Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 oktober 2020, nr. MBO/25648921, houdende wijziging van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 in verband met een verhoging van bekostigingsplafonds voor 2021 en 2022, de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s in verband met het verstrekken van aanvullende bekostiging in 2021 en de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 in verband met een redactionele wijziging

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 2.2.3, eerste, derde en vierde lid, en 8.3.3, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 118i, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 162c, derde lid, van de Wet op de expertisecentra;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a. Aanvullende grondslag

Deze regeling berust mede op artikel 2.2.3, vierde lid, van de wet.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder c, wordt ‘€ 240.000.000,–’ vervangen door ‘€ 247.215.000,–’.

2. In het eerste lid, onder d, wordt ‘€ 240.000.000,–’ vervangen door ‘€ 247.215.000,–’.

3. In het tweede lid, onder a, wordt ‘€ 200.000.000,–’ vervangen door ‘€ 206.011.000,– ‘.

4. In het tweede lid, onder b, wordt ‘€ 200.000.000,–’ vervangen door ‘€ 206.013.000,–’.

ARTIKEL II

De Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1a wordt ‘artikel 2.2.3, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs’ vervangen door ‘artikel 2.2.3, derde en vierde lid, van de WEB’.

B

Na artikel 4f wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4g. Bedragen 2021

  • 1. Voor de instellingen die voldoen aan de vereisten in artikel 3 is in het kalenderjaar 2021 een totaalbedrag van € 49.400.000,– voor aanvullende bekostiging beschikbaar.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is voor het vbo-groen in het kalenderjaar 2021 een bedrag van € 2.103.000,– voor aanvullende bekostiging beschikbaar.

  • 3. De verstrekking van de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste en tweede lid, vindt plaats per kalenderjaar.

  • 4. Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL III

De Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 wordt in de begripsbepaling van effectrapportage ‘WEBartikel’ vervangen door ‘WEB en artikel’.

B

In artikel 4.2, tweede lid, onder e, wordt ‘€ 19.200.00,–’ vervangen door ‘€ 19.200.000,–’.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

Algemeen

I. Inleiding

Met deze regeling worden drie ministeriële regelingen gewijzigd: de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022, de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s en de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024.

De beschikbare budgetten in de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 worden gewijzigd in verband met het uitdelen van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020 in de voorjaarsnota 2020. Het gaat om het investeringsbudget en het resultaatafhankelijke budget van de kwaliteitsafspraken voor de kalenderjaren 2021 en 2022.

Met de wijziging van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s worden de beschikbare bedragen voor de aanvullende bekostiging voor 2021 vastgesteld.

Tot slot wordt in de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 een tweetal redactionele wijzigingen aangebracht.

II. Uitvoering en handhaafbaarheid

Deze wijzigingsregeling is voor een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets voorgelegd aan Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en aan de Inspectie van het Onderwijs. Deze wijzigingsregeling is door hen uitvoerbaar en handhaafbaar verklaard.

III. Administratieve lasten

Aangezien er geen nieuwe (informatie)verplichtingen worden gecreëerd met deze wijziging, worden er geen gevolgen voor de regeldruk voorzien.

IV. Vaste verandermomenten

Er wordt in de wijzigingsregeling afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn van twee maanden. Dit heeft de volgende redenen.

De wijziging van de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 dient zo snel mogelijk in werking te treden, zodat de beschikkingen tot het verstrekken van aanvullende bekostiging voor 2021 gebaseerd zijn op de geactualiseerde bedragen. De instellingen ontvangen deze beschikkingen eind 2020.

Ook de wijziging van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s dient zo snel mogelijk in werking te treden. Conform artikel 6 van voornoemde regeling wordt de hoogte van de aanvullende bekostiging namelijk in januari 2021 bekendgemaakt en de instellingen ontvangen in die maand ook de beschikkingen.

In beide gevallen is een afwijking van de vaste verandermomenten niet bezwaarlijk, omdat de wijzigingen begunstigend zijn voor de instellingen die de aanvullende bekostiging ontvangen.

De wijziging van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 betreft tot slot slechts de verbetering van twee redactionele fouten. De eerste betreft de begripsbepaling van het begrip ‘effectrapportage’, waarin het woordje ‘en’ mist. Aanpassing hiervan heeft geen gevolgen voor de RMC-contactgemeenten die de effectrapportage moeten opstellen. De tweede betreft het herstel van een verschrijving in een bedrag, waarin een nul mist. Dit is een aperte verschrijving. Het herstel daarvan beoogt slechts onduidelijkheid te voorkomen en heeft geen gevolgen voor de RMC-contactgemeenten die de specifieke uitkeringen ontvangen. In deze gevallen is een afwijking van de vaste verandermomenten dus eveneens niet bezwaarlijk.

Artikelsgewijs

Artikel I

Er wordt een nieuw artikel aan de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2019–2022 toegevoegd, namelijk artikel 1a. Met het opnemen van deze bepaling in de regeling wordt de juridische grondslag aangevuld met artikel 2.2.3, vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB). Op grond daarvan kunnen in de regeling regels omtrent de verdeling van de aanvullende bekostiging vastgesteld worden.1

In artikel 4 zijn de bedragen voor 2021 en 2022 aangepast. Voor 2021 is er in totaal € 247.215.000,– en € 206.011.000,– beschikbaar voor het investeringsbudget respectievelijk het resultaatafhankelijk budget. Voor 2022 is er in totaal € 247.215.000,– en € 206.013.000,– beschikbaar voor het investeringsbudget respectievelijk het resultaatafhankelijk budget.

Artikel II

Artikel 1a van de Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs wordt gewijzigd. De juridische grondslag van de regeling wordt aangevuld met artikel 2.2.3, derde en vierde lid, van de WEB. Op grond daarvan kunnen in de regeling voorschriften worden gegeven voor de verstrekking van aanvullende bekostiging en kunnen regels omtrent de verdeling van de aanvullende bekostiging vastgesteld worden.2

Ook is er een nieuw artikel 4g aan de regeling toegevoegd waarin de beschikbare bedragen voor het kalenderjaar 2021 zijn opgenomen. Er is in 2021 in totaal een bedrag van € 49.400.000,– beschikbaar voor de aanvullende bekostiging ter versterking van de salarismix op de mbo-instellingen. Daarnaast is in het kader van deze regeling voor agrarische opleidingscentra voor zover het betreft het in die instellingen verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs in 2021 in totaal een bedrag van € 2.103.000,– beschikbaar.

Artikel III

In de definitie van het begrip ‘effectrapportage’ in artikel 1.1 van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 ontbrak het woordje ‘en’. Deze verschrijving wordt met deze regeling hersteld. In het bedrag in artikel 4.2, tweede lid, onder e, van de regeling miste bovendien een nul. Het bedrag wordt met deze regeling gecorrigeerd naar ‘€ 19.200.000,–’.

Artikel IV

In de algemene toelichting onder ‘IV. Vaste verandermomenten’ wordt toegelicht waarom deze wijzigingsregeling zo snel mogelijk in werking dient te treden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Artikel 2.2.3 van de WEB is met ingang van 1 augustus 2020 gewijzigd op basis van de Wet van 3 juni 2020 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES inzake het verstrekken van aanvullende middelen in verband met bijzondere omstandigheden (Stb. 2020, 168). De grondslag in de aanhef van de oorspronkelijke regeling, artikel 2.2.3, tweede en derde lid, van de WEB, klopt daarmee niet langer: dit moet nu artikel 2.2.3, derde en vierde lid, WEB zijn. Omdat de aanhef niet kan worden aangepast, is het vierde lid als grondslag toegevoegd middels het nieuwe artikel 1a.

X Noot
2

Zie voetnoot 1; de grondslag van de regeling is nu artikel 2.2.3, derde en vierde lid, van de WEB.

Naar boven