Mededeling in het kader van de uitvoering van het project RijnlandRoute (N206 Ir. G. Tjalmaweg) Watervergunning Hoogheemraadschap Rijnland

Logo Zuid-Holland

Ten behoeve van de realisatie van de RijnlandRoute is door Provinciale Staten van Zuid-Holland op 10 december 2014 het provinciaal inpassingsplan RijnlandRoute vastgesteld. Op 23 maart 2016 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland een nieuw besluit genomen over het provinciaal inpassingsplan RijnlandRoute. Daarbij zijn ten opzichte van het eerder vastgestelde inpassingsplan wijzigingen aangebracht.

Op grond van artikel 3.33 , lid 1 en lid 4 Wet ruimtelijke ordening (Wro) in samenhang met artikel 3.31 lid 1 Wro bevordert het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten op de aanvragen om vergunningen en van de overige ambtshalve te nemen besluiten met het oog op de uitvoering van een provinciaal inpassingsplan. Op deze besluiten is de Crisis- en herstelwet van toepassing.

In het kader van deze coördinatie geeft het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland kennis van het feit dat onderstaand besluit is genomen voor de uitvoering van het provinciaal inpassingsplan RijnlandRoute overeenkomstig de procedure van artikel 3.31 lid 3 Wro in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Welk besluit is genomen en ligt ter inzage?

Bij besluit van 7 juli 2020, kenmerk 2019-022130, is door het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijnland aan Boskalis Nederland B.V. een watervergunning verleend als bedoeld in de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Waterverordening Rijnland en de Keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland voor het dempen van 3124 m2 primair water ten behoeve van het dempen en graven van de primaire watergang zijnde de verbinding tussen de Kleine Watering en de Grote Watering ten noorden van de Ir. G. Tjalmaweg. Het betreft de eindsituatie.

Door Boskalis Nederland B.V is verzocht dit besluit zodanig te wijzigen dat genoemde primaire watergang gedurende een langere periode dan 8 weken gedempt gehouden wordt.

Bij besluit van 22 oktober 2020, kenmerk 2019-022130 is door het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijnland voornoemd besluit op de hiernavolgende punten gewijzigd:

  • I.

    Tekening N206-VGA-21906 d.d. 6 augustus 2020 en tekening N206-VGA-21907 d.d. 6 augustus 2020 worden toegevoegd;

  • II.

    Voorschrift 2 wordt gewijzigd en voorschrift 4 wordt toegevoegd:

    2. Binnen 8 weken nadat een aanvang is gemaakt met het dempen van de bestaande primaire waterkering moet:

    - de nieuwe definitieve watergang tussen de Kleine Watering en Grote Watering zijn gegraven of

    - zolang voornoemde watergang nog niet is gegraven, tussen de bestaande brug KW02 en de bestaande overige watergang ten oosten van Molenwijk, een verbinding met een breedte op de waterlijn van minimaal 5,0 m en een waterdiepte van minimaal 1,25 m (of gelijkwaardig) aanwezig zijn en moet de bestaande overige watergang op diepte worden gebracht en gehouden en duiker Valkenburgseweg worden schoongemaakt en schoon worden gehouden.

    4. De nieuwe watergang tussen de kleine Watering en Grote Watering moet uiterlijk 1 januari 2023 zijn gegraven. De nieuwe watergang moet over de gehele lengte een nat profiel hebben van minimaal 3,4 m2 en een breedte op de waterlijn hebben van minimaal 5,0 m en een waterdiepte van minimaal 1,25 m.

     

    Waar en wanneer kunt u de stukken inzien?

    Het besluit en de bijbehorende stukken liggen met ingang van 29 oktober 2020 tot en met 9 december 2020 ter inzage in het kantoor van het Hoogheemraadschap van Rijnland, Archimedesweg 1 te Leiden. U kunt het besluit tijdens kantooruren inzien. Hiervoor dient telefonisch een afspraak gemaakt te worden (nummer 071 306 3063).

    Het besluit en de bijbehorende stukken zijn tevens te raadplegen op de website van het Hoogheemraadschap van Rijnland: https://www.rijnland.net/actueel/bekendmakingen.

     

    Hoe kunnen belanghebbenden beroep indienen?

    Van 30 oktober 2020 tot en met 10 december 2020 staat voor belanghebbenden beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het instellen van beroep tegen het besluit geschiedt door indiening van een ondertekend beroepschrift dat tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het is gericht, alsmede de gronden van het beroep bevat.

    Het beroepschrift moet worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift kan door burgers tevens digitaal worden gericht aan de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State middels deze website: https://digitaalloket.raadvanstate.nl/

     

    Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient tenminste te bevatten:

    • 1.

      naam en adres van de indiener;

    • 2.

      de dagtekening;

    • 3.

      de omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en zo mogelijk datum en kenmerk van het besluit;

    • 4.

      een opgave van de redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.

       

      Tevens dient ten behoeve van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het beroep is gericht te worden overgelegd.

       

      Op dit besluit is hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke zijn beroepsgronden zijn. Na afloop van de beroepstermijn kunnen deze gronden niet meer worden aangevuld. In het beroepschrift dient tevens te worden vermeld dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. Het instellen van beroep schorst de werking van de besluiten niet.

       

      Indien beroep is ingesteld, kan een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening, bijvoorbeeld inhoudende een schorsing van het besluit. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag of (door burgers) digitaal middels deze website: https://digitaalloket.raadvanstate.nl/.

       

      Bij het verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden overgelegd.

       

      Het verzoek dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:

      • naam en adres van de indiener;

      • de dagtekening;

      • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en nummer of kenmerk van het besluit;

      • de gronden van het verzoek (motivering).

       

      Voor het indienen van een beroepschrift en/of een verzoekschrift om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

       

      Meer informatie?

      Voor nadere informatie ten aanzien van het besluit kunt u bellen via telefoonnummer 071-306 34 60.

       

Naar boven