Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 oktober 2020, tot vaststelling van het actuele percentage van de pensioengrondslag voor payrollarbeidskrachten (Regeling actualisering percentage pensioengrondslag payroll 2021)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 1a:1, vierde lid, van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 1a:1, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs wordt ‘14,6%’ vervangen door ‘14,5%’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

ARTIKEL III

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling actualisering percentage pensioengrondslag payroll 2021.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 oktober 2020

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Op 11 december 2019 is het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met het vastleggen van een nadere invulling van een adequate pensioenregeling als bedoeld in artikel 8a, vierde lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs gepubliceerd. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021. In dit besluit wordt een adequate pensioenregeling voor payrollkrachten voorgeschreven. Een payrollwerkgever kan op twee manieren aan dit voorschrift voldoen. Hij kan zijn payrollwerknemers (doen) onderbrengen bij de pensioenregeling van de opdrachtgever waar betreffende werknemers werkzaam zijn of een eigen adequate pensioenregeling aanbieden. Deze eigen adequate pensioenregeling moet aan enkele voorwaarden voldoen. Eén van deze voorwaarden is dat de collectieve werkgeverspremie ten minste gelijk is aan een normpremie, die wordt gebaseerd op de gemiddelde werkgeverspremie voor het basispensioen bij alle Nederlandse pensioenfondsen. Deze premie wordt jaarlijks geactualiseerd.

De normpremie wordt gebaseerd op gegevens van De Nederlandsche Bank over het totaalbedrag van de werkgeverspremies bij alle pensioenfondsen en een berekening van het Centraal Bureau van de Statistiek over het loon dat in aanmerking komt als pensioengrondslagsom. Aan de hand hiervan wordt de gemiddelde werkgeverspremie berekend als percentage van een gestandaardiseerde grondslag. De normpremie voor het jaar 2021 is gebaseerd op de werkgeverspremies en de pensioengrondslagsom in 2019. De gemiddelde werkgeverspremie over het jaar 2019 wordt gecorrigeerd aan de hand van de geraamde ontwikkeling van de pensioenpremies tussen 2019 en 2021. Voor deze correctie wordt gebruik gemaakt van de raming van deze ontwikkeling door het CPB in de Macro-economische verkenningen. Voor de verdere specificaties wordt verwezen naar de toelichting op het Besluit.1

Voor 2021 wordt een collectieve werkgeverspremie voorgeschreven van 14,5%.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Staatsblad 2019, 487, p. 8.

Naar boven