TOELICHTING
Inleiding
Op 28 september jl. heeft het kabinet nieuwe maatregelen afgekondigd om de verspreiding
van het coronavirus tegen te gaan. Deze beperkende maatregelen hebben ook economische
gevolgen, ook voor het inkomen van zelfstandig ondernemers. Om die reden acht het
kabinet het minder in de rede te liggen om met ingang van 1 oktober 2020 de Tijdelijke
overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) te versoberen en een beperkte
vermogenstoets bij het verlenen van algemene bijstand op grond van de Tozo in te voeren.
Het kabinet heeft daarom besloten om de invoering van een beperkte vermogenstoets
voor de Tozo uit te stellen tot 1 april 2021. Bij brief van 30 september jl. is de
Tweede Kamer van dit besluit op de hoogte gesteld.
De wijziging van de Tozo waarmee de Tozo is verlengd tot 1 juli 2021 en de beperkte
vermogenstoets is ingevoerd, is reeds gepubliceerd en op 1 oktober in werking getreden.1 Artikel 18 van de Tozo biedt echter de mogelijkheid om bij ministeriële regeling
regels te stellen met betrekking tot het recht op bijstand en daarbij ten gunste van
de zelfstandige af te wijken van de Tozo. Deze ruime delegatiegrondslag is – onder
andere – opgenomen om de voorwaarden van de Tozo af te stemmen op de stand van de
verspreiding van coronavirus en van de maatregelen ter bedwinging ervan.2 Met onderhavige wijziging van de Tijdelijke regeling overbruggingsregeling zelfstandig
ondernemers (Trozo) wordt thans van deze mogelijkheid gebruik gemaakt om bovengenoemd
kabinetsbesluit te effectueren en invoering van de beperkte vermogenstoets uit te
stellen tot 1 april 2021. Aan deze wijziging wordt terugwerkende kracht tot en met
1 oktober 2020 verleend. Gemeenten anticiperen reeds op het uitstel van de beperkte
vermogenstoets. De terugwerkende kracht zorgt ervoor dat de besluiten van gemeenten
zijn voorzien van een afdoende grondslag.
Uitstel van de beperkte vermogenstoets tot 1 april 2021
In een nieuw artikel 4b in de Trozo wordt vastgelegd dat bij aanvragen die zien op
het tijdvak oktober 2020 tot en met maart 2021, het vermogen van de zelfstandige niet
in aanmerking wordt genomen bij het beoordelen van het recht op algemene bijstand
op grond van de Tozo. Bij een dergelijke aanvraag wordt uiteraard eveneens niet verlangd
dat de zelfstandige verklaart over zijn vermogen. Daarom wordt tevens vastgelegd dat
hij daarover niet hoeft te verklaren (artikel 4b, tweede lid).
Praktisch effect van dit artikel is dat er naast Tozo 1 (maart 2020 tot en met juni
2020) en Tozo 2 (juli 2020 tot en met september 2020) een Tozo 3 en Tozo 4 worden
gecreëerd. Onder Tozo 3 kunnen zelfstandig ondernemers algemene bijstand aanvragen
voor de kalendermaanden oktober 2020 tot en met maart 2021, dus voor maximaal zes
maanden, waarbij het vermogen buiten beschouwing blijft. Met ingang van 1 april 2021
bestaat de mogelijkheid om onder toepassing van de beperkte vermogenstoets een nieuwe
aanvraag voor algemene bijstand in te dienen voor nog eens drie maanden, namelijk
voor de kalendermaanden april 2021 tot en met juni 2021.
Gemeentelijke uitvoerders zijn gevraagd hun aanvraagprocessen conform bovenstaande
systematiek aan te passen. Tevens zijn de door het Ministerie van SZW, VNG en Divosa
opgestelde modelformulieren, alsmede de ‘Handreiking Tozo’, aangepast en digitaal
beschikbaar gesteld.
Financiële gevolgen
Uitstel van de invoering van de beperkte vermogenstoets in de Tozo gaat gepaard met
extra budgettaire gevolgen. Tot 1 april 2021 wordt het vermogen buiten beschouwing
gelaten. Vanaf 1 april 2021 gaat de beperkte vermogenstoets alsnog gelden voor de
rest van de looptijd van de Tozo. De budgettaire gevolgen van het uitstel worden geraamd
op circa € 120 miljoen in 2020 en circa € 110 miljoen in 2021. Daarmee komen de totale
verwachte uitgaven aan Tozo-levensonderhoud op circa € 340 miljoen in 2020 en circa
€ 440 miljoen in 2021. In deze bedragen zijn niet alleen de uitkeringskosten, maar
ook de uitvoeringskosten van gemeenten inbegrepen. Door middel van de vierde Incidentele
suppletoire begroting inzake steun en herstelpakket zijn middelen voor uitbreiding
van de Tozo toegevoegd aan artikel 2 van de begroting. De budgettaire gevolgen in
2021 zullen worden verwerkt in de begroting 2021.
Regeldruk
Het uitstel van de invoering van de beperkte vermogenstoets tot 1 april 2021 betekent
dat de regeldruk in de plaats van vanaf 1 oktober 2020 pas vanaf 1 april 2021 beperkt
toeneemt als gevolg van het feit dat het vermogen dan niet langer volledig buiten
beschouwing blijft bij een aanvraag voor bijstand voor levensonderhoud en de aanvrager
moet verklaren dat de waarde van de financiële middelen waarover hij beschikt niet
meer bedraagt dan € 46.520,–. Het uitstel impliceert ook dat met ingang van 1 april
2021 zelfstandig ondernemers, indien zij aan de voorwaarden voldoen, een nieuwe aanvraag
voor bijstand voor levensonderhoud moeten doen over de kalendermaanden april, mei
en juni 2021.
Het Adviescollege toetsing regeldruk kan zich vinden in bovenstaande beschrijving
van de gevolgen van de regeldruk.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
B. van 't Wout