Mededeling van de Minister voor Milieu en Wonen, van 22 januari 2020, nr. IENW/BSK-2019/227406, inzake de implementatie van Gedelegeerde Richtlijnen (EU) 2019/169 tot en met (EU) 2019/177 van de Commissie tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur

DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN,

deelt, overeenkomstig aanwijzing 9.13 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, mede dat Gedelegeerde Richtlijnen:

  • (EU) 2019/169 van de Commissie van 16 november 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood in diëlektrische keramiek in bepaalde condensatoren;

  • (EU) 2019/170 van de Commissie van 16 november 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood in op PZT gebaseerde diëlektrische keramische materialen voor bepaalde condensatoren;

  • (EU) 2019/171 van de Commissie van 16 november 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van cadmium en cadmiumverbindingen in elektrische contacten;

  • (EU) 2019/172 van de Commissie van 16 november 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor lood in soldeer voor de totstandbrenging van een haalbare elektrische verbinding tussen een halfgeleider-die en een drager in „flip chip”-behuizingen voor geïntegreerde schakelingen;

  • (EU) 2019/173 van de Commissie van 16 november 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood en cadmium in drukinkt voor het aanbrengen van email op glas;

  • (EU) 2019/174 van de Commissie van 16 november 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood in kristalglas zoals omschreven in Richtlijn 69/493/EEG;

  • (EU) 2019/175 van de Commissie van 16 november 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor loodoxide in fritaansmeltingen van vensters voor bepaalde laserbuizen;

  • (EU) 2019/176 van de Commissie van 16 november 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor een toepassing van lood in de metalliseerlaag van bepaalde dioden;

  • (EU) 2019/177 van de Commissie van 16 november 2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor lood als activator in het fluorescentiepoeder van gasontladingslampen met fosforen;

zijn geïmplementeerd door middel van bestaande wetgeving.

De wijzigingen van bijlage III van Richtlijn 2011/65/EU als gevolg van implementatie van Gedelegeerde Richtlijnen (EU) 2019/169 tot en met (EU) 2019/177 gelden met ingang van 1 maart 2020.

Met deze bekendmaking wordt uitvoering gegeven aan de verplichting van artikel 2, eerste lid, van de hiervoor genoemde gedelegeerde richtlijnen om de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken op uiterlijk 29 februari 2020.

Deze mededeling zal aan de Europese Commissie worden gestuurd, waarmee uitvoering wordt gegeven aan artikel 2, derde lid, van de hiervoor genoemde gedelegeerde richtlijnen.

Onderstaande transponeringstabel geeft aan op welke wijze de betreffende gedelegeerde richtlijnen zijn geïmplementeerd:

Bepalingen EU-richtlijnen

Bepaling in nationale regeling

Toelichting

Artikel 1

Artikel 15 Regeling gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur

Wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU. Door het instrument van dynamische verwijzing in artikel 15 van de nationale regeling wordt in omzetting voorzien.

Artikel 2

Behoeft naar zijn aard geen implementatie

Richt zich tot de lidstaat. Door middel van de dynamische verwijzing in de eerder genoemde bepaling gaan de Gedelegeerde Richtlijnen (EU) 2019/169, (EU) 2019/170, (EU) 2019/171, (EU) 2019/172, (EU) 2019/173, (EU) 2019/174, (EU) 2019/175, (EU) 2019/176 en (EU) 2019/177 gelden met ingang van 1 maart 2020, de dag waarop aan eerdergenoemde gedelegeerde richtlijnen uitvoering moet zijn gegeven.

De bekendmaking zal aan de Commissie worden gestuurd.

Artikel 3

Behoeft geen implementatie

Betreft de datum van inwerkingtreding van de gedelegeerde richtlijnen.

Artikel 4

Behoeft geen implementatie

De gedelegeerde richtlijnen zijn tot de lidstaten gericht.

DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN, namens deze, DE DIRECTEUR BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN, G.A. Jurgens

Naar boven