corrosiebestendig materiaal dat gemakkelijk kan worden schoongemaakt en ontsmet. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.A.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R043910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer vaartuigen een punt voor watervang hebben voor water dat met visserijproducten wordt gebruikt, moet die zo gelegen zijn dat verontreiniging van het water voorkomen wordt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.A.4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R043920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vaartuigen die zodanig ontworpen en uitgerust zijn dat visserijproducten gedurende meer dan 24 uur aan boord kunnen worden bewaard, moeten uitgerust zijn met ruimen, tanks of containers waarin de visserijproducten kunnen worden opgeslagen bij de in verordening (EG) 853/2004 bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII voorgeschreven temperaturen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.B.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ruimen, tanks of containers in vaartuigen waarin de visserijproducten kunnen worden opgeslagen moeten van de machinekamer en van de voor de bemanning bestemde lokalen gescheiden zijn door wanden die een voldoende hermetische afsluiting vormen om verontreiniging van de opgeslagen visserijproducten te voorkomen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.B.2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De lokalen en recipiënten die in vaartuigen worden gebruikt voor de opslag van de visserijproducten, moeten van dien aard zijn dat de producten onder bevredigende hygiënische omstandigheden kunnen worden bewaard en dat, waar nodig, het smeltwater niet in contact blijft met de producten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.B.2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Aan boord van vaartuigen die uitgerust zijn om visserijproducten te koelen in gekoeld schoon zeewater moeten de tanks uitgerust zijn met een systeem dat een homogene temperatuur in de tanks garandeert. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.B.3, eerste volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Aan boord van vaartuigen die uitgerust zijn om visserijproducten te koelen moet het systeem van koeling waarborgen dat het mengsel van vis en schoon zeewater uiterlijk zes uur na het vullen tot 3°C en uiterlijk 16 uur na het vullen tot 0°C daalt, en de bewaking en, indien nodig, de registratie van de temperatuur mogelijk maken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.B.3, tweede volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vriesvaartuigen moeten een vriesinstallatie hebben die krachtig genoeg is om de temperatuur van de producten snel te doen dalen tot een kerntemperatuur van ten hoogste –18°C; |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.C.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vriesvaartuigen moeten een koelinstallatie hebben die krachtig genoeg is om visserijproducten in de opslagruimen te bewaren bij ten hoogste –18°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.C.2, eerste volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De opslagruimen van vriesvaartuigen moeten voorzien zijn van een thermograaf die gemakkelijk kan worden afgelezen. De sonde moet zich bevinden in het gedeelte van het ruim waar de temperatuur het hoogste is. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.C.2, tweede en derde volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vriesvaartuigen die zodanig ontworpen en uitgerust zijn dat de verse visserijproducten gedurende meer dan 24 uur aan boord kunnen worden bewaard, moeten voldoen aan de in verordening (EG) 853/2004 bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, paragraaf I onderdeel B, punt 2 vermelde eisen voor vaartuigen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.C.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Fabrieksvaartuigen moeten ten minste beschikken over een ontvangstzone die uitsluitend bestemd is om visserijproducten aan boord te nemen en die zo ontworpen is dat elke aan boord genomen hoeveelheid producten van de volgende hoeveelheid kan worden gescheiden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 a), eerste volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De ontvangstzone van fabrieksvaartuigen moet gemakkelijk kunnen worden gereinigd en zodanig ontworpen zijn dat de producten beschermd zijn tegen zon en slecht weer en tegen elke bron van verontreiniging. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 a), tweede volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Fabrieksvaartuigen moeten ten minste beschikken over een hygiënisch systeem voor het vervoer van de visserijproducten van de ontvangstzone naar de werkplaats. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Fabrieksvaartuigen moeten ten minste beschikken over werkplaatsen die groot genoeg zijn om de bewerking en de verwerking van visserijproducten onder hygiënische omstandigheden te laten verlopen, die gemakkelijk kunnen worden gereinigd en ontsmet en die zodanig ontworpen en ingedeeld zijn dat verontreiniging van de producten wordt voorkomen; |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Fabrieksvaartuigen moeten ten minste beschikken over opslagplaatsen voor de eindproducten die groot genoeg zijn en die zodanig ontworpen zijn dat zij gemakkelijk kunnen worden gereinigd. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 d) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Als aan boord van een fabrieksvaartuig een installatie voor de behandeling van afval in bedrijf is, moet het afval in een afzonderlijk, speciaal daarvoor bestemd ruim worden opgeslagen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 d) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Fabrieksvaartuigen moeten ten minste beschikken over een opslaglokaal voor het verpakkingsmateriaal die gescheiden is van de lokalen voor de bewerking en de verwerking van de producten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 e) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R044930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Op fabrieksvaartuigen worden aparte lokalen gebruikt voor de opslag en behandeling van afval dat met het oog op zuivering aan boord was opgeslagen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 f) tweede volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R045020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Fabrieksvaartuigen moeten ten minste beschikken over een watervang die zich op een zodanige plaats bevindt dat verontreiniging van de watervoorraad voorkomen wordt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 g) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R045120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Fabrieksvaartuigen moeten ten minste beschikken over een voorziening voor het handenwassen voor het personeel dat blootgestelde visserijproducten bewerkt, met kranen die zodanig ontworpen zijn dat de verspreiding van verontreiniging wordt voorkomen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.1 h) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R045220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Fabrieksvaartuigen waar visserijproducten worden ingevroren, moeten beschikken over uitrusting die aan de in verordening (EG) 853/2004 bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, paragraaf I onderdeel C, punten 1 en 2, vermelde eisen voor vriesvaartuigen voldoet. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder I.D.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R045320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De gedeelten van vaartuigen of recipiënten die bestemd zijn voor de opslag van visserijproducten dienen, wanneer zij worden gebruikt, schoon te zijn en goed te worden onderhouden. Zij mogen met name niet verontreinigd worden door brandstof of lenswater. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R045420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Zodra de visserijproducten aan boord zijn, moeten zij zo snel mogelijk worden beschermd tegen verontreiniging en tegen de inwerking van de zon of andere warmtebronnen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R045520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De visserijproducten aan boord van vaartuigen moeten zodanig worden gehanteerd en opgeslagen dat beschadiging wordt voorkomen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R045620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De visserijproducten moeten, tenzij zij levend worden bewaard, zo snel mogelijk na het aan boord brengen worden gekoeld. Als de visserijproducten niet kunnen worden gekoeld, moeten zij zo snel mogelijk aan land worden gebracht. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R045720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer de vis aan boord wordt ontkopt en/of gestript, moeten die bewerkingen zo snel mogelijk na het vangen onder hygiënische omstandigheden worden uitgevoerd en moeten de producten onmiddellijk en grondig worden gewassen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 6 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R045820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer de vis aan boord wordt ontkopt en/of gestript moeten de ingewanden en de delen van de vis die een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid zo spoedig mogelijk worden verwijderd en gescheiden worden gehouden van de voor menselijke consumptie bestemde producten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 6 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R045910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De voor menselijke consumptie bestemde levers, kuit en hom, wanneer de vis aan boord wordt ontkopt en/of gestript, moeten onder ijs worden bewaard bij de temperatuur welke die van smeltend ijs benadert, of worden ingevroren. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 6 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R045920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer de hele vis die bestemd is voor de bereiding van conserven, wordt ingevroren in pekel, moet het product op een temperatuur van ten hoogste –9°C worden gebracht. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 7 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer de hele vis die bestemd is voor de bereiding van conserven, wordt ingevroren in pekel, de pekel mag voor de vis geen bron van verontreiniging zijn. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, onder II, punt 7 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Fabrieksvaartuigen moeten ten minste beschikken over speciale voorzieningen om afval en niet voor menselijke consumptie geschikte visserijproducten rechtstreeks in zee of, als de omstandigheden dat vereisen, in een uitsluitend daarvoor bestemde waterdichte tank te verwijderen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, paragraaf I, onder D.1 f) eerste volzin Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor het lossen en het aanlanden van visserijproducten moeten erop toezien dat de voorzieningen voor het lossen en aanlanden die in contact komen met de visserijproducten bestaan uit materiaal dat gemakkelijk kan worden gereinigd en ontsmet. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 1 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor het lossen en het aanlanden van visserijproducten moeten erop toezien dat de voorzieningen voor het lossen en aanlanden die in contact komen met de visserijproducten in een goede staat van onderhoud verkeren en schoon zijn. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 1 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor het lossen en het aanlanden van visserijproducten moeten verontreininging van visserijproducten bij het lossen en aanlanden voorkomen, met name door ervoor te zorgen dat het lossen en aanlanden snel geschieden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 1.b i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor het lossen en het aanlanden van visserijproducten zorgen ervoor dat de visserijproducten onverwijld in een beschermde omgeving ondergebracht worden bij de in de verordening (EG) 853/2004 bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII gespecificeerde temperatuur. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 1.b ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor het lossen en het aanlanden van visserijproducten moeten verontreininging van visserijproducten bij het lossen en aanlanden voorkomen, met name door geen voorzieningen te gebruiken en geen behandelingen uit te voeren die de eetbare delen van de visserijproducten onnodig kunnen aantasten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 1.b iii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor afslagen en groothandelsmarkten, of gedeelten daarvan, waar visserijproducten met het oog op verkoop worden uitgestald, moeten beschikken over aparte afsluitbare voorzieningen voor de opslag van voor menselijke consumptie ongeschikt verklaarde visserijproducten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 2.a i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor afslagen en groothandelsmarkten, of gedeelten daarvan, waar visserijproducten met het oog op verkoop worden uitgestald, moeten beschikken over afsluitbare voorzieningen voor de gekoelde opslag vanaangehouden visserijproducten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 2.a i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor afslagen en groothandelsmarkten, of gedeelten daarvan, waar visserijproducten met het oog op verkoop worden uitgestald, moeten aan de volgende eis voldoen: Wanneer er visserijproducten worden uitgestald of opgeslagen mogen de lokalen niet voor andere doeleinden worden gebruikt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 2.b i) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor afslagen en groothandelsmarkten, of gedeelten daarvan, waar visserijproducten met het oog op verkoop worden uitgestald, moeten aan de volgende eis voldoen: Wanneer er visserijproducten worden uitgestald of opgeslagen mogen voertuigen waarvan de uitlaatgassen een negatieve invloed kunnen hebben op de kwaliteit van de visserijproducten geen toegang hebben tot de lokalen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 2.b ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor afslagen en groothandelsmarkten, of gedeelten daarvan, waar visserijproducten met het oog op verkoop worden uitgestald, moeten aan de volgende eis voldoen: Wanneer er visserijproducten worden uitgestald of opgeslagen mogen personen die toegang hebben tot de lokalen geen andere dieren binnenbrengen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 2.b iii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer koeling aan boord van het vaartuig niet mogelijk is, moeten verse visserijproducten, tenzij zij levend worden bewaard, zo snel mogelijk na het aanlanden worden gekoeld en worden opgeslagen bij een temperatuur welke die van smeltend ijs benadert. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R046810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer gekoelde, onverpakte producten niet onmiddellijk na aankomst in een inrichting aan land worden gedistribueerd, verzonden, bewerkt of verwerkt, moeten zij in een passend lokaal onder ijs worden opgeslagen. Het ijs moet zo vaak als nodig worden vervangen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder A.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Bewaartemperatuur > 0° |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
|
39R046910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verpakte verse visserijproducten moeten worden gekoeld tot een temperatuur welke die van smeltend ijs benadert. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder A.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Bewaartemperatuur > 0° |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
|
39R047010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij bewerkingen zoals koppen en strippen moet de nodige hygiëne in acht worden genomen. Wanneer strippen vanuit technisch en commercieel oogpunt mogelijk is, moet dit zo snel mogelijk na het vangen of het lossen geschieden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder A.2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij bewerkingen zoals koppen en strippen moet de nodige hygiëne in acht worden genomen. De producten moeten onmiddellijk na deze bewerkingen grondig worden gewassen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder A.2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bij bewerkingen zoals koppen en strippen moet de nodige hygiëne in acht worden genomen. Wanneer strippen vanuit technisch en commercieel oogpunt mogelijk is, moet dit zo snel mogelijk na het vangen of het lossen geschieden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder A.2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Filets en moten moeten zo spoedig mogelijk na de bewerking worden gekoeld. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder A.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bewerkingen zoals fileren en in moten verdelen dienen op zodanige wijze te worden uitgevoerd dat verontreiniging of bevuiling van de filets en de moten wordt voorkomen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder A.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Filets en moten mogen niet langer op de werktafel blijven dan nodig is voor de bewerking. Filets en moten moeten in een onmiddellijke verpakking worden geplaatst en, indien nodig, worden verpakt, en moeten zo spoedig mogelijk na de bewerking worden gekoeld. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder A.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De voor de verzending of opslag van onverpakte bewerkte verse, onder ijs bewaarde visserijproducten gebruikte recipiënten moeten op zodanige wijze vervaardigd zijn dat gewaarborgd is dat het smeltwater niet in contact met de producten blijft. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder A.4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Inrichtingen op het vasteland die visserijproducten invriezen, moeten beschikken over vriesinstallaties die in overeenstemming zijn met de voorschriften voor vriesvaartuigen in de verordening (EG) 853/2004 bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, deel I, onderdeel. C, punten 1 en 2. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder B Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die mechanisch gescheiden visserijproducten vervaardigen, moeten ervoor zorgen dat wordt voldaan aan de volgende voorschriften voor gebruikte grondstoffen: a) Voor de productie van mechanisch gescheiden visserijproducten mogen alleen hele vissen en de na het fileren overblijvende graten worden gebruikt. b) De grondstoffen mogen geen ingewanden bevatten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder C.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het vervaardigingsprocédé moet voldoen aan de volgende voorschriften: a) Het mechanisch van de graten scheiden moet zo snel mogelijk na het fileren plaatsvinden. b) Indien de hele vis wordt gebruikt, moet die vooraf worden gestript en gewassen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder C.2 a) en b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De mechanisch gescheiden visserijproducten moeten zo spoedig mogelijk na de productie worden ingevroren of worden verwerkt in een product dat bestemd is om te worden ingevroren of een stabiliserende behandeling te ondergaan |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder C.2 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Visserijproducten waarop de vriesbehandeling bedoeld in bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder D.1 en D.2 van de verordening (EG) 853/2004 niet uitgevoerd hoeft te worden, moeten voldoen aan het gestelde onder D3. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder D.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Voor andere parasieten dan trematoden moet bij de vriesbehandeling de temperatuur in alle delen van het product worden verlaagd tot ten minste: a) –20°C gedurende ten minste 24 uur, of b) –35°C gedurende ten minste 15 uur. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk III, onder D2. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Na het verwijderen van schalen of schelpen moeten de gekookte producten onmiddellijk worden ingevroren, of zo snel mogelijk worden gekoeld tot de in hoofdstuk VII vermelde temperatuur. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk IV, onder A.3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten een organoleptisch onderzoek van de visserijproducten uitvoeren. Daarbij moet er met name op worden toegezien dat de visserijproducten voldoen aan alle versheidsnormen. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, onder A Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R047920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat vis en visserijproducten, voordat zij in de handel worden gebracht, zijn onderworpen aan een visuele controle ter opsporing van zichtbare parasieten. Duidelijk met parasieten verontreinigde visserijproducten mogen zij niet in de handel brengen voor menselijke consumptie. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, onder D Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Op het etiket moet naast de gewone naam ook de wetenschappelijke naam van de visserijproducten worden vermeld. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, onder E.1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De recipiënten waarin verse visserijproducten onder ijs worden bewaard, moeten waterbestendig zijn en zodanig geconstrueerd zijn dat het smeltwater niet in contact met de producten blijft. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VI, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bevroren blokken die geproduceerd zijn aan boord van vaartuigen moeten van een adequate onmiddellijke verpakking worden voorzien voordat zij aan land worden gebracht. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VI, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer visserijproducten aan boord van het vaartuig van een onmiddellijke verpakking worden voorzien, zien de exploitanten van levensmiddelenbedrijven erop toe dat het materiaal voor onmiddellijke verpakking geen bron van besmetting vormt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VI, onder 3 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer visserijproducten aan boord van het vaartuig van een onmiddellijke verpakking worden voorzien, zien de exploitanten van levensmiddelenbedrijven erop toe dat het materiaal voor onmiddellijke verpakking op zodanige wijze wordt opgeslagen dat het niet kan worden verontreinigd |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VI, onder 3 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer visserijproducten aan boord van het vaartuig van een onmiddellijke verpakking worden voorzien, zien de exploitanten van levensmiddelenbedrijven erop toe dat het materiaal voor onmiddellijke verpakking indien het bestemd is voor hergebruik, gemakkelijk kan worden schoongemaakt en, indien nodig, ontsmet. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VI, onder 3 c) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die visserijproducten opslaan, moeten ervoor zorgen dat verse visserijproducten, ontdooide onverwerkte visserijproducten en gekookte en gekoelde producten van schaal- en weekdieren die worden opgeslagen op een temperatuur welke die van smeltend ijs benadert, worden gehouden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII, onder 1 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ingevroren visserijproducten moeten op een temperatuur van ten hoogste –18°C in alle delen van het product worden gehouden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Hele in pekel ingevroren vissen die voor de vervaardiging van conserven bestemd zijn, moeten bewaard worden bij een temperatuur van ten hoogste –9°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII, onder 2 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levend bewaarde visserijproducten moeten worden bewaard bij een temperatuur en op een manier die de voedselveiligheid of de houdbaarheid ervan niet aantast. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verse visserijproducten, ontdooide onverwerkte visserijproducten en gekookte en gekoelde producten van schaal- en weekdieren moeten tijdens het vervoer op een temperatuur welke die van smeltend ijs benadert, worden gehouden. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VIII, onder 1 a) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Ingevroren visserijproducten, met uitzondering van oorspronkelijk in pekel ingevroren hele vissen die voor de vervaardiging van conserven bestemd zijn, moeten tijdens het vervoer op een constante temperatuur van ten hoogste –18°C in alle delen van het product worden gehouden met eventuele korte schommelingen naar boven van maximaal 3°C. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VIII, onder 1 b) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
Bewaartemperatuur > -15°C |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
|
39R048610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien de visserijproducten onder ijs worden bewaard, moet ervoor worden gezorgd dat het smeltwater niet in contact blijft met de producten. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VIII, onder 3 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Visserijproducten die bestemd zijn om levend in de handel te worden gebracht, moeten onder zodanige omstandigheden worden vervoerd dat de voedselveiligheid of de houdbaarheid ervan niet worden aangetast. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VIII, onder 4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R048720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor afslagen en groothandelsmarkten, of gedeelten daarvan, waar visserijproducten met het oog op verkoop worden uitgestald, moeten indien de bevoegde autoriteit dit verlangt, beschikken over een afsluitbare voorziening of, waar nodig, een apart lokaal met een adequate uitrusting die uitsluitend door de bevoegde autoriteit mag worden gebruikt. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 2.a ii) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R048820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die verantwoordelijk zijn voor afslagen en groothandelsmarkten, of gedeelten daarvan, waar visserijproducten met het oog op verkoop worden uitgestald, moeten aan de volgende eis voldoen: Wanneer er visserijproducten worden uitgestald of opgeslagen moeten de lokalen goed verlicht zijn om officiële controles te vergemakkelijken. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 2.b iv) Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R048920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven werken samen met de relevante bevoegde autoriteiten, zodat deze overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2004 de officiële controles kunnen uitvoeren, in het bijzonder wat betreft de procedures voor de kennisgeving van het aanlanden van visserijproducten die nodig worden geacht door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan het vissersvaartuig de vlag voert of door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de visserijproducten aan land worden gebracht. |
Verordening (EG) Nr. 853/2004 artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, onder 4 Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen artikel 2, lid 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
ID regel |
Normadressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39R940110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren mogen alleen voor detailverkoop in de handel worden gebracht via een verzendingscentrum waar een identificatiemerk moet worden aangebracht overeenkomstig hoofdstuk VII. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen een partij levende tweekleppige weekdieren alleen aanvaarden indien aan de documentatievereisten van de punten 3 tot en met 7 is voldaan. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer een exploitant van een levensmiddelenbedrijf een partij levende tweekleppige weekdieren van één inrichting naar een andere verplaatst, moet die partij tot en met de aankomst in het verzendingscentrum of de verwerkingsinstallatie vergezeld gaan van een registratiedocument. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een registratiedocument bevat de onder 4 genoemde gegevens. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 4 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven vullen de desbetreffende onderdelen van het registratiedocument zo in dat ze gemakkelijk leesbaar zijn en niet gewijzigd kunnen worden. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 5 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven bewaren een afschrift van het registratiedocument gedurende ten minste twaalf maanden na de verzending of de ontvangst van de partij. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 6 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Producenten mogen levende tweekleppige weekdieren alleen verzamelen in productiegebieden met een vaste ligging en vaste grenzen die door de bevoegde autoriteit, waar nodig in samenwerking met de exploitanten van levensmiddelenbedrijven, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2004 in klasse A, klasse B of klasse C zijn ingedeeld. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen levende tweekleppige weekdieren die in een klasse A-productiegebied zijn verzameld voor menselijke consumptie in de handel brengen als zij aan de voorschriften van hoofdstuk V voldoen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen levende tweekleppige weekdieren die in een klasse B-productiegebied zijn verzameld alleen na behandeling in een zuiveringscentrum of na heruitzetting voor menselijke consumptie in de handel brengen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen levende tweekleppige weekdieren die in een klasse C-productiegebied zijn verzameld alleen na een ruime heruitzettingsperiode overeenkomstig punt C van dit hoofdstuk voor menselijke consumptie in de handel brengen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.4 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Na zuivering of heruitzetting moeten levende tweekleppige weekdieren uit de productiegebieden van klasse B en klasse C aan de voorschriften van hoofdstuk V voldoen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.5, eerste volzin |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren uit de productiegebieden van klasse B en klasse C die niet gezuiverd of heruitgezet zijn, mogen naar een verwerkende inrichting worden verzonden, waar zij een behandeling ondergaan om pathogene micro-organismen te elimineren (in voorkomend geval, na verwijdering van zand, slik of slijm in dezelfde of een andere inrichting), mits de behandelingsmethode is toegestaan. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.5, tweede volzin en verder |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen geen levende tweekleppige weekdieren produceren of verzamelen in gebieden die niet door de bevoegde autoriteit ingedeeld zijn of om gezondheidsredenen ongeschikt zijn. Zij moeten rekening houden met alle informatie over de geschiktheid van gebieden voor productie en verzameling, waaronder informatie uit eigen onderzoek en van de bevoegde autoriteit. Zij moeten die informatie, met name informatie over milieutechnische en meteorologische omstandigheden, gebruiken om te bepalen welke behandeling het best op de verzamelde partijen kan worden toegepast. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.6 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier en/of milieu. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R940920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die levende tweekleppige weekdieren verzamelen of onmiddellijk na het verzamelen hanteren moeten ervoor zorgen dat dat dit niet leidt tot andere wijzigingen die ernstig afbreuk doen aan de mogelijkheid om de weekdieren te zuiveren, te verwerken of opnieuw uit te zetten. De exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten de levende tweekleppige weekdieren op adequate wijze beschermen tegen overdreven druk, schuring of trilling. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 a) |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die levende tweekleppige weekdieren verzamelen of onmiddellijk na het verzamelen, hanteren, mogen de levende tweekleppige weekdieren niet blootstellen aan extreme temperaturen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 b) |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen de levende tweekleppige weekdieren niet opnieuw onderdompelen in water dat de oorzaak kan zijn van extra verontreiniging. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 c) |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die levende tweekleppige weekdieren verzamelen of onmiddellijk na het verzamelen, hanteren, moeten, wanneer de verwatering op natuurlijke gronden plaatsvindt, alleen gebieden gebruiken die de bevoegde autoriteit heeft ingedeeld als gebied van klasse A. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 d) |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De vervoermiddelen moeten een adequate waterafvoer mogelijk maken en zo uitgerust zijn dat de dieren maximale overlevingskansen hebben en verontreiniging wordt voorkomen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bassins en watercontainers moeten aan de volgende eis voldoen: a) de inwendige oppervlakken moeten glad, hard en ondoordringbaar zijn en gemakkelijk gereinigd kunnen worden. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk III, onder 2. a) |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bassins en watercontainers moeten aan de volgende eisen voldoen: b) zij moeten zo gebouwd zijn dat alle water kan worden afgevoerd; c) elk punt voor watertoevoer moet zo gelegen zijn dat verontreiniging van het water voorkomen wordt. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk III, onder 2. b) en c) |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Zuiveringsbassins van zuiveringscentra moeten geschikt zijn voor de hoeveelheid die en het soort producten dat gezuiverd moet worden. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk III, onder 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De te zuiveren hoeveelheid levende tweekleppige weekdieren mag de capaciteit van het zuiveringscentrum niet overschrijden. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.3, eerste volzin |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren moeten continu worden gezuiverd gedurende een periode die lang genoeg is om ze te laten voldoen aan de gezondheidsnormen van hoofdstuk V en aan de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 aangenomen microbiologische normen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.3, tweede volzin |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien een zuiveringsbassin verscheidene partijen levende tweekleppige weekdieren bevat, moeten deze van dezelfde soort zijn en moet de duur van de behandeling gebaseerd zijn op de tijd die nodig is voor de partij die het langste zuiveringsproces behoeft. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.4 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De containers voor levende tweekleppige weekdieren in zuiveringsinstallaties moeten zo gebouwd zijn dat er schoon zeewater doorheen kan stromen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.5, eerste volzin |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De levende tweekleppige weekdieren mogen niet in te dikke lagen worden gestapeld, zodat de schelpen zich tijdens het zuiveringsproces ongehinderd kunnen openen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.5, tweede volzin |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In de zuiveringsbassins mogen op het moment waarop levende tweekleppige weekdieren er een zuiveringsproces ondergaan, geen schaaldieren, vissen of andere mariene diersoorten aanwezig zijn. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.6 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R941920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Elke verpakking met gezuiverde levende tweekleppige weekdieren die naar een verzendingscentrum wordt gezonden, moet worden voorzien van een etiket waaruit blijkt dat de weekdieren zijn gezuiverd. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.7 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het hanteren van levende tweekleppige weekdieren, met name verwatering, groottesortering, onmiddellijke verpakking en verpakking, mag geen verontreiniging van het product veroorzaken, noch de houdbaarheid van de weekdieren aantasten. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder B.1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vóór verzending moeten de schelpen van levende tweekleppige weekdieren grondig gewassen worden met schoon water. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder B.2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren moeten afkomstig zijn van: a) een productiegebied van klasse A; b) een heruitzettingsgebied; c) een zuiveringscentrum, of d) een ander verzendingscentrum. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder B.3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzendingscentra aan boord van schepen hanteren alleen weekdieren die afkomstig zijn van een productiegebied klasse A of een heruitzettingsgebied |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder B.4 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten voldoen aan de microbiologische citeria overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk V, eerste volzin? (minus normen in dit hoofdstuk) |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat levende tweekleppige weekdieren die in de handel worden gebracht voor menselijke consumptie de organoleptische kenmerken vertonen die in verband worden gebracht met versheid en houdbaarheid, de schelpen moeten vrij zijn van vuil, de dieren moeten adequaat reageren op beklopping en moeten een normale hoeveelheid lichaamsvocht bevatten. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk V, onder 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat levende tweekleppige weekdieren die in de handel worden gebracht voor menselijke consumptie geen mariene biotoxinen bevatten die in totale hoeveelheden (gemeten in het hele dier of elk afzonderlijk eetbaar deel) de maximumwaarden overschrijden. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk V, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Oesters moeten met de holle kant naar beneden in de onmiddellijke verpakking worden geplaatst. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VI, onder 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle verpakkingen van levende tweekleppige weekdieren, die verzendingscentra verlaten of bestemd zijn voor een ander verzendingscentrum, moeten worden gesloten. Verpakkingen van levende tweekleppige weekdieren, bestemd voor directe verkoop in de detailhandel, moeten gesloten blijven totdat zij voor verkoop aan de eindverbruiker worden gepresenteerd. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VI, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onverminderd de in bijlage II, sectie I, vermelde algemene voorschriften voor identificatiemerken, moet het etiket moet de volgende gegevens bevatten: a) de soort tweekleppige weekdieren (gebruikelijke naam en wetenschappelijke naam), en b) de datum van verpakking, met vermelding van ten minste de dag en de maand. In afwijking van Richtlijn 2000/13/EG mag de datum van minimale houdbaarheid worden vervangen door de vermelding ‘Deze dieren moeten bij verkoop levend zijn’. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VII, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het op de verpakking van levende tweekleppige weekdieren die niet in individuele consumentenverpakking zijn verpakt, aangebrachte etiket moet door de detailhandelaar worden bewaard gedurende ten minste 60 dagen nadat hij de inhoud van de zending heeft gesplitst. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VII, onder 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die levende tweekleppige weekdieren opslaan en vervoeren zorgen ervoor dat deze bewaard worden bij een temperatuur die de voedselveiligheid en de houdbaarheid van de weekdieren niet aantast. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VIII, onder 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren mogen niet opnieuw in water worden ondergedompeld of met water worden besproeid nadat zij verpakt zijn voor de detailverkoop en het verzendingscentrum hebben verlaten. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VIII, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Pectinidae en mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, mogen niet in de handel gebracht worden, tenzij zij overeenkomstig hoofdstuk II, punt B, verzameld en gehanteerd zijn, en gestaafd door een systeem van interne controles voldoen aan de normen van hoofdstuk V. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Pectinidae en mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, mogen alleen via een visveiling, een verzendingscentrum of een verwerkingsbedrijf voor menselijke consumptie in de handel worden gebracht. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 3, eerste volzin |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R942920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dergelijke inrichtingen (visveiling, verzendingscentrum of een verwerkingsbedrijf die pectinidae en mariene buikpotigen in de handel brengen) beheren, moeten de bevoegde autoriteit ervan in kennis stellen dat zij ook pectinidae en/of mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, hanteren, en wat de verzendingscentra betreft, aan de desbetreffende eisen van de hoofdstukken III en IV voldoen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 3, tweede volzin |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R943020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die pectinidae en levende mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, hanteren, moeten voldoen: aan de in hoofdstuk I, punten 3 tot en met 7, bedoelde documentenvereisten, indien deze van toepassing zijn. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 4 a), eerste volzin |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R943110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In het registratiedocument moet duidelijk vermeld worden waar de pectinidae en/of levende mariene buikpotigen verzameld zijn. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 4 a), tweede volzin |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R943120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die pectinidae en levende mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, hanteren, moeten voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk VI, punt 2, betreffende het sluiten van alle verpakkingen van levende pectinidae en levende mariene buikpotigen die voor verkoop in de detailhandel worden verzonden, en hoofdstuk VII betreffende het aanbrengen van een identificatiemerk en eikettering. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 4 b) |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R943220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten ervoor zorgen dat kikkers en slakken worden gedood in een inrichting die voor dat doel gebouwd, ingedeeld en uitgerust is. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 1 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R943320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten beschikken over een inrichting waarin kikkerbilletjes worden bereid, moet beschikken over een afzonderlijk lokaal voor het slachten en het uitbloeden van de kikkers en dit lokaal moet fysiek gescheiden zijn van het bereidingslokaal. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R943420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten beschikken over een inrichting waarin kikkerbilletjes worden bereid, moet beschikken over een afzonderlijk lokaal voor de opslag en het wassen van de levende kikkers. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 2 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R943520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie mogen kikkers en slakken die anders gestorven zijn dan door doding in de inrichting, niet voor menselijke consumptie gebruiken. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 3 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R943610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten kikkers en slakken steekproefsgewijs organoleptisch onderzoeken. Indien bij dat onderzoek blijkt dat zij een risico opleveren, mogen zij niet voor menselijke consumptie worden gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 4 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R943620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten kikkerbilletjes na de bereiding onmiddellijk overvloedig met stromend drinkwater wassen en onmiddellijk koelen tot de temperatuur welke die van smeltend ijs benadert, ofwel worden bevroren tot een temperatuur van ten hoogste –18°C, ofwel worden verwerkt. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 5 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R943710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten de hepatopancreas van slakken, indien hij een risico kan opleveren, na de slacht verwijderen en mag niet voor menselijke consumptie worden gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 6 |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
||
39R943720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren mogen alleen voor detailverkoop in de handel worden gebracht via een verzendingscentrum waar een identificatiemerk moet worden aangebracht overeenkomstig hoofdstuk VII. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 1 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R943820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen een partij levende tweekleppige weekdieren alleen aanvaarden indien aan de documentatievereisten van de punten 3 tot en met 7 is voldaan. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 2 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R943910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer een exploitant van een levensmiddelenbedrijf een partij levende tweekleppige weekdieren van één inrichting naar een andere verplaatst, moet die partij tot en met de aankomst in het verzendingscentrum of de verwerkingsinstallatie vergezeld gaan van een registratiedocument. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 3 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R943920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het registratiedocument is opgesteld in ten minste één officiële taal van de lidstaat waar de ontvangende inrichting is gevestigd. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 4 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een registratiedocument bevat de onder 4 genoemde gegevens. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 4 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven vullen de desbetreffende onderdelen van het registratiedocument zo in dat ze gemakkelijk leesbaar zijn en niet gewijzigd kunnen worden. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 5 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven bewaren een afschrift van het registratiedocument gedurende ten minste twaalf maanden na de verzending of de ontvangst van de partij. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 6 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Producenten mogen levende tweekleppige weekdieren alleen verzamelen in productiegebieden met een vaste ligging en vaste grenzen die door de bevoegde autoriteit, waar nodig in samenwerking met de exploitanten van levensmiddelenbedrijven, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2004 in klasse A, klasse B of klasse C zijn ingedeeld. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.1 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen levende tweekleppige weekdieren die in een klasse A-productiegebied zijn verzameld voor menselijke consumptie in de handel brengen als zij aan de voorschriften van hoofdstuk V voldoen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.2 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen levende tweekleppige weekdieren die in een klasse B-productiegebied zijn verzameld alleen na behandeling in een zuiveringscentrum of na heruitzetting voor menselijke consumptie in de handel brengen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.3 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen levende tweekleppige weekdieren die in een klasse C-productiegebied zijn verzameld alleen na een ruime heruitzettingsperiode overeenkomstig punt C van dit hoofdstuk voor menselijke consumptie in de handel brengen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.4 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Na zuivering of heruitzetting moeten levende tweekleppige weekdieren uit de productiegebieden van klasse B en klasse C aan de voorschriften van hoofdstuk V voldoen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.5, eerste volzin |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren uit de productiegebieden van klasse B en klasse C die niet gezuiverd of heruitgezet zijn, mogen naar een verwerkende inrichting worden verzonden, waar zij een behandeling ondergaan om pathogene micro-organismen te elimineren (in voorkomend geval, na verwijdering van zand, slik of slijm in dezelfde of een andere inrichting), mits de behandelingsmethode is toegestaan. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.5, tweede volzin en verder |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen geen levende tweekleppige weekdieren produceren of verzamelen in gebieden die niet door de bevoegde autoriteit ingedeeld zijn of om gezondheidsredenen ongeschikt zijn. Zij moeten rekening houden met alle informatie over de geschiktheid van gebieden voor productie en verzameling, waaronder informatie uit eigen onderzoek en van de bevoegde autoriteit. Zij moeten die informatie, met name informatie over milieutechnische en meteorologische omstandigheden, gebruiken om te bepalen welke behandeling het best op de verzamelde partijen kan worden toegepast. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.6 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier en/of milieu. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die levende tweekleppige weekdieren verzamelen of onmiddellijk na het verzamelen hanteren moeten ervoor zorgen dat dat dit niet leidt tot andere wijzigingen die ernstig afbreuk doen aan de mogelijkheid om de weekdieren te zuiveren, te verwerken of opnieuw uit te zetten. De exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten de levende tweekleppige weekdieren op adequate wijze beschermen tegen overdreven druk, schuring of trilling. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 a) |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die levende tweekleppige weekdieren verzamelen of onmiddellijk na het verzamelen, hanteren, mogen de levende tweekleppige weekdieren niet blootstellen aan extreme temperaturen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 b) |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen de levende tweekleppige weekdieren niet opnieuw onderdompelen in water dat de oorzaak kan zijn van extra verontreiniging. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 c) |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die levende tweekleppige weekdieren verzamelen of onmiddellijk na het verzamelen, hanteren, moeten, wanneer de verwatering op natuurlijke gronden plaatsvindt, alleen gebieden gebruiken die de bevoegde autoriteit heeft ingedeeld als gebied van klasse A. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 d) |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De vervoermiddelen moeten een adequate waterafvoer mogelijk maken en zo uitgerust zijn dat de dieren maximale overlevingskansen hebben en verontreiniging wordt voorkomen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.2 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R944930 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bassins en watercontainers moeten aan de volgende eis voldoen: a) de inwendige oppervlakken moeten glad, hard en ondoordringbaar zijn en gemakkelijk gereinigd kunnen worden. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk III, onder 2. a) |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R945020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Bassins en watercontainers moeten aan de volgende eisen voldoen: b) zij moeten zo gebouwd zijn dat alle water kan worden afgevoerd; c) elk punt voor watertoevoer moet zo gelegen zijn dat verontreiniging van het water voorkomen wordt. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk III, onder 2. b) en c) |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R945120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Zuiveringsbassins van zuiveringscentra moeten geschikt zijn voor de hoeveelheid die en het soort producten dat gezuiverd moet worden. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk III, onder 3 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R945220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De te zuiveren hoeveelheid levende tweekleppige weekdieren mag de capaciteit van het zuiveringscentrum niet overschrijden. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.3, eerste volzin |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R945320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren moeten continu worden gezuiverd gedurende een periode die lang genoeg is om ze te laten voldoen aan de gezondheidsnormen van hoofdstuk V en aan de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 aangenomen microbiologische normen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.3, tweede volzin |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R945420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien een zuiveringsbassin verscheidene partijen levende tweekleppige weekdieren bevat, moeten deze van dezelfde soort zijn en moet de duur van de behandeling gebaseerd zijn op de tijd die nodig is voor de partij die het langste zuiveringsproces behoeft. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.4 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R945520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De containers voor levende tweekleppige weekdieren in zuiveringsinstallaties moeten zo gebouwd zijn dat er schoon zeewater doorheen kan stromen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.5, eerste volzin |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R945620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De levende tweekleppige weekdieren mogen niet in te dikke lagen worden gestapeld, zodat de schelpen zich tijdens het zuiveringsproces ongehinderd kunnen openen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.5, tweede volzin |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R945720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In de zuiveringsbassins mogen op het moment waarop levende tweekleppige weekdieren er een zuiveringsproces ondergaan, geen schaaldieren, vissen of andere mariene diersoorten aanwezig zijn. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.6 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R945820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Elke verpakking met gezuiverde levende tweekleppige weekdieren die naar een verzendingscentrum wordt gezonden, moet worden voorzien van een etiket waaruit blijkt dat de weekdieren zijn gezuiverd. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.7 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R945910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het hanteren van levende tweekleppige weekdieren, met name verwatering, groottesortering, onmiddellijke verpakking en verpakking, mag geen verontreiniging van het product veroorzaken, noch de houdbaarheid van de weekdieren aantasten. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder B.1 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R945920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Vóór verzending moeten de schelpen van levende tweekleppige weekdieren grondig gewassen worden met schoon water. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder B.2 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren moeten afkomstig zijn van: a) een productiegebied van klasse A; b) een heruitzettingsgebied; c) een zuiveringscentrum, of d) een ander verzendingscentrum. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder B.3 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verzendingscentra aan boord van schepen hanteren alleen weekdieren die afkomstig zijn van een productiegebied klasse A of een heruitzettingsgebied |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder B.4 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten voldoen aan de microbiologische citeria overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk V, eerste volzin? (minus normen in dit hoofdstuk) |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat levende tweekleppige weekdieren die in de handel worden gebracht voor menselijke consumptie de organoleptische kenmerken vertonen die in verband worden gebracht met versheid en houdbaarheid, de schelpen moeten vrij zijn van vuil, de dieren moeten adequaat reageren op beklopping en moeten een normale hoeveelheid lichaamsvocht bevatten. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk V, onder 1 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat levende tweekleppige weekdieren die in de handel worden gebracht voor menselijke consumptie geen mariene biotoxinen bevatten die in totale hoeveelheden (gemeten in het hele dier of elk afzonderlijk eetbaar deel) de maximumwaarden overschrijden. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk V, onder 2 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Oesters moeten met de holle kant naar beneden in de onmiddellijke verpakking worden geplaatst. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VI, onder 1 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle verpakkingen van levende tweekleppige weekdieren, die verzendingscentra verlaten of bestemd zijn voor een ander verzendingscentrum, moeten worden gesloten. Verpakkingen van levende tweekleppige weekdieren, bestemd voor directe verkoop in de detailhandel, moeten gesloten blijven totdat zij voor verkoop aan de eindverbruiker worden gepresenteerd. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VI, onder 2 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het etiket, met inbegrip van het identificatiemerk, moet waterbestendig zijn. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VII, onder 1 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onverminderd de in bijlage II, sectie I, vermelde algemene voorschriften voor identificatiemerken, moet het etiket moet de volgende gegevens bevatten: a) de soort tweekleppige weekdieren (gebruikelijke naam en wetenschappelijke naam), en b) de datum van verpakking, met vermelding van ten minste de dag en de maand. In afwijking van Richtlijn 2000/13/EG mag de datum van minimale houdbaarheid worden vervangen door de vermelding ‘Deze dieren moeten bij verkoop levend zijn’. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VII, onder 2 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het op de verpakking van levende tweekleppige weekdieren die niet in individuele consumentenverpakking zijn verpakt, aangebrachte etiket moet door de detailhandelaar worden bewaard gedurende ten minste 60 dagen nadat hij de inhoud van de zending heeft gesplitst. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VII, onder 3 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die levende tweekleppige weekdieren opslaan en vervoeren zorgen ervoor dat deze bewaard worden bij een temperatuur die de voedselveiligheid en de houdbaarheid van de weekdieren niet aantast. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VIII, onder 1 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren mogen niet opnieuw in water worden ondergedompeld of met water worden besproeid nadat zij verpakt zijn voor de detailverkoop en het verzendingscentrum hebben verlaten. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VIII, onder 2 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Pectinidae en mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, mogen niet in de handel gebracht worden, tenzij zij overeenkomstig hoofdstuk II, punt B, verzameld en gehanteerd zijn, en gestaafd door een systeem van interne controles voldoen aan de normen van hoofdstuk V. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 1 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Pectinidae en mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, mogen alleen via een visveiling, een verzendingscentrum of een verwerkingsbedrijf voor menselijke consumptie in de handel worden gebracht. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 3, eerste volzin |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R946910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dergelijke inrichtingen (visveiling, verzendingscentrum of een verwerkingsbedrijf die pectinidae en mariene buikpotigen in de handel brengen) beheren, moeten de bevoegde autoriteit ervan in kennis stellen dat zij ook pectinidae en/of mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, hanteren, en wat de verzendingscentra betreft, aan de desbetreffende eisen van de hoofdstukken III en IV voldoen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 3, tweede volzin |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R947010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die pectinidae en levende mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, hanteren, moeten voldoen: aan de in hoofdstuk I, punten 3 tot en met 7, bedoelde documentenvereisten, indien deze van toepassing zijn. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 4 a), eerste volzin |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R947020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In het registratiedocument moet duidelijk vermeld worden waar de pectinidae en/of levende mariene buikpotigen verzameld zijn. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 4 a), tweede volzin |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R947110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die pectinidae en levende mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, hanteren, moeten voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk VI, punt 2, betreffende het sluiten van alle verpakkingen van levende pectinidae en levende mariene buikpotigen die voor verkoop in de detailhandel worden verzonden, en hoofdstuk VII betreffende het aanbrengen van een identificatiemerk en eikettering. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 4 b) |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R947120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten ervoor zorgen dat kikkers en slakken worden gedood in een inrichting die voor dat doel gebouwd, ingedeeld en uitgerust is. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 1 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R947220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten beschikken over een inrichting waarin kikkerbilletjes worden bereid, moet beschikken over een afzonderlijk lokaal voor het slachten en het uitbloeden van de kikkers en dit lokaal moet fysiek gescheiden zijn van het bereidingslokaal. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 2 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R947310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten beschikken over een inrichting waarin kikkerbilletjes worden bereid, moet beschikken over een afzonderlijk lokaal voor de opslag en het wassen van de levende kikkers. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 2 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R947410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie mogen kikkers en slakken die anders gestorven zijn dan door doding in de inrichting, niet voor menselijke consumptie gebruiken. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 3 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R947510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten kikkers en slakken steekproefsgewijs organoleptisch onderzoeken. Indien bij dat onderzoek blijkt dat zij een risico opleveren, mogen zij niet voor menselijke consumptie worden gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 4 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R947520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten kikkerbilletjes na de bereiding onmiddellijk overvloedig met stromend drinkwater wassen en onmiddellijk koelen tot de temperatuur welke die van smeltend ijs benadert, ofwel worden bevroren tot een temperatuur van ten hoogste –18°C, ofwel worden verwerkt. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 5 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R947610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die kikkerbilletjes of slakken bereiden voor menselijke consumptie moeten de hepatopancreas van slakken, indien hij een risico kan opleveren, na de slacht verwijderen en mag niet voor menselijke consumptie worden gebruikt. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie XI, onder 6 |
C |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens en/of dier. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
||
39R947710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren mogen alleen voor detailverkoop in de handel worden gebracht via een verzendingscentrum waar een identificatiemerk moet worden aangebracht overeenkomstig hoofdstuk VII. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R947720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen een partij levende tweekleppige weekdieren alleen aanvaarden indien aan de documentatievereisten van de punten 3 tot en met 7 is voldaan. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R947810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Wanneer een exploitant van een levensmiddelenbedrijf een partij levende tweekleppige weekdieren van één inrichting naar een andere verplaatst, moet die partij tot en met de aankomst in het verzendingscentrum of de verwerkingsinstallatie vergezeld gaan van een registratiedocument. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 3 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R947820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het registratiedocument is opgesteld in ten minste één officiële taal van de lidstaat waar de ontvangende inrichting is gevestigd. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 4 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R947910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een registratiedocument bevat de onder 4 genoemde gegevens. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 4 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R947920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven vullen de desbetreffende onderdelen van het registratiedocument zo in dat ze gemakkelijk leesbaar zijn en niet gewijzigd kunnen worden. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 5 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven bewaren een afschrift van het registratiedocument gedurende ten minste twaalf maanden na de verzending of de ontvangst van de partij. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk I, onder 6 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Producenten mogen levende tweekleppige weekdieren alleen verzamelen in productiegebieden met een vaste ligging en vaste grenzen die door de bevoegde autoriteit, waar nodig in samenwerking met de exploitanten van levensmiddelenbedrijven, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2004 in klasse A, klasse B of klasse C zijn ingedeeld. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen levende tweekleppige weekdieren die in een klasse A-productiegebied zijn verzameld voor menselijke consumptie in de handel brengen als zij aan de voorschriften van hoofdstuk V voldoen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948120 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen levende tweekleppige weekdieren die in een klasse B-productiegebied zijn verzameld alleen na behandeling in een zuiveringscentrum of na heruitzetting voor menselijke consumptie in de handel brengen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.3 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen levende tweekleppige weekdieren die in een klasse C-productiegebied zijn verzameld alleen na een ruime heruitzettingsperiode overeenkomstig punt C van dit hoofdstuk voor menselijke consumptie in de handel brengen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder A.4 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die levende tweekleppige weekdieren verzamelen of onmiddellijk na het verzamelen hanteren moeten ervoor zorgen dat dat dit niet leidt tot andere wijzigingen die ernstig afbreuk doen aan de mogelijkheid om de weekdieren te zuiveren, te verwerken of opnieuw uit te zetten. De exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten de levende tweekleppige weekdieren op adequate wijze beschermen tegen overdreven druk, schuring of trilling. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 a) |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die levende tweekleppige weekdieren verzamelen of onmiddellijk na het verzamelen, hanteren, mogen de levende tweekleppige weekdieren niet blootstellen aan extreme temperaturen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 b) |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen de levende tweekleppige weekdieren niet opnieuw onderdompelen in water dat de oorzaak kan zijn van extra verontreiniging. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 c) |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die levende tweekleppige weekdieren verzamelen of onmiddellijk na het verzamelen, hanteren, moeten, wanneer de verwatering op natuurlijke gronden plaatsvindt, alleen gebieden gebruiken die de bevoegde autoriteit heeft ingedeeld als gebied van klasse A. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk II, onder B.1 d) |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Elke verpakking met gezuiverde levende tweekleppige weekdieren die naar een verzendingscentrum wordt gezonden, moet worden voorzien van een etiket waaruit blijkt dat de weekdieren zijn gezuiverd. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder A.7 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levende tweekleppige weekdieren moeten afkomstig zijn van: a) een productiegebied van klasse A; b) een heruitzettingsgebied; c) een zuiveringscentrum, of d) een ander verzendingscentrum. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IV, onder B.3 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Oesters moeten met de holle kant naar beneden in de onmiddellijke verpakking worden geplaatst. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VI, onder 1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Alle verpakkingen van levende tweekleppige weekdieren, die verzendingscentra verlaten of bestemd zijn voor een ander verzendingscentrum, moeten worden gesloten. Verpakkingen van levende tweekleppige weekdieren, bestemd voor directe verkoop in de detailhandel, moeten gesloten blijven totdat zij voor verkoop aan de eindverbruiker worden gepresenteerd. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VI, onder 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het etiket, met inbegrip van het identificatiemerk, moet waterbestendig zijn. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VII, onder 1 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onverminderd de in bijlage II, sectie I, vermelde algemene voorschriften voor identificatiemerken, moet het etiket moet de volgende gegevens bevatten: a) de soort tweekleppige weekdieren (gebruikelijke naam en wetenschappelijke naam), en b) de datum van verpakking, met vermelding van ten minste de dag en de maand. In afwijking van Richtlijn 2000/13/EG mag de datum van minimale houdbaarheid worden vervangen door de vermelding ‘Deze dieren moeten bij verkoop levend zijn’. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VII, onder 2 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Het op de verpakking van levende tweekleppige weekdieren die niet in individuele consumentenverpakking zijn verpakt, aangebrachte etiket moet door de detailhandelaar worden bewaard gedurende ten minste 60 dagen nadat hij de inhoud van de zending heeft gesplitst. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VII, onder 3 |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948920 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Pectinidae en mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, mogen alleen via een visveiling, een verzendingscentrum of een verwerkingsbedrijf voor menselijke consumptie in de handel worden gebracht. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 3, eerste volzin |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948921 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dergelijke inrichtingen (visveiling, verzendingscentrum of een verwerkingsbedrijf die pectinidae en mariene buikpotigen in de handel brengen) beheren, moeten de bevoegde autoriteit ervan in kennis stellen dat zij ook pectinidae en/of mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, hanteren, en wat de verzendingscentra betreft, aan de desbetreffende eisen van de hoofdstukken III en IV voldoen. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 3, tweede volzin |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948922 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die pectinidae en levende mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, hanteren, moeten voldoen: aan de in hoofdstuk I, punten 3 tot en met 7, bedoelde documentenvereisten, indien deze van toepassing zijn. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 4 a), eerste volzin |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948923 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In het registratiedocument moet duidelijk vermeld worden waar de pectinidae en/of levende mariene buikpotigen verzameld zijn. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 4 a), tweede volzin |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
||
39R948924 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die pectinidae en levende mariene buikpotigen, die geen filtrerende dieren zijn, hanteren, moeten voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk VI, punt 2, betreffende het sluiten van alle verpakkingen van levende pectinidae en levende mariene buikpotigen die voor verkoop in de detailhandel worden verzonden, en hoofdstuk VII betreffende het aanbrengen van een identificatiemerk en eikettering. |
Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen, artikel 2, lid 2 Verordening (EG) 853/2004, artikel 2.4, eerste lid onder b, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, onder 4 b) |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens en/of dier. |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
ID regel |
Norm-adressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39R065110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
1. Levensmiddelen worden niet in de handel gebracht indien zij onveilig zijn. 2. Levensmiddelen worden geacht onveilig te zijn indien zij worden beschouwd als: a) schadelijk voor de gezondheid |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 14, eerste lid en artikel 14, tweede lid, onder a Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R065310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen, diervoeders, voedselproducerende dieren en alle andere stoffen die bestemd zijn om in een levensmiddel of diervoeder te worden verwerkt of waarvan kan worden verwacht dat zij daarin worden verwerkt, zijn in alle stadia van de productie, verwerking en distributie traceerbaar. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 18, eerste lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R065410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven en diervoederbedrijven moeten kunnen nagaan wie hun levensmiddelen, diervoeders, voedselproducerende dieren of andere stoffen die bestemd zijn om in levensmiddelen of diervoeders te worden verwerkt of waarvan kan worden verwacht dat zij daarin worden verwerkt, heeft geleverd. Hiertoe moeten deze exploitanten beschikken over systemen en procedures met behulp waarvan deze informatie op verzoek aan de bevoegde autoriteiten kan worden verstrekt. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 18, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R065510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven en diervoederbedrijven moeten beschikken over systemen en procedures waarmee kan worden vastgesteld aan welke bedrijven zij hun producten hebben geleverd. Deze informatie wordt op verzoek aan de bevoegde autoriteiten verstrekt. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 18, derde lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R065610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen of diervoeders die in de Gemeenschap op de markt worden of vermoedelijk zullen worden gebracht, worden met het oog op hun traceerbaarheid adequaat geëtiketteerd of gekenmerkt door middel van relevante documentatie of informatie overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van meer specifieke bepalingen. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 18, vierde lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R065710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien een exploitant van een levensmiddelenbedrijf van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een levensmiddel dat hij ingevoerd, geproduceerd, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd heeft niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoet, leidt hij onmiddellijk de procedures in om het betrokken levensmiddel uit de handel te nemen wanneer dit de directe controle van de exploitant van een levensmiddelenbedrijf heeft verlaten, en de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen. Indien het product de consument bereikt kan hebben, stelt de exploitant de consumenten op doeltreffende en nauwkeurige wijze in kennis van de redenen voor het uit de handel nemen en roept zo nodig, wanneer andere maatregelen niet volstaan om een hoog niveau van gezondheidsbescherming te verwezenlijken, de reeds aan consumenten geleverde producten terug. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, eerste lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R065910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien een exploitant van een levensmiddelenbedrijf van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een levensmiddel dat hij ingevoerd, geproduceerd, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd heeft niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoet, leidt hij onmiddellijk de procedures in om het betrokken levensmiddel uit de handel te nemen wanneer dit de directe controle van de exploitant van een levensmiddelenbedrijf heeft verlaten, en de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen. Indien het product de consument bereikt kan hebben, stelt de exploitant de consumenten op doeltreffende en nauwkeurige wijze in kennis van de redenen voor het uit de handel nemen en roept zo nodig, wanneer andere maatregelen niet volstaan om een hoog niveau van gezondheidsbescherming te verwezenlijken, de reeds aan consumenten geleverde producten terug. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, eerste lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R066110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien een exploitant van een levensmiddelenbedrijf van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een levensmiddel dat hij ingevoerd, geproduceerd, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd heeft niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoet, leidt hij onmiddellijk de procedures in om het betrokken levensmiddel uit de handel te nemen wanneer dit de directe controle van de exploitant van een levensmiddelenbedrijf heeft verlaten, en de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen. Indien het product de consument bereikt kan hebben, stelt de exploitant de consumenten op doeltreffende en nauwkeurige wijze in kennis van de redenen voor het uit de handel nemen en roept zo nodig, wanneer andere maatregelen niet volstaan om een hoog niveau van gezondheidsbescherming te verwezenlijken, de reeds aan consumenten geleverde producten terug. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, eerste lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R066210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien een exploitant van een levensmiddelenbedrijf van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een levensmiddel dat hij ingevoerd, geproduceerd, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd heeft niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoet, leidt hij onmiddellijk de procedures in om het betrokken levensmiddel uit de handel te nemen wanneer dit de directe controle van de exploitant van een levensmiddelenbedrijf heeft verlaten, en de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen. Indien het product de consument bereikt kan hebben, stelt de exploitant de consumenten op doeltreffende en nauwkeurige wijze in kennis van de redenen voor het uit de handel nemen en roept zo nodig, wanneer andere maatregelen niet volstaan om een hoog niveau van gezondheidsbescherming te verwezenlijken, de reeds aan consumenten geleverde producten terug. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, eerste lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R066310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de distributie die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren, waarbij hij meewerkt aan de door de producenten, de verwerkers, de fabrikanten en/of de bevoegde autoriteiten ondernomen actie. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R066410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de detailhandel die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren, waarbij hij meewerkt aan de door de producenten, de verwerkers, de fabrikanten en/of de bevoegde autoriteiten ondernomen actie. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R066510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de distributie die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R066610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de detailhandel die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R066710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de distributie die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R066810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de detailhandel die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R066910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf stelt de bevoegde autoriteiten onverwijld in kennis als hij van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een door hem in de handel gebracht levensmiddel schadelijk voor de menselijke gezondheid kan zijn. Hij stelt de bevoegde autoriteiten in kennis van de maatregelen die hij heeft genomen om risico's voor de eindgebruiker te voorkomen en verhindert of ontmoedigt niemand om overeenkomstig de nationale wetgeving en de juridische praktijk, met de bevoegde autoriteiten samen te werken, indien hierdoor een risico in verband met een levensmiddel kan worden voorkomen, beperkt of weggenomen. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, derde lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R067010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven werken samen met de bevoegde autoriteiten aan maatregelen om risico's, verbonden aan een levensmiddel dat zij leveren of geleverd hebben, te vermijden of te beperken. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, vierde lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Ernstige overtreding |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R065220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
1. Levensmiddelen worden niet in de handel gebracht indien zij onveilig zijn. 2. Levensmiddelen worden geacht onveilig te zijn indien zij worden beschouwd als: b) ongeschikt voor menselijke consumptie |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 14, eerste lid en artikel 14, tweede lid, onder b Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R065320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen, diervoeders, voedselproducerende dieren en alle andere stoffen die bestemd zijn om in een levensmiddel of diervoeder te worden verwerkt of waarvan kan worden verwacht dat zij daarin worden verwerkt, zijn in alle stadia van de productie, verwerking en distributie traceerbaar. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 18, eerste lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R065420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven en diervoederbedrijven moeten kunnen nagaan wie hun levensmiddelen, diervoeders, voedselproducerende dieren of andere stoffen die bestemd zijn om in levensmiddelen of diervoeders te worden verwerkt of waarvan kan worden verwacht dat zij daarin worden verwerkt, heeft geleverd. Hiertoe moeten deze exploitanten beschikken over systemen en procedures met behulp waarvan deze informatie op verzoek aan de bevoegde autoriteiten kan worden verstrekt. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 18, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R065520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven en diervoederbedrijven moeten beschikken over systemen en procedures waarmee kan worden vastgesteld aan welke bedrijven zij hun producten hebben geleverd. Deze informatie wordt op verzoek aan de bevoegde autoriteiten verstrekt. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 18, derde lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R065620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Levensmiddelen of diervoeders die in de Gemeenschap op de markt worden of vermoedelijk zullen worden gebracht, worden met het oog op hun traceerbaarheid adequaat geëtiketteerd of gekenmerkt door middel van relevante documentatie of informatie overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van meer specifieke bepalingen. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 18, vierde lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R065820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien een exploitant van een levensmiddelenbedrijf van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een levensmiddel dat hij ingevoerd, geproduceerd, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd heeft niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoet, leidt hij onmiddellijk de procedures in om het betrokken levensmiddel uit de handel te nemen wanneer dit de directe controle van de exploitant van een levensmiddelenbedrijf heeft verlaten, en de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen. Indien het product de consument bereikt kan hebben, stelt de exploitant de consumenten op doeltreffende en nauwkeurige wijze in kennis van de redenen voor het uit de handel nemen en roept zo nodig, wanneer andere maatregelen niet volstaan om een hoog niveau van gezondheidsbescherming te verwezenlijken, de reeds aan consumenten geleverde producten terug. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, eerste lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R066020 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien een exploitant van een levensmiddelenbedrijf van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een levensmiddel dat hij ingevoerd, geproduceerd, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd heeft niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoet, leidt hij onmiddellijk de procedures in om het betrokken levensmiddel uit de handel te nemen wanneer dit de directe controle van de exploitant van een levensmiddelenbedrijf heeft verlaten, en de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen. Indien het product de consument bereikt kan hebben, stelt de exploitant de consumenten op doeltreffende en nauwkeurige wijze in kennis van de redenen voor het uit de handel nemen en roept zo nodig, wanneer andere maatregelen niet volstaan om een hoog niveau van gezondheidsbescherming te verwezenlijken, de reeds aan consumenten geleverde producten terug. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, eerste lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R066220 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Indien een exploitant van een levensmiddelenbedrijf van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een levensmiddel dat hij ingevoerd, geproduceerd, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd heeft niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoet, leidt hij onmiddellijk de procedures in om het betrokken levensmiddel uit de handel te nemen wanneer dit de directe controle van de exploitant van een levensmiddelenbedrijf heeft verlaten, en de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen. Indien het product de consument bereikt kan hebben, stelt de exploitant de consumenten op doeltreffende en nauwkeurige wijze in kennis van de redenen voor het uit de handel nemen en roept zo nodig, wanneer andere maatregelen niet volstaan om een hoog niveau van gezondheidsbescherming te verwezenlijken, de reeds aan consumenten geleverde producten terug. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, eerste lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R066320 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de distributie die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren, waarbij hij meewerkt aan de door de producenten, de verwerkers, de fabrikanten en/of de bevoegde autoriteiten ondernomen actie. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R066420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de detailhandel die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren, waarbij hij meewerkt aan de door de producenten, de verwerkers, de fabrikanten en/of de bevoegde autoriteiten ondernomen actie. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R066520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de distributie die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R066620 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de detailhandel die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R066720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de distributie die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R066820 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de detailhandel die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Overtreding |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R066330 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de distributie die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren, waarbij hij meewerkt aan de door de producenten, de verwerkers, de fabrikanten en/of de bevoegde autoriteiten ondernomen actie. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Geringe overtreding |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
39R066430 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de detailhandel die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren, waarbij hij meewerkt aan de door de producenten, de verwerkers, de fabrikanten en/of de bevoegde autoriteiten ondernomen actie. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Geringe overtreding |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
39R066730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de distributie die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Geringe overtreding |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
39R066830 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die verantwoordelijk is voor activiteiten met betrekking tot de detailhandel die niet van invloed zijn op de verpakking, etikettering, veiligheid en integriteit van het levensmiddel leidt, binnen het bestek van zijn activiteiten, procedures in om producten die niet aan de voedselveiligheidsvoorschriften voldoen, uit de handel te nemen en draagt bij tot de voedselveiligheid door relevante informatie door te geven die nodig is om een levensmiddel te traceren. |
Verordening (EG) Nr. 178/2002, artikel 19, tweede lid Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen artikel 2, tiende lid |
Geringe overtreding |
D |
(Risico op) gering gevaar voor mens, dier en/of milieu |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp. |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
nvt |
ID regel |
Normadressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39R070100 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig toevoegingsmiddelen voor diervoeders correct toe te passen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub j Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
niet correct toegepast |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R070200 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig toevoegingsmiddelen voor diervoeders correct toe te passen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub j Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
onvoldoende correct toegepast |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
39R070300 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik correct toe te passen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub j Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
niet correct toegepast |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R070410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik correct toe te passen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub j Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
onvoldoende correct toegepast |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
39R070420 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven zien er in de mate van het mogelijke op toe dat primaire producten beschermd worden tegen verontreiniging met betrekking tot elke verdere verwerking van primaire producten. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 2 Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onverminderd de in punt 2, Bijlage I, deel A.II van Verordening (EG) 852/2004 bedoelde algemene verplichting, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven voldoen aan de toepasselijke communautaire en nationale wettelijke bepalingen betreffende het onder controle houden van gevaren voor de primaire productie en daarmee verband houdende bewerkingen, met inbegrip van maatregelen voor het onder controle houden van verontreiniging door lucht, bodem, water, diervoeder, meststoffen, geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, gewasbeschermingsmiddelen en biociden, en de opslag, het hanteren en verwijderen van afvalstoffen. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 3, sub a Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid of milieu |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070520 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onverminderd de in punt 2, Bijlage I, deel A.II van Verordening (EG) 852/2004 bedoelde algemene verplichting moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven voldoen aan de toepasselijke communautaire en nationale wettelijke bepalingen betreffende het onder controle houden van gevaren voor de primaire productie en daarmee verband houdende bewerkingen, met inbegrip van maatregelen die verband houden met de gezondheid en het welzijn van dieren en de gezondheid van planten en die gevolgen hebben voor de gezondheid van de mens, inclusief programma’s voor bewaking en bestrijding van zoönosen en zoönoseverwekkers. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 3, sub b Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070625 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig alle infrastructuur die voor primaire productie en daarmee verband houdende bewerkingen gebruikt worden, inclusief infrastructuur voor de opslag en hantering van diervoeder, schoon te maken. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub a Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070630 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig alle infrastructuur die voor primaire productie en daarmee verband houdende bewerkingen gebruikt worden, inclusief infrastructuur voor de opslag en hantering van diervoeder, na het schoonmaken op een passende wijze te ontsmetten. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub a Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070635 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig uitrusting, recipiënten, kratten, voertuigen en vaartuigen, schoon te houden. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub b Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070640 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig uitrusting, recipiënten, kratten, voertuigen en vaartuigen, na het schoonmaken op een passende wijze te ontsmetten. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub b Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid of milieu |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070645 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig in de mate van het mogelijke toe te zien op de reinheid van slachtdieren en indien nodig van productiedieren. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub c Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070650 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig altijd drinkwater of schoon water te gebruiken, wanneer zulks noodzakelijk is om verontreiniging te voorkomen. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub d Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070655 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig erop toe te zien dat personeel dat levensmiddelen hanteert in goede gezondheid verkeert. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub e Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070660 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig erop toe te zien dat personeel dat levensmiddelen hanteert onderricht wordt in gezondheidsrisico's. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub e Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070665 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig voorzover mogelijk te voorkomen dat dieren en schadelijke organismen verontreiniging veroorzaken. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub f Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070670 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig afval en gevaarlijke stoffen zo op te slaan en te hanteren dat verontreiniging voorkomen wordt. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub g Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid of milieu |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070675 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig de insleep en verspreiding van besmettelijke, via levensmiddelen op de mens overdraagbare ziekten te voorkomen, onder meer door voorzorgsmaatregelen te nemen wanneer nieuwe dieren worden binnengebracht. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub h Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
geen voorzorgsmaatregelen genomen |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R070680 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig de insleep en verspreiding van besmettelijke, via levensmiddelen op de mens overdraagbare ziekten te voorkomen, onder meer door voorzorgsmaatregelen te nemen wanneer nieuwe dieren worden binnengebracht. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub h Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
onvolledige voorzorgsmaatregelen genomen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
39R070685 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig verdachte haarden van besmettelijke, via levensmiddelen op de mens overdraagbare ziekten aan de bevoegde autoriteit te melden. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub h Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
|
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R070690 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig verdachte haarden van besmettelijke, via levensmiddelen op de mens overdraagbare ziekten aan de bevoegde autoriteit te melden. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub h Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
|
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
39R070695 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig rekening te houden met de voor de volksgezondheid relevante analyses van bij dieren genomen monsters of van andere monsters. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 4, sub i Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R070696 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten passende herstelmaatregelen nemen wanneer zij in kennis worden gesteld van tijdens de officiële controles vastgestelde problemen. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.II, punt 6 Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor dier- en/of volksgezondheid of milieu |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R070697 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten registers inzake maatregelen ter beheersing van gevaren voor levensmiddelen bijhouden, zulks op een passende wijze die afgestemd is op de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 7 Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
geen register |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R070698 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten registers inzake maatregelen ter beheersing van gevaren voor levensmiddelen bijhouden, zulks op een passende wijze die afgestemd is op de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 7 Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
onvolledig register |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
39R070699 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten registers inzake maatregelen ter beheersing van gevaren voor levensmiddelen bewaren, zulks gedurende een passende tern die afgestemd is op de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 7 Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
geen register |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R070700 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten registers inzake maatregelen ter beheersing van gevaren voor levensmiddelen bewaren, zulks gedurende een passende tern die afgestemd is op de aard en de omvang van het levensmiddelenbedrijf. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 7 Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
onvolledig register |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
39R070705 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten de relevante informatie in registers inzake maatregelen ter beheersing van gevaren voor levensmiddelen, desgevraagd ter beschikking stellen van de bevoegde autoriteit en van de ontvangende exploitanten van levensmiddelenbedrijven. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 7 Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
geen register ter beschikking kunnen stellen |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R070710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten de relevante informatie in registers inzake maatregelen ter beheersing van gevaren voor levensmiddelen, desgevraagd ter beschikking stellen van de bevoegde autoriteit en van de ontvangende exploitanten van levensmiddelenbedrijven. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 7 Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
onvolledig register ter beschikking kunnen stellen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
39R070720 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, moeten in het bijzonder registers bijhouden over de aard van aan de dieren gevoerde diervoeders. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 8, sub a Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070725 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, moeten in het bijzonder registers bijhouden over de oorsprong van aan de dieren gevoerde diervoeders. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 8, sub a Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070730 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, moeten in het bijzonder registers bijhouden over de toegediende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik of andere behandelingen die de dieren hebben ondergaan, data van toediening of behandeling en wachttijden. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 8, sub b Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
geen register |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R070735 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, moeten in het bijzonder registers bijhouden over de toegediende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik of andere behandelingen die de dieren hebben ondergaan, data van toediening of behandeling en wachttijden. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 8, sub b Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
onvolledig register |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
39R070740 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, moeten in het bijzonder registers bijhouden over de aanwezigheid van ziekten die de veiligheid van producten van dierlijke oorsprong in het gedrang kunnen brengen. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 8, sub c Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
geen register |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R070745 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, moeten in het bijzonder registers bijhouden over de aanwezigheid van ziekten die de veiligheid van producten van dierlijke oorsprong in het gedrang kunnen brengen. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 8, sub c Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
onvolledig register |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
39R070750 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, moeten in het bijzonder registers bijhouden over de voor de volksgezondheid belangrijke resultaten van analyses van bij de dieren genomen monsters of van andere monsters voor diagnosedoeleinden. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 8, sub d Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070755 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, moeten in het bijzonder registers bijhouden over alle toepasselijke controles van dieren of producten van dierlijke oorsprong. |
artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A.III, punt 8, sub e Verordening (EG) 852/2004, artikel 2.4, eerste lid, sub d, en artikel 2.2, tweede lid. Warenwetbesluit Hygïene van levensmiddelen |
C |
(Risico op) gevaar voor dier- en/of volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
|
39R070760 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die plantaardige producten produceren of oogsten |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met primaire productie en de in bijlage I bedoelde, daarmee verband houdende bewerkingen, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage I, deel A, alsmede aan alle andere specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. |
artikel 4, eerste lid, Bijlage I, van Verordening (EG) Nr. 852/2004, artikel 2, eerste lid, van Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R070765 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die plantaardige producten produceren of oogsten |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met primaire productie en de in bijlage I bedoelde, daarmee verband houdende bewerkingen, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage I, deel A, alsmede aan alle andere specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. |
artikel 4, eerste lid, Bijlage I, van Verordening (EG) Nr. 852/2004, artikel 2, eerste lid, van Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, |
structurele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of eventueel nalevingshulp |
nvt |
ID regel |
Normadressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39R120010 |
Zuivelbereiders (monsterneming boerderijmelk) |
Uitsluitend melk van melkveehouders ontvangen die zijn beoordeeld op het voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004, hoofdstuk I. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die rauwe melk en colostrum produceren of ophalen, moeten ervoor zorgen dat aan de voorschriften van dit hoofdstuk wordt voldaan. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, eerste zin) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, eerste zin Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120020 |
Zuivelbereiders (monsterneming boerderijmelk) |
Uitsluitend melk van melkveehouders ontvangen die zijn beoordeeld op het voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004, hoofdstuk I. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die rauwe melk en colostrum produceren of ophalen, moeten ervoor zorgen dat aan de voorschriften van dit hoofdstuk wordt voldaan. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, eerste zin) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, eerste zin Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120030 |
Zuivelbereiders (monsterneming boerderijmelk) |
Adequate monsterneming Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 2. Een representatief aantal steekproefsgewijs genomen monsters van bij melkproductiebedrijven opgehaalde rauwe melk en colostrum moet worden gecontroleerd om na te gaan of de rauwe melk voldoet aan de punten 3 en 4 en of het colostrum voldoet aan de in punt 1, onder b), bedoelde nationale criteria. De controles kunnen worden uitgevoerd door of namens: a) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk produceert; b) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk ophaalt of verwerkt; c) een groep exploitanten van levensmiddelenbedrijven; of d) in het kader van de nationale of regionale controleregeling. 4. Onverminderd Richtlijn 96/23/EG moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven procedures toepassen om ervoor te zorgen dat rauwe melk niet in de handel wordt gebracht indien: a) deze een gehalte aan antibioticaresiduen bevat dat de bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 (15) toegestane gehalten voor één van de in de bijlagen I en III bij die verordening genoemde stoffen overschrijdt; of b) het gecombineerde totaal van antibioticaresiduen hoger is dan een toegestane maximumwaarde. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en 4) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en 4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
((Risico op)) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120040 |
Zuivelbereiders (monsterneming boerderijmelk) |
Adequate monsterneming Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 2. Een representatief aantal steekproefsgewijs genomen monsters van bij melkproductiebedrijven opgehaalde rauwe melk en colostrum moet worden gecontroleerd om na te gaan of de rauwe melk voldoet aan de punten 3 en 4 en of het colostrum voldoet aan de in punt 1, onder b), bedoelde nationale criteria. De controles kunnen worden uitgevoerd door of namens: a) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk produceert; b) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk ophaalt of verwerkt; c) een groep exploitanten van levensmiddelenbedrijven; of d) in het kader van de nationale of regionale controleregeling. 3. a) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten procedures toepassen om ervoor te zorgen dat rauwe melk voldoet aan de volgende criteria: i) voor rauwe koemelk: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 100 000 (1) Aantal somatische cellen (per ml): ≤ 400 000 (2) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. (*2) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van drie maanden, met ten minste één monsterneming per maand, tenzij de bevoegde autoriteit een andere methode voorschrijft om seizoensschommelingen in de productie te verdisconteren. ii) voor rauwe melk van andere diersoorten: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 1 500 000 (1) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. b) Indien rauwe melk van andere dieren dan koeien bestemd is voor de vervaardiging van producten met rauwe melk volgens een procedé zonder warmtebehandeling, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de gebruikte rauwe melk aan het volgende criterium voldoet: |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en 3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
Kiemgetal bij 30°C (per ml) ≤ 500 000 (1) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en 3) |
|||||||||
39R120050 |
Zuivelbereiders (monsterneming boerderijmelk) |
Adequate monsterneming Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 2. Een representatief aantal steekproefsgewijs genomen monsters van bij melkproductiebedrijven opgehaalde rauwe melk en colostrum moet worden gecontroleerd om na te gaan of de rauwe melk voldoet aan de punten 3 en 4 en of het colostrum voldoet aan de in punt 1, onder b), bedoelde nationale criteria. De controles kunnen worden uitgevoerd door of namens: a) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk produceert; b) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk ophaalt of verwerkt; c) een groep exploitanten van levensmiddelenbedrijven; of d) in het kader van de nationale of regionale controleregeling. |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en 3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
3. a) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten procedures toepassen om ervoor te zorgen dat rauwe melk voldoet aan de volgende criteria: i) voor rauwe koemelk: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 100 000 (1) Aantal somatische cellen (per ml): ≤ 400 000 (2) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. (*2) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van drie maanden, met ten minste één monsterneming per maand, tenzij de bevoegde autoriteit een andere methode voorschrijft om seizoensschommelingen in de productie te verdisconteren. |
|||||||||
ii) voor rauwe melk van andere diersoorten: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 1 500 000 (1) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. b) Indien rauwe melk van andere dieren dan koeien bestemd is voor de vervaardiging van producten met rauwe melk volgens een procedé zonder warmtebehandeling, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de gebruikte rauwe melk aan het volgende criterium voldoet: Kiemgetal bij 30°C (per ml) ≤ 500 000 (1) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en 3) |
|||||||||
39R120060 |
Zuivelbereiders (monsterneming boerderijmelk) |
Adequate monsterneming Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 2. Een representatief aantal steekproefsgewijs genomen monsters van bij melkproductiebedrijven opgehaalde rauwe melk en colostrum moet worden gecontroleerd om na te gaan of de rauwe melk voldoet aan de punten 3 en 4 en of het colostrum voldoet aan de in punt 1, onder b), bedoelde nationale criteria. De controles kunnen worden uitgevoerd door of namens: a) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk produceert; b) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk ophaalt of verwerkt; c) een groep exploitanten van levensmiddelenbedrijven; of d) in het kader van de nationale of regionale controleregeling. |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en 3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
3. a) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten procedures toepassen om ervoor te zorgen dat rauwe melk voldoet aan de volgende criteria: i) voor rauwe koemelk: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 100 000 (1) Aantal somatische cellen (per ml): ≤ 400 000 (2) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. (*2) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van drie maanden, met ten minste één monsterneming per maand, tenzij de bevoegde autoriteit een andere methode voorschrijft om seizoensschommelingen in de productie te verdisconteren. |
|||||||||
ii) voor rauwe melk van andere diersoorten: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 1 500 000 (1) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. b) Indien rauwe melk van andere dieren dan koeien bestemd is voor de vervaardiging van producten met rauwe melk volgens een procedé zonder warmtebehandeling, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de gebruikte rauwe melk aan het volgende criterium voldoet: Kiemgetal bij 30°C (per ml) ≤ 500 000 (1) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en 3) |
|||||||||
39R120070 |
Zuivelbereiders (monsterneming boerderijmelk) |
Treffen van corrigerende maatregelen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Indien rauwe melk niet in overeenstemming is met punt 3 of 4 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120080 |
Zuivelbereiders (monsterneming boerderijmelk) |
Treffen van corrigerende maatregelen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Indien rauwe melk niet in overeenstemming is met punt 3 of 4 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120090 |
Zuivelbereiders (monsterneming boerderijmelk) |
Treffen van corrigerende maatregelen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Indien rauwe melk niet in overeenstemming is met punt 3 of 4 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Indicentele situatie of Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120110 |
Zuivelbereiders (diergezondheid) |
Melden van overschrijdingen aan bevoegde autoriteit Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Indien rauwe melk niet in overeenstemming is met punt 3 of 4 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120120 |
Zuivelbereiders (diergezondheid) |
Melden van overschrijdingen aan bevoegde autoriteit Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Indien rauwe melk niet in overeenstemming is met punt 3 of 4 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120130 |
Zuivelbereiders (criteria boerderijmelk) |
Voldoen aan de voorschriften m.b.t. het behandelen en verwerken van rauwe melk afkomstig van melkveehouderijen met een status brucellose- en/of tuberculose-verdacht, alsmede van voor menselijke consumptie of voor diervoeder bestemde zijstromen die bij de behandeling en verwerking van deze melk ontstaan. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Rauwe melk en colostrum moeten afkomstig zijn van dieren: a) die geen symptomen vertonen van een besmettelijke ziekte die via melk en colostrum op de mens kan worden overgebracht; b) die in een goede algemene gezondheidstoestand verkeren, geen ziekteverschijnselen vertonen die in besmetting van de melk en het colostrum zouden kunnen resulteren en, in het bijzonder, niet lijden aan aandoeningen van de voortplantingsorganen waarbij afscheiding plaatsvindt, aan darmontsteking waarbij diarree en koorts optreden of aan een zichtbare uierontsteking; c) die geen uierlaesies vertonen waardoor de melk en het colostrum kunnen worden aangetast; d) waaraan geen verboden stoffen of producten zijn toegediend en die geen illegale behandeling in de zin van Richtlijn 96/23/EG hebben ondergaan; e) waarbij in het geval van toediening van toegestane stoffen of producten de daarvoor voorgeschreven wachttijd in acht is genomen. |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1 t/m I.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie: onveilige situatie/product |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
2. a) Met name met betrekking tot brucellose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat brucellosevrij of officieel brucellosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG ( 12); ii) schapen of geiten die behoren tot een officieel brucellosevrij of brucellosevrij bedrijf in de zin van Richtlijn 91/68/EEG (13); of iii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor brucellose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. b) Met betrekking tot tuberculose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat officieel tuberculosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG; of ii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor tuberculose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. c) Indien op een bedrijf naast runderen ook geiten worden gehouden, moeten ook de geiten op tuberculose worden onderzocht en getest. 3. Rauwe melk van dieren die niet voldoet aan de voorschriften van punt 2, kan evenwel met toestemming van de bevoegde autoriteit worden gebruikt: a) in het geval van koeien of buffelkoeien die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; b) in het geval van schapen of geiten die niet positief hebben gereageerd op een brucellosetest of die in het kader van een goedgekeurd uitroeiingsprogramma tegen brucellose zijn gevaccineerd, en geen symptomen van die ziekte vertonen, hetzij: |
|||||||||
i) voor de vervaardiging van kaas met een rijpingsperiode van ten minste twee maanden; of ii) nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; c) in het geval van vrouwelijke dieren van andere soorten die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, maar behoren tot een beslag waarbij brucellose of tuberculose is geconstateerd bij de in punt 2, onder a) iii), of b) ii), bedoelde controles, mits de melk is behandeld om de veiligheid ervan te garanderen. 4. Rauwe melk en colostrum van dieren die niet voldoen aan de desbetreffende voorschriften van de punten 1, 2 en 3, in het bijzonder dieren die individueel positief hebben gereageerd op de preventieve tuberculose- of brucellosetest als bedoeld in Richtlijn 64/432/EEG en Richtlijn 91/68/EEG, mogen niet voor menselijke consumptie worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1 t/m I.4) |
|||||||||
39R120140 |
Zuivelbereiders (criteria boerderijmelk) |
Voldoen aan de voorschriften m.b.t. het behandelen en verwerken van rauwe melk afkomstig van melkveehouderijen met een status brucellose- en/of tuberculose-verdacht, alsmede van voor menselijke consumptie of voor diervoeder bestemde zijstromen die bij de behandeling en verwerking van deze melk ontstaan. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Rauwe melk en colostrum moeten afkomstig zijn van dieren: a) die geen symptomen vertonen van een besmettelijke ziekte die via melk en colostrum op de mens kan worden overgebracht; b) die in een goede algemene gezondheidstoestand verkeren, geen ziekteverschijnselen vertonen die in besmetting van de melk en het colostrum zouden kunnen resulteren en, in het bijzonder, niet lijden aan aandoeningen van de voortplantingsorganen waarbij afscheiding plaatsvindt, aan darmontsteking waarbij diarree en koorts optreden of aan een zichtbare uierontsteking; c) die geen uierlaesies vertonen waardoor de melk en het colostrum kunnen worden aangetast; d) waaraan geen verboden stoffen of producten zijn toegediend en die geen illegale behandeling in de zin van Richtlijn 96/23/EG hebben ondergaan; e) waarbij in het geval van toediening van toegestane stoffen of producten de daarvoor voorgeschreven wachttijd in acht is genomen. |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1 t/m I.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie: onveilige situatie/product |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
2. a) Met name met betrekking tot brucellose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat brucellosevrij of officieel brucellosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG (12); ii) schapen of geiten die behoren tot een officieel brucellosevrij of brucellosevrij bedrijf in de zin van Richtlijn 91/68/EEG (13); of iii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor brucellose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. b) Met betrekking tot tuberculose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat officieel tuberculosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG; of ii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor tuberculose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. c) Indien op een bedrijf naast runderen ook geiten worden gehouden, moeten ook de geiten op tuberculose worden onderzocht en getest. |
|||||||||
3. Rauwe melk van dieren die niet voldoet aan de voorschriften van punt 2, kan evenwel met toestemming van de bevoegde autoriteit worden gebruikt: a) in het geval van koeien of buffelkoeien die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; b) in het geval van schapen of geiten die niet positief hebben gereageerd op een brucellosetest of die in het kader van een goedgekeurd uitroeiingsprogramma tegen brucellose zijn gevaccineerd, en geen symptomen van die ziekte vertonen, hetzij: i) voor de vervaardiging van kaas met een rijpingsperiode van ten minste twee maanden; of ii) nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; c) in het geval van vrouwelijke dieren van andere soorten die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, maar behoren tot een beslag waarbij brucellose of tuberculose is geconstateerd bij de in punt 2, onder a) iii), of b) ii), bedoelde controles, mits de melk is behandeld om de veiligheid ervan te garanderen. 4. Rauwe melk en colostrum van dieren die niet voldoen aan de desbetreffende voorschriften van de punten 1, 2 en 3, in het bijzonder dieren die individueel positief hebben gereageerd op de preventieve tuberculose- of brucellosetest als bedoeld in Richtlijn 64/432/EEG en Richtlijn 91/68/EEG, mogen niet voor menselijke consumptie worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1 t/m I.4) |
|||||||||
39R120150 |
Zuivelbereiders (criteria boerderijmelk) |
Voldoen aan de voorschriften m.b.t. het behandelen en verwerken van rauwe melk afkomstig van melkveehouderijen met een status brucellose- en/of tuberculose-verdacht, alsmede van voor menselijke consumptie of voor diervoeder bestemde zijstromen die bij de behandeling en verwerking van deze melk ontstaan. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Rauwe melk en colostrum moeten afkomstig zijn van dieren: a) die geen symptomen vertonen van een besmettelijke ziekte die via melk en colostrum op de mens kan worden overgebracht; b) die in een goede algemene gezondheidstoestand verkeren, geen ziekteverschijnselen vertonen die in besmetting van de melk en het colostrum zouden kunnen resulteren en, in het bijzonder, niet lijden aan aandoeningen van de voortplantingsorganen waarbij afscheiding plaatsvindt, aan darmontsteking waarbij diarree en koorts optreden of aan een zichtbare uierontsteking; c) die geen uierlaesies vertonen waardoor de melk en het colostrum kunnen worden aangetast; d) waaraan geen verboden stoffen of producten zijn toegediend en die geen illegale behandeling in de zin van Richtlijn 96/23/EG hebben ondergaan; e) waarbij in het geval van toediening van toegestane stoffen of producten de daarvoor voorgeschreven wachttijd in acht is genomen. 2. a) Met name met betrekking tot brucellose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat brucellosevrij of officieel brucellosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG (12 ); ii) schapen of geiten die behoren tot een officieel brucellosevrij of brucellosevrij bedrijf in de zin van Richtlijn 91/68/EEG (13); of iii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor brucellose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. b) Met betrekking tot tuberculose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1 t/m I.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie: onveilige situatie/product |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat officieel tuberculosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG; of ii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor tuberculose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. c) Indien op een bedrijf naast runderen ook geiten worden gehouden, moeten ook de geiten op tuberculose worden onderzocht en getest. 3. Rauwe melk van dieren die niet voldoet aan de voorschriften van punt 2, kan evenwel met toestemming van de bevoegde autoriteit worden gebruikt: a) in het geval van koeien of buffelkoeien die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; b) in het geval van schapen of geiten die niet positief hebben gereageerd op een brucellosetest of die in het kader van een goedgekeurd uitroeiingsprogramma tegen brucellose zijn gevaccineerd, en geen symptomen van die ziekte vertonen, hetzij: i) voor de vervaardiging van kaas met een rijpingsperiode van ten minste twee maanden; of ii) nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; c) in het geval van vrouwelijke dieren van andere soorten die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, maar behoren tot een beslag waarbij brucellose of tuberculose is geconstateerd bij de in punt 2, onder a) iii), of b) ii), bedoelde controles, mits de melk is behandeld om de veiligheid ervan te garanderen. |
|||||||||
4. Rauwe melk en colostrum van dieren die niet voldoen aan de desbetreffende voorschriften van de punten 1, 2 en 3, in het bijzonder dieren die individueel positief hebben gereageerd op de preventieve tuberculose- of brucellosetest als bedoeld in Richtlijn 64/432/EEG en Richtlijn 91/68/EEG, mogen niet voor menselijke consumptie worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1 t/m I.4) |
|||||||||
39R120160 |
Zuivelbereiders (criteria boerderijmelk) |
Voldoen aan de voorschriften m.b.t. het behandelen en verwerken van rauwe melk afkomstig van melkveehouderijen met een status brucellose- en/of tuberculose-verdacht, alsmede van voor menselijke consumptie of voor diervoeder bestemde zijstromen die bij de behandeling en verwerking van deze melk ontstaan. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Rauwe melk en colostrum moeten afkomstig zijn van dieren: a) die geen symptomen vertonen van een besmettelijke ziekte die via melk en colostrum op de mens kan worden overgebracht; b) die in een goede algemene gezondheidstoestand verkeren, geen ziekteverschijnselen vertonen die in besmetting van de melk en het colostrum zouden kunnen resulteren en, in het bijzonder, niet lijden aan aandoeningen van de voortplantingsorganen waarbij afscheiding plaatsvindt, aan darmontsteking waarbij diarree en koorts optreden of aan een zichtbare uierontsteking; c) die geen uierlaesies vertonen waardoor de melk en het colostrum kunnen worden aangetast; d) waaraan geen verboden stoffen of producten zijn toegediend en die geen illegale behandeling in de zin van Richtlijn 96/23/EG hebben ondergaan; e) waarbij in het geval van toediening van toegestane stoffen of producten de daarvoor voorgeschreven wachttijd in acht is genomen. 2. a) Met name met betrekking tot brucellose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat brucellosevrij of officieel brucellosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG (12); ii) schapen of geiten die behoren tot een officieel brucellosevrij of brucellosevrij bedrijf in de zin van Richtlijn 91/68/EEG (13); of |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1 t/m I.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
iii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor brucellose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. b) Met betrekking tot tuberculose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat officieel tuberculosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG; of ii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor tuberculose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. c) Indien op een bedrijf naast runderen ook geiten worden gehouden, moeten ook de geiten op tuberculose worden onderzocht en getest. 3. Rauwe melk van dieren die niet voldoet aan de voorschriften van punt 2, kan evenwel met toestemming van de bevoegde autoriteit worden gebruikt: a) in het geval van koeien of buffelkoeien die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; b) in het geval van schapen of geiten die niet positief hebben gereageerd op een brucellosetest of die in het kader van een goedgekeurd uitroeiingsprogramma tegen brucellose zijn gevaccineerd, en geen symptomen van die ziekte vertonen, hetzij: i) voor de vervaardiging van kaas met een rijpingsperiode van ten minste twee maanden; of ii) nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; c) in het geval van vrouwelijke dieren van andere soorten die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, maar behoren tot een beslag waarbij brucellose of tuberculose is geconstateerd bij de in punt 2, onder a) iii), of b) ii), bedoelde controles, mits de melk is behandeld om de veiligheid ervan te garanderen. |
|||||||||
4. Rauwe melk en colostrum van dieren die niet voldoen aan de desbetreffende voorschriften van de punten 1, 2 en 3, in het bijzonder dieren die individueel positief hebben gereageerd op de preventieve tuberculose- of brucellosetest als bedoeld in Richtlijn 64/432/EEG en Richtlijn 91/68/EEG, mogen niet voor menselijke consumptie worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1 t/m I.4) |
|||||||||
39R120170 |
Zuivelbereiders (transport en ontvangst boerderijmelk) |
Reiniging en desinfectie na vervoer Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na gebruik moeten dergelijke oppervlakken gereinigd en zo nodig ontsmet worden. Na elke rit of, indien het tijdsverloop tussen lossen en opnieuw laden zeer kort is, na elke reeks ritten, maar in elk geval ten minste één maal per dag, moeten de recipiënten en tanks die worden gebruikt voor het vervoer van melk en colostrum worden gereinigd en op passende wijze worden ontsmet alvorens zij opnieuw worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120180 |
Zuivelbereiders (transport en ontvangst boerderijmelk) |
Reiniging en desinfectie na vervoer Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na gebruik moeten dergelijke oppervlakken gereinigd en zo nodig ontsmet worden. Na elke rit of, indien het tijdsverloop tussen lossen en opnieuw laden zeer kort is, na elke reeks ritten, maar in elk geval ten minste één maal per dag, moeten de recipiënten en tanks die worden gebruikt voor het vervoer van melk en colostrum worden gereinigd en op passende wijze worden ontsmet alvorens zij opnieuw worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120190 |
Zuivelbereiders (transport en ontvangst boerderijmelk) |
Reiniging en desinfectie na vervoer Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na gebruik moeten dergelijke oppervlakken gereinigd en zo nodig ontsmet worden. Na elke rit of, indien het tijdsverloop tussen lossen en opnieuw laden zeer kort is, na elke reeks ritten, maar in elk geval ten minste één maal per dag, moeten de recipiënten en tanks die worden gebruikt voor het vervoer van melk en colostrum worden gereinigd en op passende wijze worden ontsmet alvorens zij opnieuw worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120200 |
Zuivelbereiders (transport en ontvangst boerderijmelk) |
Aantoonbaar instandhouden van de koudeketen tijdens vervoer van boerderijmelk, behoudens wettelijk toegelaten uitzonderingen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 3. Tijdens het vervoer moet de koudeketen in stand worden gehouden en bij aankomst in de inrichting van bestemming mag de temperatuur van de melk en het colostrum ten hoogste 10°C bedragen. 4. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven hoeven niet te voldoen aan de temperatuurvoorschriften in de punten 2 en 3 mits de melk voldoet aan de in deel III vastgestelde criteria en mits: a) de melk binnen twee uur na het melken wordt verwerkt; of b) een hogere temperatuur noodzakelijk is om technologische redenen in verband met de vervaardiging van sommige zuivelproducten en de bevoegde autoriteit dit toestaat. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.3 en 4) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.3 en 4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120210 |
Zuivelbereiders (transport en ontvangst boerderijmelk) |
Aantoonbaar instandhouden van de koudeketen tijdens vervoer van boerderijmelk, behoudens wettelijk toegelaten uitzonderingen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 3. Tijdens het vervoer moet de koudeketen in stand worden gehouden en bij aankomst in de inrichting van bestemming mag de temperatuur van de melk en het colostrum ten hoogste 10°C bedragen. 4. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven hoeven niet te voldoen aan de temperatuurvoorschriften in de punten 2 en 3 mits de melk voldoet aan de in deel III vastgestelde criteria en mits: a) de melk binnen twee uur na het melken wordt verwerkt; of b) een hogere temperatuur noodzakelijk is om technologische redenen in verband met de vervaardiging van sommige zuivelproducten en de bevoegde autoriteit dit toestaat. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.3 en 4) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.3 en 4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120220 |
Zuivelbereiders (transport en ontvangst boerderijmelk) |
Aantoonbaar instandhouden van de koudeketen tijdens vervoer van boerderijmelk, behoudens wettelijk toegelaten uitzonderingen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 3. Tijdens het vervoer moet de koudeketen in stand worden gehouden en bij aankomst in de inrichting van bestemming mag de temperatuur van de melk en het colostrum ten hoogste 10°C bedragen. 4. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven hoeven niet te voldoen aan de temperatuurvoorschriften in de punten 2 en 3 mits de melk voldoet aan de in deel III vastgestelde criteria en mits: a) de melk binnen twee uur na het melken wordt verwerkt; of b) een hogere temperatuur noodzakelijk is om technologische redenen in verband met de vervaardiging van sommige zuivelproducten en de bevoegde autoriteit dit toestaat. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.3 en 4) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.3 en 4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Indicentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120230 |
Zuivelbereiders (transport en ontvangst boerderijmelk) |
Na ontvangst van boerderijmelk deze snel terugkoelen tot max. 6°C en aldus bewaren tot verwerking plaatsvindt, tenzij verwerking binnen 4 uur na ontvangst plaatsvindt, dan wel de bevoegde autoriteit om productgerelateerde technische redenen een hogere temperatuur toestaat. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat na ontvangst in een verwerkende inrichting: a) melk snel wordt gekoeld tot ten hoogste 6°C; b) colostrum snel wordt gekoeld tot ten hoogste 6°C of wordt ingevroren; en dat melk en colostrum bij die temperatuur worden bewaard totdat zij worden verwerkt. 2. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen melk en colostrum echter bij een hogere temperatuur bewaren mits: a) met de verwerking wordt begonnen onmiddellijk na het melken of binnen vier uur na ontvangst in de verwerkende inrichting; of b) de bevoegde autoriteit een hogere temperatuur toestaat om technische redenen met betrekking tot de vervaardiging van bepaalde zuivelproducten of producten op basis van colostrum. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub I.1 en I.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub I.1 en I.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120240 |
Zuivelbereiders (transport en ontvangst boerderijmelk) |
Na ontvangst van boerderijmelk deze snel terugkoelen tot max. 6°C en aldus bewaren tot verwerking plaatsvindt, tenzij verwerking binnen 4 uur na ontvangst plaatsvindt, dan wel de bevoegde autoriteit om productgerelateerde technische redenen een hogere temperatuur toestaat. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat na ontvangst in een verwerkende inrichting: a) melk snel wordt gekoeld tot ten hoogste 6°C; b) colostrum snel wordt gekoeld tot ten hoogste 6°C of wordt ingevroren; en dat melk en colostrum bij die temperatuur worden bewaard totdat zij worden verwerkt. 2. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen melk en colostrum echter bij een hogere temperatuur bewaren mits: a) met de verwerking wordt begonnen onmiddellijk na het melken of binnen vier uur na ontvangst in de verwerkende inrichting; of b) de bevoegde autoriteit een hogere temperatuur toestaat om technische redenen met betrekking tot de vervaardiging van bepaalde zuivelproducten of producten op basis van colostrum. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub I.1 en I.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub I.1 en I.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120250 |
Zuivelbereiders (transport en ontvangst boerderijmelk) |
Na ontvangst van boerderijmelk deze snel terugkoelen tot max. 6°C en aldus bewaren tot verwerking plaatsvindt, tenzij verwerking binnen 4 uur na ontvangst plaatsvindt, dan wel de bevoegde autoriteit om productgerelateerde technische redenen een hogere temperatuur toestaat. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat na ontvangst in een verwerkende inrichting: a) melk snel wordt gekoeld tot ten hoogste 6°C; b) colostrum snel wordt gekoeld tot ten hoogste 6°C of wordt ingevroren; en dat melk en colostrum bij die temperatuur worden bewaard totdat zij worden verwerkt. 2. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven mogen melk en colostrum echter bij een hogere temperatuur bewaren mits: a) met de verwerking wordt begonnen onmiddellijk na het melken of binnen vier uur na ontvangst in de verwerkende inrichting; of b) de bevoegde autoriteit een hogere temperatuur toestaat om technische redenen met betrekking tot de vervaardiging van bepaalde zuivelproducten of producten op basis van colostrum. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub I.1 en I.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub I.1 en I.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120260 |
Zuivelbereiders (warmtebehandelingen) |
Producent van zuivelproducten: toepassen van procedures ter borging dat koemelk (voor de bereiding van zuivelproducten) onmiddellijk voor de warmtebehandeling en bij overschrijding van de termijn voor aanvaarding van de melk voldoet aan de desbetreffende criteria, corrigerende maatregelen treffen en de bevoegde autoriteit in kennis stellen, indien niet wordt voldaan: – kiemgetal rauwe koemelk < 300.000 kve per ml, – kiemgetal warmtebehandelde koemelk < 100.000 kve per ml Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zuivelproducten vervaardigen, moeten procedures toepassen om ervoor te zorgen dat onmiddellijk voor de warmtebehandeling en als de termijn voor aanvaarding die bepaald is in de op HACCP gebaseerde procedures wordt overschreden: a) rauwe koemelk die bij de bereiding van zuivelproducten gebruikt wordt, een kiemgetal bij 30°C heeft van minder dan 300 000 per ml; en b) warmtebehandelde koemelk die bij de bereiding van zuivelproducten gebruikt wordt, een kiemgetal bij 30°C heeft van minder dan 100 000 per ml. 2. Indien melk niet voldoet aan de criteria van punt 1 moet de exploitant van het levensmiddelenbedrijf de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub III.1 en 2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub III.1 en 2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120270 |
Zuivelbereiders (warmtebehandelingen) |
Producent van zuivelproducten: toepassen van procedures ter borging dat koemelk (voor de bereiding van zuivelproducten) onmiddellijk voor de warmtebehandeling en bij overschrijding van de termijn voor aanvaarding van de melk voldoet aan de desbetreffende criteria, corrigerende maatregelen treffen en de bevoegde autoriteit in kennis stellen, indien niet wordt voldaan: – kiemgetal rauwe koemelk < 300.000 kve per ml, – kiemgetal warmtebehandelde koemelk < 100.000 kve per ml Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zuivelproducten vervaardigen, moeten procedures toepassen om ervoor te zorgen dat onmiddellijk voor de warmtebehandeling en als de termijn voor aanvaarding die bepaald is in de op HACCP gebaseerde procedures wordt overschreden: a) rauwe koemelk die bij de bereiding van zuivelproducten gebruikt wordt, een kiemgetal bij 30°C heeft van minder dan 300 000 per ml; en b) warmtebehandelde koemelk die bij de bereiding van zuivelproducten gebruikt wordt, een kiemgetal bij 30°C heeft van minder dan 100 000 per ml. 2. Indien melk niet voldoet aan de criteria van punt 1 moet de exploitant van het levensmiddelenbedrijf de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub III.1 en 2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub III.1 en 2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120280 |
Zuivelbereiders (warmtebehandelingen) |
Producent van zuivelproducten: toepassen van procedures ter borging dat koemelk (voor de bereiding van zuivelproducten) onmiddellijk voor de warmtebehandeling en bij overschrijding van de termijn voor aanvaarding van de melk voldoet aan de desbetreffende criteria, corrigerende maatregelen treffen en de bevoegde autoriteit in kennis stellen, indien niet wordt voldaan: – kiemgetal rauwe koemelk < 300.000 kve per ml, – kiemgetal warmtebehandelde koemelk < 100.000 kve per ml Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zuivelproducten vervaardigen, moeten procedures toepassen om ervoor te zorgen dat onmiddellijk voor de warmtebehandeling en als de termijn voor aanvaarding die bepaald is in de op HACCP gebaseerde procedures wordt overschreden: a) rauwe koemelk die bij de bereiding van zuivelproducten gebruikt wordt, een kiemgetal bij 30°C heeft van minder dan 300 000 per ml; en b) warmtebehandelde koemelk die bij de bereiding van zuivelproducten gebruikt wordt, een kiemgetal bij 30°C heeft van minder dan 100 000 per ml. 2. Indien melk niet voldoet aan de criteria van punt 1 moet de exploitant van het levensmiddelenbedrijf de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub III.1 en 2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub III.1 en 2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120290 |
Zuivelbereiders (warmtebehandelingen) |
Producent van zuivelproducten wanneer rauwe melk en zuivelproducten een warmtebehandeling ondergaan, erop toezien: – dat daarbij aan de desbetreffende temperatuur/tijd-voorschriften wordt voldaan; – dat de toepasselijke HACCP-procedures worden gevolgd; – dat eventueel door de bevoegde autoriteit ter zake gestelde voorschriften worden nageleefd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Wanneer rauwe melk, colostrum, zuivelproducten of producten op basis van colostrum een warmtebehandeling ondergaan, zien exploitanten van levensmiddelenbedrijven erop toe dat daarbij wordt voldaan aan de voorschriften van hoofdstuk XI van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004. Met name zien zij erop toe dat bij de volgende processen aan de volgende specificaties wordt voldaan. a) Pasteurisatie wordt verricht door een behandeling: i) bij een hoge temperatuur gedurende korte tijd (ten minste 72°C gedurende 15 seconden); ii) bij een lage temperatuur gedurende lange tijd (ten minste 63°C gedurende 30 minuten); of iii) met een andere combinatie van temperatuur en tijd die een gelijkwaardig effect geeft, zodat de producten onmiddellijk na de behandeling in voorkomend geval negatief reageren op een alkalische-fosfatasetest. |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub II.1 en 2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
b) Ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling wordt verricht door een behandeling: i) bestaande uit een ononderbroken verhitting tot een hoge temperatuur gedurende korte tijd (ten minste 135°C gedurende voldoende lange tijd), zodat er geen levensvatbare micro-organismen of sporen in het behandelde product kunnen groeien wanneer het bij omgevingstemperatuur in een aseptische, gesloten recipiënt wordt bewaard; en ii) die voldoende is om ervoor te zorgen dat de producten microbiologisch stabiel blijven na een incubatie gedurende 15 dagen bij 30°C in gesloten recipiënten, een incubatie gedurende 7 dagen bij 55°C in gesloten recipiënten of een andere methode die aantoont dat de nodige warmtebehandeling is verricht. 2. Wanneer wordt overwogen rauwe melk en colostrum aan een warmtebehandeling te onderwerpen, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven: a) rekening houden met de procedures die zijn ontwikkeld volgens de HACCP-beginselen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004, en b) voldoen aan alle voorschriften die de bevoegde autoriteit in dit verband kan opleggen bij de erkenning van inrichtingen of de uitvoering van controles overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2004. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub II.1 en I.2) |
|||||||||
39R120300 |
Zuivelbereiders (warmtebehandelingen) |
Producent van zuivelproducten wanneer rauwe melk en zuivelproducten een warmtebehandeling ondergaan, erop toezien: – dat daarbij aan de desbetreffende temperatuur/tijd-voorschriften wordt voldaan; – dat de toepasselijke HACCP-procedures worden gevolgd; – dat eventueel door de bevoegde autoriteit ter zake gestelde voorschriften worden nageleefd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Wanneer rauwe melk, colostrum, zuivelproducten of producten op basis van colostrum een warmtebehandeling ondergaan, zien exploitanten van levensmiddelenbedrijven erop toe dat daarbij wordt voldaan aan de voorschriften van hoofdstuk XI van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004. Met name zien zij erop toe dat bij de volgende processen aan de volgende specificaties wordt voldaan. a) Pasteurisatie wordt verricht door een behandeling: i) bij een hoge temperatuur gedurende korte tijd (ten minste 72°C gedurende 15 seconden); ii) bij een lage temperatuur gedurende lange tijd (ten minste 63°C gedurende 30 minuten); of iii) met een andere combinatie van temperatuur en tijd die een gelijkwaardig effect geeft, zodat de producten onmiddellijk na de behandeling in voorkomend geval negatief reageren op een alkalische-fosfatasetest. |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub II.1 en 2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
b) Ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling wordt verricht door een behandeling: i) bestaande uit een ononderbroken verhitting tot een hoge temperatuur gedurende korte tijd (ten minste 135°C gedurende voldoende lange tijd), zodat er geen levensvatbare micro-organismen of sporen in het behandelde product kunnen groeien wanneer het bij omgevingstemperatuur in een aseptische, gesloten recipiënt wordt bewaard; en ii) die voldoende is om ervoor te zorgen dat de producten microbiologisch stabiel blijven na een incubatie gedurende 15 dagen bij 30°C in gesloten recipiënten, een incubatie gedurende 7 dagen bij 55°C in gesloten recipiënten of een andere methode die aantoont dat de nodige warmtebehandeling is verricht. 2. Wanneer wordt overwogen rauwe melk en colostrum aan een warmtebehandeling te onderwerpen, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven: a) rekening houden met de procedures die zijn ontwikkeld volgens de HACCP-beginselen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004, en b) voldoen aan alle voorschriften die de bevoegde autoriteit in dit verband kan opleggen bij de erkenning van inrichtingen of de uitvoering van controles overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2004. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub II.1 en I.2) |
|||||||||
39R120310 |
Zuivelbereiders (warmtebehandelingen) |
Producent van zuivelproducten wanneer rauwe melk en zuivelproducten een warmtebehandeling ondergaan, erop toezien: – dat daarbij aan de desbetreffende temperatuur/tijd-voorschriften wordt voldaan; – dat de toepasselijke HACCP-procedures worden gevolgd; – dat eventueel door de bevoegde autoriteit ter zake gestelde voorschriften worden nageleefd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Wanneer rauwe melk, colostrum, zuivelproducten of producten op basis van colostrum een warmtebehandeling ondergaan, zien exploitanten van levensmiddelenbedrijven erop toe dat daarbij wordt voldaan aan de voorschriften van hoofdstuk XI van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004. Met name zien zij erop toe dat bij de volgende processen aan de volgende specificaties wordt voldaan. a) Pasteurisatie wordt verricht door een behandeling: i) bij een hoge temperatuur gedurende korte tijd (ten minste 72°C gedurende 15 seconden); ii) bij een lage temperatuur gedurende lange tijd (ten minste 63°C gedurende 30 minuten); of iii) met een andere combinatie van temperatuur en tijd die een gelijkwaardig effect geeft, zodat de producten onmiddellijk na de behandeling in voorkomend geval negatief reageren op een alkalische-fosfatasetest. |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub II.1 en 2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
b) Ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling wordt verricht door een behandeling: i) bestaande uit een ononderbroken verhitting tot een hoge temperatuur gedurende korte tijd (ten minste 135°C gedurende voldoende lange tijd), zodat er geen levensvatbare micro-organismen of sporen in het behandelde product kunnen groeien wanneer het bij omgevingstemperatuur in een aseptische, gesloten recipiënt wordt bewaard; en ii) die voldoende is om ervoor te zorgen dat de producten microbiologisch stabiel blijven na een incubatie gedurende 15 dagen bij 30°C in gesloten recipiënten, een incubatie gedurende 7 dagen bij 55°C in gesloten recipiënten of een andere methode die aantoont dat de nodige warmtebehandeling is verricht. 2. Wanneer wordt overwogen rauwe melk en colostrum aan een warmtebehandeling te onderwerpen, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven: a) rekening houden met de procedures die zijn ontwikkeld volgens de HACCP-beginselen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004, en b) voldoen aan alle voorschriften die de bevoegde autoriteit in dit verband kan opleggen bij de erkenning van inrichtingen of de uitvoering van controles overeenkomstig Verordening (EG) nr. 854/2004. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, sub II.1 en I.2) |
|||||||||
39R120320 |
Zuivelbereiders (verpakking en etikettering) |
Het sluiten van de verpakkingen moet onmiddellijk na het vullen plaatsvinden door middel van een sluiting die besmetting voorkomt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De consumentenverpakkingen moeten in de inrichting waar de laatste warmtebehandeling van vloeibare zuivelproducten en producten op basis van colostrum plaatsvindt, onmiddellijk na het vullen worden gesloten met een sluiting die besmetting voorkomt. Het sluitingssysteem moet zo zijn ontworpen dat na opening het bewijs van opening duidelijk zichtbaar en gemakkelijk controleerbaar blijft. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk III) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk III Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120330 |
Zuivelbereiders (verpakking en etikettering) |
Het sluiten van de verpakkingen moet onmiddellijk na het vullen plaatsvinden door middel van een sluiting die besmetting voorkomt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De consumentenverpakkingen moeten in de inrichting waar de laatste warmtebehandeling van vloeibare zuivelproducten en producten op basis van colostrum plaatsvindt, onmiddellijk na het vullen worden gesloten met een sluiting die besmetting voorkomt. Het sluitingssysteem moet zo zijn ontworpen dat na opening het bewijs van opening duidelijk zichtbaar en gemakkelijk controleerbaar blijft. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk III) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk III Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120340 |
Zuivelbereiders (verpakking en etikettering) |
Het sluiten van de verpakkingen moet onmiddellijk na het vullen plaatsvinden door middel van een sluiting die besmetting voorkomt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De consumentenverpakkingen moeten in de inrichting waar de laatste warmtebehandeling van vloeibare zuivelproducten en producten op basis van colostrum plaatsvindt, onmiddellijk na het vullen worden gesloten met een sluiting die besmetting voorkomt. Het sluitingssysteem moet zo zijn ontworpen dat na opening het bewijs van opening duidelijk zichtbaar en gemakkelijk controleerbaar blijft. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk III) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk III Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120350 |
Zuivelbereiders (verpakking en etikettering) |
Het sluiten van de verpakkingen moet onmiddellijk na het vullen plaatsvinden door middel van een sluiting die besmetting voorkomt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De consumentenverpakkingen moeten in de inrichting waar de laatste warmtebehandeling van vloeibare zuivelproducten en producten op basis van colostrum plaatsvindt, onmiddellijk na het vullen worden gesloten met een sluiting die besmetting voorkomt. Het sluitingssysteem moet zo zijn ontworpen dat na opening het bewijs van opening duidelijk zichtbaar en gemakkelijk controleerbaar blijft. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk III) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk III Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120360 |
Zuivelbereiders (verpakking en etikettering) |
Het sluitingssysteem moet zo zijn ontworpen dat na opening het bewijs van opening duidelijk aanwezig en gemakkelijk controleerbaar blijft. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De consumentenverpakkingen moeten in de inrichting waar de laatste warmtebehandeling van vloeibare zuivelproducten en producten op basis van colostrum plaatsvindt, onmiddellijk na het vullen worden gesloten met een sluiting die besmetting voorkomt. Het sluitingssysteem moet zo zijn ontworpen dat na opening het bewijs van opening duidelijk zichtbaar en gemakkelijk controleerbaar blijft. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk III) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage II, sectie IX, hoofdstuk III Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120370 |
Zuivelbereiders (verpakking en etikettering) |
Op verpakking moet de letterlijk voorgeschreven vermelding ‘bereid met rauwe melk’ staan bij producten welke bereid zijn uit of met rauwe melk, of indien bereid met of uit colostrum de letterlijk voorgeschreven vermelding ‘bereid met colostrum’. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. In aanvulling op de voorschriften van Richtlijn 2000/13/EG moet, uitgezonderd in de gevallen als bedoeld in artikel 13, leden 4 en 5, van die richtlijn bedoelde gevallen, op het etiket duidelijk het volgende voorkomen: a) in het geval van rauwe melk bestemd voor rechtstreekse menselijke consumptie, de vermelding ‘rauwe melk’; b) in het geval van met rauwe melk bereide producten waarvan het fabricageprocedé noch een warmtebehandeling, noch een fysische of chemische behandeling omvat, de vermelding ‘bereid met rauwe melk’; c) in het geval van colostrum, de vermelding ‘colostrum’; d) in het geval van met colostrum bereide producten, de vermelding ‘bereid met colostrum’. 2. De voorschriften van punt 1 zijn van toepassing op producten bestemd voor de detailhandel. De term ‘etikettering’ omvat verpakkingen, documenten, briefjes, etiketten, ringen en banden die deze producten vergezellen of er betrekking op hebben. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk IV) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk IV Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120380 |
Zuivelbereiders (verpakking en etikettering) |
Op verpakking moet de letterlijk voorgeschreven vermelding ‘bereid met rauwe melk’ staan bij producten welke bereid zijn uit of met rauwe melk, of indien bereid met of uit colostrum de letterlijk voorgeschreven vermelding ‘bereid met colostrum’. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. In aanvulling op de voorschriften van Richtlijn 2000/13/EG moet, uitgezonderd in de gevallen als bedoeld in artikel 13, leden 4 en 5, van die richtlijn bedoelde gevallen, op het etiket duidelijk het volgende voorkomen: a) in het geval van rauwe melk bestemd voor rechtstreekse menselijke consumptie, de vermelding ‘rauwe melk’; b) in het geval van met rauwe melk bereide producten waarvan het fabricageprocedé noch een warmtebehandeling, noch een fysische of chemische behandeling omvat, de vermelding ‘bereid met rauwe melk’; c) in het geval van colostrum, de vermelding ‘colostrum’; d) in het geval van met colostrum bereide producten, de vermelding ‘bereid met colostrum’. 2. De voorschriften van punt 1 zijn van toepassing op producten bestemd voor de detailhandel. De term ‘etikettering’ omvat verpakkingen, documenten, briefjes, etiketten, ringen en banden die deze producten vergezellen of er betrekking op hebben. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk IV) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk IV Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120390 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum moet bij opslag, het hanteren en koelen moet zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Melkinstallaties en lokalen waar melk en colostrum worden opgeslagen, gehanteerd of gekoeld, moeten zo zijn gelegen en gebouwd dat het risico van verontreiniging van de melk en het colostrum zoveel mogelijk wordt beperkt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.1) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Ja |
39R120400 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum moet bij opslag, het hanteren en koelen moet zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Melkinstallaties en lokalen waar melk en colostrum worden opgeslagen, gehanteerd of gekoeld, moeten zo zijn gelegen en gebouwd dat het risico van verontreiniging van de melk en het colostrum zoveel mogelijk wordt beperkt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.1) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Ja |
39R120410 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum moet bij opslag, het hanteren en koelen moet zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Melkinstallaties en lokalen waar melk en colostrum worden opgeslagen, gehanteerd of gekoeld, moeten zo zijn gelegen en gebouwd dat het risico van verontreiniging van de melk en het colostrum zoveel mogelijk wordt beperkt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.1) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Ja |
39R120420 |
Melkveehouderij (basiseisen/opslag) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum moet bij opslag zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het melken moeten de melk en het colostrum onmiddellijk worden opgeslagen in een schoon lokaal dat is ontworpen en uitgerust om verontreiniging te voorkomen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Ja |
39R120430 |
Melkveehouderij (basiseisen/opslag) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum moet bij opslag zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het melken moeten de melk en het colostrum onmiddellijk worden opgeslagen in een schoon lokaal dat is ontworpen en uitgerust om verontreiniging te voorkomen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Ja |
39R120440 |
Melkveehouderij (basiseisen/opslag) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum moet bij opslag zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het melken moeten de melk en het colostrum onmiddellijk worden opgeslagen in een schoon lokaal dat is ontworpen en uitgerust om verontreiniging te voorkomen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Ja |
39R120450 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum door gedierte en ongedierte moet tijdens opslag zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Lokalen waar melk en colostrum worden opgeslagen, moeten beschermd zijn tegen ongedierte, goed zijn afgescheiden van lokalen waar dieren worden ondergebracht (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.2) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met primaire productie en de in bijlage I bedoelde, daarmee verband houdende bewerkingen, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage I, deel A, alsmede aan alle andere specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig: voorzover mogelijk te voorkomen dat dieren en schadelijke organismen verontreiniging veroorzaken; (852/2004, bijlage I, deel A.II.4.f) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A, II.4.f Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120460 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum door gedierte en ongedierte moet tijdens opslag zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Lokalen waar melk en colostrum worden opgeslagen, moeten beschermd zijn tegen ongedierte, goed zijn afgescheiden van lokalen waar dieren worden ondergebracht (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie waarbij zichtbaar is dat de dieren met de melk of colostrum in aanraking komen |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120470 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum door gedierte en ongedierte moet tijdens opslag zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Lokalen waar melk en colostrum worden opgeslagen, moeten beschermd zijn tegen ongedierte, goed zijn afgescheiden van lokalen waar dieren worden ondergebracht (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie waarbij zichtbaar is dat de dieren in de opslag aanwezig zijn |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120480 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum door gedierte en ongedierte moet tijdens opslag zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Lokalen waar melk en colostrum worden opgeslagen, moeten beschermd zijn tegen ongedierte, goed zijn afgescheiden van lokalen waar dieren worden ondergebracht (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie waarbij zichtbaar is dat de dieren in de opslag aanwezig (kunnen) zijn |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120490 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum via oppervlakken van uitrusting, die bestemd zijn om met melk en colostrum in contact te komen, moet zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Oppervlakken van uitrusting die bestemd zijn om met melk en colostrum in contact te komen (gereedschap, recipiënten, tanks enz. die bestemd zijn voor melken, ophalen of vervoer), moeten gemakkelijk te reinigen en zo nodig te ontsmetten zijn en goed worden onderhouden. Dat houdt in dat glad, afwasbaar en niettoxisch materiaal wordt gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120500 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum via oppervlakken van uitrusting, die bestemd zijn om met melk en colostrum in contact te komen, moet zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Oppervlakken van uitrusting die bestemd zijn om met melk en colostrum in contact te komen (gereedschap, recipiënten, tanks enz. die bestemd zijn voor melken, ophalen of vervoer), moeten gemakkelijk te reinigen en zo nodig te ontsmetten zijn en goed worden onderhouden. Dat houdt in dat glad, afwasbaar en niettoxisch materiaal wordt gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120510 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Na gebruik moeten oppervlakken van uitrusting, die bestemd zijn om met melk en colostrum in contact te komen, worden gereinigd en zo nodig worden ontsmet. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na gebruik moeten dergelijke oppervlakken gereinigd en zo nodig ontsmet worden. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120520 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Na gebruik moeten oppervlakken van uitrusting, die bestemd zijn om met melk en colostrum in contact te komen, worden gereinigd en zo nodig worden ontsmet. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na gebruik moeten dergelijke oppervlakken gereinigd en zo nodig ontsmet worden. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120530 |
Melkveehouderij (basiseisen) |
Na gebruik moeten oppervlakken van uitrusting, die bestemd zijn om met melk en colostrum in contact te komen, worden gereinigd en zo nodig worden ontsmet. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na gebruik moeten dergelijke oppervlakken gereinigd en zo nodig ontsmet worden. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.A.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120540 |
Melkveehouderij (melken) |
Melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: a) voordat met het melken wordt begonnen, de tepels, de uier en de nabijgelegen delen schoon zijn; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1a) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1a Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Ja |
39R120550 |
Melkveehouderij (melken) |
Melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: a) voordat met het melken wordt begonnen, de tepels, de uier en de nabijgelegen delen schoon zijn; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1a) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1a Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Ja |
39R120560 |
Melkveehouderij (melken) |
Melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: a) voordat met het melken wordt begonnen, de tepels, de uier en de nabijgelegen delen schoon zijn; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1a) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1a Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Ja |
39R120610 |
Melkveehouderij (melken/diergezondheid) |
Melk en colostrum moet van elk dier op de aanwezigheid van abnormale organoleptische of fysisch-chemische eigenschappen worden gecontroleerd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: b) de melk en het colostrum van elk dier op de aanwezigheid van abnormale organoleptische of fysisch-chemische eigenschappen worden gecontroleerd, hetzij door de melker, hetzij op een wijze die gelijkwaardige resultaten oplevert, en dat melk en colostrum met dergelijke eigenschappen niet voor menselijke consumptie worden gebruikt; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1b) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1b Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120620 |
Melkveehouderij (melken/diergezondheid) |
Melk en colostrum moet van elk dier op de aanwezigheid van abnormale organoleptische of fysisch-chemische eigenschappen worden gecontroleerd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: b) de melk en het colostrum van elk dier op de aanwezigheid van abnormale organoleptische of fysisch-chemische eigenschappen worden gecontroleerd, hetzij door de melker, hetzij op een wijze die gelijkwaardige resultaten oplevert, en dat melk en colostrum met dergelijke eigenschappen niet voor menselijke consumptie worden gebruikt; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1b) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1b Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120630 |
Melkveehouderij (melken/diergezondheid) |
Melk en colostrum moet van elk dier op de aanwezigheid van abnormale organoleptische of fysisch-chemische eigenschappen worden gecontroleerd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: b) de melk en het colostrum van elk dier op de aanwezigheid van abnormale organoleptische of fysisch-chemische eigenschappen worden gecontroleerd, hetzij door de melker, hetzij op een wijze die gelijkwaardige resultaten oplevert, en dat melk en colostrum met dergelijke eigenschappen niet voor menselijke consumptie worden gebruikt; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1b) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1b Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120640 |
Melkveehouderij (melken/diergezondheid) |
Melk en colostrum van dieren met klinische symptomen van uierziekte mag niet voor menselijk consumptie worden bestemd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: c) melk en colostrum van dieren met klinische symptomen van een uierziekte niet voor menselijke consumptie worden gebruikt, behoudens volgens de instructies van een dierenarts; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1c) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1c Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120650 |
Melkveehouderij (melken) |
Melk en colostrum van dieren met klinische symptomen van uierziekte mag niet voor menselijk consumptie worden bestemd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: c) melk en colostrum van dieren met klinische symptomen van een uierziekte niet voor menselijke consumptie worden gebruikt, behoudens volgens de instructies van een dierenarts; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1c) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1c Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120660 |
Melkveehouderij (melken) |
Melk en colostrum van dieren met klinische symptomen van uierziekte mag niet voor menselijk consumptie worden bestemd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: c) melk en colostrum van dieren met klinische symptomen van een uierziekte niet voor menselijke consumptie worden gebruikt, behoudens volgens de instructies van een dierenarts; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1c) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1c Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120670 |
Melkveehouderij (melken/diergeneesmiddelen) |
Tijdens het melken moet er op worden toegezien dat van dieren die een behandeling hebben ondergaan waardoor er mogelijk residuen van geneesmiddelen in melk en colostrum terecht kan komen niet voor menselijke consumptie wordt bestemd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: d) dieren die een behandeling hebben ondergaan waardoor residuen van geneesmiddelen in de melk en het colostrum kunnen terechtkomen, kunnen worden opgespoord, en dat melk en colostrum van deze dieren die vóór het verstrijken van de voorgeschreven wachttijd zijn verkregen, niet voor menselijke consumptie wordt gebruikt; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1d) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1d Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele (>2e keer recidieve in 24 maanden) of Incidentele situatie (> 4x overschrijding van de gestelde norm) |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Ja |
39R120680 |
Melkveehouderij (melken/diergeneesmiddelen) |
Tijdens het melken moet er op worden toegezien dat van dieren die een behandeling hebben ondergaan waardoor er mogelijk residuen van geneesmiddelen in melk en colostrum terecht kan komen niet voor menselijke consumptie wordt bestemd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: d) dieren die een behandeling hebben ondergaan waardoor residuen van geneesmiddelen in de melk en het colostrum kunnen terechtkomen, kunnen worden opgespoord, en dat melk en colostrum van deze dieren die vóór het verstrijken van de voorgeschreven wachttijd zijn verkregen, niet voor menselijke consumptie wordt gebruikt; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1d) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1d Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Ja |
39R120690 |
Melkveehouderij (melken/residuen) |
Er mogen enkel goedgekeurde speendippers of sprays worden gebruikt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: e) speendippers of sprays uitsluitend worden gebruikt na erkenning of registratie volgens de procedures van Richtlijn 98/8/EG van het Europees parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (1); (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1e) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1e Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120710 |
Melkveehouderij (melken) |
Colostrum en rauwe melk moeten afzonderlijk worden afgemolken en mogen niet worden gemengd. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het melken moet onder hygiënische omstandigheden worden verricht, en er moet in het bijzonder op worden toegezien dat: f) colostrum afzonderlijk wordt afgemolken en niet met rauwe melk wordt gemengd. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1f) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.1f Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120720 |
Melkveehouderij (melken) |
Tijdens het melken moet verontreiniging door het personeel worden voorkomen. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Personen die rauwe melk en colostrum afmelken en/of hanteren, moeten aangepaste schone kleding dragen. 2. Melkers moeten een zeer goede persoonlijke hygiëne in acht nemen. Dicht bij de melkplaats moeten geschikte voorzieningen aanwezig zijn om de personen die rauwe melk en colostrum afmelken en/of hanteren, de gelegenheid te geven hun handen en armen te wassen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.C) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.C Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120730 |
Melkveehouderij (melken) |
Tijdens het melken moet verontreiniging door personen worden voorkomen. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Personen die rauwe melk en colostrum afmelken en/of hanteren, moeten aangepaste schone kleding dragen. 2. Melkers moeten een zeer goede persoonlijke hygiëne in acht nemen. Dicht bij de melkplaats moeten geschikte voorzieningen aanwezig zijn om de personen die rauwe melk en colostrum afmelken en/of hanteren, de gelegenheid te geven hun handen en armen te wassen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.C) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.C Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120740 |
Melkveehouderij (melken) |
Tijdens het melken moet verontreiniging door het personeel worden voorkomen. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Personen die rauwe melk en colostrum afmelken en/of hanteren, moeten aangepaste schone kleding dragen. 2. Melkers moeten een zeer goede persoonlijke hygiëne in acht nemen. Dicht bij de melkplaats moeten geschikte voorzieningen aanwezig zijn om de personen die rauwe melk en colostrum afmelken en/of hanteren, de gelegenheid te geven hun handen en armen te wassen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.C) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.C Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120750 |
Melkveehouderij (basiseisen/opslag) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum moet bij opslag zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het melken moeten de melk en het colostrum onmiddellijk worden opgeslagen in een schoon lokaal dat is ontworpen en uitgerust om verontreiniging te voorkomen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Ja |
39R120760 |
Melkveehouderij (basiseisen/opslag) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum moet bij opslag zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het melken moeten de melk en het colostrum onmiddellijk worden opgeslagen in een schoon lokaal dat is ontworpen en uitgerust om verontreiniging te voorkomen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Ja |
39R120770 |
Melkveehouderij (basiseisen/opslag) |
Gevaar voor verontreiniging van de melk en colostrum moet bij opslag zoveel mogelijk worden beperkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het melken moeten de melk en het colostrum onmiddellijk worden opgeslagen in een schoon lokaal dat is ontworpen en uitgerust om verontreiniging te voorkomen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Ja |
39R120780 |
Melkveehouderij (temperatuur opslag) |
Melk en colostrum moet onmiddelijk na het melken op de juiste wijze worden opgeslagen. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) a) Melk moet onmiddellijk tot ten hoogste 8°C worden gekoeld indien deze dagelijks wordt opgehaald en tot ten hoogste 6°C indien dat niet het geval is. b) Colostrum moet afzonderlijk worden opgeslagen en hetzij onmiddellijk tot ten hoogste 8°C worden gekoeld indien het dagelijks wordt opgehaald en tot ten hoogste 6°C indien dat niet het geval is, hetzij worden ingevroren. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2.a en b) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2. a en b Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120790 |
Melkveehouderij (temperatuur opslag) |
Melk en colostrum moet onmiddelijk na het melken op de juiste wijze worden opgeslagen. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) a) Melk moet onmiddellijk tot ten hoogste 8°C worden gekoeld indien deze dagelijks wordt opgehaald en tot ten hoogste 6°C indien dat niet het geval is. b) Colostrum moet afzonderlijk worden opgeslagen en hetzij onmiddellijk tot ten hoogste 8°C worden gekoeld indien het dagelijks wordt opgehaald en tot ten hoogste 6°C indien dat niet het geval is, hetzij worden ingevroren. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2.a en b) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2. a en b Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120800 |
Melkveehouderij (temperatuur opslag) |
Melk en colostrum moet onmiddelijk na het melken op de juiste wijze worden opgeslagen. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) a) Melk moet onmiddellijk tot ten hoogste 8°C worden gekoeld indien deze dagelijks wordt opgehaald en tot ten hoogste 6°C indien dat niet het geval is. b) Colostrum moet afzonderlijk worden opgeslagen en hetzij onmiddellijk tot ten hoogste 8°C worden gekoeld indien het dagelijks wordt opgehaald en tot ten hoogste 6°C indien dat niet het geval is, hetzij worden ingevroren. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2.a en b) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub II.B.2. a en b Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120810 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Eisen bedrijfsvoering: uitsluitend toegelaten diergeneesmiddelen toepassen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Rauwe melk en colostrum moeten afkomstig zijn van dieren: d) waaraan geen verboden stoffen of producten zijn toegediend en die geen illegale behandeling in de zin van Richtlijn 96/23/EG hebben ondergaan; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1d) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1d Richtlijn 96/23/EG Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120820 |
Melkveehouderij (diergeneesmiddelen) |
Eisen bedrijfsvoering: uitsluitend toegelaten diergeneesmiddelen toepassen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Rauwe melk en colostrum moeten afkomstig zijn van dieren: d) waaraan geen verboden stoffen of producten zijn toegediend en die geen illegale behandeling in de zin van Richtlijn 96/23/EG hebben ondergaan; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1d) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1d Richtlijn 96/23/EG Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120830 |
Melkveehouderij (diergeneesmiddelen) |
Eisen bedrijfsvoering: In geval van toediening van toegestanne stoffen of producten moet de daarvoor voorschreven wachttijd in acht worden genomen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Rauwe melk en colostrum moeten afkomstig zijn van dieren: e) waarbij in het geval van toediening van toegestane stoffen of producten de daarvoor voorgeschreven wachttijd in acht is genomen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1e) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1e Richtlijn 96/23/EG Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120840 |
Melkveehouderij (diergeneesmiddelen) |
Het volgens bewaarvoorschrift (waaronder houdbaarheidstermijn), ordelijk en schoon in een afsluitbare (koel)kast bewaren van diergeneesmiddelen; het vermelden van de aanprikdatum op in gebruik zijnde diergeneesmiddelen; hulpmiddelen schoon en in goede staat gebruiken Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met primaire productie en de in bijlage I bedoelde, daarmee verband houdende bewerkingen, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage I, deel A, alsmede aan alle andere specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig: j) toevoegingsmiddelen voor diervoeders en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik correct toe te passen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving. (852/2004, bijlage I, deel A, sub II.4.j) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A, sub II.4.j Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie: mogelijk onveilige situatie/product |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120850 |
Melkveehouderij (diergeneesmiddelen) |
Het volgens bewaarvoorschrift (waaronder houdbaarheidstermijn), ordelijk en schoon in een afsluitbare (koel)kast bewaren van diergeneesmiddelen; het vermelden van de aanprikdatum op in gebruik zijnde diergeneesmiddelen; hulpmiddelen schoon en in goede staat gebruiken Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met primaire productie en de in bijlage I bedoelde, daarmee verband houdende bewerkingen, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage I, deel A, alsmede aan alle andere specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig: j) toevoegingsmiddelen voor diervoeders en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik correct toe te passen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving. (852/2004, bijlage I, deel A, sub II.4.j) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A, sub II.4.j Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie: geen onveilige situatie/product |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120860 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Het zodanig beheersen van de diergezondheid en het dierwelzijn dat er geen risico is voor de te leveren melk Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Rauwe melk en colostrum moeten afkomstig zijn van dieren: a) die geen symptomen vertonen van een besmettelijke ziekte die via melk en colostrum op de mens kan worden overgebracht; b) die in een goede algemene gezondheidstoestand verkeren, geen ziekteverschijnselen vertonen die in besmetting van de melk en het colostrum zouden kunnen resulteren en, in het bijzonder, niet lijden aan aandoeningen van de voortplantingsorganen waarbij afscheiding plaatsvindt, aan darmontsteking waarbij diarree en koorts optreden of aan een zichtbare uierontsteking; c) die geen uierlaesies vertonen waardoor de melk en het colostrum kunnen worden aangetast; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.a, b en c) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1.a, b en c Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Strcturele situatie: levert aantoonbaar een onveilige situatie op |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120870 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Het zodanig beheersen van de diergezondheid en het dierwelzijn dat er geen risico is voor de te leveren melk Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Rauwe melk en colostrum moeten afkomstig zijn van dieren: a) die geen symptomen vertonen van een besmettelijke ziekte die via melk en colostrum op de mens kan worden overgebracht; b) die in een goede algemene gezondheidstoestand verkeren, geen ziekteverschijnselen vertonen die in besmetting van de melk en het colostrum zouden kunnen resulteren en, in het bijzonder, niet lijden aan aandoeningen van de voortplantingsorganen waarbij afscheiding plaatsvindt, aan darmontsteking waarbij diarree en koorts optreden of aan een zichtbare uierontsteking; c) die geen uierlaesies vertonen waardoor de melk en het colostrum kunnen worden aangetast; (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.a, b en c) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1.a, b en c Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie: levert mogelijk aantoonbaar een onveilige situatie op |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120880 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Het voorkomen van insleep van dierziekten Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met primaire productie en de in bijlage I bedoelde, daarmee verband houdende bewerkingen, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage I, deel A, alsmede aan alle andere specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig: h) de insleep en verspreiding van besmettelijke, via levensmiddelen op de mens overdraagbare ziekten te voorkomen, onder meer door voorzorgsmaatregelen te nemen wanneer nieuwe dieren worden binnengebracht en verdachte haarden van dit soort ziekten aan de bevoegde autoriteit te melden. (832/2004, bijlage I, deel A, sub II.4.h) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A, sub II.4.h Verordening (EG) nr. 178/2002 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie: levert direct aantoonbaar een onveilige situatie op |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120890 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Het voorkomen van insleep van dierziekten Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met primaire productie en de in bijlage I bedoelde, daarmee verband houdende bewerkingen, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage I, deel A, alsmede aan alle andere specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig: h) de insleep en verspreiding van besmettelijke, via levensmiddelen op de mens overdraagbare ziekten te voorkomen, onder meer door voorzorgsmaatregelen te nemen wanneer nieuwe dieren worden binnengebracht en verdachte haarden van dit soort ziekten aan de bevoegde autoriteit te melden. (832/2004, bijlage I, deel A, sub II.4.h) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, eerste lid, bijlage I, deel A, sub II.4.h Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie: levert mogelijk aantoonbaar een onveilige situatie op |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120900 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Het voorkomen van het overdragen via de melk van voor dier en/of mens besmettelijke ziekten Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 2. a) Met name met betrekking tot brucellose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat brucellosevrij of officieel brucellosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG ( 12); ii) schapen of geiten die behoren tot een officieel brucellosevrij of brucellosevrij bedrijf in de zin van Richtlijn 91/68/EEG (13); of iii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor brucellose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. b) Met betrekking tot tuberculose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat officieel tuberculosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG; of ii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor tuberculose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.2.a en b) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.2.a en b Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie: levert direct aantoonbaar een onveilige situatie op |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120910 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Het voorkomen van het overdragen via de melk van voor dier en/of mens besmettelijke ziekten Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 2. a) Met name met betrekking tot brucellose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat brucellosevrij of officieel brucellosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG (12); ii) schapen of geiten die behoren tot een officieel brucellosevrij of brucellosevrij bedrijf in de zin van Richtlijn 91/68/EEG (13); of iii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor brucellose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. b) Met betrekking tot tuberculose moeten rauwe melk en colostrum afkomstig zijn van: i) koeien of buffelkoeien die behoren tot een beslag dat officieel tuberculosevrij is in de zin van Richtlijn 64/432/EEG; of ii) vrouwelijke dieren van andere soorten die, voor soorten die vatbaar zijn voor tuberculose, behoren tot beslagen die regelmatig op deze ziekte worden gecontroleerd in het kader van een door de bevoegde autoriteit erkend controleprogramma. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.2.a en b) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.2.a en b Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie: levert direct aantoonbaar een onveilige situatie op |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120920 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Indien op een bedrijf naast runderen ook geiten worden gehouden, moeten ook de geiten op tuberculose worden onderzocht en getest Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Indien op een bedrijf naast runderen ook geiten worden gehouden, moeten ook de geiten op tuberculose worden onderzocht en getest. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.2.c) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.2.c Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie: levert direct aantoonbaar een onveilige situatie op |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120930 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Indien op een bedrijf naast runderen ook geiten worden gehouden, moeten ook de geiten op tuberculose worden onderzocht en getest Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Indien op een bedrijf naast runderen ook geiten worden gehouden, moeten ook de geiten op tuberculose worden onderzocht en getest. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.2.c) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.2.c Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie: levert mogelijk aantoonbaar een onveilige situatie op |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120940 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Rauwe melk van koeien of buffelkoeien van tuberculose- of brucelloseverdachte bedrijven mag uitsluitend met toestemming van de bevoegde autoriteit worden gebruikt, en wel uitsluitend nadat de melk is gepasteuriseerd (is specifiek van toepassing bij boerderijzuivel-bereiders) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 3. Rauwe melk van dieren die niet voldoet aan de voorschriften van punt 2, kan evenwel met toestemming van de bevoegde autoriteit worden gebruikt: a) in het geval van koeien of buffelkoeien die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; b) in het geval van schapen of geiten die niet positief hebben gereageerd op een brucellosetest of die in het kader van een goedgekeurd uitroeiingsprogramma tegen brucellose zijn gevaccineerd, en geen symptomen van die ziekte vertonen, hetzij: i) voor de vervaardiging van kaas met een rijpingsperiode van ten minste twee maanden; of ii) nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; c) in het geval van vrouwelijke dieren van andere soorten die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, maar behoren tot een beslag waarbij brucellose of tuberculose is geconstateerd bij de in punt 2, onder a) iii), of b) ii), bedoelde controles, mits de melk is behandeld om de veiligheid ervan te garanderen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, h oofdstuk I, sub I.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Levert direct aantoonbaar een onveilige situatie op |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120950 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Rauwe melk van koeien of buffelkoeien van tuberculose- of brucelloseverdachte bedrijven mag uitsluitend met toestemming van de bevoegde autoriteit worden gebruikt, en wel uitsluitend nadat de melk is gepasteuriseerd (is specifiek van toepassing bij boerderijzuivel-bereiders) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 3. Rauwe melk van dieren die niet voldoet aan de voorschriften van punt 2, kan evenwel met toestemming van de bevoegde autoriteit worden gebruikt: a) in het geval van koeien of buffelkoeien die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; b) in het geval van schapen of geiten die niet positief hebben gereageerd op een brucellosetest of die in het kader van een goedgekeurd uitroeiingsprogramma tegen brucellose zijn gevaccineerd, en geen symptomen van die ziekte vertonen, hetzij: i) voor de vervaardiging van kaas met een rijpingsperiode van ten minste twee maanden; of ii) nadat de melk een warmtebehandeling heeft ondergaan die volstaat om een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalische-fosfatasetest; c) in het geval van vrouwelijke dieren van andere soorten die niet positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest en geen symptomen van die ziekten vertonen, maar behoren tot een beslag waarbij brucellose of tuberculose is geconstateerd bij de in punt 2, onder a) iii), of b) ii), bedoelde controles, mits de melk is behandeld om de veiligheid ervan te garanderen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, h oofdstuk I, sub I.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Levert mogelijk aantoonbaar een onveilige situatie op |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120960 |
Melkveehouderij (diergezondheid) |
Bedrijf moet er van op de hoogte zijn hoe en wanneer gehandeld moet worden in geval (delen van) zijn melkveebeslag verdacht wordt (worden) van brucellose of tuberculose Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 4. Rauwe melk en colostrum van dieren die niet voldoen aan de desbetreffende voorschriften van de punten 1, 2 en 3, in het bijzonder dieren die individueel positief hebben gereageerd op de preventieve tuberculose- of brucellosetest als bedoeld in Richtlijn 64/432/EEG en Richtlijn 91/68/EEG, mogen niet voor menselijke consumptie worden gebruikt. 5. Dieren die besmet zijn of waarvan vermoed wordt dat zij besmet zijn met een van de in de punten 1 en 2 vermelde ziekten, moeten op doeltreffende wijze worden geïsoleerd om negatieve gevolgen voor de melk en het colostrum van andere dieren te voorkomen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.4 en I.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.4 en I.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Levert mogelijk aantoonbaar een onveilige situatie op |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120970 |
Melkveehouderij (verontreiniging melk) |
Bij toepassing van diergeneesmiddelen de voorgeschreven wachttermijn in acht nemen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Rauwe melk en colostrum moeten afkomstig zijn van dieren: e) waarbij in het geval van toediening van toegestane stoffen of producten de daarvoor voorgeschreven wachttijd in acht is genomen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1.e) 4. Onverminderd Richtlijn 96/23/EG moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven procedures toepassen om ervoor te zorgen dat rauwe melk niet in de handel wordt gebracht indien: a) deze een gehalte aan antibioticaresiduen bevat dat de bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 (15) toegestane gehalten voor één van de in de bijlagen I en III bij die verordening genoemde stoffen overschrijdt; of b) het gecombineerde totaal van antibioticaresiduen hoger is dan een toegestane maximumwaarde. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.e) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1.e en III.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Niet toegestaan |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120980 |
Melkveehouderij (verontreiniging melk) |
Bij toepassing van diergeneesmiddelen de voorgeschreven wachttermijn in acht nemen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Rauwe melk en colostrum moeten afkomstig zijn van dieren: e) waarbij in het geval van toediening van toegestane stoffen of producten de daarvoor voorgeschreven wachttijd in acht is genomen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1.e) 4. Onverminderd Richtlijn 96/23/EG moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven procedures toepassen om ervoor te zorgen dat rauwe melk niet in de handel wordt gebracht indien: a) deze een gehalte aan antibioticaresiduen bevat dat de bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 (15) toegestane gehalten voor één van de in de bijlagen I en III bij die verordening genoemde stoffen overschrijdt; of b) het gecombineerde totaal van antibioticaresiduen hoger is dan een toegestane maximumwaarde. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.e) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub I.1.e en III.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Niet toegestaan |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120990 |
Melkveehouderij (verontreiniging melk) |
Treffen van corrigerende maatregelen bij overschrijding van de criteria voor kiemgetal en/of celgetal Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 3. a) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten procedures toepassen om ervoor te zorgen dat rauwe melk voldoet aan de volgende criteria: i) voor rauwe koemelk: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 100 000 (1) Aantal somatische cellen (per ml): ≤ 400 000 (2) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. (*2) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van drie maanden, met ten minste één monsterneming per maand, tenzij de bevoegde autoriteit een andere methode voorschrijft om seizoensschommelingen in de productie te verdisconteren. ii) voor rauwe melk van andere diersoorten: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 1 500 000 (1) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. b) Indien rauwe melk van andere dieren dan koeien bestemd is voor de vervaardiging van producten met rauwe melk volgens een procedé zonder warmtebehandeling, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de gebruikte rauwe melk aan het volgende criterium voldoet: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 500 000 (1) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.3) 5. Indien rauwe melk niet in overeenstemming is met punt 3 of 4 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.3 en III.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Verschillende maatregelen werden niet, of niet aantoonbaar (op de juiste wijze) getroffen |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120982 |
Melkveehouderij (verontreiniging melk) |
Treffen van corrigerende maatregelen bij overschrijding van de criteria voor kiemgetal en/of celgetal Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 3. a) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten procedures toepassen om ervoor te zorgen dat rauwe melk voldoet aan de volgende criteria: i) voor rauwe koemelk: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 100 000 (1) Aantal somatische cellen (per ml): ≤ 400 000 (2) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. (*2) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van drie maanden, met ten minste één monsterneming per maand, tenzij de bevoegde autoriteit een andere methode voorschrijft om seizoensschommelingen in de productie te verdisconteren. ii) voor rauwe melk van andere diersoorten: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 1 500 000 (1) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. b) Indien rauwe melk van andere dieren dan koeien bestemd is voor de vervaardiging van producten met rauwe melk volgens een procedé zonder warmtebehandeling, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de gebruikte rauwe melk aan het volgende criterium voldoet: Kiemgetal bij 30°C (per ml): ≤ 500 000 (1) (*1) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.3) 5. Indien rauwe melk niet in overeenstemming is met punt 3 of 4 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.3 en III.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Slechts een enkele maatregel die getroffen had moeten worden, is niet, of niet aantoonbaar (op de juiste wijze) getroffen |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120983 |
Melkveehouderij (verontreiniging melk) |
Treffen van corrigerende maatregelen bij overschrijding van de maximumwaarden voor (het gecombineerde totaal van) antibioticaresiduen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 4. Onverminderd Richtlijn 96/23/EG moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven procedures toepassen om ervoor te zorgen dat rauwe melk niet in de handel wordt gebracht indien: a) deze een gehalte aan antibioticaresiduen bevat dat de bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 (15) toegestane gehalten voor één van de in de bijlagen I en III bij die verordening genoemde stoffen overschrijdt; of b) het gecombineerde totaal van antibioticaresiduen hoger is dan een toegestane maximumwaarde. 5. Indien rauwe melk niet in overeenstemming is met punt 3 of 4 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.4 en III.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.4 en III.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120984 |
Melkveehouderij (verontreiniging melk) |
Melden van overschrijdingen aan bevoegde autoriteit – antibioticaresiduen Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 4. Onverminderd Richtlijn 96/23/EG moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven procedures toepassen om ervoor te zorgen dat rauwe melk niet in de handel wordt gebracht indien: a) deze een gehalte aan antibioticaresiduen bevat dat de bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 (15) toegestane gehalten voor één van de in de bijlagen I en III bij die verordening genoemde stoffen overschrijdt; of b) het gecombineerde totaal van antibioticaresiduen hoger is dan een toegestane maximumwaarde. 5. Indien rauwe melk niet in overeenstemming is met punt 3 of 4 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.4 en III.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.4 en III.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120985 |
Melkveehouderij (verontreiniging melk) |
Melden van overschrijdingen aan bevoegde autoriteit – kiemgetal en/of celgetal Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 2. Een representatief aantal steekproefsgewijs genomen monsters van bij melkproductiebedrijven opgehaalde rauwe melk en colostrum moet worden gecontroleerd om na te gaan of de rauwe melk voldoet aan de punten 3 en 4 en of het colostrum voldoet aan de in punt 1, onder b), bedoelde nationale criteria. De controles kunnen worden uitgevoerd door of namens: a) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk produceert; b) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk ophaalt of verwerkt; c) een groep exploitanten van levensmiddelenbedrijven; of d) in het kader van de nationale of regionale controleregeling. 5. Indien rauwe melk niet in overeenstemming is met punt 3 of 4 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en III.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en III.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120993 |
Melkveehouderij (verontreiniging melk) |
Melden van overschrijdingen aan bevoegde autoriteit – kiemgetal en/of celgetal Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 2. Een representatief aantal steekproefsgewijs genomen monsters van bij melkproductiebedrijven opgehaalde rauwe melk en colostrum moet worden gecontroleerd om na te gaan of de rauwe melk voldoet aan de punten 3 en 4 en of het colostrum voldoet aan de in punt 1, onder b), bedoelde nationale criteria. De controles kunnen worden uitgevoerd door of namens: a) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk produceert; b) de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de melk ophaalt of verwerkt; c) een groep exploitanten van levensmiddelenbedrijven; of d) in het kader van de nationale of regionale controleregeling. 5. Indien rauwe melk niet in overeenstemming is met punt 3 of 4 moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen en corrigerende maatregelen treffen. (853/2004, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en III.5) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, sub III.2 en III.5 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R120994 |
Melkveehouderij (bemonsteringsplan) |
Er moet i.g.v. rauwe melk voor directe aflevering aan particulieren voldaan worden aan de gestelde eisen m.b.t. microbiologische criteria. 1 Rauwe koemelk, bestemd voor directe aflevering aan particulieren, ... ... en voldoet aan de volgende eisen: a. kiemgetal bij 30°C ≤ 50.000 per ml1; b. Staphylococcus aureus (per ml): m=100, M=500, n=5, c=22; en c. Salmonella is afwezig in 25 g: n=5, c=0. 1 Meetkundig gemiddelde, geconstateerd over een periode van twee maanden, met ten minste twee monsternemingen per maand. 2 n: aantal eenheden waaruit een monster bestaat; m: drempelwaarde voor het aantal bacteriën: het resultaat is bevredigend als het aantal bacteriën in alle eenheden gelijk is aan of groter is dan m; M: maximumwaarde voor het aantal bacteriën: het resultaat is onbevredigend als het aantal bacteriën in één of meer eenheden gelijk is aan of groter is dan M; c: aantal eenheden waarin het aantal bacteriën mag liggen tussen m en M, en waarbij het monster nog aanvaardbaar is als het aantal bacteriën in de andere eenheden gelijk is aan of kleiner is dan m. (Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, lid 1 a-c) |
Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, eerste lid, onder a –c |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120995 |
Melkveehouderij (verkoop rauwe melk particulieren) |
Er moet i.g.v. rauwe melk voor directe aflevering aan particulieren worden voldaan aan de vereisten m.b.t. koeling van de melk, indien de melk niet binnen twee uur na het melken aan de consument wordt verkocht 2 De in het eerste lid bedoelde melk wordt, wanneer zij niet binnen twee uur na het melken aan de consument wordt verkocht, gekoeld tot: a. indien die melk binnen 24 uur na het melken verkocht wordt: een temperatuur van 8°C of lager; b. indien die melk niet binnen 24 uur na het melken verkocht wordt: een temperatuur van 6°C of lager. (Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, tweede lid) |
Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, tweede lid |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120996 |
Melkveehouderij (verkoop rauwe melk particulieren) |
Er moet i.g.v. rauwe melk voor directe aflevering aan particulieren worden voldaan aan de vereisten m.b.t. koeling van de melk, indien de melk niet binnen twee uur na het melken aan de consument wordt verkocht 2 De in het eerste lid bedoelde melk wordt, wanneer zij niet binnen twee uur na het melken aan de consument wordt verkocht, gekoeld tot: a. indien die melk binnen 24 uur na het melken verkocht wordt: een temperatuur van 8°C of lager; b. indien die melk niet binnen 24 uur na het melken verkocht wordt: een temperatuur van 6°C of lager. (Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, tweede lid) |
Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, tweede lid |
minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120997 |
Melkveehouderij (verkoop rauwe melk particulieren) |
I.g.v. rauwe melk voor directe aflevering aan particulieren wordt de rauwe melk uitsluitend geleverd op het bedrijf van de melkveehouder waar de melk gewonnen is en is niet aanwezig in een recipiënt die geschikt is om met de inhoud afgeleverd te worden aan particulieren. 1 Rauwe koemelk, bestemd voor directe aflevering aan particulieren, is uitsluitend aanwezig: 1°. op het bedrijf van de melkveehouder waar die melk gewonnen is; en 2°. in een recipiënt die niet geschikt is om met de inhoud afgeleverd te worden aan particulieren; (Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, eerste lid, onder 1 –2) |
Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, eerste lid, onder 1 –2 |
Levert mogelijk een onveilige situatie op |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R120998 |
Melkveehouderij (verkoop rauwe melk particulieren) |
I.g.v. rauwe melk voor directe aflevering aan particulieren wordt op of in de directe omgeving van de recipiënt waarin de betreffende melk aanwezig is duidelijk leesbaar de volgende vermelding gebezigd: RAUWE MELK VOOR GEBRUIK KOKEN. 3 Op of in de directe omgeving van de in het eerste lid bedoelde recipiënt wordt duidelijk leesbaar de volgende vermelding gebezigd: RAUWE MELK VOOR GEBRUIK KOKEN. (Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, derde lid) |
Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, derde lid |
Levert een onveilige situatie op |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R120999 |
Melkveehouderij (verkoop rauwe melk particulieren) |
I.g.v. rauwe melk voor directe aflevering aan particulieren wordt op of in de directe omgeving van de recipiënt waarin de betreffende melk aanwezig is duidelijk leesbaar de volgende vermelding gebezigd: RAUWE MELK VOOR GEBRUIK KOKEN. 3 Op of in de directe omgeving van de in het eerste lid bedoelde recipiënt wordt duidelijk leesbaar de volgende vermelding gebezigd: RAUWE MELK VOOR GEBRUIK KOKEN. (Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, derde lid) |
Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 8, derde lid |
õ |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
ID regel |
Normadressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39R100100 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren en op de markt brengen. |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met de productie en het op de markt brengen van levensmiddelen als bedoeld in lid 2 overeenkomstig artikel 2 de in de bijlagen I en II van Verordening (EG) 2017/2158, opgenomen risicobeperkende maatregelen, dienen deze toe te passen met het oog op het bereiken van acrylamidegehalten die zo laag als redelijkerwijs mogelijk zijn, onder de in bijlage IV van Verordening (EG) 2017/2158, vastgestelde referentieniveaus. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 1, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R100200 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren en op de markt brengen. |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren en op de markt brengen, passen de in bijlage I van Verordening (EG) 2017/2158, vastgestelde risicobeperkende maatregelen toe. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 2, eerste lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
structureel geen risicobeperkende maatregelen treffen |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R100300 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren en op de markt brengen. |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren en op de markt brengen, passen de in bijlage I van Verordening (EG) 2017/2158, vastgestelde risicobeperkende maatregelen toe. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 2, eerste lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
incidenteel geen risicobeperkende maatregelen treffen |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R100400 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren en die detailhandelsactiviteiten verrichten en/of rechtstreeks leveren aan uitsluitend plaatselijke detailhandelszaken |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren en die detailhandelsactiviteiten verrichten en/of rechtstreeks leveren aan uitsluitend plaatselijke detailhandelszaken, passen de in deel A van bijlage II van Verordening (EG) 2017/2158, vastgestelde risicobeperkende maatregelen toe. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 2, tweede lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
structureel geen risicobeperkende maatregelen treffen |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R100500 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren en die detailhandelsactiviteiten verrichten en/of rechtstreeks leveren aan uitsluitend plaatselijke detailhandelszaken |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren en die detailhandelsactiviteiten verrichten en/of rechtstreeks leveren aan uitsluitend plaatselijke detailhandelszaken, passen de in deel A van bijlage II van Verordening (EG) 2017/2158, vastgestelde risicobeperkende maatregelen toe. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 2, tweede lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
incidenteel geen risicobeperkende maatregelen treffen |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R100600 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die centrale toelevering van de de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur en volgens de instructies van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de centrale toelevering van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen verzorgt, passen de in deel B van bijlage II bedoelde aanvullende voorzorgsmaatregelen toe. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 2, derde lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
structureel geen risicobeperkende maatregelen treffen |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R100700 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die centrale toelevering van de de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
De exploitanten van levensmiddelenbedrijven die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur en volgens de instructies van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf dat de centrale toelevering van de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen verzorgt, passen de in deel B van bijlage II bedoelde aanvullende voorzorgsmaatregelen toe. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 2, derde lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
incidenteel geen risicobeperkende maatregelen treffen |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R100800 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren en op de markt brengen. |
De in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven ontwikkelen een programma voor hun eigen bemonstering en analyse van de acrylamidegehalten in de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) 2017/2158, opgenomen levensmiddelen. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, eerste lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R100900 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren en op de markt brengen. |
De in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven houden een register bij van de in bijlage I van Verordening (EG) 2017/2158, vastgestelde risicobeperkende maatregelen die worden toegepast. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, tweede lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R101000 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die centrale toelevering van de de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
De in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven houden een register bij van de in deel A en deel B van bijlage II van Verordening (EG) 2017/2158, vastgestelde risicobeperkende maatregelen die worden toegepast. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, derde lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R101100 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
De in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven maken gebruik van bemonsterings- en analysemethoden om de acrylamidegehalten in levensmiddelen te bepalen overeenkomstig de vereisten van bijlage III van Verordening (EG) 2017/2158, en registreren de resultaten van de bemonstering en analyse. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vierde lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
Geen monstername |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R101200 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
De in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven maken gebruik van bemonsterings- en analysemethoden om de acrylamidegehalten in levensmiddelen te bepalen overeenkomstig de vereisten van bijlage III van Verordening (EG) 2017/2158. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vierde lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
onvoldoende monstername |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R101300 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
De in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven registreren de resultaten van de bemonstering en analyse overeenkomstig de vereisten van bijlage III van Verordening (EG) 2017/2158. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vierde lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R101400 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
De in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorgen ervoor dat het monster representatief is voor de bemonsterde partij. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vierde lid, Bijlage III, Hoofdstuk I, punt 1, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R101500 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
De in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven verstrekken voldoende gegevens met het oog op een evaluatie van het acrylamidegehalte en van het risico dat het referentieniveau wordt overschreden voor de productsoort. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vierde lid, Bijlage III, Hoofdstuk II, punt 1, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R101600 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
De in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven controleren bij producten waarvan bekend is dat zij acrylamide bevatten en waarbij dit gehalte goed onder controle is, minstens een keer per jaar de acrylamidegehaltes via bemonstering en analyse. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vierde lid, Bijlage III, Hoofdstuk III, punt 1, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R101700 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
De in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven zullen vaker bemonsteringen en analyses uitvoeren op producten die het referentieniveau kunnen overschrijden en indien er verdere risicobeperkende maatregelen haalbaar zijn oordelen op basis van de mogelijke risico's. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vierde lid, Bijlage III, Hoofdstuk III, punt 1, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R101800 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
Indien het analyseresultaat, gecorrigeerd voor het terugwinningspercentage, maar ongeacht de meetonzekerheid, aangeeft dat een product het referentieniveau heeft overschreden of een onverwacht hoog acrylamidegehalte heeft (in vergelijking met eerdere analyses, hoewel lager dan het referentieniveau), evalueren de in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven de toegepaste risicobeperkende maatregelen en nemen zij aanvullende risicobeperkende maatregelen om ervoor te zorgen dat het acrylamidegehalte in het eindproduct onder het referentieniveau blijft. Dit wordt aangetoond met een nieuwe representatieve bemonstering en analyse nadat de aanvullende risicobeperkende maatregelen zijn ingevoerd. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vierde lid, Bijlage III, Hoofdstuk IV, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
structureel geen evaluatie van de risicobeperkende maatregelen |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R101900 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
Indien het analyseresultaat, gecorrigeerd voor het terugwinningspercentage, maar ongeacht de meetonzekerheid, aangeeft dat een product het referentieniveau heeft overschreden of een onverwacht hoog acrylamidegehalte heeft (in vergelijking met eerdere analyses, hoewel lager dan het referentieniveau), evalueren de in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven de toegepaste risicobeperkende maatregelen en nemen zij aanvullende risicobeperkende maatregelen om ervoor te zorgen dat het acrylamidegehalte in het eindproduct onder het referentieniveau blijft. Dit wordt aangetoond met een nieuwe representatieve bemonstering en analyse nadat de aanvullende risicobeperkende maatregelen zijn ingevoerd. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vierde lid, Bijlage III, Hoofdstuk IV, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
incidenteel geen evaluatie van de risicobeperkende maatregelen |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
39R102000 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
De in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven stellen de analyseresultaten van de jaarlijkse analyse op verzoek ter beschikking van de bevoegde autoriteit, samen met beschrijvingen van de geanalyseerde producten. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vierde lid, Bijlage III, Hoofdstuk V, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R102100 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
Als uit de resultaten van de bemonstering en analyse blijkt dat de acrylamidegehalten niet onder de in bijlage IV van Verordening (EG) 2017/2158, vastgestelde referentieniveaus liggen, evalueren de in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven onverwijld de risicobeperkende maatregelen overeenkomstig artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) 2017/2158. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vijfde lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
structureel geen evaluatie van de risicobeperkende maatregelen |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
39R102200 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die de in artikel 1, tweede lid, Verordening (EU) 2017/2158, bedoelde levensmiddelen produceren, op de markt brengen of die centrale toelevering hiervan verzorgen en die in faciliteiten onder rechtstreekse controle werken en onder één handelsmerk of handelsvergunning actief zijn, als onderdeel of franchise van een grotere, onderling verbonden structuur. |
Als uit de resultaten van de bemonstering en analyse blijkt dat de acrylamidegehalten niet onder de in bijlage IV van Verordening (EG) 2017/2158, vastgestelde referentieniveaus liggen, evalueren de in artikel 2, leden 1 en 3, van Verordening (EG) 2017/2158, bedoelde exploitanten van levensmiddelenbedrijven onverwijld de risicobeperkende maatregelen overeenkomstig artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) 2017/2158. |
Verordening (EG) 2017/2158, artikel 4, vijfde lid, Verordening (EG) 852/2004, artikel 4, vierde lid, Warenwetbesluit hygiene van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid. |
incidenteel geen evaluatie van de risicobeperkende maatregelen |
C |
(Risico op) gevaar voor de gezondheid van de mens |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
ID regel |
Norm-adressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39R080110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Materialen en voorwerpen, inclusief actieve en intelligente materialen en voorwerpen, dienen overeenkomstig goede fabricagemethoden te worden vervaardigd, zodat zij bij normaal of te verwachten gebruik geen bestanddelen afgeven aan levensmiddelen in hoeveelheden die voor de gezondheid van de mens gevaar kunnen opleveren |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 3, eerste lid onder a Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R080210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Materialen en voorwerpen, inclusief actieve en intelligente materialen en voorwerpen, dienen overeenkomstig goede fabricagemethoden te worden vervaardigd, zodat zij bij normaal of te verwachten gebruik geen bestanddelen afgeven aan levensmiddelen in hoeveelheden die tot een onaanvaardbare wijziging in de samenstelling van de levensmiddelen kunnen leiden, op voorwaarde dat deze veranderingen voldoen aan de communautaire bepalingen die van toepassing zijn op levensmiddelen, zoals die van Richtlijn 89/107/EEG betreffende levensmiddelenadditieven en de daarmee verband houdende uitvoeringsmaatregelen of, indien er geen communautaire bepalingen bestaan, aan de nationale bepalingen die van toepassing zijn op levensmiddelen. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 3, eerste lid onder b, gelet op artikel 4 eerste lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R080310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Materialen en voorwerpen, inclusief actieve en intelligente materialen en voorwerpen, dienen overeenkomstig goede fabricagemethoden te worden vervaardigd, zodat zij bij normaal of te verwachten gebruik geen bestanddelen afgeven aan levensmiddelen in hoeveelheden die tot een aantasting van de organoleptische eigenschappen van de levensmiddelen kunnen leiden, op voorwaarde dat deze veranderingen voldoen aan de communautaire bepalingen die van toepassing zijn op levensmiddelen, zoals die van Richtlijn 89/107/EEG betreffende levensmiddelenadditieven en de daarmee verband houdende uitvoeringsmaatregelen of, indien er geen communautaire bepalingen bestaan, aan de nationale bepalingen die van toepassing zijn op levensmiddelen. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 3,eerste lid onder c, gelet op artikel 4, eerste lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R080410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De etikettering van, de reclame voor en de aanbiedingsvorm van een materiaal of voorwerp mogen de consument niet misleiden. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 3, tweede lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R080510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Stoffen die doelbewust geïntroduceerd worden in actieve materialen en voorwerpen om aan de levensmiddelen of de omgeving daarvan te worden afgegeven, worden beschouwd als ingrediënten in de zin van artikel 6, lid 4, onder a), van Richtlijn 2000/13/EG (10) enworden toegelaten en gebruikt in overeenstemming met de toepasselijke communautaire bepalingen inzake levensmiddelen en moeten voldoen aan de bepalingen van deze verordening en aan de maatregelen ter uitvoering daarvan. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 3, tweede lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R080610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Actieve materialen en voorwerpen mogen niet leiden tot veranderingen van de samenstelling of de organoleptische eigenschappen van de levensmiddelen, bijvoorbeeld door voedselbederf te verhullen, welke de consument kunnen misleiden. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 4, derde lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R080710 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Intelligente materialen en voorwerpen mogen over de toestand van de levensmiddelen geen informatie geven die de consument kan misleiden |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 4, vierde lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R080810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Actieve en intelligente materialen en voorwerpen die reeds met levensmiddelen in contact zijn, worden op adequate wijze geëtiketteerd zodat de consument de niet-eetbare delen kan identificeren. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 4, vijfde lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R080910 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Actieve en intelligente materialen en voorwerpen worden op adequate wijze geëtiketteerd om aan te geven dat de materialen of voorwerpen actief en/of intelligent zijn. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 4, zesde lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081010 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Onverminderd de bijzondere maatregelen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 5 moeten materialen en voorwerpen, die nog niet met levensmiddelen in contact zijn gebracht, bij het in de handel brengen van de vereiste aanduidingen zijn voorzien |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, eerste lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081110 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Materialen en voorwerpen, die nog niet met levensmiddelen in contact zijn gebracht, bij het in de handel brengen zijn voorzien van hetzij de aanduiding ‘voor levensmiddelen’, hetzij een specifieke aanwijzing voor het gebruik, zoals koffiezetapparaat, wijnfles, soeplepel, dan wel het in bijlage II afgebeelde symbool, tenzij de voorwerpen, gelet op hun kenmerken, duidelijk bestemd zijn om met levensmiddelen in contact te komen. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, eerste lid onder a Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081210 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Materialen en voorwerpen, die nog niet met levensmiddelen in contact zijn gebracht, bij het in de handel brengen zijn, indien nodig, voorzien van speciale instructies die voor een veilig en passend gebruik moeten worden opgevolgd. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, eerste lid onder b Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081310 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Materialen en voorwerpen, die nog niet met levensmiddelen in contact zijn gebracht, bij het in de handel brengen zijn voorzien van de naam of de handelsnaam en in elk geval het adres of de statutaire zetel van de fabrikant of de verwerker, dan wel van een in de Gemeenschap gevestigde verkoper die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, eerste lid onder c Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R081410 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Materialen en voorwerpen, die nog niet met levensmiddelen in contact zijn gebracht, bij het in de handel brengen zijn voorzien van adequate etikettering of identificatie om de in Verordening (EG) nr. 1935/2004 artikel 17 bedoelde traceerbaarheid van het materiaal of voorwerp te garanderen |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, eerste lid onder d Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R081510 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Materialen en voorwerpen, die nog niet met levensmiddelen in contact zijn gebracht, bij het in de handel brengen, in het geval van actieve materialen en voorwerpen, zijn voorzien van informatie over de toegestane gebruikswijze(n) en andere relevante informatie, zoals de naam en de hoeveelheid van de door het werkzame bestanddeel afgegeven stoffen, om de exploitanten van levensmiddelenbedrijven die deze materialen en voorwerpen gebruiken in staat te stellen te voldoen aan andere relevante communautaire bepalingen of – bij ontstentenis daarvan – aan de nationale bepalingen die van toepassing zijn op levensmiddelen, met inbegrip van de bepalingen inzake levensmiddelenetikettering. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, eerste lid onder e Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081610 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De krachtens Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, lid 1 vereiste informatie is goed zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, derde lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081810 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De detailhandel in de materialen en voorwerpen is verboden, indien de krachtens lid 1, onder a), b) en e), vereiste informatie niet wordt verstrekt in een voor de koper gemakkelijk te begrijpen taal. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, vierde lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R080915 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In de fase van de detailhandel wordt de krachtens lid 1 vereiste informatie aangebracht op: a) de materialen en voorwerpen of hun verpakking, of b) de etiketten die op de materialen en voorwerpen of op de verpakking daarvan zijn aangebracht, of c) een schriftelijke mededeling die zich in de onmiddellijke nabijheid van de materialen en voorwerpen bevindt en die voor de kopers duidelijk zichtbaar is; ten aanzien van de in Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, lid 1, onder c), bedoelde informatie (de naam of de handelsnaam en in elk geval het adres of de statutaire zetel van de fabrikant of de verwerker, dan wel van een in de Gemeenschap gevestigde verkoper die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen) mag van deze mogelijkheid echter alleen gebruik worden gemaakt, indien deze informatie of een etiket met deze informatie om technische redenen noch in het stadium van vervaardiging, noch in dat van het in de handel brengen op genoemde materialen en voorwerpen kan worden aangebracht. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, zevende lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081015 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
In de andere stadia van de handelscyclus dan de detailhandel wordt de krachtens Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, lid 1 vereiste informatie aangebracht op: a) de begeleidende documenten, of b) de etiketten of de verpakking, of c) de materialen en voorwerpen zelf. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, achtste lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081115 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De in Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, lid 1, onder a), b) en e), bedoelde informatie is voorbehouden aan materialen en voorwerpen die voldoen aan: a) de criteria van artikel 3 en, indien van toepassing, artikel 4, en b) de in artikel 5 bedoelde bijzondere maatregelen of – bij ontstentenis daarvan – de nationale bepalingen die op deze materialen en voorwerpen van toepassing zijn. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, negende lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081215 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
1. In de in artikel 5 bedoelde bijzondere maatregelen wordt bepaald dat deze materialen en voorwerpen vergezeld moeten gaan van een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat zij aan de desbetreffende voorschriften voldoen. Er dient adequate documentatie beschikbaar te zijn, waaruit blijkt dat aan deze verplichting voldaan is. Deze documentatie wordt op verzoek aan de bevoegde autoriteiten verstrekt. 2. Bij ontstentenis van bijzondere maatregelen belet deze verordening de lidstaten niet om nationale bepalingen voor verklaringen van overeenstemming inzake materialen en voorwerpen te handhaven of vast te stellen. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 16, eerste en tweede lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081315 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De traceerbaarheid van de materialen en voorwerpen wordt in alle stadia gegarandeerd, om het toezicht, het terugroepen van producten met gebreken, de voorlichting van de consument en de vaststelling van de aansprakelijkheid te vergemakkelijken. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 17, eerste lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of ernstige misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081415 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Rekening houdend met de technologische haalbaarheid, beschikken exploitanten van bedrijven over systemen en procedures waarmee kan worden vastgesteld door en aan welke bedrijven de onder deze verordening en de uitvoeringsmaatregelen ervan vallende materialen en voorwerpen en, in voorkomend geval, bij hun productie gebruikte stoffen of producten, zijn geleverd. Deze informatie wordt op verzoek aan de bevoegde autoriteiten verstrekt. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 17, tweede lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R081515 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De materialen en voorwerpen die binnen de Gemeenschap in de handel worden gebracht, moeten kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van een passend systeem dat de traceerbaarheid ervan waarborgt door middel van etikettering of relevante documentatie of informatie. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 17, derde lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R081615 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
Verpakkingen of gebruiksartikelen zijn, indien bij het gebruik daarvan bijzondere voorwaarden in acht moeten worden genomen, voorzien van een gebruiksaanwijzing, gesteld in de Nederlandse taal. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, zevende lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R081815 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De vermeldingen, bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van verordening (EG) 1935/2004, geschieden in de Nederlandse taal. |
Verordening (EG) nr. 1935/2004, artikel 15, zevende lid Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
C |
(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
nvt |
|
39R081825 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De bepalingen, in verordening (EU) 10/2011, betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen, worden geborgd en nageleefd. |
Verordening (EU) nr. 10/2011. Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081835 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De bepalingen, in verordening (EU) 213/2018, betreffende het gebruik van bisfenol-a in vernissen en coatings bestemd om met levensmiddelen in contact te komen, worden geborgd en nageleefd. |
Verordening (EU) nr. 213/2018. Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081845 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De bepalingen, in verordening (EU) 1895/2005, inzake de beperking van het gebruik van bepaalde epoxyderivaten in materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen, worden geborgd en nageleefd. |
Verordening (EU) nr. 1895/2005. Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081855 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De bepalingen, in verordening (EU) 2023/2006, over goede fabricagemethoden voor materialen en voorwerpen om met levensmiddelen in aanraking te komen, worden geborgd en nageleefd. |
Verordening (EU) nr. 2023/2006. Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081865 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De bepalingen, in verordening (EU) 282/2008, betreffende materialen en voorwerpen van gerecycleerde kunststof bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen, worden geborgd en nageleefd. |
Verordening (EU) nr. 282/2008. Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
|
39R081875 |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven |
De bepalingen, in verordening (EU) 450/2009, betreffende actieve en intelligente materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen, worden geborgd en nageleefd. |
Verordening (EU) nr. 450/2009. Warenwetbesluit Hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, derde lid. Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu en/of misleiding. |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
nvt |
ID regel |
Normadressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
39R110010 |
Producent eiproducten (hygiëne) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met enigerlei stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen dat volgt op de stadia waarop lid 1 van toepassing is, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage II, alsmede aan alle specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr, 853/2004. (852/2004, art 4, lid 2). Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag geen grondstoffen of ingrediënten andere dan levende dieren, of andere voor verwerking van producten aangewende materialen accepteren waarvan bekend is of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij zodanig verontreinigd zijn met parasieten, pathogene micro-organismen of toxische, in ontbinding verkerende of vreemde substanties dat zij, na het normale sorteer- en/of voorbereidings- of verwerkingsproces dat door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf hygiënisch wordt toegepast, nog steeds ongeschikt zouden zijn voor menselijke consumptie. (852/2004, bijlage II, hoofdstuk IX.1) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, tweede lid, bijlage II, hoofdstuk IX.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110020 |
Producent eiproducten (hygiëne) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven brengen alleen in de Gemeenschap vervaardigde producten van dierlijke oorsprong in de handel, indien ze uitsluitend bewerkt en gehanteerd zijn in inrichtingen: a) die voldoen aan de toepasselijke voorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004, van de bijlagen II en III bij deze verordening en andere toepasselijke voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, en b) die door de bevoegde autoriteit geregistreerd of, indien lid 2 zulks vereist, erkend zijn. (853/2004, art 4, lid 1) Een identificatiemerk is niet nodig op verpakkingen van eieren wanneer een pakstationcode wordt aangebracht overeenkomstig deel VI van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 van de Raad. (853/2004, bijlage II, sectie I, sub A.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage II, sectie I, sub A.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110030 |
Producent eiproducten (hygiëne) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met enigerlei stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen dat volgt op de stadia waarop lid 1 van toepassing is, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage II, alsmede aan alle specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 2) Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag geen grondstoffen of ingrediënten andere dan levende dieren, of andere voor verwerking van producten aangewende materialen accepteren waarvan bekend is of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij zodanig verontreinigd zijn met parasieten, pathogene micro-organismen of toxische, in ontbinding verkerende of vreemde substanties dat zij, na het normale sorteer- en/of voorbereidings- of verwerkingsproces dat door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf hygiënisch wordt toegepast, nog steeds ongeschikt zouden zijn voor menselijke consumptie. (852/2004, bijlage II, hoofdstuk IX.1) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, tweede lid, bijlage II, hoofdstuk IX.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110040 |
Producent eiproducten (hygiëne) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven brengen alleen in de Gemeenschap vervaardigde producten van dierlijke oorsprong in de handel, indien ze uitsluitend bewerkt en gehanteerd zijn in inrichtingen: a) die voldoen aan de toepasselijke voorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004, van de bijlagen II en III bij deze verordening en andere toepasselijke voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, en b) die door de bevoegde autoriteit geregistreerd of, indien lid 2 zulks vereist, erkend zijn. (853/2004, art 4, lid 1) Een identificatiemerk is niet nodig op verpakkingen van eieren wanneer een pakstationcode wordt aangebracht overeenkomstig deel VI van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 van de Raad. (853/2004, bijlage II, sectie I, sub A.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage II, sectie I, sub A.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110050 |
Producent eiproducten (hygiëne) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met enigerlei stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen dat volgt op de stadia waarop lid 1 van toepassing is, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage II, alsmede aan alle specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 2) Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag geen grondstoffen of ingrediënten andere dan levende dieren, of andere voor verwerking van producten aangewende materialen accepteren waarvan bekend is of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij zodanig verontreinigd zijn met parasieten, pathogene micro-organismen of toxische, in ontbinding verkerende of vreemde substanties dat zij, na het normale sorteer- en/of voorbereidings- of verwerkingsproces dat door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf hygiënisch wordt toegepast, nog steeds ongeschikt zouden zijn voor menselijke consumptie. (852/2004, bijlage II, hoofdstuk IX.1) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, tweede lid, bijlage II, hoofdstuk IX.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110060 |
Producent eiproducten (hygiëne) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven brengen alleen in de Gemeenschap vervaardigde producten van dierlijke oorsprong in de handel, indien ze uitsluitend bewerkt en gehanteerd zijn in inrichtingen: a) die voldoen aan de toepasselijke voorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004, van de bijlagen II en III bij deze verordening en andere toepasselijke voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, en b) die door de bevoegde autoriteit geregistreerd of, indien lid 2 zulks vereist, erkend zijn. (853/2004, art 4, lid 1) Een identificatiemerk is niet nodig op verpakkingen van eieren wanneer een pakstationcode wordt aangebracht overeenkomstig deel VI van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 van de Raad. (853/2004, bijlage II, sectie I, sub A.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage II, sectie I, sub A.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110070 |
Producent eiproducten (verontreiniging) |
1. De in de bijlage opgenomen levensmiddelen worden niet in de handel gebracht indien hun gehalte aan verontreinigingen het in de bijlage vastgestelde maximumgehalte overschrijdt. 2. De maximumgehalten die in de bijlage zijn vastgesteld, gelden voor het eetbare gedeelte van de genoemde levensmiddelen, tenzij in de bijlage iets anders wordt bepaald. (1881/2006, art 1) 1. Levensmiddelen die niet voldoen aan de in de bijlage vastgestelde maximumgehalten, worden niet gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen. 2. Levensmiddelen die voldoen aan de in de bijlage vastgestelde maximumgehalten, worden niet gemengd met levensmiddelen die deze maximumgehalten overschrijden. 3. Levensmiddelen die bestemd zijn om te worden gesorteerd of volgens een andere fysische methode te worden behandeld om het niveau van verontreiniging te verlagen, worden niet gemengd met levensmiddelen die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen. 4. Levensmiddelen die in afdeling 2 van de bijlage vermelde verontreinigingen bevatten (mycotoxinen), ondergaan geen doelbewuste chemische behandelingen waarmee deze verontreinigingen worden verwijderd. (1881/2006, art 3) Maximumgehalten – Som van dioxinen (WHO-PCDD/F-TEQ) --> 2,5 pg/g vet voor kippeneieren en eiproducten – Som van dioxinen en dionineactige PCB'S (WHO-PCDD/T-PCB-TEQ) --> 5,0 pg/g vet voor kippeneieren en eiproducten – Som van PCB 28, PVB52, PVB101, PCB138, PCB153 en PCB180 (ICES – 6) --> 40 ng/g vet voor kippeneieren en eiproducten (1881/2006, bijlage, afd sub 5.9) Voetnoten 31 en 33... |
Verordening (EG) nr. 1881/2006, artikel 1, artikel 3, bijlage, afd sub 5.9 en voetnoten 31 en 33 Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, negende lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110080 |
Producent eiproducten (verontreiniging) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met enigerlei stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen dat volgt op de stadia waarop lid 1 van toepassing is, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage II, alsmede aan alle specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 2) Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag geen grondstoffen of ingrediënten andere dan levende dieren, of andere voor verwerking van producten aangewende materialen accepteren waarvan bekend is of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij zodanig verontreinigd zijn met parasieten, pathogene micro-organismen of toxische, in ontbinding verkerende of vreemde substanties dat zij, na het normale sorteer- en/of voorbereidings- of verwerkingsproces dat door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf hygiënisch wordt toegepast, nog steeds ongeschikt zouden zijn voor menselijke consumptie. (852/2004, bijlage II, hoofdstuk IX.1) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, tweede lid, bijlage II, hoofdstuk IX.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110090 |
Producent eiproducten (verontreiniging) |
1. De in de bijlage opgenomen levensmiddelen worden niet in de handel gebracht indien hun gehalte aan verontreinigingen het in de bijlage vastgestelde maximumgehalte overschrijdt. 2. De maximumgehalten die in de bijlage zijn vastgesteld, gelden voor het eetbare gedeelte van de genoemde levensmiddelen, tenzij in de bijlage iets anders wordt bepaald. (1881/2006, art 1) 1. Levensmiddelen die niet voldoen aan de in de bijlage vastgestelde maximumgehalten, worden niet gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen. 2. Levensmiddelen die voldoen aan de in de bijlage vastgestelde maximumgehalten, worden niet gemengd met levensmiddelen die deze maximumgehalten overschrijden. 3. Levensmiddelen die bestemd zijn om te worden gesorteerd of volgens een andere fysische methode te worden behandeld om het niveau van verontreiniging te verlagen, worden niet gemengd met levensmiddelen die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie of om te worden gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen. 4. Levensmiddelen die in afdeling 2 van de bijlage vermelde verontreinigingen bevatten (mycotoxinen), ondergaan geen doelbewuste chemische behandelingen waarmee deze verontreinigingen worden verwijderd. (1881/2006, art 3) Maximumgehalten – Som van dioxinen (WHO-PCDD/F-TEQ) --> 2,5 pg/g vet voor kippeneieren en eiproducten – Som van dioxinen en dionineactige PCB'S (WHO-PCDD/T-PCB-TEQ) --> 5,0 pg/g vet voor kippeneieren en eiproducten – Som van PCB 28, PVB52, PVB101, PCB138, PCB153 en PCB180 (ICES – 6) --> 40 ng/g vet voor kippeneieren en eiproducten (1881/2006, bijlage, afd sub 5.9) Voetnoten 31 en 33 |
Verordening (EG) nr. 1881/2006, artikel 1, artikel 3, bijlage, afd sub 5.9 en voetnoten 31 en 33 Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, negende lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110110 |
Producent eiproducten (verontreiniging) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met enigerlei stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen dat volgt op de stadia waarop lid 1 van toepassing is, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage II, alsmede aan alle specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 2) Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf mag geen grondstoffen of ingrediënten andere dan levende dieren, of andere voor verwerking van producten aangewende materialen accepteren waarvan bekend is of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij zodanig verontreinigd zijn met parasieten, pathogene micro-organismen of toxische, in ontbinding verkerende of vreemde substanties dat zij, na het normale sorteer- en/of voorbereidings- of verwerkingsproces dat door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf hygiënisch wordt toegepast, nog steeds ongeschikt zouden zijn voor menselijke consumptie. (852/2004, bijlage II, hoofdstuk IX.1) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, tweede lid, bijlage II, hoofdstuk IX.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110120 |
Producent eiproducten (verontreiniging) |
Verontreiniging van de eiproducten wordt voorkomen en met name door ervoor te zorgen dat eieren schoon en droog zijn op het moment waarop ze worden verwerkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Vloeibaar ei, verkregen in een daartoe erkende inrichting, mag als grondstof worden gebruikt. Vloeibaar ei moet worden verkregen met inachtneming van de in de punten 1, 2, 3, 4 en 7 van deel III vastgestelde voorschriften. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2) Eieren mogen niet gebroken worden, tenzij ze schoon en droog zijn. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.1) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2 en III.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110130 |
Producent eiproducten (verontreiniging) |
Verontreiniging van de eiproducten wordt voorkomen en met name door ervoor te zorgen dat eieren schoon en droog zijn op het moment waarop ze worden verwerkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Vloeibaar ei, verkregen in een daartoe erkende inrichting, mag als grondstof worden gebruikt. Vloeibaar ei moet worden verkregen met inachtneming van de in de punten 1, 2, 3, 4 en 7 van deel III vastgestelde voorschriften. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2) Eieren mogen niet gebroken worden, tenzij ze schoon en droog zijn. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.1) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2 en III.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110140 |
Producent eiproducten (verontreiniging) |
Verontreiniging van de eiproducten wordt voorkomen en met name door ervoor te zorgen dat eieren schoon en droog zijn op het moment waarop ze worden verwerkt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Vloeibaar ei, verkregen in een daartoe erkende inrichting, mag als grondstof worden gebruikt. Vloeibaar ei moet worden verkregen met inachtneming van de in de punten 1, 2, 3, 4 en 7 van deel III vastgestelde voorschriften. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2) Eieren mogen niet gebroken worden, tenzij ze schoon en droog zijn. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.1) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2 en III.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110150 |
Producent eiproducten (verontreiniging) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het gehalte aan 3 OH-boterzuur mag niet hoger zijn dan 10 mg/kg niet-gemodificeerd eiproduct, berekend op de droge stof. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.1) Het melkzuurgehalte van grondstoffen voor de productie van eiproducten mag niet hoger zijn dan 1 g/kg, berekend op de droge stof. Voor gefermenteerde producten moet evenwel worden uitgegaan van de waarde die is gemeten vóór het fermentatieproces. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.1 en IV.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110160 |
Producent eiproducten (verontreiniging) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het gehalte aan 3 OH-boterzuur mag niet hoger zijn dan 10 mg/kg niet-gemodificeerd eiproduct, berekend op de droge stof. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.1) Het melkzuurgehalte van grondstoffen voor de productie van eiproducten mag niet hoger zijn dan 1 g/kg, berekend op de droge stof. Voor gefermenteerde producten moet evenwel worden uitgegaan van de waarde die is gemeten vóór het fermentatieproces. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.1 en IV.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110170 |
Producent eiproducten (verontreiniging) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Het gehalte aan 3 OH-boterzuur mag niet hoger zijn dan 10 mg/kg niet-gemodificeerd eiproduct, berekend op de droge stof. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.1) Het melkzuurgehalte van grondstoffen voor de productie van eiproducten mag niet hoger zijn dan 1 g/kg, berekend op de droge stof. Voor gefermenteerde producten moet evenwel worden uitgegaan van de waarde die is gemeten vóór het fermentatieproces. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.1 en IV.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110180 |
Producent eiproducten (grondstoffen) |
Te verwerken eieren moeten zijn voorzien van een volledig ontwikkelde schaal zonder gebreken. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen ervoor te zorgen dat grondstoffen voor de bereiding van eiproducten aan de volgende voorschriften voldoen. 1. De schaal van voor de bereiding van eiproducten gebruikte eieren moet volledig ontwikkeld zijn en mag geen gebreken vertonen. Gebarsten eieren mogen echter voor de bereiding van vloeibaar ei of eiproducten worden gebruikt, indien de productie-inrichting of het pakstation de eieren rechtstreeks aan een voor de vervaardiging van vloeibaar ei erkende inrichting of een verwerkingsinrichting levert, waar zij zo snel mogelijk moeten worden gebroken. 2. Vloeibaar ei, verkregen in een daartoe erkende inrichting, mag als grondstof worden gebruikt. Vloeibaar ei moet worden verkregen met inachtneming van de in de punten 1, 2, 3, 4 en 7 van deel III vastgestelde voorschriften. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110190 |
Producent eiproducten (grondstoffen) |
Te verwerken eieren moeten zijn voorzien van een volledig ontwikkelde schaal zonder gebreken. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen ervoor te zorgen dat grondstoffen voor de bereiding van eiproducten aan de volgende voorschriften voldoen. 1. De schaal van voor de bereiding van eiproducten gebruikte eieren moet volledig ontwikkeld zijn en mag geen gebreken vertonen. Gebarsten eieren mogen echter voor de bereiding van vloeibaar ei of eiproducten worden gebruikt, indien de productie-inrichting of het pakstation de eieren rechtstreeks aan een voor de vervaardiging van vloeibaar ei erkende inrichting of een verwerkingsinrichting levert, waar zij zo snel mogelijk moeten worden gebroken. 2. Vloeibaar ei, verkregen in een daartoe erkende inrichting, mag als grondstof worden gebruikt. Vloeibaar ei moet worden verkregen met inachtneming van de in de punten 1, 2, 3, 4 en 7 van deel III vastgestelde voorschriften. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110200 |
Producent eiproducten (grondstoffen) |
Te verwerken eieren moeten zijn voorzien van een volledig ontwikkelde schaal zonder gebreken. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen ervoor te zorgen dat grondstoffen voor de bereiding van eiproducten aan de volgende voorschriften voldoen. 1. De schaal van voor de bereiding van eiproducten gebruikte eieren moet volledig ontwikkeld zijn en mag geen gebreken vertonen. Gebarsten eieren mogen echter voor de bereiding van vloeibaar ei of eiproducten worden gebruikt, indien de productie-inrichting of het pakstation de eieren rechtstreeks aan een voor de vervaardiging van vloeibaar ei erkende inrichting of een verwerkingsinrichting levert, waar zij zo snel mogelijk moeten worden gebroken. 2. Vloeibaar ei, verkregen in een daartoe erkende inrichting, mag als grondstof worden gebruikt. Vloeibaar ei moet worden verkregen met inachtneming van de in de punten 1, 2, 3, 4 en 7 van deel III vastgestelde voorschriften. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110210 |
Producent eiproducten (grondstoffen) |
Verwerking gebarsten eieren. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Vloeibaar ei, verkregen in een daartoe erkende inrichting, mag als grondstof worden gebruikt. Vloeibaar ei moet worden verkregen met inachtneming van de in de punten 1, 2, 3, 4 en 7 van deel III vastgestelde voorschriften. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110220 |
Producent eiproducten (grondstoffen) |
Verwerking gebarsten eieren. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Vloeibaar ei, verkregen in een daartoe erkende inrichting, mag als grondstof worden gebruikt. Vloeibaar ei moet worden verkregen met inachtneming van de in de punten 1, 2, 3, 4 en 7 van deel III vastgestelde voorschriften. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110230 |
Producent eiproducten (grondstoffen) |
Verwerking gebarsten eieren. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Vloeibaar ei, verkregen in een daartoe erkende inrichting, mag als grondstof worden gebruikt. Vloeibaar ei moet worden verkregen met inachtneming van de in de punten 1, 2, 3, 4 en 7 van deel III vastgestelde voorschriften. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2) Andere eieren dan die van kippen, kalkoenen en parelhoenders, moeten afzonderlijk worden behandeld en verwerkt. Alle voorzieningen moeten worden schoongemaakt en ontsmet voordat weer met de verwerking van eieren van kippen, kalkoenen of parelhoenders wordt begonnen. (853/2004, bijlage III, sectie X, sub III.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2 en III.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110240 |
Producent eiproducten (grondstoffen) |
Verwerking gebarsten eieren. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Vloeibaar ei, verkregen in een daartoe erkende inrichting, mag als grondstof worden gebruikt. Vloeibaar ei moet worden verkregen met inachtneming van de in de punten 1, 2, 3, 4 en 7 van deel III vastgestelde voorschriften. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2) Het breken van de eieren moet zo geschieden dat verontreiniging tot een minimum wordt beperkt, met name door het breken afdoende van de andere handelingen te scheiden. Gebarsten eieren moeten zo spoedig mogelijk worden verwerkt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2 en III.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110250 |
Producent eiproducten (grondstoffen) |
Verwerking gebarsten eieren. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Vloeibaar ei, verkregen in een daartoe erkende inrichting, mag als grondstof worden gebruikt. Vloeibaar ei moet worden verkregen met inachtneming van de in de punten 1, 2, 3, 4 en 7 van deel III vastgestelde voorschriften. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2) Het breken van de eieren moet zo geschieden dat verontreiniging tot een minimum wordt beperkt, met name door het breken afdoende van de andere handelingen te scheiden. Gebarsten eieren moeten zo spoedig mogelijk worden verwerkt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub II.2 en III.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110260 |
Producent eiproducten (verwerkingsruimte) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen ervoor te zorgen dat inrichtingen voor de bereiding van eiproducten zo worden gebouwd, ingedeeld en uitgerust dat de volgende handelingen van elkaar gescheiden blijven: 1. het wassen, drogen en ontsmetten van vuile eieren, indien dit wordt uitgevoerd; 2. het breken en opvangen van de inhoud van eieren, alsmede het verwijderen van de delen van schalen en vliezen, en 3. andere dan de in de punten 1 en 2 bedoelde handelingen. |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub I Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110270 |
Producent eiproducten (verwerkingsruimte) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen ervoor te zorgen dat inrichtingen voor de bereiding van eiproducten zo worden gebouwd, ingedeeld en uitgerust dat de volgende handelingen van elkaar gescheiden blijven: 1. het wassen, drogen en ontsmetten van vuile eieren, indien dit wordt uitgevoerd; 2. het breken en opvangen van de inhoud van eieren, alsmede het verwijderen van de delen van schalen en vliezen, en 3. andere dan de in de punten 1 en 2 bedoelde handelingen. |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub I Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110280 |
Producent eiproducten (verwerkingsruimte) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen ervoor te zorgen dat inrichtingen voor de bereiding van eiproducten zo worden gebouwd, ingedeeld en uitgerust dat de volgende handelingen van elkaar gescheiden blijven: 1. het wassen, drogen en ontsmetten van vuile eieren, indien dit wordt uitgevoerd; 2. het breken en opvangen van de inhoud van eieren, alsmede het verwijderen van de delen van schalen en vliezen, en 3. andere dan de in de punten 1 en 2 bedoelde handelingen. |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub I Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110290 |
Legeindpluim-veehouder, verzamelaar, pakstation, producent eiproducten (kwaliteit) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Eieren moeten op het bedrijf van de producent en tot op het moment van verkoop aan de consument schoon, droog en vrij van vreemde geuren worden gehouden, en op afdoende wijze worden beschermd tegen schokken en rechtstreeks zonlicht. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.1) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Ja |
39R110300 |
Legeindpluim-veehouder, verzamelaar, pakstation, producent eiproducten (kwaliteit) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Eieren moeten op het bedrijf van de producent en tot op het moment van verkoop aan de consument schoon, droog en vrij van vreemde geuren worden gehouden, en op afdoende wijze worden beschermd tegen schokken en rechtstreeks zonlicht. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.1) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Ja |
39R110310 |
Legeindpluim-veehouder, verzamelaar, pakstation, producent eiproducten (kwaliteit) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Eieren moeten op het bedrijf van de producent en tot op het moment van verkoop aan de consument schoon, droog en vrij van vreemde geuren worden gehouden, en op afdoende wijze worden beschermd tegen schokken en rechtstreeks zonlicht. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.1) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.1 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Ja |
39R110320 |
Legeindpluim-veehouder, verzamelaar, pakstation, producent eiproducten (kwaliteit) |
De eieren worden opgeslagen bij een constante en juiste temperatuur. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De eieren moeten tot de verkoop aan de eindconsument worden opgeslagen en vervoerd bij een bij voorkeur constante temperatuur die de meeste garanties biedt voor het behoud van hun hygiënische kwaliteit, tenzij de bevoegde autoriteit nationale temperatuurvoorschriften vaststelt voor voorzieningen voor de opslag van eieren en voor voertuigen die eieren van de ene naar de andere voorziening vervoeren. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110330 |
Legeindpluim-veehouder, verzamelaar, pakstation, producent eiproducten (kwaliteit) |
De eieren worden opgeslagen bij een constante en juiste temperatuur. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De eieren moeten tot de verkoop aan de eindconsument worden opgeslagen en vervoerd bij een bij voorkeur constante temperatuur die de meeste garanties biedt voor het behoud van hun hygiënische kwaliteit, tenzij de bevoegde autoriteit nationale temperatuurvoorschriften vaststelt voor voorzieningen voor de opslag van eieren en voor voertuigen die eieren van de ene naar de andere voorziening vervoeren. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110340 |
Legeindpluim-veehouder, verzamelaar, pakstation, producent eiproducten (kwaliteit) |
De eieren worden opgeslagen bij een constante en juiste temperatuur. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De eieren moeten tot de verkoop aan de eindconsument worden opgeslagen en vervoerd bij een bij voorkeur constante temperatuur die de meeste garanties biedt voor het behoud van hun hygiënische kwaliteit, tenzij de bevoegde autoriteit nationale temperatuurvoorschriften vaststelt voor voorzieningen voor de opslag van eieren en voor voertuigen die eieren van de ene naar de andere voorziening vervoeren. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.2) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.2 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110350 |
Producent eiproducten (kwaliteit) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De hoeveelheid resten van schalen, vliezen en eventuele andere deeltjes in het eiproduct mag niet groter zijn dan 100 mg per kg eiproduct. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110360 |
Producent eiproducten (kwaliteit) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De hoeveelheid resten van schalen, vliezen en eventuele andere deeltjes in het eiproduct mag niet groter zijn dan 100 mg per kg eiproduct. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110370 |
Producent eiproducten (kwaliteit) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De hoeveelheid resten van schalen, vliezen en eventuele andere deeltjes in het eiproduct mag niet groter zijn dan 100 mg per kg eiproduct. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub IV.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110380 |
Legeindpluim-veehouder, verzamelaar, pakstation (kwaliteit) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De eieren moeten uiterlijk 21 dagen na de legdatum aan de consument worden geleverd. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110390 |
Legeindpluim-veehouder, verzamelaar, pakstation (kwaliteit) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) De eieren moeten uiterlijk 21 dagen na de legdatum aan de consument worden geleverd. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk I.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110400 |
Producent eiproducten (microbiologische besmetting) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Andere eieren dan die van kippen, kalkoenen en parelhoenders, moeten afzonderlijk worden behandeld en verwerkt. Alle voorzieningen moeten worden schoongemaakt en ontsmet voordat weer met de verwerking van eieren van kippen, kalkoenen of parelhoenders wordt begonnen. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110410 |
Producent eiproducten (microbiologische besmetting) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Andere eieren dan die van kippen, kalkoenen en parelhoenders, moeten afzonderlijk worden behandeld en verwerkt. Alle voorzieningen moeten worden schoongemaakt en ontsmet voordat weer met de verwerking van eieren van kippen, kalkoenen of parelhoenders wordt begonnen. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.3) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.3 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110420 |
Producent eiproducten (microbiologische besmetting) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Ei-inhoud mag niet worden verkregen door centrifugering of persing van de eieren, noch door centrifugering van de lege schalen om het resterende eiwit eruit te halen met het oog op menselijke consumptie. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.4) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.4 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110430 |
Producent eiproducten (microbiologische besmetting) |
Na het breken moeten alle delen van het vloeibare ei zo spoedig mogelijk worden verwerkt om elk microbiologisch risico uit te sluiten of tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het breken moeten alle delen van het vloeibare ei zo spoedig mogelijk worden verwerkt om elk microbiologisch risico uit te sluiten of tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Een partij die niet op afdoende wijze is verwerkt, mag onverwijld een nieuwe verwerking ondergaan in dezelfde inrichting, mits deze verwerking de partij geschikt maakt voor menselijke consumptie. Indien wordt geconstateerd dat een partij niet geschikt is voor menselijke consumptie, moet deze worden gedenatureerd zodat ze niet voor menselijke consumptie kan worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5) Voor eiwit dat bestemd is voor de bereiding van gedroogde of gekristalliseerde albumine die vervolgens een warmtebehandeling dient te ondergaan, is geen verwerking vereist. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.6) Indien de ei-inhoud niet onmiddellijk na het breken wordt verwerkt, moet het vloeibaar ei bevroren worden of bewaard worden bij een temperatuur van ten hoogste 4°C. Bewaring bij 4°C vóór verwerking mag niet langer dan 48 uur duren. Deze voorschriften gelden evenwel niet voor producten die ontsuikerd moeten worden, op voorwaarde dat de ontsuikering zo spoedig mogelijk plaatsvindt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.7) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5, 6 en 7 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110440 |
Producent eiproducten (microbiologische besmetting) |
Na het breken moeten alle delen van het vloeibare ei zo spoedig mogelijk worden verwerkt om elk microbiologisch risico uit te sluiten of tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het breken moeten alle delen van het vloeibare ei zo spoedig mogelijk worden verwerkt om elk microbiologisch risico uit te sluiten of tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Een partij die niet op afdoende wijze is verwerkt, mag onverwijld een nieuwe verwerking ondergaan in dezelfde inrichting, mits deze verwerking de partij geschikt maakt voor menselijke consumptie. Indien wordt geconstateerd dat een partij niet geschikt is voor menselijke consumptie, moet deze worden gedenatureerd zodat ze niet voor menselijke consumptie kan worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5) Voor eiwit dat bestemd is voor de bereiding van gedroogde of gekristalliseerde albumine die vervolgens een warmtebehandeling dient te ondergaan, is geen verwerking vereist. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.6) Indien de ei-inhoud niet onmiddellijk na het breken wordt verwerkt, moet het vloeibaar ei bevroren worden of bewaard worden bij een temperatuur van ten hoogste 4°C. Bewaring bij 4°C vóór verwerking mag niet langer dan 48 uur duren. Deze voorschriften gelden evenwel niet voor producten die ontsuikerd moeten worden, op voorwaarde dat de ontsuikering zo spoedig mogelijk plaatsvindt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.7) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5, 6 en 7 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110450 |
Producent eiproducten (microbiologische besmetting) |
Na het breken moeten alle delen van het vloeibare ei zo spoedig mogelijk worden verwerkt om elk microbiologisch risico uit te sluiten of tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het breken moeten alle delen van het vloeibare ei zo spoedig mogelijk worden verwerkt om elk microbiologisch risico uit te sluiten of tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Een partij die niet op afdoende wijze is verwerkt, mag onverwijld een nieuwe verwerking ondergaan in dezelfde inrichting, mits deze verwerking de partij geschikt maakt voor menselijke consumptie. Indien wordt geconstateerd dat een partij niet geschikt is voor menselijke consumptie, moet deze worden gedenatureerd zodat ze niet voor menselijke consumptie kan worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5) Voor eiwit dat bestemd is voor de bereiding van gedroogde of gekristalliseerde albumine die vervolgens een warmtebehandeling dient te ondergaan, is geen verwerking vereist. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.6) Indien de ei-inhoud niet onmiddellijk na het breken wordt verwerkt, moet het vloeibaar ei bevroren worden of bewaard worden bij een temperatuur van ten hoogste 4°C. Bewaring bij 4°C vóór verwerking mag niet langer dan 48 uur duren. Deze voorschriften gelden evenwel niet voor producten die ontsuikerd moeten worden, op voorwaarde dat de ontsuikering zo spoedig mogelijk plaatsvindt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.7) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5, 6 en 7 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110460 |
Producent eiproducten (temperatuur) |
Indien de ei-inhoud niet onmiddellijk na het breken wordt verwerkt, moet het vloeibaar ei – bevroren worden bewaard, of – maximaal 48 uur worden bewaard bij ten hoogste 4°C. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het breken moeten alle delen van het vloeibare ei zo spoedig mogelijk worden verwerkt om elk microbiologisch risico uit te sluiten of tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Een partij die niet op afdoende wijze is verwerkt, mag onverwijld een nieuwe verwerking ondergaan in dezelfde inrichting, mits deze verwerking de partij geschikt maakt voor menselijke consumptie. Indien wordt geconstateerd dat een partij niet geschikt is voor menselijke consumptie, moet deze worden gedenatureerd zodat ze niet voor menselijke consumptie kan worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5) Indien de ei-inhoud niet onmiddellijk na het breken wordt verwerkt, moet het vloeibaar ei bevroren worden of bewaard worden bij een temperatuur van ten hoogste 4°C. Bewaring bij 4°C vóór verwerking mag niet langer dan 48 uur duren. Deze voorschriften gelden evenwel niet voor producten die ontsuikerd moeten worden, op voorwaarde dat de ontsuikering zo spoedig mogelijk plaatsvindt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.7) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5 en III.7 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
4°C of meer boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110470 |
Producent eiproducten (temperatuur) |
Indien de ei-inhoud niet onmiddellijk na het breken wordt verwerkt, moet het vloeibaar ei – bevroren worden bewaard, of – maximaal 48 uur worden bewaard bij ten hoogste 4°C. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het breken moeten alle delen van het vloeibare ei zo spoedig mogelijk worden verwerkt om elk microbiologisch risico uit te sluiten of tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Een partij die niet op afdoende wijze is verwerkt, mag onverwijld een nieuwe verwerking ondergaan in dezelfde inrichting, mits deze verwerking de partij geschikt maakt voor menselijke consumptie. Indien wordt geconstateerd dat een partij niet geschikt is voor menselijke consumptie, moet deze worden gedenatureerd zodat ze niet voor menselijke consumptie kan worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5) Indien de ei-inhoud niet onmiddellijk na het breken wordt verwerkt, moet het vloeibaar ei bevroren worden of bewaard worden bij een temperatuur van ten hoogste 4°C. Bewaring bij 4°C vóór verwerking mag niet langer dan 48 uur duren. Deze voorschriften gelden evenwel niet voor producten die ontsuikerd moeten worden, op voorwaarde dat de ontsuikering zo spoedig mogelijk plaatsvindt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.7) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5 en III.7 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
minder dan 4°C boven de wettelijk voorgeschreven maximum temperatuur |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110480 |
Producent eiproducten (temperatuur) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Producten die niet zijn gestabiliseerd om bij kamertemperatuur te worden bewaard, moeten worden afgekoeld tot een temperatuur van ten hoogste 4°C. Wanneer producten moeten worden bevroren, dient zulks onmiddellijk na verwerking te gebeuren. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.8) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.8 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110490 |
Producent eiproducten (temperatuur) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Producten die niet zijn gestabiliseerd om bij kamertemperatuur te worden bewaard, moeten worden afgekoeld tot een temperatuur van ten hoogste 4°C. Wanneer producten moeten worden bevroren, dient zulks onmiddellijk na verwerking te gebeuren. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.8) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.8 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110500 |
Producent eiproducten (temperatuur) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Producten die niet zijn gestabiliseerd om bij kamertemperatuur te worden bewaard, moeten worden afgekoeld tot een temperatuur van ten hoogste 4°C. Wanneer producten moeten worden bevroren, dient zulks onmiddellijk na verwerking te gebeuren. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.8) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.8 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Procedurele situatie, administratie/regisstratie niet volledig |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
39R110510 |
Producent eiproducten (temperatuur) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Naast de in bijlage II, sectie I, vastgestelde algemene voorschriften inzake identificatiemerken moeten partijen eiproducten die niet voor de kleinhandel zijn bestemd, maar als ingrediënt voor de bereiding van een ander product worden gebruikt, voorzien zijn van een etiket waarop is aangegeven bij welke temperatuur de eiproducten moeten worden bewaard en hoe lang ze bij die temperatuur houdbaar zijn. 2. Voor vloeibaar ei moet op het in punt 1 bedoelde etiket ook het volgende staan: ‘niet-gepasteuriseerd vloeibaar ei – te behandelen op de plaats van bestemming’ en moeten de datum en het tijdstip van het breken worden vermeld. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub V) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub V Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110520 |
Producent eiproducten (temperatuur) |
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) 1. Naast de in bijlage II, sectie I, vastgestelde algemene voorschriften inzake identificatiemerken moeten partijen eiproducten die niet voor de kleinhandel zijn bestemd, maar als ingrediënt voor de bereiding van een ander product worden gebruikt, voorzien zijn van een etiket waarop is aangegeven bij welke temperatuur de eiproducten moeten worden bewaard en hoe lang ze bij die temperatuur houdbaar zijn. 2. Voor vloeibaar ei moet op het in punt 1 bedoelde etiket ook het volgende staan: ‘niet-gepasteuriseerd vloeibaar ei – te behandelen op de plaats van bestemming’ en moeten de datum en het tijdstip van het breken worden vermeld. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub V) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub V Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie: etiketten op een of enkele partijen niet goed leesbaar |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110530 |
Producent eiproducten (overige eisen) |
Een partij die niet op afdoende wijze is verwerkt mag onverwijld een nieuwe verwerking ondergaan in dezelfde inrichting, mits deze verwerking de partij geschikt maakt voor menselijke consumptie. Partijen die niet geschikt blijken voor menselijke consumptie, moeten worden gedenatureerd, zodat ze niet voor menselijke consumptie kunnen worden gebruikt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het breken moeten alle delen van het vloeibare ei zo spoedig mogelijk worden verwerkt om elk microbiologisch risico uit te sluiten of tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Een partij die niet op afdoende wijze is verwerkt, mag onverwijld een nieuwe verwerking ondergaan in dezelfde inrichting, mits deze verwerking de partij geschikt maakt voor menselijke consumptie. Indien wordt geconstateerd dat een partij niet geschikt is voor menselijke consumptie, moet deze worden gedenatureerd zodat ze niet voor menselijke consumptie kan worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5) Indien de ei-inhoud niet onmiddellijk na het breken wordt verwerkt, moet het vloeibaar ei bevroren worden of bewaard worden bij een temperatuur van ten hoogste 4°C. Bewaring bij 4°C vóór verwerking mag niet langer dan 48 uur duren. Deze voorschriften gelden evenwel niet voor producten die ontsuikerd moeten worden, op voorwaarde dat de ontsuikering zo spoedig mogelijk plaatsvindt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.7) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5 en III.7 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Structurele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110540 |
Producent eiproducten (overige eisen) |
Een partij die niet op afdoende wijze is verwerkt mag onverwijld een nieuwe verwerking ondergaan in dezelfde inrichting, mits deze verwerking de partij geschikt maakt voor menselijke consumptie. Partijen die niet geschikt blijken voor menselijke consumptie, moeten worden gedenatureerd, zodat ze niet voor menselijke consumptie kunnen worden gebruikt. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven dienen te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de bijlagen II en III. (853/2004, art 3, lid 1) Na het breken moeten alle delen van het vloeibare ei zo spoedig mogelijk worden verwerkt om elk microbiologisch risico uit te sluiten of tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Een partij die niet op afdoende wijze is verwerkt, mag onverwijld een nieuwe verwerking ondergaan in dezelfde inrichting, mits deze verwerking de partij geschikt maakt voor menselijke consumptie. Indien wordt geconstateerd dat een partij niet geschikt is voor menselijke consumptie, moet deze worden gedenatureerd zodat ze niet voor menselijke consumptie kan worden gebruikt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5) Indien de ei-inhoud niet onmiddellijk na het breken wordt verwerkt, moet het vloeibaar ei bevroren worden of bewaard worden bij een temperatuur van ten hoogste 4°C. Bewaring bij 4°C vóór verwerking mag niet langer dan 48 uur duren. Deze voorschriften gelden evenwel niet voor producten die ontsuikerd moeten worden, op voorwaarde dat de ontsuikering zo spoedig mogelijk plaatsvindt. (853/2004, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.7) |
Verordening (EG) nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, sub III.5 en III.7 Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid |
Incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110550 |
Producent eiproducten (overige eisen) |
De temperatuur/tijdverhouding voor warmtebehandeling moet in overeenstemming zijn met de eisen die hieraan krachtens het bepaalde in hoofdstuk XI van bijlage II van Verordening (EG) nr. 852/2004 worden gesteld. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met enigerlei stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen dat volgt op de stadia waarop lid 1 van toepassing is, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage II, alsmede aan alle specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 2) Warmtebehandeling De volgende voorschriften gelden alleen voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht. 1. Elk warmtebehandelingsproces bij de verwerking van een onverwerkt product of de verdere verwerking van een verwerkt product moet aan de volgende eisen voldoen: a) elk deel van het behandelde product moet gedurende een bepaalde tijd op een bepaalde temperatuur worden gebracht, en b) besmetting van het product tijdens het proces moet worden voorkomen. 2. Om het toegepaste proces aan de doelstellingen te laten voldoen, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven regelmatig de voornaamste toepasselijke parameters (in het bijzonder temperatuur, druk, sluiting en microbiologie) controleren, ook door middel van automatische apparatuur. 3. Het toegepaste proces moet voldoen aan een internationaal erkende norm (bv. pasteurisatie, ultrahoge temperatuur of sterilisatie). (852/2004, bijlage II, hoofdstuk XI) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, tweede lid, bijlage II, hoofdstuk XI Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Structurele of incidentele situatie |
B |
(Risico op) ernstig gevaar voor de volksgezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie |
Nee |
39R110560 |
Producent eiproducten (overige eisen) |
De temperatuur/tijdverhouding voor warmtebehandeling moet in overeenstemming zijn met de eisen die hieraan krachtens het bepaalde in hoofdstuk XI van bijlage II van Verordening (EG) nr. 852/2004 worden gesteld. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met enigerlei stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen dat volgt op de stadia waarop lid 1 van toepassing is, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage II, alsmede aan alle specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 2) Warmtebehandeling De volgende voorschriften gelden alleen voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht. 1. Elk warmtebehandelingsproces bij de verwerking van een onverwerkt product of de verdere verwerking van een verwerkt product moet aan de volgende eisen voldoen: a) elk deel van het behandelde product moet gedurende een bepaalde tijd op een bepaalde temperatuur worden gebracht, en b) besmetting van het product tijdens het proces moet worden voorkomen. 2. Om het toegepaste proces aan de doelstellingen te laten voldoen, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven regelmatig de voornaamste toepasselijke parameters (in het bijzonder temperatuur, druk, sluiting en microbiologie) controleren, ook door middel van automatische apparatuur. 3. Het toegepaste proces moet voldoen aan een internationaal erkende norm (bv. pasteurisatie, ultrahoge temperatuur of sterilisatie). (852/2004, bijlage II, hoofdstuk XI) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, tweede lid, bijlage II, hoofdstuk XI Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Structurele of incidentele situatie |
C |
(Risico op) gevaar voor de volksgezondheid |
Schriftelijke waarschuwing en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing en eventueel specifiek te noemen: corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Nee |
39R110570 |
Producent eiproducten (overige eisen) |
De temperatuur/tijdverhouding voor warmtebehandeling moet in overeenstemming zijn met de eisen die hieraan krachtens het bepaalde in hoofdstuk XI van bijlage II van Verordening (EG) nr. 852/2004 worden gesteld. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met enigerlei stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen dat volgt op de stadia waarop lid 1 van toepassing is, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage II, alsmede aan alle specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004. (852/2004, art 4, lid 2) Warmtebehandeling De volgende voorschriften gelden alleen voor levensmiddelen die in hermetisch gesloten recipiënten in de handel zijn gebracht. 1. Elk warmtebehandelingsproces bij de verwerking van een onverwerkt product of de verdere verwerking van een verwerkt product moet aan de volgende eisen voldoen: a) elk deel van het behandelde product moet gedurende een bepaalde tijd op een bepaalde temperatuur worden gebracht, en b) besmetting van het product tijdens het proces moet worden voorkomen. 2. Om het toegepaste proces aan de doelstellingen te laten voldoen, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven regelmatig de voornaamste toepasselijke parameters (in het bijzonder temperatuur, druk, sluiting en microbiologie) controleren, ook door middel van automatische apparatuur. 3. Het toegepaste proces moet voldoen aan een internationaal erkende norm (bv. pasteurisatie, ultrahoge temperatuur of sterilisatie). (852/2004, bijlage II, hoofdstuk XI) |
Verordening (EG) nr. 852/2004, artikel 4, tweede lid, bijlage II, hoofdstuk XI Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid |
Incidentele situatie |
D |
(Risico op) gering gevaar voor de volksgezondheid |
Mededeling ter plaatse en/of nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-60948.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.