Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek | Staatscourant 2020, 55099 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek | Staatscourant 2020, 55099 | Overig |
Exacte en Natuurwetenschappen
Sociale en Geesteswetenschappen
2020
Inhoud
|
1 |
Inleiding |
1 |
|
1.1 |
Achtergrond |
1 |
|
1.2 |
Beschikbaar budget |
1 |
|
1.3 |
Geldigheidsduur call for proposals |
1 |
|
2 |
Doel |
1 |
|
3 |
Richtlijnen voor aanvragers |
2 |
|
3.1 |
Wie kan aanvragen |
2 |
|
3.2 |
Wat kan aangevraagd worden |
3 |
|
3.3 |
Wanneer kan aangevraagd worden |
4 |
|
3.4 |
Het opstellen van de aanvraag |
4 |
|
3.5 |
Subsidievoorwaarden |
4 |
|
3.6 |
Het indienen van een aanvraag |
6 |
|
4 |
Beoordelingsprocedure |
6 |
|
4.1 |
Procedure |
6 |
|
4.2 |
Criteria |
8 |
|
5 |
Contact en overige informatie |
8 |
|
5.1 |
Contact |
8 |
|
6 |
Bijlage |
8 |
|
6.1 |
Toelichting op budgetmodules |
8 |
In deze brochure vindt u informatie over het indienen van onderzoeksvoorstellen voor de ronde
Complexiteitsonderzoek rond de Covid-19 crisis.
Deze complexity science1 call focust zich op de werking van separate maar gekoppelde complexe systemen: de nationale crisisorganisatie enerzijds en het decentrale systeem van bijvoorbeeld de veiligheidsregio’s en/of medische instanties anderzijds. Speciale aandacht wordt gevraagd voor de dynamische werking: hoe de systemen elkaar beïnvloeden zodat mogelijk nieuwe evenwichten en verhoudingen ontstaan die kunnen leiden tot andere interventiemogelijkheden. Voor het bepalen van de (effectiviteit van) interventies moet tenminste ook rekening gehouden worden met de bestaande of te bevorderen veerkracht en/of het adaptatievermogen van een dominant subsysteem in deze crisis, namelijk het zorgsysteem.
De Covid-19 crisis schudt de samenleving door elkaar. De dreiging van een infectieziekte met hoge virulentie en een letaliteit die waarschijnlijk enkele malen hoger is dan de zwaarste griep van de afgelopen decennia, heeft wereldwijd geleid tot verregaande ingrepen in de samenleving. De gevolgen van de ziekte en van de genomen maatregelen zijn voelbaar tot in alle haarvaten van onze complexe maatschappij en zijn, ten minste sociaaleconomisch, ingrijpender dan elke pre-pandemische verwachting. De beheersingsmaatregelen die de overheid heeft verplicht en die andere actoren zelfstandig hebben genomen, hebben de gezondheidszorg en het sociaal en economisch weefsel van onze samenleving zwaar belast.
Op dit moment is onduidelijk hoe de Covid-19 crisis zich verder zal ontwikkelen. Niet alleen is er onzekerheid over het verloop van de pandemie, bijvoorbeeld in relatie tot de ontwikkeling van vaccins en medicatie, maar ook over de effecten op de economie, de volksgezondheid en de sociale cohesie op langere termijn.
Het bovenstaande maakt meteen duidelijk dat bij de afweging van interventies rekening dient te worden gehouden met de relevante kenmerken van het multidimensionale en gekoppelde systeem dat de samenleving is. Het hanteren van een enkelvoudig perspectief is ontoereikend en kan leiden tot keuzes met ongewenste neveneffecten.
De besluitvorming op rijksniveau over interventies rond de Covid-19 crisis vindt gecentraliseerd plaats binnen een structuur beschreven in het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming waarbinnen de vele actoren en belangen in de samenleving een plaats hebben. De structuur van infectieziektebestrijding hanteert een multi- actor perspectief met de advieslijn van Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Outbreak Management Team (OMT) -via het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (BOA)- naar de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS).
Daarentegen is de afweging van interventies in reguliere medische instanties en veiligheidsregio’s decentraal georganiseerd en gerelateerd aan institutionele kaders gedefinieerd door politieke, ruimtelijke, temporele en sociale horizonten.
Het bestuderen van interventies in gekoppelde multidimensionale systemen, met een eigen ruimtelijk- temporele dynamiek en bijbehorende emergente eigenschappen, is het domein van de complexiteitswetenschappen. Een kenmerkende vraag daarbij is hoe veerkracht en adaptatievermogen van zulke systemen gekarakteriseerd, gebruikt en/of bevorderd kunnen worden.
Deze complexity science call focust zich op de werking van separate, maar gekoppelde complexe systemen: de nationale crisisorganisatie enerzijds en het decentrale systeem van bijvoorbeeld de veiligheidsregio’s en/of medische instanties anderzijds. Speciale aandacht wordt gevraagd voor de dynamische werking: hoe de systemen elkaar beïnvloeden zodat mogelijk nieuwe evenwichten en verhoudingen ontstaan die kunnen leiden tot andere interventiemogelijkheden. Voor het bepalen van de (effectiviteit van) interventies moet tenminste ook rekening gehouden worden met de bestaande of te bevorderen veerkracht en/of adaptatievermogen van een dominant subsysteem in deze crisis, namelijk het zorgsysteem.
Er wordt momenteel vanzelfsprekend veel onderzoek gedaan naar allerhande aspecten van de beheersing van de Covid-19 crisis. Deze call vraagt om een onderscheidend perspectief dat na de relatief korte doorlooptijd van twee jaar inzichten oplevert die (her)kenbaar zijn voor tenminste de beslissers en hun adviseurs op nationaalniveau. Deze call richt zich daarom nadrukkelijk op ideeën die tevens voorzien in betrokkenheid van relevante actoren en disseminatie van kennis.
Deze problematiek vraagt om een combinatie van complexiteitsonderzoek naar:
− interventiescenario’s (met behulp van kwantitatieve modellen),
− sociale constructies rond de consequenties van mogelijke interventies in de praktijk, en
− besluitvorming over die interventies.
NWO moedigt onderzoekers aan om samen te werken vanuit de bijbehorende wetenschapsgebieden uit de NWO-domeinen ENW en SG.
Hoogleraren, universitair (hoofd)docenten en andere onderzoekers2 met een vergelijkbare aanstelling kunnen een aanvraag indienen als zij:
− in dienst zijn (i.e. een bezoldigde aanstelling hebben) bij één van de onderstaande organisaties:
○ Universiteiten gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden;
○ Universitaire medische centra;
○ KNAW- en NWO-instituten;
○ het Nederlands Kanker Instituut;
○ het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;
○ de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;
○ NCB Naturalis;
○ Advanced Research Centre for NanoLithography(ARCNL);
○ Prinses Máxima Centrum.
− én een dienstverband (aanstellingsduur) hebben voor ten minste de looptijd van het onderzoek waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Personeel met een 0-uren aanstelling is uitgesloten van indiening.
Een uitzondering op de vereiste aanstellingsduur kan gemaakt worden voor:
− hoofdaanvragers met een “tenure track”-aanstelling die ten minste de helft van de vereiste duur beslaat. De aanvragers dienen dan middels een brief aan te tonen dat adequate begeleiding voor de volledige duur van het onderzoek gegarandeerd wordt voor alle uitvoerders voor wie subsidie wordt aangevraagd.
− medeaanvragers indien zij middels een brief kunnen aantonen dat adequate begeleiding voor de volledige duur van het onderzoek gegarandeerd kan worden voor alle uitvoerders voor wie subsidie wordt aangevraagd.
Aanvullende voorwaarden3:
− De hoofdaanvrager en medeaanvrager(s) – of de vervangende begeleider(s) in geval van uitzondering(en) op de vereiste aanstellingsduur – dienen gedurende de periode waarover subsidie wordt gevraagd effectief betrokken te blijven bij het onderzoek waarop de aanvraag betrekking heeft. De onderzoeksinstelling(en) dient/dienen de aanvragers in de gelegenheid te stellen gedurende de looptijd van het aanvraagproces en het onderzoek voor een adequate begeleiding van het onderzoek zorg te dragen.
− De hoofdaanvrager vraagt aan namens het gehele projectconsortium en is de beoogde projectleider. Hij/zij is verantwoordelijk voor de wetenschappelijke samenhang, de resultaten en de financiële verantwoording.
De vertegenwoordiging en doorstroom van vrouwen in de wetenschap loopt sterk achter bij die van mannen. Vrouwen worden daarom nadrukkelijk uitgenodigd aanvragen in te diene
Voor een onderzoeksvoorstel in deze ronde kan in totaal minimaal € 700.000 en maximaal € 720.000 worden aangevraagd. De budgetmodules (inclusief de maximum bedragen) die binnen deze call for proposals beschikbaar zijn staan vermeld in de tabel hieronder. Vraag alleen datgene dat essentieel is om het onderzoek uit te voeren.
|
Budgetmodule |
Maximaal bedrag |
|---|---|
|
Postdoc |
volgens VSNU-tarieven of NFU-tarieven1 |
|
Vervanging |
5 maanden, 1fte, volgens VSNU-tarieven of NFU-tarieven1 |
|
Materiële kosten |
€ 15.000 per jaar per fte wetenschappelijke positie |
|
Kennisbenutting |
€ 25.000 |
|
Internationalisering |
€ 25.000 |
|
Money follows Cooperation |
minder dan 50% van het totale aangevraagde budget |
Voor personeel in het buitenland worden de lokale tarieven vergoed tot maximaal de VSNU-tarieven.
Een nadere toelichting op de budgetmodules vind u in de bijlage bij deze call.
Het betrekken van burgers, ‘citizen science’ of ‘burgerwetenschap’ genoemd, kan bijdragen aan de kwaliteit van de wetenschap. Met behulp van burgers kunnen data en inzichten verkregen worden die anders niet beschikbaar zouden zijn voor onderzoek. NWO wil ook citizen science financieren en maakt het vanaf 2020 mogelijk dat onderzoekers via de budgetmodule ‘materieel, projectgebonden goederen/diensten- werk door derden’ een vergoeding kunnen aanvragen voor het betrekken van burgers bij onderzoeksprojecten. De module biedt onderzoekers een mogelijkheid, niet een verplichting. Onderzoekers kunnen zelf besluiten of het zinvol is burgers te betrekken bij het onderzoek en waaraan zij dit budget precies besteden (bijvoorbeeld onkostenvergoeding voor burgers, vaardigheidstrainingen voor burgers of technische hulpmiddelen voor participerende burger).
De deadline voor het indienen van aanvragen is 26 januari 2021, om 14:00:00 CE(S)T.
Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
Download het aanvraagformulier en het budgetformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de webpagina van het betreffende financieringsinstrument).
− Vul het aanvraagformulier en het budgetformulier in. De aanvraag- en budgetformulieren uit ISAAC zijn verplicht en deze dienen in het Engels ingevuld te zijn.
− Sla het aanvraagformulier op als pdf en upload het met de verplichte bijlage(n) in ISAAC.
− Verplichte bijlagen:
– Ingevuld budgetformulier (Excel)
– Getekende verklaring adequate begeleiding (pdf) (indien van toepassing, zie paragraaf 3.1)
Het is niet toegestaan aanvullende informatie in de vorm van bijlagen aan de aanvraag toe te voegen (bijvoorbeeld extra resultaten, manuscripten, support letters e.d.).
NWO wijst erop dat i n overeenstemming met de overeenkomst tussen NWO en de VSNU aanvragers hun instelling horen te informeren over de indiening.
Op alle aanvragen zijn de NWO subsidieregeling 2017 en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van toepassing.
Looptijd
Binnen deze call for proposals kent een project een looptijd van minimaal 1 en maximaal 2 jaar.
Projectbeheer
NWO zal toezicht houden op de voortgang en resultaten van het gefinancierde onderzoek en zal hiertoe rapportages opvragen conform artikel 3.2.2 van de NWO Subsidieregeling 2017.
Open Access
Als ondertekenaar van de Berlin Declaration on Open Access to Knowlegde in the Sciences and Humanities (2003) zet NWO zich in om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dat door NWO gefinancierd wordt vrij toegankelijk te maken via internet (open access). Daarmee geeft NWO invulling aan het beleid van de Nederlandse regering om al het publiek gefinancierde onderzoek open access te maken. Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze call for proposals dienen daarom onmiddellijk (op het moment van publicatie) open access beschikbaar te zijn. NWO accepteert daarbij verschillende routes:
– publicatie in een open access tijdschrift,
– deponeren van een versie van het artikel in een repository of
– publicatie in een hybride tijdschrift waarover de VSNU overeenkomsten heeft gemaakt met uitgevers. Zie daarover www.openaccess.nl.
Eventuele kosten voor publiceren in open access tijdschriften kunnen worden begroot in de projectbegroting. NWO vergoedt geen kosten voor publicaties in hybride tijdschriften. Deze voorwaarden geldt voor alle vormen van wetenschappelijke publicaties voortkomend uit deze call for proposals. Ook wetenschappelijke monografieën, edited volumes, proceedings en hoofdstukken. Voor een nadere toelichting op het open access beleid van NWO zie: www.nwo.nl/openscience.
Datamanagement
Resultaten van wetenschappelijk onderzoek moeten kunnen worden gerepliceerd, geverifieerd en gefalsifieerd. In het digitale tijdperk betekent dit dat behalve publicaties ook onderzoeksdata zo veel mogelijk vrij toegankelijk moeten zijn. NWO verwacht dat de onderzoeksdata die voortkomen uit projecten die door NWO zijn gefinancierd zo veel mogelijk vrij beschikbaar komen voor hergebruikdoor andere onderzoekers.
NWO hanteert daarbij het principe: “zo open als mogelijk, beschermd indien nodig”. Van onderzoekers wordt verwacht dat zij ten minste die data en/of niet-numerieke resultaten die ten grondslag liggen aan de conclusies van binnen het project gepubliceerde werken openbaar maken, gelijktijdig met de publicatie zelf. Eventuele kosten die hiervoor worden gemaakt, kunnen worden meegenomen in de projectbegroting.
Onderzoekers maken kenbaar hoe met data voortkomend uit het project wordt omgegaan middels de datamanagementparagraaf in de onderzoeksaanvraag, en het datamanagementplan na honorering.
1. Datamanagementparagraaf
De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de onderzoeksaanvraag. Onderzoekers worden dus gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat zij vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al vóór het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Indien niet alle data voortkomende uit het project openbaar gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld om redenen van privacy, ethiek of valorisatie, di ent de aanvrager dit beargumenteerd kenbaar te maken in de datamanagementparagraaf.
2. Datamanagementplan
Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. De onderzoeker beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Het datamanagementplan dient voor indiening te zijn afgestemd met een data steward of vergelijkbare functionaris van de kennisinstelling waar het onderzoek wordt uitgevoerd. Uiterlijk 4 maanden na honorering van de aanvraag moet dat plan via ISAAC zijn ingediend bij NWO. NWO keurt het plan zo snel mogelijk goed. Goedkeuring van het datamanagementplan door NWO is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld.
Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op: www.nwo.nl/datamanagement.
Nagoya Protocol
Het Nagoya Protocol is op 12 oktober 2014 van kracht gegaan en zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruik maken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (www.absfocalpoint.nl). NWO gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.
Ethische aspecten
Voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat onderzoeksvoorstellen die ethische vragen kunnen oproepen zorgvuldig worden behandeld. Voor bepaalde onderzoeksprojecten is een goedkeurende verklaring van een erkende medisch ethische toetsingscommissie (METC) of een Centrale Commissie Dierproeven (CCD) nodig. Daarnaast is voor bepaalde onderzoeksvoorstellen een vergunning nodig op grond van de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO). Meer informatie over de METC is beschikbaar bij de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek(CCMO). Bij de Nederlandse Vereniging voor Dierexperimentencommissies (NVDEC) is informatie over CCD beschikbaar. Bij o.a. de Gezondheidsraad is informatie over de WBO beschikbaar.
Een aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het nagaan of het onderzoeksvoorstel ethische vragen op kan roepen en voor het verkrijgen van een goedkeurende verklaring van de juiste ethische commissie(s) en/of het verkrijgen van een vergunning op grond van de WBO, of gelijksoortige organisatie(s).
NWO onderschrijft de code Openheid Dierproeven en de code Biosecurity. Voor aanvragen geldt dat de aanvragers deze bestaande codes moeten onderschrijven en naleven.
Een onderzoeksproject kan pas starten als NWO (indien nodig)een kopie van de goedkeurende ethische verklaringen/of vergunning WBO ontvangen heeft. NWO verwacht dat de aanvragers rekening houden met het tijdpad van de beoordeling en de tijd die nodig is voor de toetsing door een ethische commissie of de aanvraag voor een WBO vergunning. Voor complexe vragen op het gebied van ethische vraagstukken, behoudt NWO zich het recht voor een externe adviseur te raadplegen.
Wetenschappelijke integriteit
Het onderzoek dat NWO financiert moet, conform de NWO Subsidieregeling 2017, uitgevoerd worden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (2018). Met het indienen van de aanvraag committeert de aanvrager zich aan deze code. In geval van (mogelijke) schending van voornoemde normen bij een door NWO gefinancierd onderzoek, dient de aanvrager NWO hiervan onverwijld op de hoogte te stellen en dient deze alle ter zake relevante documenten aan NWO te overleggen. Meer informatie over de gedragscode en het beleid op het gebied van wetenschappelijke integriteit vindt u op de website: www.nwo.nl/integriteit.
Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.
Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen ISAAC-account in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat minimaal een dag voor het indienen aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen. Indien de hoofdaanvrager al een account bij NWO heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen. Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpdesk, zie paragraaf 5.1.2.
In behandeling nemen
De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden. Hiervoor worden de voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze call for proposals toegepast.
Voor alle bij de beoordelingen/of besluitneming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de NWO-code omgang met persoonlijke belangen van toepassing (www.nwo.nl/code).
Beoordeling door commissie en weerwoord
Vanwege het gerichte doel van de call en de snelle doorlooptijd wordt in deze ronde de beoordelingsprocedure overeenkomstig artikel 2.2.4, tweede lid, van de NWO Subsidieregeling 2017 uitgevoerd zonder inschakeling van externe referenten.
De beoordelingscommissie zal interdisciplinair worden samengesteld. De beoordelingscommissieleden doen een eerste beoordeling van alle aanvragen op basis van de beoordelingscriteria (zie par. 4.2). Vragen naar aanleiding van deze beoordeling worden voor schriftelijk wederhoor aan de hoofdaanvrager voorgelegd. In een commissievergadering worden de aanvragen beoordeeld op de beoordelingscriteria (zie par. 4.2), met inachtneming van het weerwoord. De beoordelingscommissie maakt een prioriteringsvoorstel op basis van de beoordelingscriteria en adviseert het bestuur van het NWO-domein Exacte en Natuurwetenschappen over de toe te wijzen aanvraag.
Besluit
Het bestuur van het NWO-domein Exacte en Natuurwetenschappen besluit over de toewijzing en afwijzing.
Datamanagement
De datamanagementparagraaf in de aanvraag wordt niet beoordeeld en derhalve ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al of niet toe te kennen. De commissie kan wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf. Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de paragraaf uit te werken in een datamanagementplan. Aanvragers kunnen hierbij gebruik maken van het advies van de commissie. Het project kan van start gaan zodra het datamanagementplan is goedgekeurd door NWO.
Kwalificatie
NWO voorziet alle uitgewerkte aanvragen van een kwalificatie. Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekend gemaakt bij het besluit over al dan niet toekennen van financiering.
Om voor financiering in aanmerking te kunnen komen, dient een aanvraag als geheel ten minste de kwalificatie excellent of zeer goed te krijgen, en dient de aanvraag voor het criterium Passendheid bij de call (zie paragraaf 4.2) de kwalificatie excellent of zeer goed te krijgen.
Voor meer informatie over de kwalificaties zie: www.nwo.nl/kwalificaties.
Tijdpad
|
26 januari 2021, 14.00u CE(S)T |
Deadline volledige voorstellen |
|
Eind februari 2021 |
Beoordelingsrapport commissie |
|
Medio maart 2021 |
Aanvragers kunnen een weerwoord indienen |
|
April/mei 2021 |
Besluit bestuur NWO-domein ENW |
De beoordelingscommissie beoordeelt de in behandeling genomen aanvragen aan de hand van de volgende criteria:
1. Passendheid bij het doel van de call
a. Focus op de nationale crisisorganisatie en het decentrale systeem van bijvoorbeeld de veiligheidsregio’s en/of medische instanties;
b. Bijdrage aan theorievorming op, of vernieuwing van het gebied van complexe systemen;
c. Aansluiting bij de in hoofdstuk 2 gevraagde combinatie van complexiteitsonderzoek;
2. Wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoeksvoorstel
a. Wetenschappelijke benadering, relevantie en vernieuwende aspecten;
b. Helderheid van focus en doelstellingen en haalbaarheid;
c. Balans tussen doelen en beschikbare middelen (budget, personele en materiële lasten);
3. Kwaliteit van de aanvrager(s)
a. Passende expertise van de aanvrager(s): de aanvrager(s) is/zijn aantoonbaar ervaren op terreinen die relevant zijn voor de aanvraag en de impact van de resultaten.
4. Kennisbenutting (zie hieronder)
In het totaaloordeel over de aanvraag is de weging van de hoofdcriteria als volgt: passendheid bij het doel van de call 15%, wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoeksvoorstel 40%, kwaliteit van de aanvrager(s) 25%, en kennisbenutting 20%.
Alleen aanvragen die op criterium 1 én als geheel als excellent of zeer goed zijn beoordeeld komen voor honorering in aanmerking.
Kennisbenutting
Sinds 2009 zet NWO in op concreet beleid dat de overdracht van kennis die gegenereerd is met behulp van NWO-financiering moet stimuleren. Deze overdracht kan zowel naar andere wetenschappelijke disciplines als naar gebruikers buiten de wetenschap (bedrijfsleven/maatschappij) plaatsvinden. Het kennisbenuttingsbeleid is met name gericht op het vergroten van de bewustwording bij onderzoekers ten aanzien van kennisbenutting. NWO vraagt daarom van alle onderzoekers die in aanmerking willen komen voor financiering om met behulp van een aantal vragen (bijvoorbeeld: hoe zal kennisbenutting geïmplementeerd worden en hoe beoogt de onderzoeker kennisbenutting te bevorderen?) een toelichting te geven op de mogelijke kennisbenutting van hun project. Deze toelichting wordt meegewogen in de beoordeling. Bij de beoordeling wordt gelet op:
− een realistische weergave van kennisbenuttingsmogelijkheden (of het gebrek aan mogelijkheden),
− de mate van concretisering van het plan van aanpak omtrent kennisbenutting.
Voor voorbeelden van kennisbenutting, zie www.nwo.nl/kennisbenutting.
Voor inhoudelijke vragen over Complexiteitsonderzoek rond de Covid-19 crisis en deze call for proposals neemt u contact op met:
Mevr. drs. M.L. (Marieke) van Duin, tel. +31 (0)70 344 09 21, e-mail ComplexityCovid19@nwo.nl
Mevr. dr. C. (Channah) Herschberg tel. +31 (0)70 349 4099, e-mail ComplexityCovid19@nwo.nl
Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC-helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)20 346 71 79. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.
Voor personeel dat een substantiële bijdrage levert aan het onderzoek kan subsidie voor de salariskosten worden aangevraagd. Subsidiëring van deze salariskosten is afhankelijk van het type aanstelling en de organisatie waar het personeel is/wordt aangesteld.
− Voor universitaire instellingen worden salariskosten gefinancierd conform de op het moment van subsidieverlening geldende VSNU-salaristabellen
− Voor universitair medisch centra worden salariskosten gefinancierd conform de op het moment van subsidieverlening geldende NFU-salaristabellen
− Voor personeel van hogescholen en andere instellingen worden salariskosten gefinancierd op basis van de cao inschaling van de betreffende medewerker, gebaseerd op de Handleiding Overheidstarieven 2017.
− Voor de Nederlandse Cariben geldt dat de rijksoverheid in Caribisch Nederland ambtenaren op de BES- eilanden onder andere voorwaarden in dienst neemt dan in Europees Nederland. https://www.rijksdienstcn.com/werken-bij-rijksdienst-caribisch-nederland/arbeidsvoorwaarden.
De tarieven voor alle budgetmodules zijn verwerkt in het begrotingsformat bij het aanvraagformulier. Voor de budgetmodule ‘Postdoc’ komt bovenop de salariskosten een eenmalige persoonsgebonden benchfee van € 5.000 ter stimulering van de wetenschappelijke carrière van de door NWO gefinancierde projectmedewerker.
Vergoedingen voor promotiestudenten/beursalen aan een Nederlandse universiteit komen niet in aanmerking voor subsidie van NWO.
Hieronder volgt een toelichting op de beschikbare budgetmodules.
Postdoc
De omvang van de aanstelling van een postdoc is minimaal 6 voltijdsmaanden en maximaal 24 voltijdsmaanden. De inzet kan naar eigen inzicht worden ingericht, maar is altijd minstens 0,5 fte óf de looptijd is minstens 12 maanden. Het product van fte x looptijd dient altijd minimaal 6 voltijdsmaanden te zijn.
Voor een beperktere inzet van een postdoc staat het materieel budget ter beschikking.
Vervanging van aanvragers
Met deze budgetmodule kan financiering worden aangevraagd voor de kosten van de te vervangen hoofd – en/of mede-aanvrager(s). Hiermee kan de werkgever van de betreffende aanvrager de kosten dekken om hem/haar vrij te stellen van onderwijs-, begeleidings-, bestuurs- of beheertaken (geen onderzoekstaken). De door de vervanging vrijgekomen tijd mag/mogen de aanvrager(s) alleen inzetten voor werkzaamheden in het kader van het project. In de aanvraag moet beschreven worden welke werkzaamheden in het kader van het project de aanvrager(s) in de vrijgestelde tijd zullen verrichten.
Er kan voor maximaal het equivalent van 5 voltijdsmaanden vervanging worden aangevraagd. NWO financiert de vervanging op basis van de op het moment van subsidieverlening geldende salaristabellen (www.nwo.nl/salaristabellen) voor een senior wetenschappelijk medewerker (schaal 11.0).
Toelichting op budgetmodule Materieel
Per fte aangevraagde wetenschappelijke positie (postdoc) kan per jaar van de aanstelling maximaal€ 15.000 materieel budget worden aangevraagd. Materieel budget voor kleinere aanstellingen wordt naar rato aangevraagd en door NWO beschikbaar gesteld.
De verdeling van het totaalbedrag aan materieel budget over de door NWO gesubsidieerde personeelsposities ligt bij de aanvrager. Het aan te vragen materieel budget is gespecificeerd naar de onderstaande drie posten:
Projectgebonden goederen/diensten
− verbruiksgoederen (glaswerk, chemicaliën, cryogene vloeistoffen, etc.)
− meet- en rekentijd (bijv. supercomputertoegang, etc.)
− kosten voor aanschaf of gebruik van dataverzamelingen (bijv. van het CBS), waarvoor het totaalbedrag niet meer dan € 25.000 per aanvraag bedraagt.
− toegang tot grote (inter)nationale faciliteiten (bijv., cleanroom, synchrotron, etc.)
− werk door derden (bijv. laboratoriumanalyses, dataverzameling, citizen science, etc
− personele kosten voor een aanstelling van een postdoc voor een kleinere omvang dan aangeboden onder deze personele budgetmodules.
Reis- en verblijfskosten ten behoeve van de aangevraagde personeelsposities
− reis- en verblijfskosten
− congresbezoek (maximaal 2 per jaar per aangevraagde wetenschappelijke personeelspositie)
− veldwerk
− werkbezoek
Uitvoeringskosten
− zelf te organiseren binnenlands symposium/conferentie/workshop
− kosten voor Open Access-publiceren (uitsluitend in full gold Open Access tijdschriften, geregistreerd in de ‘Directory of Open Access Journals’ https://doaj.org/)
− kosten datamanagement
− kosten voor vergunningaanvragen (bijv. dierproeven)
− auditkosten (alleen voor instellingen die niet onderworpen zijn aan het onderwijsaccountantsprotocol van OCW), maximaal € 5.000 per aanvraag; voor projecten van drie jaar of korter maximaal € 2.500 per aanvraag.
Niet aangevraagd kunnen worden:
− basisvoorzieningen binnen de instelling(bijvoorbeeld laptop, kantoormeubilair etc.)
− onderhouds- en verzekeringskosten
Indien het maximumbedrag van € 15.000 per jaar per fte per aangevraagde wetenschappelijke positie niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden.
Toelichting op budgetmodule Kennisbenutting
Het doel van deze budgetmodule is het bevorderen van de benutting van de uit het onderzoek voortkomende kennis4. Het aangevraagde budget mag niet hoger zijn dan € 25.000.
Aangezien kennisbenutting in de verschillende wetenschapsgebieden zeer veel verschillende vormen kent, is het aan de aanvrager om te specificeren welke kosten nodigzijn, bijvoorbeeld voor het maken van een lespakket, een haalbaarheidsstudie naar toepassingsmogelijkheden, of kosten voor het indienen van een octrooiaanvraag.
Het aangevraagde budget dient in de aanvraag adequaat gespecificeerd te worden.
Toelichting op budgetmodule Internationalisering
Met budget voor internationalisering wordt het stimuleren van internationale samenwerking beoogd. Het aangevraagde budget mag niet hoger zijn dan € 25.000. Het aangevraagde bedrag moet gespecificeerd zijn. Indien het maximumbedrag niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden.
Subsidiabel zijn:
− reis- en verblijfskosten voor zover het om directe onderzoekskosten gaat voortvloeiende uit de internationale samenwerking en additionele kosten voor internationalisering die niet op een andere manier – bijvoorbeeld vanuit de benchfee – worden gedekt;
− reis- en verblijfskosten voor buitenlandse gastonderzoekers;
− kosten voor de organisatie van internationale workshops/ symposia / wetenschappelijke bijeenkomsten.
Toelichting op budgetmodule Money follows Cooperation (MfC)
De module Money follows Cooperation geeft de mogelijkheid om een deel van het project aan een kennisinstelling met een publieke taak buiten Nederland uit te voeren.
De aanvrager moet overtuigend onderbouwen op welke wijze de onderzoeker van de buitenlandse kennisinstelling specifieke expertise aan het onderzoeksproject bijdraagt die in Nederland niet op het voor het project noodzakelijke niveau beschikbaar is.
Deze voorwaarde geldt niet wanneer NWO een bilaterale overeenkomst omtrent Money follows Cooperation heeft gesloten met de nationale onderzoeksfinancier van het land waar de buitenlandse kennisinstelling zich bevindt. Op deze webpagina van NWO leest u met welke onderzoeksfinanciers NWO een dergelijke overeenkomst heeft gesloten.
Het aangevraagde budget binnen deze module moet minder dan 50% van het totale aangevraagde budget bedragen.
De medeaanvrager van de participerende buitenlandse kennisinstelling dient aan de in paragraaf 3.1 van deze call for proposals gestelde vereisten voor medeaanvragers te voldoen, met uitzondering van de voorwaarde dat de medeaanvrager binnen het Koninkrijk der Nederlanden gevestigd dient te zijn.
De tarieven voor de personele kosten van onderzoekers aan de buitenlandse kennisinstelling worden berekend aan de hand van de correctie-coëfficiënten tabel van de Marie Skłodowska-Curie-beurzen (EU, Horizon 2020), waarbij de Nederlandse VSNU tarieven het uitgangspunt zijn. De tabel is te vinden op deze webpagina van NWO.
De hoofdaanvrager ontvangt de subsidie en is verantwoordelijk voor het overmaken aan de buitenlandse kennisinstelling en het verantwoorden van het MfC-deel van de subsidie. Het MfC-deel van de verantwoording zal onderdeel uitmaken van de totale financiële eindverantwoording van het project.
Het wisselkoersrisico ligt bij de aanvragers. Baten of lasten door wisselkoersen zijn derhalve niet subsidiabel. De aanvrager is verantwoordelijk voor:
− de financiële verantwoording van alle kosten in zowel Euro’s als de lokale munteenheid, waarbij moet de
− gehanteerde wisselkoers zichtbaar zijn;
− een redelijke vaststelling van de hoogte van de wisselkoersen. Op aanvraag van NWO moet de aanvrager een beschrijving van deze redelijke vaststelling te allen tijde kunnen geven.
Als binnen deze module meer dan 125.000 Euro wordt aangevraagd, dan dient de financiële eindverantwoording vergezeld te gaan met een controleverklaring.
NWO verstrekt geen subsidie aan medeaanvragers in het buitenland die vallen onder (inter-)nationale sanctiewet- en regelgeving. De EU Sanctions map (www.sanctionsmap.eu) is hiervoor richtinggevend.
In deze budgetmodule wordt aangesloten bij de definitie voor “kennisoverdracht” die de Europese Commissie hanteert in de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PbEU 2014, C 198).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-55099.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.