Prognose aantal te huisvesten vergunninghouders

28 oktober 2020

Nr. 3071282

Directoraat-generaal Migratie

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014;

Maakt bekend:

Het aantal vergunninghouders in wier huisvesting in de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2021 naar verwachting zal dienen te worden voorzien, als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder a, van de Huisvestingswet 2014 en onverminderd eerdere wettelijke taakstellingsverplichtingen, bedraagt 13.500 personen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

TOELICHTING

Deze bekendmaking betreft het aantal te huisvesten vergunninghouders in de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Hierbij gaat het om de huisvesting van vergunninghouders aan wie op grond van de Vreemdelingenwet 2000 een vergunning voor bepaalde tijd asiel is verleend dan wel van vergunninghouders wier asiel-gerelateerde verblijfstitel sinds het tijdstip van de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000 onder reikwijdte van de taakstellingssystematiek van de Huisvestingswet 2014 vallen.

De prognose is berekend aan de hand van de verwachting van het nieuwe aantal personen dat een verblijfsvergunning ontvangt in de periode 1 oktober 2020 t/m 31 maart 2021. De taakstelling is in de eerste helft van 2021 hoger dan in de tweede helft van 2020 (toen 6.500). De IND en de Taskforce zullen naar verwachting in de laatste drie maanden van 2020 veel meer beslissingen op asiel nemen, waardoor er ook meer asielzoekers een vergunning zullen ontvangen.

O.a. de ontwikkelingen met betrekking tot de bestrijding van het corona-virus in de komende periode kunnen echter van invloed zijn op het aantal vergunninghouders dat daadwerkelijk voor huisvesting bemiddeld kan worden in de eerste helft van 2021. Om de hoogte van de taakstelling 2021-I zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de werkelijke productie, wordt uiterlijk in januari 2021 een tussentijdse evaluatie uitgevoerd. Mocht de uitkomst daar aanleiding toe geven, dan kan de hoogte van de taakstelling 2021-I naar beneden toe worden bijgesteld. Een eventuele verhoging wordt in de taakstelling van de tweede helft van 2021 meegenomen.

De huisvestingstaakstelling voor het eerste halfjaar van 2021 bedraagt 13.500 te huisvesten vergunninghouders.

Gezien de wettelijke systematiek blijven niet-gerealiseerde taakstellingen uit vorige perioden onverminderd van kracht en zullen de hiermee gemoeid zijnde huisvestingsplaatsen alsnog moeten worden geleverd. Mocht er per 1 januari 2021 sprake zijn van een achterstand dan wel voorsprong op de taakstelling van de tweede helft van 2020, dan zal deze achterstand respectievelijk voorsprong bij de realisering van de gemeentelijke taakstelling voor de eerste helft van 2021 worden betrokken.

Opgemerkt wordt dat, gebaseerd op het huidige inzicht, gedurende de periode 1 juli tot en met 31 december 2021 naar verwachting 13.500 nieuwe vergunninghouders van huisvesting in de gemeenten dienen te worden voorzien.

Naar boven