Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 november 2020, nr. 2020-0000647308 tot wijziging van de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders (indexering bedragen)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, aanhef en onderdeel e, en 4, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Kaderwet overige BZK-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Na artikel 10 van de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10a

De bedragen, genoemd in de artikelen 7, vierde lid, onderdeel c, en 10, tweede en derde lid, worden jaarlijks op 1 januari gewijzigd overeenkomstig artikel 27, derde lid, van de Wet op de huurtoeslag.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

De Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders beoogt sinds 1 februari 2016 de bouw en verhuur van woonvoorzieningen voor vergunninghouders te stimuleren door middel van een subsidie voor de realisatie, instandhouding en verhuur aan vergunninghouders van nieuwe voorzieningen, die geschikt zijn voor bewoning door minimaal vier meerderjarige personen.

Hierbij geldt een verbod om gedurende de gehele subsidieperiode een hogere huurprijs dan € 153,00 (in 2020; bij verhuur van onzelfstandige woonruimten) of € 118,71 (in 2020; bij verhuur van de woonvoorziening als geheel) per vergunninghouder te vragen.

Deze huurbedragen werden jaarlijks conform de indexering van de eigen bijdrage (normhuren) in de huurtoeslag geïndexeerd.

De Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders vervalt met ingang van 1 januari 2021. Die regeling blijft wel van toepassing op voor 1 januari 2021 voor vijf jaar verleende subsidies (artikel 14 van die regeling). Het is voor de subsidieontvangers van belang dat gedurende de nog lopende subsidietermijn na 1 januari 2021 de maximale huurprijzen jaarlijks worden geïndexeerd. Het toegevoegde artikel 10a voorziet daarin.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk. Omdat de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders met ingang van 1 januari 2021 vervalt, treedt deze regeling voor die datum in werking en is afgezien van een invoeringstermijn.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven