De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 2.2.3, eerste, derde en vierde lid, en 8.3.3, derde lid, van
de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 118i, derde lid, van de Wet op het voortgezet
onderwijs en artikel 162c, derde lid, van de Wet op de expertisecentra;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a. Aanvullende grondslag
Deze regeling berust mede op artikel 2.2.3, vierde lid, van de wet.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onder c, wordt ‘€ 240.000.000,–’ vervangen door ‘€ 247.215.000,–’.
2. In het eerste lid, onder d, wordt ‘€ 240.000.000,–’ vervangen door ‘€ 247.215.000,–’.
3. In het tweede lid, onder a, wordt ‘€ 200.000.000,–’ vervangen door ‘€ 206.011.000,–
‘.
4. In het tweede lid, onder b, wordt ‘€ 200.000.000,–’ vervangen door ‘€ 206.013.000,–’.
ARTIKEL II
De Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s
wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1a wordt ‘artikel 2.2.3, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs’
vervangen door ‘artikel 2.2.3, derde en vierde lid, van de WEB’.
B
Na artikel 4f wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4g. Bedragen 2021
-
1. Voor de instellingen die voldoen aan de vereisten in artikel 3 is in het kalenderjaar
2021 een totaalbedrag van € 49.400.000,– voor aanvullende bekostiging beschikbaar.
-
2. In afwijking van het eerste lid, is voor het vbo-groen in het kalenderjaar 2021 een
bedrag van € 2.103.000,– voor aanvullende bekostiging beschikbaar.
-
3. De verstrekking van de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste en tweede lid,
vindt plaats per kalenderjaar.
-
4. Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL III
De Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1 wordt in de begripsbepaling van effectrapportage ‘WEBartikel’ vervangen
door ‘WEB en artikel’.
B
In artikel 4.2, tweede lid, onder e, wordt ‘€ 19.200.00,–’ vervangen door ‘€ 19.200.000,–’.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
I. Inleiding
Met deze regeling worden drie ministeriële regelingen gewijzigd: de Regeling kwaliteitsafspraken
mbo 2019–2022, de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs
in de Randstadregio’s en de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024.
De beschikbare budgetten in de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 worden gewijzigd
in verband met het uitdelen van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020 in de voorjaarsnota
2020. Het gaat om het investeringsbudget en het resultaatafhankelijke budget van de
kwaliteitsafspraken voor de kalenderjaren 2021 en 2022.
Met de wijziging van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs
in de Randstadregio’s worden de beschikbare bedragen voor de aanvullende bekostiging
voor 2021 vastgesteld.
Tot slot wordt in de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024
een tweetal redactionele wijzigingen aangebracht.
II. Uitvoering en handhaafbaarheid
Deze wijzigingsregeling is voor een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets voorgelegd
aan Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en aan de Inspectie van het Onderwijs. Deze
wijzigingsregeling is door hen uitvoerbaar en handhaafbaar verklaard.
III. Administratieve lasten
Aangezien er geen nieuwe (informatie)verplichtingen worden gecreëerd met deze wijziging,
worden er geen gevolgen voor de regeldruk voorzien.
IV. Vaste verandermomenten
Er wordt in de wijzigingsregeling afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimale
invoeringstermijn van twee maanden. Dit heeft de volgende redenen.
De wijziging van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 dient zo snel mogelijk
in werking te treden, zodat de beschikkingen tot het verstrekken van aanvullende bekostiging
voor 2021 gebaseerd zijn op de geactualiseerde bedragen. De instellingen ontvangen
deze beschikkingen eind 2020.
Ook de wijziging van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs
in de Randstadregio’s dient zo snel mogelijk in werking te treden. Conform artikel
6 van voornoemde regeling wordt de hoogte van de aanvullende bekostiging namelijk
in januari 2021 bekendgemaakt en de instellingen ontvangen in die maand ook de beschikkingen.
In beide gevallen is een afwijking van de vaste verandermomenten niet bezwaarlijk,
omdat de wijzigingen begunstigend zijn voor de instellingen die de aanvullende bekostiging
ontvangen.
De wijziging van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024
betreft tot slot slechts de verbetering van twee redactionele fouten. De eerste betreft
de begripsbepaling van het begrip ‘effectrapportage’, waarin het woordje ‘en’ mist.
Aanpassing hiervan heeft geen gevolgen voor de RMC-contactgemeenten die de effectrapportage
moeten opstellen. De tweede betreft het herstel van een verschrijving in een bedrag,
waarin een nul mist. Dit is een aperte verschrijving. Het herstel daarvan beoogt slechts
onduidelijkheid te voorkomen en heeft geen gevolgen voor de RMC-contactgemeenten die
de specifieke uitkeringen ontvangen. In deze gevallen is een afwijking van de vaste
verandermomenten dus eveneens niet bezwaarlijk.
Artikelsgewijs
Artikel I
Er wordt een nieuw artikel aan de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 toegevoegd,
namelijk artikel 1a. Met het opnemen van deze bepaling in de regeling wordt de juridische
grondslag aangevuld met artikel 2.2.3, vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs
(hierna: WEB). Op grond daarvan kunnen in de regeling regels omtrent de verdeling
van de aanvullende bekostiging vastgesteld worden.1
In artikel 4 zijn de bedragen voor 2021 en 2022 aangepast. Voor 2021 is er in totaal
€ 247.215.000,– en € 206.011.000,– beschikbaar voor het investeringsbudget respectievelijk
het resultaatafhankelijk budget. Voor 2022 is er in totaal € 247.215.000,– en € 206.013.000,–
beschikbaar voor het investeringsbudget respectievelijk het resultaatafhankelijk budget.
Artikel II
Artikel 1a van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs
wordt gewijzigd. De juridische grondslag van de regeling wordt aangevuld met artikel
2.2.3, derde en vierde lid, van de WEB. Op grond daarvan kunnen in de regeling voorschriften
worden gegeven voor de verstrekking van aanvullende bekostiging en kunnen regels omtrent
de verdeling van de aanvullende bekostiging vastgesteld worden.2
Ook is er een nieuw artikel 4g aan de regeling toegevoegd waarin de beschikbare bedragen
voor het kalenderjaar 2021 zijn opgenomen. Er is in 2021 in totaal een bedrag van
€ 49.400.000,– beschikbaar voor de aanvullende bekostiging ter versterking van de
salarismix op de mbo-instellingen. Daarnaast is in het kader van deze regeling voor
agrarische opleidingscentra voor zover het betreft het in die instellingen verzorgde
voorbereidend beroepsonderwijs in 2021 in totaal een bedrag van € 2.103.000,– beschikbaar.
Artikel III
In de definitie van het begrip ‘effectrapportage’ in artikel 1.1 van de Regeling regionale
aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 ontbrak het woordje ‘en’. Deze verschrijving
wordt met deze regeling hersteld. In het bedrag in artikel 4.2, tweede lid, onder
e, van de regeling miste bovendien een nul. Het bedrag wordt met deze regeling gecorrigeerd
naar ‘€ 19.200.000,–’.
Artikel IV
In de algemene toelichting onder ‘IV. Vaste verandermomenten’ wordt toegelicht waarom
deze wijzigingsregeling zo snel mogelijk in werking dient te treden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven