Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2020, 56082 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2020, 56082 | Interne regelingen |
De Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;
Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges;
Besluit:
Het adviescollege heeft tot taak de Minister van Economische Zaken en Klimaat te adviseren over:
a. de effectiviteit van het ‘hand aan de kraan’-principe om de natuurwaarden in het Waddengebied te beschermen; en
b. de vraag of het ‘hand aan de kraan’-principe toereikend is om de mogelijke langetermijngevolgen voor de beschermde natuurwaarden van het Waddengebied te beheersen.
1. Het adviescollege brengt zijn advies uit voor 10 januari 2021 aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat.
2. De Minister van Economische Zaken en Klimaat kan de in het eerste lid genoemde termijn verlengen bij een in de Staatscourant te vermelden besluit.
3. Na het uitbrengen van het advies wordt het adviescollege opgeheven.
De archiefbescheiden van het adviescollege worden na zijn opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 22 oktober 2020
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
Het ‘hand aan de kraan’-principe wordt sinds 2006 ingezet om te bepalen of de gaswinning in de Waddenzee geen gevolgen heeft voor de natuurwaarden in de Waddenzee. Als gevolg van klimaatveranderingen, recente inzichten en de mijnbouwactiviteiten in het Waddengebied, is er behoefte aan een evaluatie van het ‘hand aan de kraan’-principe. Ook de Auditcommissie voor het Waddengebied heeft geadviseerd te onderzoeken of het ‘hand aan de kraan’-principe afdoende is om lange termijn bedreigingen tijdig te onderkennen en daarop adaptief bij te sturen. Om deze redenen en vanwege het verzoek van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2019/20, 33 529, nr. 739) wordt dit wetenschappelijk adviescollege ingesteld om een samenhangend advies uit te brengen over het ‘hand aan de kraan’-principe en de toepassing hiervan in de Waddenzee. Een belangrijke voorwaarde is de onafhankelijkheid en bijzondere deskundigheid van dit adviescollege gezien de gevoeligheid van het onderwerp en de zorgen van de Tweede Kamer over de lange termijn gevolgen voor de Waddenzee. Er is voor gekozen om de taak niet bij de bestaande Auditcommissie te beleggen, maar een nieuw adviescollege in te stellen. De Auditcommissie heeft immers niet de ter zake relevante deskundigheid.
Het systeem van het ‘hand aan de kraan’-principe en de daarin opgenomen waarborgen heb ik toegelicht in mijn brief van 30 mei 2016 (Kamerstuk 29 684, nr. 140) en de brief van 20 april 2020 (Kamerstuk 29 684 nr. 204).
Zoals in deze brieven is toegelicht, wordt de gebruiksruimte voor gaswinning onder de Waddenzee bepaald door het natuurlijke meegroeivermogen (sedimentatiesnelheid) van de komberging waarin gaswinning plaatsvindt, verminderd met de zeespiegelstijging. Voor de gaswinning onder de Waddenzee geldt dat zolang de bodemdalingssnelheid door de gaswinning lager is dan de beschikbare gebruiksruimte, er geen aantasting van de natuurlijke kenmerken van de Waddenzee plaatsvindt en er dus geen schade optreedt aan de natuur. Om te bepalen of de gebruiksruimte wordt overschreden zijn drie factoren van belang: de zeespiegelstijging in de Waddenzee, de sedimentatie in de Waddenzee (natuurlijk herstelvermogen) en de bodemdaling door gaswinning onder de Waddenzee.
Voor deze drie factoren zijn sinds de vaststelling van het ‘hand aan de kraan’-principe meer data beschikbaar gekomen en is meer bekend over de langetermijneffecten. Ook vanuit technisch oogpunt is een evaluatie van de effectiviteit van het ‘hand aan de kraan’-principe gewenst.
Deze toelichting is mede opgesteld namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vanwege zijn coördinerende verantwoordelijkheid op grond van de Kaderwet adviescolleges.
De taakstelling van het wetenschappelijk adviescollege ‘hand aan de kraan’-principe Waddenzee (hierna: adviescollege) richt zich uitsluitend op het adviseren over het ‘hand aan de kraan’-principe voor de mijnbouwactiviteiten in de Waddenzee en de effectiviteit hiervan op korte en langere termijn.
Ten eerste wordt het adviescollege gevraagd om te adviseren over de effectiviteit van het ‘hand aan de kraan’- principe om de natuurwaarden in het Waddengebied te beschermen.
Ten tweede wordt het adviescollege gevraagd om te adviseren of het ‘hand aan de kraan’-principe toereikend is om de mogelijke langetermijngevolgen – te weten: de gevolgen die méér dan vijf jaar in de toekomst gelegen zijn – voor de beschermde natuurwaarden te beheersen.
Ten slotte geldt dat het adviescollege niet tot taak krijgt om uitspraken te doen over specifieke gas- of zoutwinningsprojecten in de Waddenzee.
Het adviescollege wordt gevraagd om zo spoedig mogelijk van start te gaan en zijn advies uiterlijk 10 januari 2021 op te leveren. Indien die datum onverhoopt niet haalbaar blijkt kan de minister de termijn voor oplevering van het definitieve advies verlengen. Na oplevering van het advies wordt het adviescollege opgeheven. Het adviescollege vervalt in ieder geval met ingang van 1 mei 2021.
Het adviescollege bestaat uit een voorzitter en vier leden. De voorzitter wordt benoemd op relevante deskundigheid en wetenschappelijke en bestuurlijke ervaring. De andere leden worden benoemd op relevante deskundigheid op de verschillende technische domeinen van het ‘hand aan de kraan’-principe (sedimentatie, zeespiegelstijging en bodemdaling) alsook integrale deskundigheid (kustsystemen) en verbondenheid met relevante wetenschappelijke kennisinstellingen.
Het adviescollege krijgt een ambtelijke secretaris toegewezen en stelt zijn eigen werkwijze vast. Het adviescollege zal de informatie van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), het KNMI, Deltares en UNESCO betrekken bij zijn advies. Het adviescollege wordt gevraagd om de relevante onderzoeken die de afgelopen jaren zijn gedaan tegen het licht te houden in het licht van de hierboven genoemde taakstelling.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-56082.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.