TOELICHTING
1. Inleiding
In verband met het afsluiten van een financieel arrangement met de leverancier worden
met deze wijziging van de Regeling zorgverzekering (Rzv) de geneesmiddelen dabrafenib
en trametinib per 1 november 2020 tijdelijk opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering
voor zover verstrekt in het kader van de combinatietherapie voor de adjuvante behandeling
van volwassen patiënten met melanoom in stadium III met een BRAF V600-mutatie, na
complete resectie.
2. Sluis
Met het oog op het nemen van maatregelen die een beheerste instroom in het basispakket
mogelijk maken, is per 1 juli 2018 in artikel 2.4a van het Besluit zorgverzekering
(Bzv) de bevoegdheid om dure intramurale geneesmiddelen (tijdelijk) uit te sluiten
nadrukkelijk geregeld (Stb. 2018, 131). De toepassing van deze bevoegdheid wordt 'de sluis' genoemd. Zolang een geneesmiddel
in de sluis is geplaatst, is het uitgesloten van het basispakket en wordt het niet
vergoed uit hoofde van de zorgverzekering.
Een intramuraal geneesmiddel komt in aanmerking voor de sluis in de volgende twee
gevallen:
-
• het verwacht macrokostenbeslag van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling
van één nieuwe indicatie of van meerdere nieuwe indicaties samen bedraagt € 40 miljoen
of meer per jaar. Alle nieuwe indicaties worden in de sluis geplaatst. Op het moment
van plaatsing in de sluis bestaande indicaties worden uitgezonderd van de toepassing
van de sluis. Het geneesmiddel is voor bestaande indicaties derhalve niet uitgesloten
van het basispakket;
-
• de verwachte kosten van de verstrekking van het geneesmiddel voor de behandeling van
een nieuwe indicatie zijn € 50.000 of meer per jaar en het verwachte macrokostenbeslag
van die verstrekkingen bedraagt € 10 miljoen of meer per jaar. Deze nieuwe indicatie
wordt in de sluis geplaatst.
Onder een indicatie valt niet alleen een indicatie waarvoor het geneesmiddel is of
wordt geregistreerd, maar ook 'off-label' gebruik van het geneesmiddel dat is of wordt
geprotocolleerd of gestandaardiseerd door de beroepsgroep. Plaatsing in de sluis geschiedt
binnen een maand na registratie respectievelijk vaststelling van het protocol of de
standaard voor de nieuwe indicatie.
Terwijl het geneesmiddel in de sluis is geplaatst, kan eventuele opname in het basispakket
worden beoordeeld. Hierover kan Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) advies
worden gevraagd. De sluis maakt het mogelijk maatregelen te treffen om de verstrekking
van het geneesmiddel op betaalbare wijze via het basispakket toegankelijk te maken
en te houden. Dit kunnen financiële maatregelen zijn, in het bijzonder het sluiten
van een financieel arrangement met de leverancier van het geneesmiddel, alsmede maatregelen
om gepast gebruik van het geneesmiddel te bevorderen en te borgen.
Als, voor zover van toepassing, het Zorginstituut advies heeft uitgebracht en er voldoende
maatregelen zijn getroffen voor gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken
van financiële risico’s, kan besloten worden over opname van het geneesmiddel in het
basispakket.
De opname in het basispakket kan tijdelijk of onder voorwaarden geschieden. De tijdelijkheid
of de voorwaarden zijn dan afgeleid van de maatregelen die zijn geïnitieerd of getroffen
voor het realiseren van gepast gebruik van het geneesmiddel en voor het afdekken van
financiële risico’s. Wanneer de opname tijdelijk is, bijvoorbeeld gedurende de looptijd
van een financieel arrangement, dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid
dat het geneesmiddel daarna geen deel meer uitmaakt van het basispakket.
3. Dabrafenib en trametinib
Sluisplaatsing
Per 27 september 2018 (Stcrt. 2018, 54540) zijn de geneesmiddelen dabrafenib (merknaam: Tafinlar) en trametinib (merknaam:
Mekinist) in de sluis geplaatst voor zover verstrekt in het kader van de combinatietherapie
van dabrafenib en trametinib voor de adjuvante behandeling van volwassen patiënten
met melanoom in stadium III met een BRAF V600-mutatie, na complete resectie (hierna:
de combinatietherapie). Aanleiding voor dat besluit was de verstrekking van een handelsvergunning
door de Europese Commissie op 27 augustus 2018 voor deze combinatietherapie.
Met plaatsing in de sluis is voorkomen dat dabrafenib en trametinib voor de combinatietherapie
automatisch het basispakket zouden instromen. Dit is gedaan op basis van de verwachting
dat het totale macrokostenbeslag voor de inzet van dabrafenib en trametinib in het
kader van de combinatietherapie zou kunnen uitkomen op respectievelijk circa € 16,8
miljoen en € 15,9 miljoen op jaarbasis. Daarom werden dabrafenib en trametinib voor
de combinatietherapie uitgesloten van het basispakket.
Advies Zorginstituut
Op 4 juni 2020 heeft het Zorginstituut advies uitgebracht over de combinatietherapie.
Dit advies betrof een herbeoordeling die volgde op een advies van het Zorginstituut
daterend van 28 augustus 2019. Destijds kon het Zorginstituut geen advies geven over
eventuele prijsonderhandelingen omdat de kosteneffectiviteitsanalyse die de fabrikant
had aangeleverd van onvoldoende kwaliteit was. Hierdoor kon het Zorginstituut geen
realistische schatting van de kosteneffectiviteit geven. In beide adviezen concludeerde
het Zorginstituut dat de inzet van dabrafenib in combinatie met trametinib voor de
indicatie als adjuvante behandeling na volledige chirurgische behandeling van stadium
III melanoom met een BRAF V600E/\/600K-mutatie bij volwassen patiënten met ECOG 0-1
status en lymfekliermetastase >1 mm aan het in artikel 2.1, tweede lid, Bzv opgenomen
criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’ voldoet. Het Zorginstituut raamt de
meerkosten hiervan tussen de € 6 miljoen en € 28 miljoen in het derde jaar na opname,
waarbij op basis van de vraagprijs van de leverancier is uitgegaan van kosten voor
dabrafenib en trametinib van bijna € 97.000,– per patiënt per behandeling.
Het Zorginstituut heeft geadviseerd om te onderhandelen over de prijs van de geneesmiddelen
voor de bovengenoemde indicatie, omdat de gehanteerde referentiewaarde voor kosteneffectiviteit
te hoog is. Bovendien is het onzeker in hoeverre de behandeling tot overlevingswinst
leidt in vergelijking met afwachten. Daarnaast heeft de beroepsgroep beschikking over
andere, recent beschikbaar gekomen middelen om het merendeel van de patiëntengroep
te behandelen, waarbij het onduidelijk is of deze geneesmiddelen effectiever zijn
dan de combinatie van dabrafenib met trametinib. Vanwege deze onzekerheden adviseert
het Zorginstituut om mogelijkheden zoals pay-for-performance en pay for proof te overwegen.
Tijdelijke opheffing sluis
In oktober 2020 zijn de onderhandelingen met de leverancier van dabrafenib en trametinib
afgerond. Er zijn afspraken gemaakt tot 1 januari 2025. Op grond van het onderhandelingsresultaat
zijn er voldoende waarborgen dat bij opname van de combinatietherapie in het basispakket
de uitgaven op een aanvaardbaar niveau blijven en maatschappelijk verantwoord zijn.
Het afgesloten financieel arrangement gaat in met ingang van 1 november 2020 en loopt
tot 1 januari 2025. Uitgaande van een correcte uitvoering van het financieel arrangement
is met deze wijziging van de Rzv geregeld dat de combinatietherapie van 1 november
2020 tot 1 januari 2025 niet meer is uitgesloten van het basispakket. Volledigheidshalve
wordt opgemerkt dat de combinatietherapie slechts deel kan uitmaken van het basispakket
voor zover het voldoet aan het in artikel 2.1, tweede lid, Bzv opgenomen criterium
‘stand van de wetenschap en praktijk’.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark