De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 4, tweede lid, in samenhang met artikel 3, aanhef en eerste lid,
onderdeel b, van de Kaderwet subsidies I en M;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Subsidieregeling sanering verkeerslawaai wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 19a komt te luiden:
Artikel 19a
-
1. Het subsidieplafond voor het tijdvak van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020
wordt vastgesteld op € 26.861.000.
-
2. Het subsidieplafond voor het tijdvak van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021
wordt vastgesteld op € 16.618.000.
B
In artikel 21, eerste lid, wordt ‘vóór 1 februari van een kalender jaar’ vervangen
door: ‘vóór 1 februari 2020’.
C
In artikel 24, eerste lid, wordt na ‘binnen 4 weken na verlening’ ingevoegd ‘of aan
de hand van de individuele liquiditeitsbehoefte’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Bij de laatste wijziging van deze regeling in 2019 was de verwachting dat de Omgevingswet
per 2021 in werking zou treden en dat dan ook een daarop aangepaste Subsidieregeling
sanering verkeerslawaai Omgevingswet (Ssv Ow) in werking zou treden, met intrekking
van de bestaande Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (Ssv). Gedurende een aantal
jaren is daarom vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gecommuniceerd
dat 2020 het laatste jaar zou zijn waarin nog subsidieaanvragen voor saneringsprojecten
onder de Wet geluidhinder konden worden ingediend. Aanvragers hebben daarmee rekening
gehouden en in 2020 196 aanvragen ingediend, circa drie maal zo veel als in voorgaande
jaren.
Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor 2020 is niet toereikend om alle aanvragen te honoreren. Het
subsidieplafond kan echter worden verhoogd door een deel van het beschikbare bedrag
voor de geluidsanering op de rijksbegroting voor 2021 naar voren te halen. Daardoor
kunnen meer reeds ingediende subsidieaanvragen worden verleend. Er treden geen nadelen
op door de subsidie naar voren te halen. De geluidsanering is immers een doorlopend
project dat vast op de rijksbegroting staat en waarbij het wettelijk verplicht is
deze uit te voeren.
Er resteren nog een aantal aanvragen die worden afgewezen op grond van de prioriteitscriteria
voor de verdeling van het subsidieplafond. Hierbij is de gemiddelde hoogte van de
geluidbelasting op de te saneren gebouwen het belangrijkste criterium. Om die reden
valt dus een aantal aanvragen met de laagste gemiddelde geluidbelasting af.
Geen nieuwe vbt-aanvragen in 2021
Nu de Omgevingswet met een jaar is uitgesteld, is het nodig de Ssv ook nog een jaar
langer in deze vorm te laten voortbestaan. Het is echter niet wenselijk en doelmatig
dat in 2021 opnieuw aanvragen kunnen worden. Met deze wijziging wordt dat voorkomen.
Geregeld wordt dat uiterlijk in 2020 een aanvraag voor een subsidie voor voorbereiding,
begeleiding en toezicht kon worden ingediend, conform de eerdere communicatie en verwachtingen.
In 2021 zullen nog wel uitvoeringssubsidies worden verleend. Dat is ook logisch omdat
de uitvoeringssubsidies volgen op de VBT subsidies.
Vanaf 2022 zal de Ssv Ow opengesteld worden en de bestaande Ssv worden ingetrokken.
In het overgangsrecht zal worden bepaald dat lopende subsidies dan wel onder oud recht
afgehandeld worden.
Afstemmen voorschot vbt-subsidie op liquiditeitsbehoefte.
Verder wordt met deze wijziging geregeld dat voor de uitbetaling van het voorschot
voor de vbt-subsidie een ruimere termijn dan vier weken kan worden genomen, door deze
af te stemmen op de liquiditeitsbehoefte. Er zijn namelijk meerdere aanvragers die
al meerdere subsidies en saneringsprojecten hebben lopen, waardoor ze niet altijd
meteen zullen starten met het volgende project. Wanneer de aanvrager zijn liquiditeitsbehoefte
aangeeft, kan de termijn van uitbetaling daarop afgestemd worden. Deze mogelijkheid
bestaat al bij het betalen van voorschotten voor uitvoeringssubsidies (artikel 32,
eerste lid, Ssv). Als de aanvrager geen liquiditeitsbehoefte aangeeft, blijft de termijn
4 weken.
Gevolgen van de wijziging
De subsidieregeling wordt vooral gebruikt door gemeenten en in een enkel geval door
een provincie. De wijziging van de subsidieregeling heeft geen gevolgen voor de bestuurlijke
lasten van gemeenten en provincies. De wijziging van de subsidieregeling heeft naar
haar aard ook geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers.
De financiële gevolgen voor de rijksoverheid van de onderhavige wijziging van de subsidieregeling
vallen binnen de kaders van de rijksbegroting. Er wordt jaarlijks een subsidieplafond
vastgesteld voor de sanering van verkeerslawaai.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van het kabinetsstandpunt
om vaste verandermomenten en een minimuminvoeringstermijn te hanteren. Vanwege de
wijziging van het subsidieplafond is het gerechtvaardigd om hierop in dit geval echter
een uitzondering te maken, omdat de doelgroepen van de regeling gebaat zijn bij een
spoedige inwerkingtreding (Ar 4.17, vijfde lid, onderdeel a).
De Staatssecretaris van infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-Van der Meer