Regeling literaire tijdschriften 2021–2024

Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds,

gelet op de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid,

gelet op het Algemeen reglement van het Nederlands Letterenfonds,

besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Auteurs:

professionele literaire schrijvers en vertalers;

b. Bestuur:

de directeur-bestuurder van het Letterenfonds;

c. Letterenfonds:

de Stichting Nederlands Letterenfonds;

d. Literair:

de Nederlandse en Friestalige oorspronkelijke literatuur betreffende of de in het Nederlands vertaalde literatuur betreffende;

e. Nederland:

het koninkrijk der Nederlanden;

f. Tijdschrift:

een papieren of digitaal literair Nederlands- of Friestalig tijdschrift met een professionele redactie waarop de bijdragen ten minste voor de helft literair van aard zijn en niet in hoofdzaak geschreven door de redactieleden zelf;

g. Redactie:

een uit meerdere leden bestaande groep personen met een artistiek onafhankelijke samenhangende visie, die zorgt voor de acquisitie en selectie van kopij en verantwoordelijk is voor het redigeren en corrigeren van alle kopij voorafgaand aan publicatie in het tijdschrift;

h. Redactiekosten:

alle kosten met uitzondering van honoraria voor de auteurs van de kopij, die de redactie ten behoeve van het tijdschrift maakt;

Artikel 2. Toepasselijkheid

Deze regeling is van toepassing op het aanvragen en verstrekken van vierjarige subsidies aan tijdschriften ten behoeve van auteurshonoraria en redactiekosten.

Artikel 3. Aanvrager

De aanvrager is een in Nederland gevestigde rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk, met als activiteit het produceren van een tijdschrift. Vak-, wetenschappelijke en ledenbladen zijn uitgesloten van aanvragen met uitzondering van bladen voor de beroepspraktijk van literair schrijven en vertalen.

Artikel 4. Aanvraagprocedure

Het Letterenfonds maakt de informatie over de regeling via zijn website bekend. Er is één subsidieronde per vier jaar.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met behulp van een door het bestuur opgesteld formulier. Onderdeel van dit formulier zijn vragen over door het Letterenfonds nader aangegeven doelstellingen.

  • 2. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Letterenfonds en vergezeld gaat van de vereiste bijlagen.

Artikel 6. Indieningsperiode

De termijn voor het indienen van een aanvraag wordt bekendgemaakt via de website van het Letterenfonds.

Artikel 7. Algemene vereisten, drempelnormen en weigeringsgronden

  • 1. Een subsidie kan slechts worden verstrekt, indien:

    • a. de aanvrager een aantoonbaar netwerk heeft in het literaire veld;

    • b. er sprake is van ten minste één andere financier, en,

    • c. het tijdschrift in de drie jaren voorafgaand aan de aanvraag gedurende een onafgebroken periode van meer dan 18 maanden is verschenen.

  • 2. In geval ten behoeve van de voorgaande beleidsperiode door het Letterenfonds subsidie is verstrekt, wordt een nieuwe subsidie slechts verstrekt indien minimaal 75% van de eerdere subsidie is besteed aan auteurshonoraria.

  • 3. Een aanvraag die niet voldoet aan de vereisten van deze regeling en het Algemeen reglement wordt afgewezen,

Artikel 8. Nadere vereisten

  • 1. Indien het tijdschrift op papier verscheen, zijn er in de onafgebroken periode van 18 maanden zoals genoemd in artikel 7, eerste lid, onderdeel c, ten minste drie uitgaven per jaar verschenen.

  • 2. Indien het tijdschrift digitaal verscheen, werd regelmatig nieuw literair werk gepubliceerd en bedroeg de omvang van de literaire tekst ten minste 40.000 woorden per jaar.

Artikel 9. Hoogte subsidiebedrag en subsidieplafond

  • 1. Het maximale subsidiebedrag per aanvraag is € 15.000 euro per jaar, en € 60.000 voor vier jaar.

  • 2. Het subsidieplafond is € 840.000. Eventuele wijzingen van dit plafond worden bekendgemaakt op de website van het Letterenfonds.

Artikel 10. Beoordelingscriteria

Aanvragen worden beoordeeld en in een rangorde geplaatst op grond van de volgende factoren:

  • a. de literaire kwaliteit van het tijdschrift;

  • b. de kwaliteit, ambitie en realiteitszin van de invulling die de aanvrager geeft aan de doelstellingen zoals genoemd in artikel 5, eerste lid;

  • c. de kwaliteit en realiteitszin van de begroting.

Artikel 11. Adviescommissie

  • 1. Aanvragen die in aanmerking komen voor een inhoudelijke beoordeling worden voor advies voorgelegd aan de adviescommissie.

  • 2. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen op basis van de beoordelingscriteria genoemd in artikel 10 en adviseert het bestuur over al dan niet toewijzen van de aanvragen.

Artikel 12. Verdeling budget

  • 1. Aanvragen die aan de voorwaarden voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen worden onderverdeeld in drie categorieën:

    • a. honoreren voor het geadviseerde subsidiebedrag;

    • b. honoreren voor zover het budget dat toelaat; en

    • c. niet honoreren.

  • 2. Indien het budget tekortschiet om alle aanvragen in de categorieën a en b te honoreren honoreert het bestuur eerst de aanvragen in categorie a en vervolgens de aanvragen in categorie b in volgorde van de rangorde als genoemd in artikel 10, totdat het subsidieplafond is bereikt. De resterende aanvragen worden afgewezen.

Artikel 13. Verplichtingen voor de ontvanger van subsidie

Het bestuur kan aan de subsidie de volgende verplichtingen verbinden:

  • a. Maximaal 25% van het subsidiebedrag wordt door de aanvrager besteed aan redactiekosten.

  • b. Indien het tijdschrift op papier verschijnt, brengt de aanvrager het ten minste driemaal per jaar uit.

  • c. Indien het tijdschrift digitaal verschijnt, verplicht aanvrager zich ertoe regelmatig nieuw literair werk te publiceren en bedraagt de omvang van de literaire tekst ten minste 40.000 woorden per jaar.

  • d. De ontvanger vermeldt in alle publieksuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten de naam en het logo van het Letterenfonds.

  • e. De ontvanger geeft het Letterenfonds vanaf de aanvang van de subsidieverlening volledig toegang tot de eventuele digitale content en stuurt in het geval van papieren tijdschrift direct na gereedkomen exemplaren naar het Letterenfonds. De ontvanger bewaart edities van het tijdschrift en het vervaardigde publiciteitsmateriaal, zoals foto’s, publicaties, persinformatie, zo mogelijk ook in digitale vorm, ten minste zeven jaar. Het Letterenfonds kan het hiervoor genoemd materiaal aanwenden voor publicitaire doeleinden in eigen publicaties, bij eigen activiteiten en op de website van het Letterenfonds, zonder hiervoor een auteursrechtelijke vergoeding verschuldigd te zijn. De ontvanger vrijwaart het Letterenfonds voor aanspraken van derden op auteursrechtelijke vergoeding bij gebruik van genoemd materiaal.

  • f. De ontvanger besteedt de subsidie aan de kosten waarvoor de subsidie is verleend en niet voor enige andere activiteit of last en kan dit desgevraagd aantonen door het overleggen van de jaarrekening waarin de uitgaven op inzichtelijke wijze zijn verantwoord.

  • g. De ontvanger zendt het Letterenfonds tijdig uitnodigingen voor de gesubsidieerde activiteiten.

  • h. De ontvanger doet onverwijld melding bij het Letterenfonds van feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de subsidieverlening. Bij de melding worden de stukken gevoegd die betrekking hebben op de gemelde feiten en omstandigheden en wordt de oorzaak van de gemelde feiten en omstandigheden toegelicht. Deze melding vindt in ieder geval plaats, indien het voor de ontvanger aannemelijk is of had moeten zijn dat:

    • i. de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zijn verricht of zullen worden verricht, of

    • ii. niet, niet tijdig of niet geheel aan de subsidieverplichtingen wordt voldaan of zal worden voldaan.

  • i. De ontvanger zorgt voor een goed beleid en beheer van de financiële middelen en een efficiënt gebruik van de subsidie.

  • j. De aanvrager toont op verzoek van het Letterenfonds aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden.

  • k. De ontvanger meewerkt aan door of namens het Letterenfonds ingesteld onderzoek dat er op is gericht het Letterenfonds inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

Artikel 14 Voorschotten

  • 1. Het bestuur betaalt het verleende subsidiebedrag als voorschot.

  • 2. Het bestuur betaalt het voorschot in twee gelijke delen. Het eerste deel in december 2020 en het tweede deel in november 2022.

Artikel 15. Verantwoording

  • 1. De aanvrager stuurt jaarlijks voor 1 april een verantwoording in van de uitgevoerde activiteiten in het vorige kalenderjaar.

  • 2. verantwoording bestaat uit een verslag over de uitgevoerde activiteiten en de nagestreefde doelstellingen waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 3. Het bestuur kan nadere voorwaarden stellen aan de inrichting van de verantwoording.

Artikel 16. Subsidievaststelling

  • 1. Het bestuur stelt de subsidie vast na ontvangst van de complete inhoudelijke verantwoording over de vier jaren waarover subsidie is verstrekt.

  • 2. Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen stelt het bestuur de subsidie binnen 22 weken overeenkomstig de verlening vast.

  • 3. Als het bestuur overweegt de subsidie lager vast te stellen wordt de aanvrager hierover uiterlijk binnen 4 maanden na de datum waarop de jaarverantwoording moest worden ingediend geïnformeerd.

Artikel 17. Intrekkings- en wijzigingsgronden subsidieverlening en -vaststelling

  • 1. Het bestuur kan de subsidieverlening of -vaststelling intrekken of wijzigen als de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2. Als het bestuur constateert dat substantiële wijzigingen zijn opgetreden ten opzichte van de bij de aanvraag verstrekte gegevens, kan het bestuur de subsidieverlening of -vaststelling intrekken of wijzigen.

  • 3. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend dan wel vastgesteld tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 4. Het bedrag waarmee de subsidie eventueel wordt verlaagd wordt verrekend met eventueel reeds betaalde gedeelten van de subsidie of teruggevorderd. Indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de meldplicht zoals genoemd in artikel 14 onder h, kan het bestuur de subsidie op nihil stellen en het subsidiebedrag inclusief de verschuldigde wettelijke rente terugvorderen.

Artikel 18. Hardheidsclausule

Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, een artikel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 19. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt met ingang van 15 september 2020 in werking en vervalt op een bij besluit door het Letterenfonds te bepalen tijdstip.

Artikel 20. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling literaire tijdschriften 2021–2024.

Artikel 21. Slotbepalingen

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

  • 2. De Regeling literaire tijdschriften wordt met ingang van 15 september 2020 ingetrokken.

  • 3. Op subsidies die zijn verstrekt op basis van de in het vorige lid genoemde regeling, blijft het

    bepaalde in die regeling van toepassing.

T. Perez, directeur-bestuurder

Deze regeling wordt na goedkeuring door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de Staatscourant geplaatst.

TOELICHTING

De op grond van de Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19 van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan het Letterenfonds verstrekte subsidie ten behoeve van makers, geeft het Letterenfonds de mogelijkheid de literaire tijdschriften in de breedte te blijven ondersteunen en ook het maximaal toe te kennen bedrag per tijdschrift te verhogen. Het Letterenfonds beoogt met deze aangepaste regeling voor de beleidsperiode 2021–2024 de literaire tijdschriften door middel van het verlenen van een vierjarige – in plaats van een tweejarige – subsidie – (relatieve) rust te bieden, zodat er ruimte ontstaat voor verdere ontwikkeling en professionalisering. Op die manier worden de tijdschriften ook beter in staat gesteld de extra uitdagingen die als gevolg van het SARS-CoV-2 virus zijn ontstaan, het hoofd te bieden.

De redacties wordt gevraagd zelf de doelen te benoemen die men binnen vier jaar met het betreffende tijdschrift wil halen. In de subsidieperiode zullen de tijdschriften gemonitord worden bij het bereiken van de gestelde doelen. Het Letterenfonds ziet een literair landschap van tijdschriften voor zich waarin ieder gesubsidieerd literair tijdschrift een eigen unieke positie bekleedt en onderscheidend is ten opzichte van de andere literaire tijdschriften. In de regeling is er plaats voor een maximale subsidie van € 60.000 aan veertien literaire tijdschriften. Het Letterenfonds houdt de mogelijkheid open het aantal gesubsidieerde tijdschriften met ingang van de volgende beleidsperiode (2025–2029) terug te brengen. Gedurende de beleidsperiode 2021–2024 zal op basis van alle ontwikkelingen en in overleg met relevante stakeholders, waaronder de redacties van de tijdschriften, worden bezien hoe een tijdschriftensubsidie er vanaf 2025 kan uitzien.

De redenen waarom het Letterenfonds subsidie verleent aan kwalitatief hoogwaardige literaire tijdschriften, in papieren of digitale vorm, is dat zij een broedplaats zijn voor (onontdekt) talent en bijdragen aan een divers en kwalitatief hoogwaardig literair aanbod van de literatuur. De redactie van een literair tijdschrift acquireert, selecteert en begeleidt auteurs en biedt hun ruimte voor debat, reflectie en experiment. Dat draagt bij aan hun ontwikkeling als schrijver of vertaler en daarmee aan de ontwikkeling van de kwaliteit en diversiteit van de Nederlandse- en Friestalige literatuur als geheel. Met behulp van de subsidies op grond van deze regeling zal een aantal verschillend georiënteerde literaire tijdschriften in staat worden gesteld een (aanvullend) honorarium aan de auteurs van de kopij beschikbaar te stellen. Daarmee kan een bijdrage worden geleverd aan de versterking van de economische positie van schrijvers en vertalers. Een kwart van de subsidie mag door de redactie van het literaire tijdschrift worden aangewend ter dekking van andere kosten in verband met de totstandkoming, promotie of distributie van het tijdschrift.

Ad artikel 1

Met een tijdschrift wordt in de regeling gedoeld op een tijdschrift in papieren of digitale vorm. Als er alleen vlogs, podcasts of andere audio(visuele) vormen worden geproduceerd, valt dit niet onder de definitie van tijdschrift. Indien een tijdschrift enkel in digitale vorm (bijvoorbeeld online) verschijnt, moet het voor minstens 50% bestaan uit geschreven literaire teksten.

Onder redactiekosten worden ook productie- en promotiekosten en dergelijke verstaan.

Ad artikel 7

Onder één andere financier in het eerste lid onder b wordt bedoeld alle structurele inkomsten buiten subsidie bestemd voor het maken van het tijdschrift.

Ad artikel 5

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een aanvraagformulier. Onderdeel van dit formulier zijn vragen over doelstellingen van de redactie. Daarnaast heeft de aanvrager de ruimte om aanvullende doelstellingen te formuleren. De adviescommissie beoordeelt deze doelstellingen in samenhang.

De doelstellingen waarop in de aanvraag kort een toelichting moet worden gegeven zijn:

  • a. De redactionele plannen. De redactie licht de redactionele plannen voor de komende vier jaar toe aan de hand van haar onderliggende literair-artistieke visie. Tevens wordt hier een toelichting gegeven op manier waarop het tijdschrift zich onderscheidt van andere Nederlandse literaire tijdschriften, en welke artistieke en maatschappelijke impact het nastreeft.

  • b. Publieksbereik. Hierbij wordt een toelichting gegeven op de verwachtingen met betrekking tot het aantal abonnees en de verkoop van losse nummers, maar ook met betrekking tot het bereik op de sociale media, de samenwerkingsverbanden en de door het tijdschrift georganiseerde evenementen. Het effect van de Corona-maatregelen die misschien nog voor een langere periode impact hebben wordt in beschouwing genomen.

  • c. Code Diversiteit & Inclusie. Hier wordt toegelicht hoe de komende vier jaar invulling aan deze code wordt gegeven. Het Letterenfonds gaat hierbij uit van een redelijk stijgende ambitie, die past bij de context waarin de literaire tijdschriften functioneren. Er wordt verwacht dat aandacht wordt besteed aan het inclusiever maken van redacties en het vergroten van de diversiteit van de auteurs (schrijvers, vertalers) van de kopij van de tijdschriften.

  • d. Fair Practice Code. Hier wordt toegelicht op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze code.

  • e. Toekomstvisie. Hier wordt toegelicht waar het tijdschrift zich na de beleidsplanperiode, na 2024, ziet staan, met name op zakelijk vlak. Hoe ziet de interne organisatie eruit, hoe zit het met de continuïteit, de professionaliteit van de organisatie, het adaptief vermogen om in te spelen op de ontwikkelingen en eisen van de huidige tijd.

In de loop van de beleidsplanperiode zal samen met de tijdschriften een evaluatie plaatsvinden met het oog op de toekomst.

Ad artikel 10

Voor de beoordeling van de literaire kwaliteit wordt de aanvrager gevraagd het nummer uit 2019 of 2020 mee te sturen dat naar zijn oordeel het beste aansluit bij het (voor de toekomst beoogde) profiel van het tijdschrift. Bij de beoordeling worden ook de adviezen over de literaire kwaliteit van het tijdschrift in aanmerking genomen die ten behoeve van de subsidieperiode 2019–2020 zijn uitgebracht.

Naar boven