Regeling van het bestuur van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie tot wijziging van de Regeling samenwerking Nederland – Duitsland jonge kunst in verband met het toevoegen van een nieuwe aanvraagronde

Het bestuur van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid,

gelet op artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op het Algemeen subsidiereglement van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 november 2020;

besluit:

ARTIKEL I

De Regeling samenwerking Nederland – Duitsland jonge kunst wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5 wordt, na het invoegen van een komma achter ‘2019’, ‘en 2020’ vervangen door ‘2020 en 2021’.

B

In artikel 6, eerste lid, wordt ‘300.000’ vervangen door ‘400.000’; en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

• d. € 100.000 voor de aanvraagronde in 2021.

C

Aan artikel 11 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

• d. van maandag 1 maart 2021 tot en met donderdag 15 april 2021 voor de ronde 2021.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie, namens deze, O. Westerhof, directeur-bestuurder a.i.

TOELICHTING

Voor de uitvoering van deze subsidieregeling werkt het Fonds voor Cultuurparticipatie samen met het Fonds Soziokultur (Bonn). De afspraken hierover zijn in een Memorandum of Understanding opgenomen dat tot eind 2022 geldig is. Deze verlening van de regeling maakt de uitvoering van de subsidieronde ook in 2021 mogelijk.

De subsidieronde 2022 wordt opgenomen in een nieuwe subsidieregeling van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Beide fondsen onderschrijven het belang van bilaterale uitwisseling en het vergroten van netwerken en expertise op het gebied van cultuurparticipatie