Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 oktober 2020, nr. 2020-0000603343, houdende wijziging van de Regeling basisregistratie personen ter indexering van de vergoedingen voor een verstrekking uit het centraal archief van overledenen

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 49 van het Besluit basisregistratie personen;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 33, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 4,35’ vervangen door ‘€ 4,45’ en ‘€ 8,70’ vervangen door ‘€ 8,90’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 4’ vervangen door ‘€ 4,05’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

TOELICHTING

Achtergrond

Deze regeling strekt tot het aanpassen van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP) op het punt van de vergoedingen die moeten worden betaald voor verstrekkingen van gegevens uit het centraal archief van overledenen. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is op grond van artikel 4.7, tweede lid, van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens in het centraal archief van overledenen. Het centraal archief van overledenen bestaat uit de persoonskaarten, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van het tot 1 oktober 1994 geldende Besluit bevolkingsboekhouding. Het feitelijk beheer van het centraal archief wordt namens de Staatssecretaris van BZK uitgevoerd op grond van een overeenkomst van 24 maart 1995 door het bestuur van de Stichting Centraal Bureau voor Genealogie (CBG).

Juridisch kader

Op grond van artikel 4.8 van de Wet BRP en artikel 49 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP) stelt de Staatssecretaris van BZK regels omtrent heffingen in verband met de verstrekking van gegevens uit het centraal archief van overledenen. De bedragen van de vergoedingen voor een niet-systematische verstrekking van gegevens uit het centraal archief van overledenen zijn opgenomen in artikel 33 van de Regeling BRP. Met voorliggende wijziging van artikel 33 van de Regeling BRP worden de betreffende bedragen geïndexeerd, opdat zij in lijn blijven met de werkelijke kosten van de geleverde diensten van het CBG.

Indexering tarieven

De jaarlijkse indexering van de vergoedingen per 1 januari vindt plaats aan de hand van de voor het komende jaar ingeschatte kostenontwikkeling, waarbij wordt uitgegaan van de mutatie van het consumentenprijsindexcijfer, zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek voor de maand juni van het lopende jaar in vergelijking tot de maand juni van het voorgaande jaar. De aldus berekende factor wordt toegepast op de niet afgeronde bedragen van de geïndexeerde vergoedingen, zoals die eerder zijn berekend. Daarmee wordt een opeenstapeling van afrondingen voorkomen.

De op dit moment in de Regeling BRP vermelde vergoeding voor een verstrekking uit het centraal archief van overledenen bedraagt € 4,35 per persoon op wie het verzoek betrekking heeft, met dien verstande dat ten minste € 8,70 in rekening wordt gebracht (artikel 33, tweede lid, onderdeel a) en € 4,00 per persoon op wie het verzoek betrekking heeft, indien het verzoek betrekking heeft op meer dan honderd personen (artikel 33, tweede lid, onderdeel b). De factor waarmee het consumentenprijsindexcijfer (CPI) voor de maand juni 2020 is gestegen ten opzichte van de maand juni 2019 is vastgesteld op 1,015779. Deze factor wordt toegepast op de bovengenoemde bedragen, met dien verstande dat ten minste een bedrag van € 8,90 (2 x € 4,45) in rekening gebracht wordt voor een verstrekking uit het centraal archief van overledenen (artikel 33, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling BRP). De keuze voor een minimumvergoeding, die tweemaal de vergoeding per persoon bedraagt, is ingegeven vanuit de vaste administratieve kosten die verstrekking uit een fysiek archief met zich brengt. De nieuwe vergoedingen voor het jaar 2021 en de wijze van berekening van de vergoedingen zijn weergegeven in onderstaande tabel.

 

2020 (niet afgerond)

2021 (na CPI factor 1,015779)

2021 afgerond

Per persoon

4,360265

4,429066

4,45

Bij meer dan 100 personen

3,983451

4.046306

4,05

Consultatie en advies

Het ontwerp van deze regeling is voor consultatie voorgelegd aan het Gebruikersoverleg BRP. Voor de leden van het Gebruikersoverleg gaf de ontwerpregeling geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

Over de ontwerpregeling is tevens advies gevraagd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Het ATR heeft te kennen gegeven deze regeling niet te hebben geselecteerd voor een formeel advies maar deze ambtelijk te hebben afgedaan, omdat de regeling naar verwachting geen (omvangrijke) regeldrukeffecten tot gevolg zal hebben.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Hierbij is rekening gehouden met het stelsel van vaste verandermomenten.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven