TOELICHTING
De diploma's, certificaten en cijferlijsten voor de staatsexamens VO moeten (evenals
de diploma's, certificaten en cijferlijsten die vo-scholen zelf uitreiken) voldoen
aan vastgestelde modellen. Deze modellen zijn bij een ministeriële regeling vastgesteld:
de Regeling modellen diploma's VO. Bij deze regeling hoort tevens een bijlage met
de ‘Richtlijnen voor het invullen van de modellen en beveiligen waardepapier’.
Inhoudelijke wijzigingen volgend op reeds ingevoerd beleid
Door verschillende al (in de uitvoeringspraktijk) ingevoerde beleidswijzigingen moet
ook de Regeling modellen diploma’s VO inclusief bijlagen aangepast worden. Dit betreft
de volgende aanpassingen.
NLQF/EQF-niveau wordt vermeld op diploma vwo, havo en vmbo.
De Onderwijsraad geeft in hun advies ‘Wetsvoorstel NLQF’ aan dat het volgens hun wenselijk
is om het NLQF van een wettelijke grondslag te voorzien. De verplichte vermelding
van het NLQF-niveau op diploma’s en certificaten en de officiële status die het NLQF
hiermee krijgt, komen tegemoet aan het belang van transparantie van het Nederlandse
onderwijsstelsel op Europees niveau. De manier waarop de gereguleerde onderwijsvormen
in het voortgezet onderwijs en volwasseneneducatie zijn ingeschaald, is volgens de
Onderwijsraad passend. De Onderwijsraad beveelt aan om onderdelen van opleidingen
niet afzonderlijk in te schalen.
Naar aanleiding van het advies Wetsvoorstel NLQF van de Onderwijsraad wordt op de
diploma’s naast het vwo, havo of vmbo niveau ook het corresponderend NLQF/EQF-niveau
vermeld:
-
• Voor het havo wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF4/EQF4
-
• Voor het vwo wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF4+/EQF4
-
• Voor het vmbo-bb wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF1/EQF1
-
• Voor het vmbo-kb, gl en tl wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF2/EQF2
Er wordt conform het advies van de Raad geen NLQF/EQF-niveau vermeld voor onderdelen
van opleidingen.
De aanpassing is doorgevoerd in de modellen voor de diploma’s (bijlagen 2a, 2a1, 2b,
2b1, 2b2, 2b3, 2c, 2c1, 2c2, 2c3, 10a, 10a1, 10b, 10b1, 10b2, 10b3, 10c, 10c1, 10c2,
10c3 bij de Regeling modellen diploma’s).
Kandidaten havo en vwo krijgen een cijfer voor CKV
Op 1 augustus 2017 is het nieuwe examenprogramma CKV ingevoerd in 4 havo en 4 vwo
conform het advies van de Vernieuwingscommissie culturele en kunstzinnige vorming.
In haar advies beval de Vernieuwingscommissie CKV aan om het vernieuwde schoolexamen
voortaan af te sluiten met een eindcijfer dat meetelt in het combinatiecijfer. Hiertoe
is artikel 50 van het Eindexamenbesluit VO gewijzigd. Deze wijziging van de bepaling
van de uitslag van het eindexamen is van kracht geworden met ingang per 1 augustus
2019 (havo) en wordt van kracht per 1 augustus 2020 (vwo), ook als het schoolexamen
CKV al in het voorlaatste (havo/vwo) of daaraan voorafgaande schooljaar (vwo) is afgenomen.
De aanpassing is doorgevoerd in de richtlijnen voor het invullen van de modellen en
beveiligen waardepapier (bijlage 1 bij de Regeling modellen diploma’s).
Wetsvoorstel Afschaffen rekentoets
Op 5 februari 2019 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een motie van de leden Rog
en Van Meenen over het afschaffen van de rekentoets. De motie verzoekt de regering
met ingang van het schooljaar 2019–2020 de bestaande rekentoets in het voortgezet
onderwijs af te schaffen en vanaf dat schooljaar ook geen cijfer van de rekentoets
meer op te nemen op de cijferlijst. De Kamer heeft tevens ingestemd met de motie Rog
en Van Meenen inzake het uitvoeren van het voorstel ‘Een nieuw perspectief op rekenen
in het voortgezet onderwijs’ per schooljaar 2019–2020.
Het wetsvoorstel dat de afschaffing van de rekentoets regelt en een grondslag bevat
voor een schoolexamen/ college-examen rekenen (voor examenkandidaten zonder wiskunde)
is reeds ingediend bij de Tweede Kamer.2 Dit wetsvoorstel krijgt terugwerkende kracht tot 1 augustus 2019. In het onderliggende
besluit wordt geregeld dat het cijfer voor de rekentoets niet mee telt en niet meer
op de cijferlijst of op de huidige bijlage bij de cijferlijst (in het geval van vmbo-bb)
wordt vermeld.
Examenkandidaten die in 2020 eindexamen doen kunnen er dan wel voor kiezen om een
reeds behaald cijfer voor de rekentoets – die zij in het voorlaatste leerjaar al hebben
afgelegd- alsnog op de cijferlijst (of voor de leerlingen in het vmbo-bb de bijlage
bij de cijferlijst) te vermelden.
De aanpassing is doorgevoerd in de modellen voor de cijferlijst (bijlagen 3a, 3b,
3c, 4a, 4b, 4c, 5, 6, 8a, 8b, 8c, 9a, 9b, 9c, 11a, 11b, 11c, 12a, 12b, 12c, 13a, 13b,
13c bij de Regeling modellen diploma’s).
Afzonderlijke cijferlijsten bij meerdere profielen vmbo.
In het havo en vwo krijgt een examenkandidaat, wanneer hij of zij kan slagen voor
twee of meer profielen, voor elk profiel afzonderlijk een cijferlijst. In het vmbo
kregen deze examenkandidaten maar één cijferlijst. Door de aanpassing worden aan deze
examenkandidaten wanneer zij slagen voor meer profielen, ook afzonderlijke cijferlijsten
uitgereikt. Hiermee sluit het vmbo aan het havo en vwo.
Om te kunnen slagen voor twee of meer profielen binnen de theoretische of de gemengde
leerweg is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk te hebben
gemaakt. Dat profielwerkstuk wordt vervolgens op elk van de cijferlijsten geplaatst
waar het in ‘past’. De aanpassing is doorgevoerd in de richtlijnen voor het invullen
van de modellen en beveiligen waardepapier (bijlage 1 bij de Regeling modellen diploma’s).
Technische wijzigingen
Naast de hierboven genoemde inhoudelijke wijzigingen bevat de aanpassingsregeling
ook een aantal zuiver technische wijzigingen.
Toevoeging van de verklaring bedoeld in artikel 31 van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Artikel 31, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs geeft aan dat een leerling
die de school verlaat zonder dat er een diploma kan worden uitgereikt een verklaring
ontvangt. In deze verklaring wordt in ieder geval vermeld op welk tijdstip hij de
school verlaat en het leerjaar waartoe hij laatstelijk onvoorwaardelijk was bevorderd.
Daarnaast wordt aangegeven voor welke vormen van vervolgonderwijs, en voor welke leerjaren
daarvan, de leerling geschikt wordt geacht. Het vierde lid van dit artikel geeft aan
dat het model van de verklaring via ministeriële regeling wordt vastgesteld.
Het model voor deze verklaring was in het verleden opgenomen in de Regeling getuigschrift
basisvorming en schoolverlatersverklaring. De bijlage met het model voor deze verklaring
is echter niet meer onderdeel van deze regeling, en daarom is dit model in de Regeling
modellen diploma’s opgenomen als bijlage 15 bij de Regeling modellen diploma’s.
Verheldering bestaand beleid in richtlijnen voor het invullen van de modellen.
In de aanpassing in de richtlijnen voor het invullen van de modellen en beveiligen
waardepapier (bijlage 1 bij de Regeling modellen diploma’s) is toegelicht dat wanneer
het examendocument een diploma, getuigschrift of certificaat betreft de datum van
uitreiking aan en ondertekening door de kandidaat moet worden gebruikt. Wanneer het
examendocument een (voorlopige) cijferlijst, bewijs van ontheffing, of verklaring
behorend bij het bewijs van ontheffing betreft moet de datum van de bepaling van de
uitslag en de ondertekening door de directeur dan wel de staatsexamencommissie VO
worden gebruikt. Deze verheldering is opgenomen vanwege onduidelijkheid hierover bij
meerdere scholen.
Daarnaast is in de aanpassing in de richtlijnen voor het invullen van de modellen
en beveiligen waardepapier (bijlage 1 bij de Regeling modellen diploma’s) geëxpliciteerd
dat ook bij een kandidaat die het gespreid centraal examen, bedoeld in artikel 59
Eindexamenbesluit VO, aflegt en voordat hij dit examen heeft voltooid, de school verlaat
(bijvoorbeeld om het tweede jaar gespreid examen – eventueel via uitbesteding- aan
een vavo te doen) een voorlopige cijferlijst wordt uitgereikt. Deze verheldering is
aangedragen naar aanleiding van vragen hierover vanuit de scholen, en sluit aan bij
het (nieuwe) beleid rondom dit onderwerp dat in is gegaan bij de vorige wijziging
van het Eindexamenbesluit VO, waarbij dit is toegevoegd aan artikel 52c eerste lid.
Tekstuele aanpassingen bijlagen Regeling modellen diploma’s
Naast de hierboven omschreven inhoudelijk aanpassingen zijn in de bijlagen van de
Regeling modellen diploma’s een aantal tekstuele aanpassingen en aanpassingen in de
opmaak opgenomen. Doel van deze aanpassingen is het vergroten van de consistentie
tussen diploma’s, cijferlijsten, certificaten, en overige bijlagen.
De aanpassingen vallen in het algemeen te scharen onder:
-
• Verplaatsing van regels voor invullen diploma’s en cijferlijsten van modellen naar
de richtlijnen voor het invullen van de modellen en beveiligen waardepapier.
-
• Consequent gebruik van lettertypes, komma’s en andere leestekens tussen diploma’s
en cijferlijsten van verschillende niveaus.
-
• Consequent noemen van niveau in tekst van diploma en in titel van diploma.
De aanpassingen zijn doorgevoerd in bijlagen 1, 2a, 2a1, 2b, 2b1, 2b2, 2b3, 2c, 2c1,
2c2, 2c3, 3a, 3b, 3c, 3c2, 4a, 4b, 4c, 4c2, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8c, 9a, 9b, 9c, 10a,
10a1, 10b, 10b1, 10b2, 10b3, 10c, 10c1, 10c2, 10c3, 11a, 11b, 11c, 11c2, 12a, 12b,
12c, 12c2, 13a, 13b, 13c, 14a en 14b bij de Regeling modellen diploma’s.
Inwerkingtreding
Doordat de aanpassingen voor een deel betrekking hebben op al ingevoerde beleidswijzigingen
die in het examenjaar 2020 van kracht zijn is de ingangsdatum van deze regeling voorafgaand
aan de start van de examenperiode 2020.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
BIJLAGE 1
Bijlage 1. bij de Regeling modellen diploma’s VO
Richtlijnen voor het invullen van de modellen en beveiligen waardepapier
ALGEMEEN
Veiligheidseisen papier waardedocumenten
Het is noodzakelijk dat de waardedocumenten gedrukt worden op papier dat namaak en
vervalsing tegengaat. Het papier dient daarom te voldoen aan: een uniek watermerk,
UV-vezels, een vloeiend kleurverloop, microtekst en een beschermlaag die verkleurt
bij mechanische of chemische aantasting. Met dit papier moet zorgvuldig worden om
gegaan om te borgen dat het niet in handen van onbevoegden komt.
Gebruik van de modellen
Per vak wordt één regel gebruikt.
Afhankelijk van het aantal vakken worden de regels voor de vermelding van de vakken
op de cijferlijst:
Naamvermelding van de school
Op de examendocumenten wordt steeds – voor zover van toepassing – achter het woord
‘aan’ vermeld: de naam van de school voor voortgezet onderwijs of instelling voor
educatie en beroepsonderwijs (ROC). Indien het een ROC betreft komt er na ‘aan’ te
staan: de opleiding vavo van ....
De naam van de school of de instelling is de naam zoals gebruikt door het bestuur
in het dagelijks maatschappelijk verkeer en zoals geregistreerd bij DUO. In het geval
van een nevenvestiging is het toegestaan dat na de officiële naam van de school een
komma volgt en het woord ‘locatie’ gevolgd door de naam van de locatie. Indien de
onderwijsaanbieder in het dagelijkse verkeer echter een andere naam hanteert dan bij
DUO is geregistreerd, is het toegestaan deze naam te vermelden, echter alleen onder
toevoeging van: ‘onderdeel van’ met daaropvolgend de naam zoals bij DUO geregistreerd.
Omdat alle diploma’s/cijferlijsten worden opgenomen in het diplomaregister is het
belangrijk dat de naamgeving van de school op het daadwerkelijk uitgereikte diploma
direct te relateren is aan de naam van de school zoals opgenomen in het diplomaregister.
Scholen moeten er voor zorgen dat de correcte naam van de school bij DUO staat geregistreerd,
waarbij in het geval van een (neven)vestiging duidelijk wordt uit de naam van welke
school c.q. scholengemeenschap deze deel uit maakt.
Naamvermelding examenkandidaat
Er is niet voorgeschreven dat de naam van de examenkandidaat op exact dezelfde wijze
vermeld wordt als in het BRP c.q. zoals op ID/paspoort is vermeld. Echter, als de
examenkandidaat in de praktijk wil aantonen dat het diploma van hem/haar is, is dit
wel aan te bevelen. Slechts het hanteren van voorletter(s) of de roepnaam is ook toegestaan.
Vermelding geboorteplaats/ -gemeente
Achter ‘te’ wordt geacht de officiële gemeentenaam geplaatst te worden, waar de aangifte
van geboorte destijds is gedaan, echter dit is geen voorschrift, maar wederom handig
i.v.m. de gegevens op het ID (waar immers deze gemeentenaam ook op staat).
Datering
Op de examendocumenten wordt steeds achter het woord ‘datum’ vermeld: de datum (dd-mm-jjjj)
waarop het document is ondertekend. Wanneer het examendocument een diploma, getuigschrift
of certificaat betreft wordt de datum van uitreiking aan en ondertekening door de
kandidaat gebruikt. Bij het staatsexamen wordt wanneer het examendocument een diploma,
getuigschrift of certificaat betreft de datum van de vaststelling van de uitslag en/of
de ondertekening van het examendocument door de staatsexamencommissie gebruikt.
Wanneer het examendocument een (voorlopige) cijferlijst, bewijs van ontheffing, of
verklaring behorend bij het bewijs van ontheffing betreft wordt de datum van de ondertekening
door de directeur dan wel de staatsexamencommissie VO gebruikt. Dit kan betekenen
dat een cijferlijst een andere datering heeft dan het bijbehorende diploma.
Ondertekening
Ingevolge artikel 52 van het Eindexamenbesluit VO tekenen de directeur en de secretaris
van het eindexamen de diploma’s en de cijferlijsten.
Ingevolge artikel 30 en 31 van het Staatsexamenbesluit VO tekent het College voor
toetsen en examens de diploma’s, de certificaten en bijbehorende cijferlijsten.
De functionarissen die de examendocumenten moeten tekenen zijn en blijven onder alle
omstandigheden verantwoordelijk voor de ondertekening. Tenzij anders bepaald door
het bevoegd gezag, mogen zij, mits het bevoegd gezag hen die bevoegdheid heeft gegeven,
een andere functionaris, die door hen daartoe schriftelijk gemandateerd is, laten
tekenen, doch slechts met vermelding van ‘namens deze’ gevolgd door de handtekening,
de naam en de functie van de ondertekenaar. De handtekening moet feitelijk (met pen)
geschreven worden. Een gescande of gekopieerde handtekening is niet toegestaan.
Bovenstaande geldt ook in het geval een school geen directeur kent maar een centrale
directie. Op het diploma dient dan voor directeur te worden gelezen de centrale directie.
De centrale directie is in dat geval verantwoordelijk voor het ondertekenen van de
diploma’s. Het is echter ook mogelijk dat de centrale directie de tekenbevoegdheid
overdraagt. Het is vanzelfsprekend dat de mandatering in het examenreglement van de
school wordt vermeld om examenkandidaten en ouders hiervan op de hoogte te stellen.
Vaknamen
De te hanteren wettelijke benamingen van de vakken staan opgenomen in een bijlage
bij de jaarlijks te publiceren Regeling codetabellen school- en studiejaar [20xx–20xx].
Cijferlijsten algemeen
De afgifte van cijferlijsten is voor scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen
voor educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft de door die instellingen
verzorgde opleidingen vavo, geregeld in artikel 52, eerste lid, van het Eindexamenbesluit
VO en voor staatsexamens in artikel 30, eerste en tweede lid, van het Staatsexamenbesluit
VO.
Teksten in de cijferlijsten die niet van toepassing zijn worden weggelaten en het
aantal regels wordt aangepast aan het aantal vakken.
Op de cijferlijst wordt/worden in de cijfer- en beoordelingstabel voor zover van toepassing
vermeld:
-
• wanneer een vak zowel een schoolexamen/ college-examen en een centraal examen bevat
moeten beide cijfers op één decimaal nauwkeurig worden opgenomen. De eindcijfers moeten
zonder decimalen worden opgenomen. Zie: artikel 35 van het Eindexamenbesluit VO, artikel
15 Staatsexamenbesluit VO, artikel 42 van het Eindexamenbesluit VO, artikel 20 Staatsexamenbesluit
VO, artikel 47 van het Eindexamenbesluit VO en artikel 24 Staatsexamenbesluit VO,
-
• wanneer het vak alleen een schoolexamen/ college-examen bevat en geen centraal examen
kent moet het afgeronde schoolexamen-/ college-examencijfer zonder decimalen worden
opgenomen. Dit cijfer wordt ook opgenomen als eindcijfer. Zie: artikel 35, eerste
lid en artikel 47, derde lid van het Eindexamenbesluit VO, artikel 15, eerste lid
en artikel 24, derde lid, Staatsexamenbesluit VO,
-
• het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk havo of
vwo,
-
• het thema of de titel van het profielwerkstuk en de beoordeling van het profielwerkstuk
in het vmbo,
-
• de beoordeling van het vak lichamelijke opvoeding in het havo of vwo,
-
• de beoordeling van het vak ‘kunstvakken inclusief ckv’ en het vak lichamelijke opvoeding
in het vmbo,
-
• de cijfers voor de examenvakken met inbegrip van de vakken die deel uitmaken van het
combinatiecijfer en het eindcijfer voor het combinatiecijfer (voor havo en vwo inclusief
het profielwerkstuk),
-
• de beoordeling van de maatschappelijke stage, en
-
• de uitslag van het eindexamen/staatsexamen (zie voor de uitslagbepaling de artikelen
49 en 50 van het Eindexamenbesluit VO of artikelen 26 en 26a van het Staatsexamenbesluit
VO).
-
• In het schooljaar 2019–2020, wanneer een examenkandidaat op het vavo of reguliere
onderwijs hiervoor kiest, kan het resultaat van de rekentoets worden vermeld op de
cijferlijst onder het deel ‘vakken van het vrije deel’. Dit geldt niet voor het vmbo-bb
waar gebruik gemaakt kan worden van een ‘rekentoetsbijlage’ bij de cijferlijst. Het
hoogst behaalde resultaat mag op de cijferlijst worden geplaatst. Bij de rekentoets
worden verschillende aanduidingen toegevoegd afhankelijk van de aard en het niveau
van de rekentoets. De volgende aanduidingen kunnen worden onderscheiden: 2F, 3F, 2ER,
3ER. Wanneer de examenkandidaat heeft gekozen voor herkansing op een hoger niveau
of voor de rekentoets ER, kiezen de directeur en de examenkandidaat (conform artikel
47, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO) samen of ‘hoogst behaald’ het resultaat
voor de reguliere rekentoets, de rekentoets ER, of de rekentoets op het hogere niveau
is.
-
• Wanneer een staatsexamenkandidaat hiervoor kiest, kan het resultaat van de rekentoets
worden vermeld op de cijferlijst onder het deel ‘vakken van het vrije deel’. Dit geldt
niet voor het vmbo-bb waar gebruik gemaakt kan worden van een ‘rekentoetsbijlage’
bij de cijferlijst. Het hoogst behaalde resultaat mag op de cijferlijst worden geplaatst.
Bij de rekentoets worden verschillende aanduidingen toegevoegd afhankelijk van de
aard en het niveau van de rekentoets. De volgende aanduidingen kunnen worden onderscheiden:
2F, 3F, 2ER, 3ER. Wanneer de examenkandidaat heeft gekozen voor herkansing op een
hoger niveau of voor de rekentoets ER, kiezen de staatsexamencommissie en de examenkandidaat
(conform artikel 24, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit VO) samen of ‘hoogst behaald’
het resultaat voor de reguliere rekentoets, de rekentoets ER, of de rekentoets op
het hogere niveau is.
Extra vakken
Indien in meer examenvakken examen is afgelegd dan in de vakken die ten minste samen
een eindexamen/staatsexamen vormen, en deze vakken betrokken worden bij de uitslag,
worden deze vakken vermeld in het vrije deel. Extra vakken die niet bij de vaststelling
van de uitslag zijn betrokken worden (op grond van artikel 49, tweede lid, artikel
52, derde lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 30, vierde lid, van het Staatsexamenbesluit
VO) in het vrije deel op de cijferlijst vermeld, tenzij de examenkandidaat daartegen
bedenkingen heeft geuit.
Vak aan andere school
Indien een vak aan een andere school is afgesloten op grond van artikel 8 van het
Eindexamenbesluit VO, dan wordt achter het betreffende vak tussen haakjes de naam
van de andere school, zoals deze in BRIN is opgenomen, vermeld.
Vrijstelling of ontheffing
Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO, artikel 30, zesde lid, van het
Staatsexamenbesluit VO, regelt de vermelding op de cijferlijst van vakken waarvoor
de kandidaat vrijstelling heeft of ontheffing is verleend bij het eindexamen/staatsexamen.
Op de plaats van het cijfer wordt bij de vakken waarbij er sprake is van vrijstelling
zonder vermelding van een cijfer op de cijferlijst ‘Vr’ vermeld (zie ook profielen
vwo en havo). Het is ook toegestaan op de plaats voor het cijfer wanneer daar sprake
van is of het woord ‘Vrijstelling’ of het woord ‘Ontheffing’ voluit te vermelden.
Vermelding van vakken die niet met een eindcijfer beoordeeld worden
Bij vakken waarvoor de eindbeoordeling niet in de vorm van een cijfer maar als ‘voldoende’
of ‘goed’ is gegeven, wordt deze beoordeling vermeld in de plaats van het cijfer (in
de kolom ‘in letters’).
Niet afgeronde onderdelen
Voor de onderdelen die niet naar behoren zijn afgerond en waarvoor geen cijfer, voldoende,
onvoldoende of goed kan worden ingevuld, wordt de vermelding ‘n.a.’ (niet afgerond)
ingevuld. Er kan alleen sprake zijn van niet afgeronde onderdelen indien toepassing
is gegeven aan artikel 32, derde lid, van het Eindexamenbesluit VO.
Vermelding van vakken die op een hoger niveau zijn afgelegd
Vakken waarin het examen op een hoger niveau is afgelegd, worden op de cijferlijst
vermeld met de naam van het vak uit het betreffende niveau met de toevoeging van dat
niveau tussen haakjes.
Uitslag
Bij ‘uitslag’ voor het eindexamen of staatsexamen wordt ingevuld (zie artikel 48,
tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 25, vijfde lid, Staatsexamenbesluit
VO):
-
• ‘geslaagd’ als de examenkandidaat geslaagd is en een diploma ontvangt,
-
• ‘afgewezen’, in het geval een examenkandidaat is afgewezen.
Bijlage bij de cijferlijst vmbo-bb in verband met de rekentoets
Op de bijlage bij de cijferlijst – die alleen voor vmbo-bb wordt gehanteerd – wordt,
wanneer de examenkandidaat hier in het examenjaar 2019–2020 voor kiest over de rekentoets
vermeld:
-
• in het vakje ‘niveau’: (vmbo, tenzij de rekentoets op een hoger niveau is gemaakt,
dan wordt dat niveau-havo of vwo- genoemd);
-
• in het vakje ‘schooltype’: (bb, tenzij de rekentoets op een hoger schooltype is gemaakt,
dan wordt dat schooltype genoemd);
-
• in de vakjes met ‘eindcijfer’: het eindcijfer van de rekentoets (zonder decimalen).
Zie artikel 47, eerste, vierde en vijfde lid van het Eindexamenbesluit VO en artikel
24, eerste, vierde, vijfde en zesde lid, Staatsexamenbesluit VO.
In het Staatsexamen kan een kandidaat hier ook na 01-01-2021 voor kiezen.
Voorlopige cijferlijst
Indien de examenkandidaat een centraal examen of een afsluitend schoolexamen in een
of meer vakken heeft afgelegd in het (voor)voorlaatste leerjaar en vervolgens de school
verlaat zonder het eindexamen te voltooien, ontvangt hij een ‘voorlopige cijferlijst’.
Een voorlopige cijferlijst wordt uitgereikt als de examenkandidaat de schoolverlaat
voordat de uitslag van het betreffende eindexamen definitief kan worden vastgesteld
(artikel 52c van het Eindexamenbesluit VO). Dit geldt ook bij een examenkandidaat
die het gespreid centraal examen, bedoeld in artikel 59, aflegt. Daarnaast geldt dit
ook voor leerlingen die aan een andere school of instelling worden uitbesteed om daar
hun gespreid examen voort te zetten. Ook wanneer een vso-examenkandidaten die alleen
een beroepsgericht programma (in symbiose) afsluit op de vmbo-school ontvangt een
voorlopige cijferlijst van hun school.
De resultaten op de voorlopige cijferlijst kunnen worden betrokken bij de vaststelling
van de uitslag van het betreffende eindexamen en overgenomen op de cijferlijst die
op grond van de definitieve uitslag wordt uitgereikt. Ook als de examenkandidaat via
staatsexamens of het vavo een diploma voortgezet onderwijs wenst te behalen kunnen
eerder behaalde resultaten waar toepasbaar bij de uitslag worden betrokken. De voorlopige
cijferlijst komt dan te vervallen, zodra de definitieve uitslag is vastgesteld.
Op de voorlopige cijferlijst wordt/worden (conform de cijferlijst) voor zover van
toepassing vermeld:
-
• wanneer een vak zowel een schoolexamen/ college-examen en een centraal examen bevat
moeten beide cijfers op één decimaal nauwkeurig worden opgenomen. De eindcijfers moeten
zonder decimalen worden opgenomen,
-
• wanneer het vak alleen een schoolexamen/ college-examen bevat en geen centraal examen
kent moet het afgeronde schoolexamen-/ college-examencijfer zonder decimalen worden
opgenomen. Dit cijfer wordt herhaald als eindcijfer,
-
• in het examenjaar 2019–2020, wanneer een examenkandidaat hiervoor kiest, de beoordeling
van de rekentoets, uitgedrukt in een cijfer,
-
• het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk havo of
vwo,
-
• het thema of de titel van het profielwerkstuk vmbo en de beoordeling van het profielwerkstuk,
-
• de beoordeling van het vak lichamelijke opvoeding in vwo en havo in het regulier onderwijs,
-
• de beoordeling van het vak ‘kunstvakken inclusief ckv’ en het vak lichamelijke opvoeding
in vmbo in het regulier onderwijs, het vak waarin opnieuw centraal examen is afgelegd
(waarbij het cijfer voor het schoolexamen wordt herhaald en het nieuwe cijfer voor
het centraal examen en nieuwe eindcijfer wordt opgenomen). Indien er in het voorlaatste
leerjaar geen herkansing heeft plaatsgevonden, wordt op de voorlopige cijferlijst
achter ‘opnieuw centraal examen is afgelegd in’ niet van toepassing vermeld, als volgt:
n.v.t.
Op de voorlopige cijferlijst wordt geen profiel vermeld.
Bijlage bij de voorlopige cijferlijst vmbo-bb in verband met de rekentoets
Indien de rekentoets is afgelegd, wordt wanneer de examenkandidaat hier in het examenjaar
2019–2020 voor kiest op de bijlage bij de voorlopige cijferlijst – die alleen voor
vmbo-bb wordt gehanteerd -over de rekentoets vermeld:
-
• in het vakje ‘niveau’: (vmbo, tenzij de rekentoets op een hoger niveau is gemaakt,
dan wordt dat niveau-havo of vwo- genoemd);
-
• in het vakje ‘schooltype’: (bb, tenzij de rekentoets op een hoger schooltype is gemaakt,
dan wordt dat schooltype genoemd);
-
• in de vakjes met ‘eindcijfer’: het eindcijfer van de rekentoets (zonder decimalen).
Zie artikel 47, eerste, vierde en vijfde lid, Eindexamenbesluit VO en artikel 24,
eerste, vierde, vijfde en zesde lid, Staatsexamenbesluit VO.
Cijferlijst deeleindexamen vavo en deelstaatsexamen
Op de cijferlijst van de examenkandidaat die deeleindexamen of deelstaatsexamen heeft
afgelegd, worden vermeld:
-
• de cijfers van alle vakken waarin deeleindexamen/deelstaatsexamen is afgelegd,
-
• de eindcijfers voor de examenvakken,
-
• in het examenjaar 2019–2020, wanneer een kandidaat hiervoor kiest, de beoordeling
van de rekentoets, uitgedrukt in een cijfer,
-
• voor zover van toepassing het profielwerkstuk.
De eisen aan de cijferlijst voor het deeleindexamen zijn geregeld in artikel 53, eerste
en tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO; voor het deelstaatsexamen is dat gebeurd
in artikel 31, eerste lid en tweede lid, van het Staatsexamenbesluit VO.
Bijlage bij de cijferlijst deelstaatsexamen vmbo-bb in verband met de rekentoets
Indien de rekentoets is afgelegd, wordt wanneer de examenkandidaat hier in het examenjaar
2019–2020 voor kiest op de bijlage bij de cijferlijst (deel)examen vavo/staatsexamen
– die alleen voor vmbo-bb wordt gehanteerd -over de rekentoets vermeld:
-
• in het vakje ‘niveau’: (vmbo, tenzij de rekentoets op een hoger niveau is gemaakt,
dan wordt dat niveau-havo of vwo- genoemd);
-
• in het vakje ‘schooltype’: (bb, tenzij de rekentoets op een hoger schooltype is gemaakt,
dan wordt dat schooltype genoemd);
-
• in de vakjes met ‘eindcijfer’: het eindcijfer van de rekentoets (zonder decimalen).
Zie artikel 47, eerste, vierde en vijfde lid, Eindexamenbesluit VO en artikel 24,
eerste, vierde, vijfde en zesde lid, Staatsexamenbesluit VO.
Certificaat
De examenkandidaat die definitief voor het eindexamen vmbo, vavo of staatsexamen is
afgewezen, ontvangt een certificaat, artikel 53, tweede en derde lid, van het Eindexamenbesluit
VO en artikel 31, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit VO.
Op het certificaat wordt, voor zover van toepassing, vermeld:
-
• het vak of de vakken waarvoor de examenkandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald,
-
• het profielwerkstuk in het vwo of havo waarvoor de examenkandidaat een eindcijfer
6 of meer heeft behaald,
-
• het profielwerkstuk in het vmbo, voor zover beoordeeld met ‘goed’ of ‘voldoende’,
-
• in het examenjaar 2019–2020, wanneer een examenkandidaat hiervoor kiest, de rekentoets
waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald.
Daarnaast wordt op het certificaat vermeld welk examen is afgelegd: op welk niveau,
en waar van toepassing het betreffende schooltype c.q. de betreffende leerweg.
Afhankelijk van het aantal vakken worden de regels voor de vermelding van de vakken
op het certificaat aangepast, waarbij per vak één regel wordt gebruikt. De school
of het College voor toetsen en examens kan wanneer nodig meer regels toevoegen, en
moeten niet gebruikte regels ongeldig maken of weglaten.
Getuigschrift
Op het getuigschrift basisberoepsgerichte leerweg wordt het met goed gevolg afgesloten
gedeelte van het examen vermeld.
Op het getuigschrift praktijkonderwijs worden de in dit onderwijs gevolgde vakken
vermeld.
Bewijs van ontheffing
Op het bewijs van ontheffing dient achter de regel: ‘recht heeft op ontheffing bij
het verwerven van het diploma’, de schoolsoort voluit te worden vermeld en indien
van toepassing: de leerweg.
Afwijkende/bijzondere vermeldingen:
-
1. n.a. = niet afgerond
-
2. (naam van een andere school)
-
3. ‘vr’ = vrijstelling of ontheffing
-
4. (afkorting leerweg of schoolsoort);
basisberoepsgerichte leerweg: bb
kaderberoepsgerichte leerweg: kb
gemengde leerweg: gl
theoretische leerweg: tl
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs: vmbo
hoger algemeen voortgezet onderwijs: havo
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs: vwo
-
5. n.v.t. indien:
-
6. toegestane afkortingen vaknaam: ckv
PROFIELEN VWO EN HAVO
Diploma vwo en havo
Als de examenresultaten voor twee of meer profielen leiden tot de uitslag ‘geslaagd’,
dan worden de namen van de betreffende profielen vermeld op het diploma ingevolge
artikel 52, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 30, derde lid, van
het Staatsexamenbesluit VO.
Op het diploma eindexamen/staatsexamen vwo wordt achter eindexamen/staatsexamen vermeld:
gymnasium of atheneum.
Indien een examenkandidaat ingevolge artikel 52a, eerste lid, van het Eindexamenbesluit
VO of artikel 30a, eerste lid, van het Staatsexamenbesluit VO, is geslaagd met toekenning
van het judicium cum laude, wordt het judicium cum laude vermeld op het diploma van
deze examenkandidaat.
Op het diploma worden alleen vakken op een hoger niveau vermeld wanneer deze meetellen
bij de bepaling van de uitslag van het betreffende diploma
Naar aanleiding van het advies Wetsvoorstel NLQF van de Onderwijsraad wordt op de
diploma’s naast het vwo of havo niveau ook het corresponderend NLQF/EQF- niveau vermeld.
Er wordt geen NLQF/EQF-niveau vermeld voor onderdelen van opleidingen.
Cijferlijsten vwo en havo
Voor:
-
• de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk-,
profiel- en (het minimum aantal van het) vrije deel,
-
• welke (combinatie van) vakken/onderdelen deel mogen uitmaken van een eindexamen/staatsexamen
vwo/havo en worden vermeld op de cijferlijst,
-
• de vermelding van de maatschappelijke stage (indien van toepassing),
-
• in het examenjaar 2019–2020, wanneer een examenkandidaat hiervoor kiest, de vermelding
van de rekentoets,
wordt verwezen naar het Eindexamenbesluit VO:
-
• artikel 4 voor zover het betreft het profielwerkstuk en de maatschappelijke stage,
-
• artikel 11 voor zover het betreft het eindexamen vwo (atheneum),
-
• artikel 12 voor zover het betreft het eindexamen vwo (gymnasium),
-
• artikel 13 voor zover het betreft het eindexamen havo.
Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.
Profielvermelding
Op de cijferlijst voor het eindexamen/staatsexamen wordt in het tekstgedeelte boven
de cijfer- en beoordelingstabel achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen/staatsexamen
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs conform
het profiel’, de officiële benaming van het profiel vermeld (zoals genoemd in het
derde lid van artikel 12 van de WVO).
In het geval een examenkandidaat kan slagen voor twee of meer profielen, wordt voor
elk profiel afzonderlijk een cijferlijst afgegeven. Om te kunnen slagen voor twee
of meer profielen is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk
te hebben gemaakt. Als dat profielwerkstuk ‘past’ in de betreffende profielen, wordt
het op elk van de cijferlijsten vermeld. Als het in één profiel niet past, wordt in
de desbetreffende ruimte vermeld: n.v.t.
Combinatiecijfer
Onder het gemeenschappelijk deel wordt achter ‘combinatiecijfer’ het rekenkundig gemiddelde
van de afgeronde eindcijfers van de betreffende vakken/onderdelen, afgerond vermeld
op de cijferlijst (in een cijfer en in letters). Deze afronding gebeurt overeenkomstig
de vaststelling van het eindcijfer per vak, door het eerste cijfer achter de komma
naar beneden af te ronden indien dat een 4 of lager is en naar boven, indien dat cijfer
een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus een 6 en een 5,45 wordt een 5): artikel 50, vierde
lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 26a, derde lid, van het Staatsexamenbesluit
VO.
De onderdelen/vakken die het combinatiecijfer samenstellen mogen om te slagen geen
van alle lager zijn dan een 4 (zie artikel 50, eerste lid, onder d, van het Eindexamenbesluit
VO en artikel 26a, eerste lid, onder d, van het Staatsexamenbesluit VO).
Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het gemeenschappelijk deel) is een asterisk
*) opgenomen die verwijst naar de vakken/onderdelen die deel uitmaken van het combinatiecijfer
(zie artikel 50, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 26a, tweede lid,
van het Staatsexamenbesluit VO), welke onder aan de cijferlijst worden genoemd. Onder
‘*) onderdelen van het combinatiecijfer’ worden de betreffende vakken/onderdelen opgenomen
met vermelding van het afgeronde cijfer en het(zelfde) afgeronde eindcijfer (in een
cijfer en in letters). Inclusief het profielwerkstuk, dat als laatste een plaats krijgt
in de daarvoor bestemde regel met vermelding van de titel of het onderwerp en het
vak of de vakken waarop het betrekking heeft.
Vakken die in het havo en vwo in ieder geval tot het combinatiecijfer behoren zijn
maatschappijleer, ckv (op een reguliere school), en het profielwerkstuk. Daarnaast
kan het bevoegd gezag de volgende vakken toevoegen aan het combinatiecijfer (zie voorwaarde:
artikel 50, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO):
-
• Literatuur. Een school kan ervoor kiezen literatuur afzonderlijk te becijferen of
dat dit onderdeel in het cijfer voor de talen wordt meegenomen. Als het apart wordt
becijferd, dan moet het cijfer worden opgenomen in het combinatiecijfer. In dat geval
dienen de namen van de talen (dus zonder literatuur) te worden vermeld op de cijferlijst.
-
• Het vak Godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs kan door bijzondere scholen
worden toegevoegd aan het combinatiecijfer. Het gaat hier om één vak, maar de school
kiest welke van beide benamingen wordt gehanteerd: godsdienst óf levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs. Niet te verwarren met het ‘grote’ vak godsdienst: een schooleigen
vak dat de school alleen met toestemming van de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap als examenvak kan aanbieden.
-
• Algemene natuurwetenschappen, kan deel uitmaken van het vrije deel. De school kan
dit ter keuze laten aan de examenkandidaat, maar kan ook besluiten om het vak verplicht
te stellen voor alle examenkandidaten of voor examenkandidaten met een bepaald profiel.
Het cijfer voor dit vak telt dan mee in het combinatiecijfer (volgens artikel 50 lid
2 van het Eindexamenbesluit VO).
Vrijstelling of ontheffing vwo en havo op de cijferlijst
Ontheffing van een taal
Indien in het atheneum ontheffing is verleend voor het volgen van een taal (op grond
van artikel 26e, vierde lid, van het Inrichtingsbesluit WVO), waarbij de taal moet
worden vervangen door een ander examenvak (als bedoeld in het vijfde lid van dat artikel),
dan wordt dat vervangende examenvak vermeld op de cijferlijst in plaats van de taal
(dus in het gemeenschappelijke deel).
Vrijstelling van maatschappijleer of ckv.
Indien een examenkandidaat vwo in het bezit is van een diploma havo, en vrijstelling
is verleend voor maatschappijleer wordt het vak maatschappijleer niet vermeld op de
cijferlijst vwo. Hetzelfde geld voor een kandidaat vwo (atheneum) in het bezit is
van een diploma havo, en vrijstelling is verleend voor ckv. Het vak ckv wordt in dat
geval ook niet vermeld op de cijferlijst vwo (atheneum).
Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor eerder behaalde vakken.
Wanneer de examenkandidaat is vrijgesteld van examens in een vak/ vakken op grond
van artikel 9 van het Eindexamenbesluit VO en artikel 10 van het Staatsexamenbesluit
VO wordt het vak/ de vakken op de cijferlijst opgenomen met vermelding van het eerder
behaalde cijfer/ de eerder behaalde cijfers (zie artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit
VO, artikel 30, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit VO).
Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor profielwerkstuk
Wanneer de examenkandidaat is vrijgesteld van het profielwerkstuk op grond van artikel
9 van het Eindexamenbesluit VO en artikel 10 van het Staatsexamenbesluit VO wordt
het profielwerkstuk op de cijferlijst opgenomen met vermelding van het eerder behaalde
cijfer (zie artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO, artikel 30, zesde
lid, van het Staatsexamenbesluit VO).
Hierop bestaat een uitzondering indien de examenkandidaat zijn profielwerkstuk volgens
de ‘oude profielen’ heeft gedaan, dat is beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’, en
vervolgens het diploma volgens de ‘nieuwe profielen’ aan het vavo of met het staatsexamen
wil behalen. Het volgende is dan mogelijk:
-
• in plaats van de vermelding van het eerder behaalde cijfer wordt achter het profielwerkstuk
‘vr’ vermeld,
-
• het profielwerkstuk wordt opnieuw gewaardeerd,
-
• of de examenkandidaat maakt geen gebruik van zijn vrijstellingsrecht en levert een
nieuw profielwerkstuk in.
Er wordt vervolgens óók achter ‘het combinatiecijfer’ ‘vr’ vermeld wanneer er:
-
• zoals hierboven beschreven achter het profielwerkstuk ‘vr’ wordt vermeld
-
• het vak maatschappijleer geen deel hoeft maken van het eindexamen/staatsexamen,
-
• daarnaast ook geen aanvullende onderdelen deel uitmaken van het combinatiecijfer.
Vrijstelling op basis van eerder behaalde resultaten op een hoger niveau
Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO c.q. artikel 30, zesde lid, aanhef
en onder vierde dan wel onder vijfde, van het Staatsexamenbesluit VO, regelt dat de
vakken waarvoor de examenkandidaat (met diploma) in het havo of vwo is vrijgesteld
op grond van eerder afgelegd examen worden vermeld op de cijferlijst met overname
van de eerder behaalde resultaten.
Vermelding bij twee kunstvakken (die naast elkaar gekozen mogen worden)
Indien de examenkandidaat met het profiel cultuur en maatschappij zowel in het profieldeel
én in het vrije deel eindexamen aflegt in een van de vakken kunst (beeldende vormgeving,
muziek, drama of dans), wordt bij het vak dat in het vrije deel staat het onderdeel
kunst (algemeen) in het examen (en dus het centraal examen) vervangen door aanvullende
verdiepende en/of verbredende onderdelen op het gebied van kunst als onderdeel van
het schoolexamen. De onderdelen die het onderdeel kunst (algemeen) in het examen vervangen
hebben een minimale normatieve studielast van 120 (havo) of 160 (vwo) studie klokuren.
Omdat er voor dit kunstvak geen centraal examen is, wordt op de cijferlijst voor dit
kunstvak alleen het cijfer voor het schoolexamen vermeld.
LEERWEGEN VMBO
Diploma vmbo
Op het diploma wordt niet alleen de leerweg, maar ook het profiel/de profielen vermeld.
Dit houdt in dat op de regel die volgt na ‘aan het eindexamen/staatsexamen’ de officiële
naam van de betreffende leerweg wordt ingevuld met daar achter ‘conform het profiel/de
profielen’ met vermelding van de officiële naam/de namen van het profiel/de gevolgde
profielen, zoals genoemd in:
-
• artikel 10b WVO (basisberoepsgerichte leerweg),
-
• artikel 10b WVO (kaderberoepsgerichte leerweg),
-
• artikel 10d WVO (gemengde leerweg),
-
• artikel 10 WVO (theoretische leerweg).
Indien de examenkandidaat slaagt voor meer dan één profiel, dan wordt ook de naam
van het andere profiel dan wel de andere profielen vermeld.
Een examenkandidaat die de gemengde leerweg met goed gevolg heeft afgesloten op een
scholengemeenschap die ook een school voor mavo omvat en daarnaast met een extra algemeen
vak heeft afgerond kan op zijn verzoek een diploma vmbo theoretische leerweg ontvangen
en een bijbehorende cijferlijst; zie artikel 52, tiende lid, van het Eindexamenbesluit
VO.
Het eindexamen van de theoretische leerweg kan op basis van artikel 22 Eindexamenbesluit
VO, achtste lid, onderdeel b, en artikel 10, zevende-a lid van de WVO, een extra vak
omvatten dat behoort tot het eindexamen van de gemengde leerweg. Extra vakken kunnen
vermeld worden op de cijferlijst bij de theoretische leerweg. In de theoretische leerweg
tellen extra beroepsgerichte keuzevakken alleen mee in de uitslagbepaling als die
vakken samen een beroepsgericht programma in de gemengde leerweg vormen.
Indien een examenkandidaat ingevolge artikel 52a, tweede of derde lid, van het Eindexamenbesluit
VO of artikel 30a, tweede of derde lid, van het Staatsexamenbesluit VO, is geslaagd
met toekenning van het judicium cum laude, wordt het judicium cum laude vermeld op
het diploma van deze examenkandidaat.
Op het diploma worden alleen vakken op een hoger niveau vermeld wanneer deze meetellen
bij de bepaling van de uitslag van het betreffende diploma
Naar aanleiding van het advies van de Onderwijsraad inzake het Wetsvoorstel NLQF wordt
op de diploma’s naast het vmbo niveau en leerweg ook het corresponderend NLQF/EQF-
niveau vermeld.
-
• Voor het vmbo-bb wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF1/EQF1
-
• Voor het vmbo-kb, gl en tl wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF2/EQF2
Op de diploma’s moet per leerweg het passende NLQF/EQF-niveau vermeld worden, het
andere niveau moet worden verwijderd/ongeldig worden gemaakt.
Er wordt geen NLQF/EQF-niveau vermeld voor onderdelen van opleidingen.
Cijferlijsten vmbo
Voor:
-
• de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk,
profiel- en (het minimum aantal van het) vrije deel,
-
• welke vakken deel moeten/mogen uitmaken van een eindexamen/staatsexamen vmbo en worden
vermeld op de cijferlijst,
-
• de vermelding van de maatschappelijke stage (indien van toepassing)
-
• in het examenjaar 2019–2020, wanneer een examenkandidaat hiervoor kiest, de vermelding
(voor vmbo-bb: op de bijlage bij de cijferlijst) van de rekentoets,
wordt verwezen naar:
-
• artikel 22 van het Eindexamenbesluit VO voor zover het betreft het eindexamen vmbo
theoretische leerweg,
-
• artikel 10, zevende lid, onderdeel a, van de WVO voor zover het betreft het eindexamen
vmbo theoretische leerweg,
-
• artikel 23 van het Eindexamenbesluit VO voor zover het betreft het eindexamen vmbo
basisberoepsgerichte leerweg,
-
• artikel 24 van het Eindexamenbesluit VO voor zover het betreft het eindexamen vmbo
kaderberoepsgerichte leerweg,
-
• artikel 25 van het Eindexamenbesluit VO voor zover het betreft het eindexamen vmbo
gemengde leerweg,
-
• artikel 4 van het Eindexamenbesluit VO voor zover het betreft het profielwerkstuk
en de maatschappelijke stage.
Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.
Profielwerkstuk
De vermelding van ‘thema of titel van profielwerkstuk’ is alleen voor de theoretische
en de gemengde leerweg van toepassing en dient bij de basis- en kaderberoepsgerichte
leerweg weggelaten te worden. Het profielwerkstuk krijgt een plaats in de daarvoor
bestemde regel, onder vermelding van het thema of de titel ervan.
Combinatiecijfer
Onder de ‘vakken van het vrije deel’ wordt ‘het combinatiecijfer’ genoemd. Net als
in havo/vwo al langer het geval is, is er voor elke leerweg van het vmbo bepaald dat
de eindcijfers voor de kleine vakken, in het geval van het vmbo bepaalde onderdelen
van het beroepsgerichte examenprogramma, worden gecombineerd tot één combinatiecijfer,
zodat deze vakken op een evenredige wijze met de eindcijfers voor grotere vakken kunnen
meewegen in de uitslagbepaling:
-
• In de basis- en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt het combinatiecijfer gevormd
door het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers voor de vier (of naar keuze meer)
gevolgde beroepsgerichte keuzevakken.
-
• In de gemengde leerweg wordt het combinatiecijfer gevormd door het rekenkundige gemiddelde
van het eindcijfer profielvak en de eindcijfers voor de twee (of naar keuze meer)
gevolgde beroepsgerichte keuzevakken. Het eindcijfer profielvak telt in deze berekening
net zo vaak mee als het aantal eindcijfers van de beroepsgerichte vakken dat in de
berekening wordt betrokken.
Het combinatiecijfer wordt achter ‘combinatiecijfer’ aangemerkt als één vak conform
het rekenkundig gemiddelde van de afgeronde eindcijfers van de betreffende vakken/onderdelen.
Het eindcijfer voor dit vak wordt afgerond vermeld op de cijferlijst (in een cijfer
en een letter).
Deze afronding gebeurt overeenkomstig de vaststelling van het eindcijfer per vak,
door het eerste cijfer achter de komma naar beneden af te ronden indien dat een 4
of lager is en naar boven, indien dat cijfer een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus
een 6 en een 5,45 wordt een 5) (zie artikel 49, lid 5 van het Eindexamenbesluit VO
en artikel 26, vijfde lid, van het Staatsexamenbesluit VO).
Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het vrije deel) is een asterisk *) opgenomen
die verwijst naar de (beroepsgerichte keuze-)vakken/onderdelen die deel uitmaken van
het combinatiecijfer (zie artikel 49, derde en vierde lid, van het Eindexamenbesluit
VO en artikel 26, derde en vierde lid, van het Staatsexamenbesluit VO), welke onder
aan de cijferlijst worden genoemd. Onder ‘*) onderdelen van het combinatiecijfer’
worden de betreffende vakken/onderdelen opgenomen met vermelding van het afgeronde
cijfer en het(zelfde) afgeronde eindcijfer (in een cijfer en in letters).
De onderdelen/vakken die het combinatiecijfer samenstellen mogen om te slagen geen
van alle lager zijn dan een 4: artikel 49, eerste lid, onder d, van het Eindexamenbesluit
VO en artikel 26, eerste lid, onder d, van het Staatsexamenbesluit VO.
Indien een vmbo-tl leerling het volledige beroepsgerichte programma heeft gevolgd
zoals aangeboden in het vmbo-gl, wordt er zoals gebeurd bij vmbo-gl een combinatiecijfer
vastgesteld dat meetelt in de uitslagbepaling. De vakken die tezamen het combinatiecijfer
vormen, worden op de cijferlijst vermeld in het vrije deel.
Vermelding leerweg én profiel(en)
Ook op de cijferlijst wordt nu in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel
achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs’
de leerweg conform het profiel vermeld.
In het geval een examenkandidaat kan slagen voor twee of meer profielen, wordt voor
elk profiel afzonderlijk een cijferlijst afgegeven. Om te kunnen slagen voor twee
of meer profielen is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk
te hebben gemaakt. Als dat profielwerkstuk ‘past’ in de betreffende profielen, wordt
het op elk van de cijferlijsten vermeld. Als het in één profiel niet past, wordt in
de desbetreffende ruimte vermeld: n.v.t.
Op de voorlopige cijferlijst wordt geen profiel vermeld.
Vak of rekentoets op hoger niveau
Indien toepassing is gegeven aan de mogelijkheid één of meer vakken op een hoger niveau
af te sluiten, dan wordt achter de desbetreffende vaknaam (uit dat niveau) tussen
haakjes de leerweg (kb, gl of tl) of schoolsoort (vwo of havo), afgekort vermeld op
de cijferlijst.
Indien bij het vmbo bb, toepassing is gegeven aan de mogelijkheid om de rekentoets
op een hoger niveau af te leggen, wordt (in het examenjaar 2019–2020 als de examenkandidaat
heeft aangegeven het rekentoetscijfer op de bijlage te willen vermelden) op de bijlage
bij de cijferlijst in het vakje ‘niveau’ tussen haakjes de hogere schoolsoort (havo)
vermeld. Bij examenkandidaten uit de overige leerwegen volgt in het examenjaar 2019–2020
het hogere niveau uit de aanduiding op de cijferlijst van de rekentoets zelf (‘rekentoets
3F’ of ‘rekentoets 3ER’), als een examenkandidaat er voor kiest om dit cijfer te vermelden.
Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 30, zesde lid, van
het Staatsexamenbesluit VO regelt dat vakken waarvoor de examenkandidaat met diploma
basis- of kaderberoepsgerichte leerweg in de theoretische leerweg is vrijgesteld op
grond van een eerder afgelegd examen in vakken van de theoretische leerweg of vwo/havo,
op de cijferlijst worden vermeld met overname van de eerder behaalde resultaten.
Voorlopige cijferlijst voor vso-examenkandidaten met beroepsgericht programma.
Vmbo scholen moeten een voorlopige cijferlijst meegeven aan vso-examenkandidaten die
alleen een beroepsgericht programma (in symbiose) afsluiten op de vmbo-school. Deze
cijferlijst wordt genoemd in artikel 53 lid 4 van het Eindexamenbesluit VO. Scholen
moeten voor deze voorlopige cijferlijst het model 4c (voorlopige cijferlijst) gebruiken.
Leer-werktraject
Indien het een leer-werktraject van de basisberoepsgerichte leerweg betreft, dan worden
minimaal de cijfers van het vak Nederlandse taal (gemeenschappelijk deel) en het beroepsgerichte
programma (profieldeel en vrije deel) vermeld (zie artikel 10b1 van de WVO).
Certificaat vmbo
Omdat op dit certificaat geen niveau aanduiding staat en leerlingen vakken op hoger
niveau gevolgd kunnen hebben, wordt achter ieder vak tussen haakjes het niveau vermeld.