Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 12 oktober 2020, nr. DGBI-DE/20218136, houdende wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2014 (digitale radio-omroep, laag 3 en 7)

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat;

Gelet op artikel 3.1 van de Telecommunicatiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij het besluit van de Minister van Economische Zaken van 3 november 2014, DGETM-TM/ 14179469, houdende vaststelling van het Nationaal Frequentieplan 2014 (Nationaal Frequentieplan 2014)1 wordt als volgt gewijzigd:

In Annex 3 worden in nationale voetnoot HOL002A de regels, luidende:

Frequentieblok

Frequentieband (MHz)

6A

181.000 – 182.792

6D

186.216 – 188.000

7B

189.784 – 191.496

7D

193.208 – 195.000

8B

196.792 – 198.504

8D en 9A

200.216 – 203.784

9C1

205.496 – 207.208

X Noot
1

Het frequentieblok 9C vormt onderwerp van studie voor zover het dekkingsgebied van dit frequentieblok niet grotendeels samenvalt met de provincie Limburg dan wel met de provincie Brabant.

Vervangen door:

Frequentieblok

Frequentieband (MHz)

6A

181.000 – 182.792

6D

186.216 – 188.000

7B

189.784 – 191.496

8B

196.792 – 198.504

8D

200.216 – 203.784

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.

TOELICHTING

Het Nationaal Frequentieplan

Bij besluit van 3 november 2014 is op grond van artikel 3.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet het Nationaal Frequentieplan 2014 (hierna: NFP), vastgesteld. In het NFP licht de rijksoverheid de systematiek van de ordening van het frequentiespectrum toe, en beschrijft de doelstellingen van het frequentiebeleid en frequentiebeheer; het vermijden van interferentie (storing) tussen frequentiegebruikers is hierbij de hoofddoelstelling.

Het belangrijkste onderdeel van het NFP is de frequentietabel waarin per frequentieband wordt aangegeven voor welk type gebruik deze band is bestemd en volgens welk verdeelmechanisme deze band beschikbaar wordt gesteld voor frequentiegebruikers. In feite is het NFP een bestemmingsplan voor het radiospectrum. Op basis van dit plan wordt de vergunningverlening, het gebruik en het beheer van het spectrum uitgevoerd.

Aanleiding en inhoud van het besluit

Dit wijzigingsbesluit heeft betrekking op de frequentieruimte in de frequentieband 174 – 230 MHz (band III). Deze frequentieruimte is bestemd voor digitale omroep. Een deel van deze frequentieruimte is reeds uitgegeven en aangewezen voor landelijke en niet-landelijke commerciële radio-omroep, vanwege de koppeling met FM-vergunningen en de digitaliseringsverplichting.

Met dit wijzigingsbesluit wordt het mogelijk gemaakt om twee digitale lagen met landelijke dekking te vormen. De digitale laag 3 en de digitale laag 7 worden omgevormd tot lagen met landelijke dekking. Met dit wijzigingsbesluit wordt een efficiëntere indeling van het digitale spectrum mogelijk gemaakt en ontstaat er een extra landelijke digitale laag.

Taskforce

In december 2017 is een Taskforce Radio (hierna: Taskforce) opgericht om een alternatieve indeling van het digitale spectrum te onderzoeken. Doel van de Taskforce was om – conform de wens van de Tweede Kamer – in overleg met de sector tot breed gedragen verbetervoorstellen te komen ten aanzien van de indeling van het spectrum voor digitale radio. Met een efficiëntere indeling van het spectrum wordt beoogd de uitrol en het gebruik van digitale radio in Nederland verder te bevorderen.

De Taskforce heeft, onder leiding van een onafhankelijke voorzitter, diverse scenario’s voor een efficiëntere indeling van het digitale radiospectrum uitgewerkt en besproken. In maart 2019 heeft de Taskforce een gezamenlijke voorkeur uitgesproken voor scenario 2a, omdat dit scenario het meest recht doet aan alle betrokken belangen en de doorontwikkeling van de digitalisering van radio. Scenario 2a heeft als belangrijkste kenmerk dat de landelijke vergunninghouder Mobiele Televisie Nederland B.V. (hierna: MTV NL) en de niet-landelijke publieke en commerciële vergunninghouders in grote lijnen van frequentielagen wisselen (lagen 3 en 4). Daarbij wordt de laag van MTV NL (laag 3) omgevormd in een (grotendeels) Single Frequency Network (hierna: SFN), bestemd voor digitale omroep, en krijgen de regionale partijen (op termijn) een nieuw ingedeelde regionale laag (laag 4). Daarnaast wordt één laag omgevormd tot een landelijke SFN-laag, bestemd voor landelijke commerciële omroep (laag 7). De Tweede Kamer is per brief van 1 april 2019 geïnformeerd over de uitkomsten van de Taskforce.2

Wijziging voetnoot HOL002A

Hoewel band III in de frequentietabel van het Nationaal Frequentieplan onder andere is bestemd voor digitale omroep, zijn de frequentieblokken 7D en 9C in de nationale voetnoot HOL002A aangewezen als onderwerp van studie. Om het mogelijk te maken dat de frequentieblokken 7D en 9C beschikbaar komen voor digitale omroep, moeten deze frequentieblokken uit voetnoot HOL002A worden gehaald. Dit betekent dat voor deze frequentieblokken dan de reguliere bestemming uit het Nationaal Frequentieplan gaat gelden, namelijk digitale omroep. Beide frequentieblokken kunnen dan aan commerciële omroepen conform het reguliere verdeelmechanisme worden verdeeld, te weten via een veiling of vergelijkende toets.

Beide lagen zijn bedoeld voor landelijke commerciële radio-omroep. Voor de landelijke laag die bestaat uit allotment 9C (laag 7) is het voornemen om deze te veilen. Allotment 7D wordt ingezet bij de wijziging en verlenging van de vergunning van MTVNL, de huidige vergunninghouder van laag 3. De betreffende veiling- en verlengingsregelingen worden separaat geconsulteerd en vastgesteld.

Het kan nodig zijn om in laag 3 eerst kanaal 9A in te zetten voor de provincie Zeeland. Dit, omdat de internationale coördinatie voor het gebruiken van kanaal 7D in Zeeland nog niet is afgerond (zie hieronder). Ook kanaal 9A wordt daarom uit voetnoot HOL002A gehaald.

Laag 3

In laag 3 wordt een landelijk dekkende laag in band III (174 MHz-230 MHz) gevormd, te weten frequentieblok 7D, in de frequentieband 193,208 – 195,000 MHz. Dit frequentieblok krijgt landelijke dekking, met uitzondering van de provincie Zeeland. Laag 3 bestaat momenteel uit de volgende kanalen, waar MTVNL momenteel de vergunninghouder van is:

Frequentie

blok

Frequentie

band (MHz)

5A

174,000-175,784

7C

191,496-193,208

11A

216,000-217,784

5D

179,208-181,000

11B

217,784-219,496

5B

175,784-177,496

12B

224.792-226,504

9C

205,496-207,208

8C

198.504-200.216

Deze bestaande laag met meerdere kanalen wordt omgevormd tot een landelijk dekkende laag, in eerste instantie met twee kanalen. Kanaal 9A, dat dekking geeft in de provincie Zeeland en kanaal 7D, dat dekking geeft in de rest van Nederland. Kanaal 7D heeft geen dekking in de provincie Zeeland, omdat hierover nog geen overeenstemming is bereikt met de buurlanden. Voor dit gebied wordt daarom kanaal 9A ingezet, totdat de coördinatie is afgerond. De indeling ziet er dan als volgt uit:

Wanneer de internationale coördinatie met een positief resultaat is afgerond, bestaat deze laag nog slechts uit kanaal 7D, die dan volledig landelijke dekking geeft.

Laag 7

Het gaat bij Laag 7 om het vormen van een landelijk dekkende laag in band III (174 MHz-230 MHz), met gebruikmaking van frequentieblok 9C, in de frequentieband 205,496 – 207,208 MHz. De indeling van laag 7 komt er als volgt uit te zien:

Internationale coördinatie

Met de wijziging van de bestemming van de frequentiebanden 193,208 – 195,000 MHz en 205,496 – 207, 208 MHz komen deze banden beschikbaar voor de reguliere bestemming van de frequentietabel van het NFP, namelijk voor digitale omroep.

Nederland beschikt nu nog niet over alle frequentierechten binnen deze banden, maar is hierover wel in gesprek met de buurlanden. Indien nodig kunnen nadere voorwaarden aan de vergunning worden verbonden.

Openbare voorbereidingsprocedure

Dit besluit is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit houdt in dat het voorgenomen besluit zes weken, namelijk van 28 mei 2020 tot en met 9 juli 2020 ter inzage heeft gelegen zodat een ieder zijn of haar zienswijze hierop kon geven. Hieronder wordt op de ingebrachte zienswijzen ingegaan, voor zover deze van toepassing zijn op dit besluit.

Er zijn geen zienswijzen binnengekomen die ingaan op de inhoud van het onderhavige besluit. Deze zienswijzen blijven derhalve onbesproken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
2

Brief van 1 april 2019, Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 24 095, nr. 463.

Naar boven