Volmacht en machtiging van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 16 oktober 2020, IENW/BSK-2020/190010, aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake het verrichten van rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met de inning van de door de waterschappen verschuldigde vergoedingen vanwege de organisatie door de gemeenten van de waterschapsverkiezingen

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 98, tweede lid, van de Waterschapswet,

Besluit:

Artikel 1

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt volmacht en machtiging verleend voor het verrichten van de volgende rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met de inning van de door de waterschappen verschuldigde kosten van gemeenten vanwege de organisatie van de waterschapsverkiezingen:

  • a. het opstellen van een Rijksfactuur per waterschap op basis van de door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij beschikking vastgestelde vergoedingen;

  • b. het jaarlijks in rekening brengen van de bedragen bij de waterschappen;

  • c. het verrichten van overige (rechts)handelingen verband houdende met de inning van de bedragen, bedoeld in artikel 1, onderdeel b.

Artikel 2

Deze volmacht en machtiging treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

Deze volmacht en machtiging wordt aangehaald als: Volmacht en machtiging Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake het verrichten van rechtshandelingen die verband houden met de inning van de door de waterschappen verschuldigde kosten van gemeenten vanwege de organisatie van de waterschapsverkiezingen.

Deze volmacht en machtiging zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 oktober 2020

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven