Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek | Staatscourant 2020, 51647 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek | Staatscourant 2020, 51647 | Overig |
Exacte en Natuurwetenschappen Sociale en Geesteswetenschappen
Toegepaste en Technische Wetenschappen Zorgonderzoek en Medische Wetenschappen
2020
|
1 |
Inleiding |
1 |
|
|
1.1 |
Achtergrond |
1 |
|
|
1.2 |
Beschikbaar budget |
1 |
|
|
1.3 |
Geldigheidsduur call for proposals |
1 |
|
|
2 |
Doel |
3 |
|
|
2.1 |
Veni-doelgroep |
3 |
|
|
2.2 |
Stimulering vrouwelijke onderzoekers |
3 |
|
|
2.3 |
Kennisbenutting |
4 |
|
|
3 |
Richtlijnen voor aanvragers |
5 |
|
|
3.1 |
Wie kan aanvragen |
5 |
|
|
3.2 |
Wat kan aangevraagd worden |
6 |
|
|
3.3 |
Wanneer kan aangevraagd worden |
7 |
|
|
3.4 |
Het opstellen van de aanvraag |
7 |
|
|
3.5 |
Specifieke subsidievoorwaarden |
9 |
|
|
3.6 |
Het indienen van een vooraanmelding/volledige aanvraag |
13 |
|
|
4 |
Beoordelingsprocedure |
15 |
|
|
4.1 |
Procedure |
15 |
|
|
4.2 |
Criteria vooraanmelding |
18 |
|
|
4.3 |
Criteria volledige aanvraag |
19 |
|
|
5 |
Contact en overige informatie |
21 |
|
|
5.1 |
Contact |
21 |
|
|
5.2 |
Overzicht instellingen |
22 |
|
Vanaf 2020 heeft NWO de Vernieuwingsimpuls omgevormd naar het NWO-Talentprogramma. Het programma behelst drie subsidievormen (Veni, Vidi en Vici).
Elke subsidievorm kent één indienronde per jaar. Aanpassingen in de beoordelingsprocedures zijn mogelijk, mede naar aanleiding van tussentijdse evaluaties en/of onvoorziene ontwrichtende omstandigheden zoals de COVID-19-pandemie.
Elke subsidievorm heeft een afzonderlijke call for proposals. NWO is georganiseerd in vier domeinen:
− Exacte en Natuurwetenschappen (ENW);
− Sociale en Geesteswetenschappen (SGW);
− Toegepaste en Technische Wetenschappen (TTW); en
− Zorgonderzoek en Medische wetenschappen (ZonMw).
De Veni-ronde 2021 kent vier loketten die corresponderen met de domeinen van NWO. U dient uw aanvraag in bij het loket dat het meest geschikt is voor uw aanvraag. Ook domeinoverschrijdende Veni- aanvragen worden binnen de domeinen beoordeeld.
Drie domeinen – SGW, TTW en ZonMw – lassen in de Veni-ronde 2021 een vooraanmeldingsfase in. Aanvragers in deze domeinen dienen voor de deadline in januari 2021 een verkort voorstel in.
Het NWO-domein ENW heeft in de Veni-ronde 2021 nog geen vooraanmeldingsfase. Aanvragers in dit domein dienen in mei 2021 een volledig voorstel in.
Let op: indien een aanvrager twijfelt over welk domein het meest geschikt is voor indiening van de aanvraag, dan dient de aanvrager tijdig, voorafgaand aan het indienen van de aanvraag, contact op te nemen met NWO (zie ook 3.6).
Voor het gehele NWO-Talentprogramma is voor 2021 een totaalbudget beschikbaar van 150 miljoen euro.
Daarnaast zijn er aanvullende middelen voor de domeinen TTW en ENW beschikbaar voor het honoreren van additionele voorstellen van vrouwelijke aanvrager. Voor de Veni-rondes 2020 t/m 2022 is hiervoor 2 miljoen euro per ronde beschikbaar en vanaf 2023 1,5 miljoen euro.
De Veni-ronde 2021 kent twee fasen:
– Het indienen van een verkorte aanvraag (de vooraanmelding, alleen voor de domeinen SGW, TTW en ZonMw);
– Het indienen van een volledig voorstel (voor alle domeinen).
De deadline voor het indienen van vooraanmeldingen is 7 januari 2021, om 14:00 uur (MET). De deadline voor het indienen van volledige voorstellen is 20 mei 2021, om 14:00 uur (MEZT).
De Veni 2021 call for proposals is geldig tot en met de datum waarop door het bevoegd bestuur het besluit over de volledige aanvragen wordt genomen (zie paragraaf 4.1 voor het volledige tijdpad van deze subsidieronde). Voor gehonoreerde projecten binnen deze call for proposals blijven de vermelde voorwaarden van toepassing tijdens de volledige looptijd van het project.
Het doel van het NWO-Talentprogramma is het verstrekken van persoonsgerichte stimulering in verschillende carrièrefasen van getalenteerde, gepromoveerde onderzoekers1. Het scheppen van creatieve ruimte voor avontuurlijke, talentvolle, baanbrekende onderzoekers om onderzoek naar hun keuze te doen én het behouden van deze onderzoekers voor het wetenschappelijk onderzoek staan centraal in het NWO Talentprogramma. Met een persoonsgebonden subsidie kunnen onderzoekers een eigen vernieuwende onderzoekslijn ontwikkelen die een structurele inbedding kan krijgen binnen een onderzoeksinstelling.
De Veni-doelgroep bestaat uit onderzoekers met een opvallend en origineel talent en een grote fascinatie voor het doen van uitdagend en grensverleggend onderzoek. De Veni-subsidie is bedoeld voor onderzoekers wiens kwaliteiten duidelijk uitsteken boven wat gebruikelijk is binnen hun internationale peer group. Van hen wordt verwacht dat zij ook anderen van de kwaliteit en impact van hun werk en de originaliteit en de potentie van hun ideeën weten te overtuigen. De focus ligt op vernieuwend en nieuwsgierigheidgedreven onderzoek. Kandidaten staan aan het begin van hun wetenschappelijke carrière, maar hebben al wel aangetoond een opvallend talent te bezitten voor het doen van wetenschappelijk onderzoek. Gezien het doel van het programma is het evident dat onderzoekers in staat moeten zijn zelfstandig een onderzoek te formuleren en uit te voeren.
Ook onderzoekers werkzaam bij een buitenlandse instelling mogen een aanvraag indienen. Het te financieren project dient aan een door NWO erkende instelling in het Koninkrijk der Nederlanden te worden uitgevoerd.
Onderzoekers van alle nationaliteiten en uit alle onderzoeksvelden mogen een Veni-aanvraag indienen.
NWO nodigt vrouwelijke onderzoekers nadrukkelijk uit om voorstellen in te dienen. De vertegenwoordiging en doorstroom van vrouwen in de wetenschap loopt helaas sterk achter bij die van mannen. NWO en het Ministerie van OCW spannen zich gezamenlijk met de KNAW, VSNU en Nederlandse universiteiten in om dit te doorbreken, zodat het percentage vrouwelijke aanvragers uiteindelijk ten minste gelijk is aan het percentage vrouwelijke onderzoekers in de doelgroep.
NWO streeft ernaar dat de honoreringspercentages voor vrouwelijke aanvragers gemiddeld en in meerjarig perspectief ten minste gelijk zullen zijn aan die van mannelijke aanvragers. Bij gelijke geschiktheid van twee of meer aanvragen wordt de voorkeur gegeven aan het voorstel van een vrouwelijke aanvrager.
Daarnaast zijn er extra middelen beschikbaar ter verbetering van de genderbalans in de onderzoeksvelden van de domeinen TTW en ENW (zie paragraaf 1.2). Met deze middelen worden tot maximaal acht extra voorstellen van vrouwelijke onderzoekers gehonoreerd. Voor deze extra middelen komen in aanmerking de voorstellen waarvan de kwalificatie na de interviews minimaal zeer goed is en die niet uit het budget voor het Talentprogramma Veni 2021 kunnen worden gehonoreerd.
Onder kennisbenutting verstaat NWO de overdracht van kennis die gegenereerd is met behulp van NWO- financiering naar zowel andere wetenschappelijke disciplines als naar gebruikers buiten de wetenschap (maatschappij/bedrijfsleven). NWO vraagt van alle onderzoekers die in aanmerking willen komen voor financiering om met behulp van een aantal vragen (bijvoorbeeld: hoe zal kennisbenutting geïmplementeerd worden en hoe beoogt de onderzoeker kennisbenutting te bevorderen?) een toelichting te geven op de mogelijke kennisbenutting van hun project. Deze toelichting wordt meegewogen in de beoordeling.
Bij de beoordeling wordt onder andere gelet op:
− een realistische weergave van kennisbenuttingsmogelijkheden (of van het gebrek aan mogelijkheden),
− de effectiviteit en mate van concretisering van het plan van aanpak met betrekking tot kennisbenutting.
NWO erkent dat de mogelijkheden voor kennisbenutting per discipline verschillen en dat binnen sommige onderzoeksprojecten weinig tot geen (directe) kennisbenutting kan worden gerealiseerd. In dergelijke gevallen dient een aanvrager uit te leggen waarom er weinig tot geen potentie voor kennisbenutting is. Aan de beoordelaars wordt gevraagd om deze toelichting te beoordelen: als zij ervan overtuigd zijn dat het onderzoeksproject inderdaad weinig tot geen kennisbenuttingsmogelijkheden heeft en de aanvrager dit naar tevredenheid heeft toegelicht, dan dient de algehele beoordelingsscore hierdoor niet negatief beïnvloed te worden.
Aanvragen kunnen worden ingediend door gepromoveerde onderzoekers met of zonder vast dienstverband, afkomstig uit binnen- of buitenland. De aanstelling vindt plaats bij een van de ontvangende onderzoeksinstellingen (zie paragraaf 5.2). NWO vraagt kandidaten om een 'inbeddingsgarantie'(zie paragraaf 3.5.1).
De Veni-ronde 2021 staat open voor onderzoekers die op 1 januari 2021 maximaal drie jaar geleden gepromoveerd zijn. Ook nog niet gepromoveerde onderzoekers mogen een aanvraag indienen als zij tegelijk met het eerste moment van indiening in de Veni-ronde 2021 een officiële verklaring van de voltallige proefschriftcommissie dat het dissertatiemanuscript is goedgekeurd indienen en uiterlijk op 20 mei 2021 hun promotie volledig afronden.
Het is mogelijk om verlenging te krijgen van de gestelde grenzen aan het aantal jaren na de promotie. De genoemde maximumtermijn kan door NWO worden verlengd als er sprake is van langdurig verlof in verband met ziekte, ouderschap, zwangerschap, of opleiding tot klinisch specialist. Om verlenging aan te vragen dient de aanvrager vóór indiening altijd contact op te nemen met de coördinator van het NWO- Talentprogramma (talent@nwo.nl). Een verzoek voor verlenging wordt alleen in behandeling genomen indien de vereiste formele documenten zijn bijgevoegd.
Ouders die extensie willen aanvragen op grond van het dragen van zorg voor een kind dienen bij het extensieverzoek een scan van het ingevulde en ondertekende formulier ouderverklaringmee te sturen. Hierin verklaart de aanvrager dat het kind/de kinderen deel uitmaakt/uitmaken van de eigen huishouding.
De door NWO toe te kennen verlenging aan een aanvrager bedraagt maximaal vijf jaar.
Nadere informatie over deze extensieregeling wordt verstrekt in lijst met veelgestelde vragen (FAQ).
In deze subsidieronde kan door aanvragers gebruik worden gemaakt van de NWO Tegemoetkomingsregeling kindverlof. Deze regeling is te vinden op de NWO-website. Wilt u gebruik maken van de tegemoetkomingsregeling, dan kunt u hiervoor per e-mail een verzoek indienen bij de desbetreffende programmasecretaris van uw ronde en/of panel.
Voor de beoordeling van de aanvragen gelden verder de volgende aanvullende voorwaarden:
a. Aanvragen worden gedaan door individuele onderzoekers (niet door duo’s of (onderzoeks-)groepen).
b. Een aanvrager mag:
• maximaal één aanvraag indienen in de Veni-ronde 2021;
• niet voor meerdere subsidievormen tegelijkertijd binnen het NWO-Talentprogramma het aanvraagproces doorlopen;
• voor Veni maximaal twee keer een aanvraag indienen. Indien een in behandeling genomen aanvraag tijdens het beoordelingsproces wordt ingetrokken door de aanvrager, telt deze indiening mee voor het maximum aantal indieningen per aanvrager.
c. Onderzoekers die eerder een aanvraag gehonoreerd zagen in een bepaalde subsidievorm binnen de Vernieuwingsimpuls en/of het Talentprogramma mogen daarna voor diezelfde subsidievorm niet opnieuw indienen.
d. Een onderzoeker mag maximaal 24 maanden voor de geplande einddatum van een lopende Vernieuwingsimpuls/Talentprogrammasubsidie een aanvraag voor een volgende subsidievorm binnen het NWO-Talentprogramma indienen.
Als begunstigde kennisinstellingen kunnen fungeren de universiteiten in het Koninkrijk der Nederlanden met een onderzoekstaakstelling, de KNAW- en NWO-instituten, en een aantal andere kennisinstellingen. De volledige lijst met kennisinstellingen is na te lezen in paragraaf 5.2.
De tijd tussen Veni-interviews in de ronde 2021 en de verwachte deadline voor vooraanmeldingen in de Veni-ronde 2022 is beperkt. In dat kader heeft NWO de volgende maatregel vastgesteld:
Voor kandidaten die binnen de Veni-ronde 2021 na het interview zijn afgewezen, die willen indienen in de ronde 2022 en nog een indienkans hebben, geldt dat zij in de ronde 2022 direct een volledige aanvraag mogen indienen. Voor indiening van deze volledige aanvraag geldt de reguliere deadline voor volledige aanvragen. Kandidaten die gebruik willen maken van deze regeling dienen dit voor 1 december 2021 kenbaar te maken aan NWO door een mail te sturen aan talent@nwo.nl.
Voor een Veni-project is financiering beschikbaar van maximaal 250.000 euro voor een periode van drie jaar. Als het voorgestelde onderzoek korter van duur (in maanden) is, wordt dit maximum bedrag evenredig teruggebracht.
De bij de aanvraag in te dienen begroting wordt gebaseerd op de voor het onderzoek subsidiabele directe personeelskosten en directe materiële kosten. Bij de personeelskosten wordt uitgegaan van de werkelijke brutosalarissen en de opslagen opgenomen in het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek (www.nwo.nl/salaristabellen),met uitzondering van de indexering en einde-projectvergoeding. Voor de bepaling van de hoogte van deze opslagen voor de Veni-ronde 2020 gelden de normpercentages uit het Akkoord.
Het aanstellen van additioneel wetenschappelijk personeel voor Veni-onderzoek is niet subsidiabel. Derhalve is het niet toegestaan om in de bij de aanvraag in te dienen begroting salariskosten voor additioneel wetenschappelijk personeel op te nemen. Salariskosten voor overig additioneel (niet- wetenschappelijk) personeel mogen wel in de begroting worden opgenomen. Het daadwerkelijk aanstellen van overig additioneel personeel behoeft de goedkeuring van NWO.
Wanneer de aanvrager niet meer dan 25 procent van de aanstelling aan nevenwerkzaamheden (onderwijs/bestuur/beheer) besteedt en de overige 75 procent aan het Veni-onderzoek, dan mag de aanvrager het gehele salaris ten laste van de subsidie brengen. Wanneer de aanvrager meer dan 25 procent van de aanstelling aan nevenwerkzaamheden besteedt, dan mag de aanvrager alleen de salarislasten voor het deel van de aanstelling dat aan het Veni-onderzoek wordt besteed ten laste van de subsidie brengen.
De directe materiële kosten bestaan uit de algemene materiële kosten, kosten voor kennisoverdracht en kennisbenutting, kosten voor openaccesspublicaties, kosten voor datamanagement en kosten voor internationalisering. Niet voor vergoeding in aanmerking komen de kosten voor infrastructuur (huisvesting en kantoorautomatisering), onderhouds- en verzekeringskosten en andere overhead.
De ingediende begroting wordt door NWO getoetst. In het geval dat de ingediende begroting het bedrag van de maximale subsidie overschrijdt, dient de kennisinstelling of een derde partij (cofinancier) bij indiening van de aanvraag een garantie af te geven dat zij de overschrijding van het subsidiebedrag dat bij NWO is aangevraagd voor haar rekening neemt. Deze garantstelling wordt getekend door de instituutsmanager/decaan of een andere persoon die tekenbevoegd is.
Voor meer toelichting en informatie over subsidiabele kosten, zie het document ‘Richtlijnen en verantwoording’ op de financieringspagina van de Veni van het betreffende NWO domein.
De deadline voor het indienen van vooraanmeldingen in de domeinen SGW, TTW en ZonMw is 7 januari 2021, om 14:00 uur MET.
De deadline voor het indienen van volledige aanvragen in alle domeinen is 20 mei 2021, om 14:00 uur MEZT.
Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC of Mijn ZonMw dient u ook online nog gegevens in te voeren. Het invoeren van deze gegevens en het uploaden van uw aanvraag kan langer duren dan u verwacht. Begin daarom ten minste enkele dagen vóór de deadline van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
Het aanvraagformulier en het formulier voor de verplichte inbeddingsgarantie voor de Veni-call 2021 staat ten minste twee maanden voor de deadline op de NWO-website (www.nwo.nl/talent). In verband met de omstandigheden veroorzaakt door de COVID-19-pandemie streeft NWO ernaar om deze documenten al vier maanden voor de deadline online te plaatsen.
• Download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de domein-webpagina van het betreffende financieringsinstrument).
• Vul het aanvraagformulier in.
• Vul na een gesprek met de instelling het inbeddingsgarantieformulier in, laat het door de decaan ondertekenen en maak een scan van het document. Sla het formulier op als pdf;
• Vul uw ISAAC of ZonMw account aan met actuele contactgegevens (telefoonnummers en emailadres);
• Sla de formulieren op als pdf documenten en upload ze los van elkaar in ISAAC (www.isaac.nwo.nl) of voor aanvragen in de medische wetenschappen (ZonMw) in Mijn ZonMw (mijn.zonmw.nl)
De vooraanmelding dient in het Engels te worden geschreven en bevat een:
Tegelijk met het vooraanmeldingsformulier dient u de ingevulde en ondertekende inbeddingsgarantie (zie ook paragraaf 3.5.1) via ISAAC te uploaden.
Aanvragers die nog niet gepromoveerd zijn kunnen alleen een aanvraag indienen als zij tegelijk met de elektronische indiening van de (voor)aanvraag een verklaring van de voltallige manuscriptcommissie meesturen dat het dissertatiemanuscript is goedgekeurd, waaruit blijkt dat de promotie uiterlijk op 20 mei 2021 volledig zal zijn afgerond.
Download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de domein-webpagina van het betreffende financieringsinstrument).
• Vul het aanvraagformulier in.
• In het geval u aanvraagt bij ENW: vul na een gesprek met de instelling het inbeddingsgarantieformulier in, laat het door de decaan ondertekenen en maak een scan van het document. Sla het formulier op als pdf;
• Vul uw ISAAC of ZonMw account aan met actuele contactgegevens (telefoonnummers en emailadres);
• Sla de formulieren op als pdf documenten en upload ze los van elkaar in ISAAC (www.isaac.nwo.nl) of voor aanvragen in de medische wetenschappen (ZonMw) in Mijn ZonMw (mijn.zonmw.nl)
De volledige aanvraag dient in het Engels te worden geschreven en bevat een:
• narratief curriculum vitae van de aanvrager2, bestaande uit de volgende twee onderdelen:
• beschrijving van het onderzoeksvoorstel en ingevulde motivering voor keuze van instelling (maximaal 2000 woorden inclusief verwijzingen naar de literatuurlijst);
• ingevulde paragraaf kennisbenutting (maximaal 750 woorden);
• ingevulde paragraaf datamanagement;
• kostenbegroting.
Aanvragers die nog niet gepromoveerd zijn kunnen alleen een aanvraag indienen als zij tegelijk met de elektronische indiening van de (voor)aanvraag een verklaring van de voltallige manuscriptcommissie meesturen dat het dissertatiemanuscript is goedgekeurd, waaruit blijkt dat de promotie uiterlijk op 20 mei 2021 volledig zal zijn afgerond.
Aanvragers in de domeinen SGW, TTW en ZonMw mogen alleen een volledige aanvraag indienen nadat zij bericht hebben ontvangen dat het bestuur van het betreffende domein een positief besluit heeft genomen over de vooraanmelding van de aanvrager. Het is aanvragers niet toegestaan om een uitgewerkte aanvraag in te dienen in de Veni-ronde 2021 na een negatief besluit over de vooraanmelding.
Aanvragers bij het domein ENW dienen tegelijk met de volledige aanvraag de ingevulde en ondertekende inbeddingsgarantie (zie ook paragraaf 3.5.1) via ISAAC te uploaden.
Richtlijn voor het gebruik van kwaliteitsindicatoren
In de motivatie voor de keuze van de output kan men verwijzen naar bepaalde kwaliteitsindicatoren, maar niet naar aanvullende output. De richtlijn voor het gebruik van indicatoren luidt als volgt: Alle typen kwaliteitsindicatoren mogen genoemd worden, zolang ze betrekking hebben op slechts één output item.
Zowel kwantitatieve als kwalitatieve indicatoren die aan deze richtlijn voldoen zijn toegestaan. Zo mag bijvoorbeeld het aantal keer dat een dataset is gedownload worden genoemd, of de impact op beleid van een bepaald artikel worden vermeld. NWO stimuleert het noemen van meerdere indicatoren van kwaliteit per output, dus bijvoorbeeld de toepassing van de gepresenteerde resultaten in de praktijk én een sentimentanalyse van de citaties of het aantal citaties van die ene output. Het is dus mogelijk om te vermelden dat een artikel uitzonderlijk vaak geciteerd is of tot verandering in tekstboeken heeft geleid, maar bijvoorbeeld ook dat deze samenwerking heeft geleid tot een succesvolle H2020-aanvraag. Aanvragers worden verzocht om toe te lichten waarom de gekozen indicatoren relevant zijn; hoe bieden de gekozen indicatoren in dit specifieke geval inzicht in de kwaliteit van het werk en/of de aanvrager?
Alle indicatoren die niet aan de bovenstaande richtlijn voldoen zijn uitgesloten. Dit betekent onder meer dat journal impact factors (JIF) niet genoemd mogen worden, noch enige andere indicator die verwijst naar een tijdschrift, uitgever of publicatieplatform. Deze regel geldt niet alleen voor kwantitatieve indicatoren, maar ook voor kwalitatieve beschrijvingen van reputatie. Zo mogen termen zoals ‘top-journal’ en ‘high quality university press’ niet gebruikt worden. Ook h-indexen, optellingen en gemiddelden van bijvoorbeeld citaties mogen niet genoemd worden. Deze indicatoren verwijzen immers niet (alleen) naar de specifieke output.
Op alle aanvragen zijn de NWO-subsidieregeling 2017 en het Akkoord bekostiging wetenschappelijkonderzoek van toepassing.
NWO vraagt Veni-kandidaten om een ‘inbeddingsgarantie’. Onderzoekers kunnen alleen nog met steun van hun beoogde onderzoeksinstelling een aanvraag voor een Veni-subsidie indienen. Het indienen van een inbeddingsgarantie is een ontvankelijkheidscriterium.
De inbeddingsgarantie dient te worden vastgelegd in het daartoe opgestelde Veni- inbeddingsgarantieformulier. De ingevulde en door de decaan ondertekende inbeddingsgarantie dient tegelijk met de indiening van uw (voor)aanvraag in de Veni-ronde 2021 als bijlage geüpload te worden in het elektronische indiensysteem.
Keuze instelling
De aanvragers zijn vrij om de instelling te kiezen waar zij het onderzoek gaan uitvoeren, maar de inbedding binnen de instelling dient middels ondertekening van het Veni-inbeddingsformulier geregeld te zijn vóór de indiening van de (voor)aanvraag.
In overleg met de onderzoeksinstelling in Nederland waar de aanvrager in dienst zal treden, is het mogelijk een deel van het onderzoek in het buitenland uit te voeren. De inbedding van het onderzoek van de aanvrager bij een instelling kan in de beoordeling aan de orde komen.
Afstemming
In alle gevallen en voorafgaand aan de indiening van de Veni-aanvraag is afstemming in een gesprek tussen de aanvrager en de ontvangende instelling ten aanzien van de inbedding van het voorgestelde onderzoek vereist. De informatie in het Veni-inbeddingsformulier zal géén invloed hebben op het selectieproces.
Aanstelling
De aanstelling bij en afstemming met de instelling dient altijd uitgewerkt en geregeld te zijn voordat NWO de subsidie daadwerkelijk uitkeert. Hiervoor sluit de onderzoeker een overeenkomst af met het (college van) bestuur van de instelling.
Als ondertekenaar van de Berlin Declaration on Open Access to Knowledge in the Sciences and Humanities(2003) zet NWO zich in om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dat door NWO gefinancierd wordt vrij toegankelijk te maken via internet (open access). Daarmee geeft NWO invulling aan het beleid van de Nederlandse regering om al het publiek gefinancierde onderzoek open access te maken. Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze call for proposals dienen daarom onmiddellijk (op het moment van publicatie) open access beschikbaar te zijn.
NWO accepteert daarbij verschillende routes:
− publicatie in een open access tijdschrift,
− deponeren van een versie van het artikel in een repository, of
− publicatie in een hybride tijdschrift waarover de VSNU overeenkomsten heeft gemaakt met uitgevers. Zie daaroverhttps://www.openaccess.nl/.
Kosten kunnen worden meegenomen in de begroting van de projectaanvraag als onderdeel van de module ‘materieel krediet’. Dit budget is bedoeld voor projectgebonden uitvoeringskosten. Er kan tot maximaal
15.000 euro per jaar per wetenschappelijke positie worden aangevraagd. Binnen dit budget kan uitsluitend publicatie via (full gold) open access worden vergoed, niet voor publicatie in hybride tijdschriften.
Deze voorwaarden geldt voor alle vormen van wetenschappelijke publicaties voortkomend uit deze call for proposals. Onder publicaties worden zowel (peer reviewed) artikelen als boeken (monografieën, edited volumes, proceedings en hoofdstukken) verstaan. Voor een nadere toelichting op het open access beleid van NWO zie: www.nwo.nl/openscience.
Resultaten van wetenschappelijk onderzoek moeten kunnen worden gerepliceerd, geverifieerd en gefalsifieerd. In het digitale tijdperk betekent dit dat behalve publicaties ook onderzoeksdata zo veel mogelijk vrij toegankelijk moeten zijn. NWO verwacht dat de onderzoeksdata die voortkomen uit projecten die door NWO zijn gefinancierd zo veel mogelijk vrij beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. NWO hanteert daarbij het principe: “zo open als mogelijk, beschermd indien nodig”. Van onderzoekers wordt verwacht dat zij ten minste die data en/of niet-numerieke resultaten die ten grondslag liggen aan de conclusies van binnen het project gepubliceerde werken openbaar maken, gelijktijdig met de publicatie zelf. Eventuele kosten die hiervoor worden gemaakt, kunnen worden meegenomen in de projectbegroting. Onderzoekers maken kenbaar hoe met data voortkomend uit het project wordt omgegaan middels de datamanagementparagraaf in de onderzoeksaanvraag, en het datamanagementplan na honorering.
1. Datamanagementparagraaf
De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de onderzoeksaanvraag. Onderzoekers worden dus gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat zij vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al vóór het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Indien niet alle data voortkomende uit het project openbaar gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld om redenen van privacy, ethiek of valorisatie, dient de aanvrager dit beargumenteerd kenbaar te maken in de datamanagementparagraaf.
2. Datamanagementplan
Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. De onderzoeker beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Het datamanagementplan dient voor indiening te zijn afgestemd met een data steward of vergelijkbare functionaris van de kennisinstelling waar het onderzoek wordt uitgevoerd. Uiterlijk 4 maanden na honorering van de aanvraag moet dat plan via ISAAC zijn ingediend bij NWO. NWO keurt het plan zo snel mogelijk goed. Goedkeuring van het datamanagementplan door NWO is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld.
Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op: www.nwo.nl/datamanagement.
Het Nagoya Protocol is op 12 oktober 2014 van kracht gegaan en zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (www.absfocalpoint.nl). NWO gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.
Voor het maken van afspraken over intellectuele eigendomsrechten (IE-rechten) en publicatie (IE&P) geldt het volgende: voor projecten die gehonoreerd worden door SGW, ZonMw en ENW heeft de projectleider de regie over de verdeling van de IE-rechten op de projectresultaten.
NWO-domein TTW neemt het voortouw in onderhandelingen over de IE & publicatie-afspraken. Na honorering ontvangt de gebruiker die bijdraagt aan het project een brief waarin NWO-domein TTW de gebruiker informeert over de honorering van het project aan de kennisinstelling. Daarnaast verzoekt NWO- domein TTW de gebruiker om de brief voor akkoord te ondertekenen als (her)bevestiging van deelname en bijdrage aan het project. Zie de brochure ‘Richtlijnen Gebruikerscommissie NWO-domein TTW 2017’ op https://www.nwo.nl/over-nwo/organisatie/nwo-onderdelen/ttw/aanvrager
De NWO voorwaarden ter zake van de IE-rechten alsmede van de publicatieprocedure staan vermeld in hoofdstuk 4 van de NWO Subsidieregeling 2017.
Om te bevorderen dat de kennis uit het onderzoek ook daadwerkelijk en effectief aan gebruikers wordt overgedragen stelt het NWO-domein TTW, voor projecten die bij TTW in beheer zijn, in overleg met de projectleider na verlening van de subsidie een gebruikerscommissie in als bedoeld in artikel 3.3.2a van de NWO Subsidieregeling 2017. De hoofdtaak van de gebruikerscommissie is de projectleider te adviseren over de richting van het project met als doel de toepassing van de onderzoeksresultaten te maximaliseren. De taak en de werkwijze van de gebruikerscommissie zijn opgenomen in de “Richtlijnen TTWGebruikerscommissie”. Toetreding tot een gebruikerscommissie gebeurt op uitnodiging van het NWO- domein TTW. Door deelname aan een gebruikerscommissie committeren de leden zich aan de “Richtlijnen TTW gebruikerscommissie”. Deelname aan de gebruikerscommissie mag in de projectbegroting niet worden opgevoerd als cofinanciering.
Voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat onderzoeksvoorstellen die ethische vragen kunnen oproepen zorgvuldig worden behandeld. Voor bepaalde onderzoeksprojecten is een goedkeurende verklaring van een erkende ethische toetsingscommissie, medisch ethische toetsingscommissie (METC) of een Centrale Commissie Dierproeven (CCD) nodig. Dergelijke commissies kunnen onderzoekers – al dan niet bindend – adviseren over zaken als inzet van en omgang met patiënten, proefpersonen en proefdieren, mogelijke risico’s van het openbaar maken van data, dual use, gebruik van menselijke weefsels, risico’s voor het milieu of voor cultureel erfgoed, en mogelijke belangenconflicten.
Daarnaast is voor bepaalde onderzoeksvoorstellen een vergunning nodig op grond van de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO). Meer informatie over de METC is beschikbaar bij de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). Bij de Nederlandse Vereniging voor Dierexperimentencommissies (NVDEC) is informatie over CCD beschikbaar. Bij o.a. de Gezondheidsraad is informatie over de WBO beschikbaar.
Een Veni-aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het nagaan of het onderzoeksvoorstel ethische vragen op kan roepen en voor het verkrijgen van een goedkeurende verklaring van de juiste ethische commissie(s) en/of het verkrijgen van een vergunning op grond van de WBO, of gelijksoortige organisatie(s).
NWO onderschrijft de code Openheid Dierproeven en de code Biosecurity. Voor Veni-aanvragen geldt dat de aanvragers deze bestaande codes moeten onderschrijven en naleven.
Een Veni-project dient binnen zes maanden na toekenning te starten. Een onderzoeksproject kan pas starten als NWO (indien nodig) een kopie van de goedkeurende ethische verklaring en/of vergunning WBO ontvangen heeft. NWO verwacht dat de aanvragers rekening houden met het tijdpad van de Veni- beoordeling en de tijd die nodig is voor de toetsing door een ethische commissie of de aanvraag voor een WBO vergunning. Voor complexe vragen op het gebied van ethische vraagstukken, behoudt NWO zich het recht voor een externe adviseur te raadplegen.
Het onderzoek dat NWO financiert moet, conform de NWO Subsidieregeling 2017, uitgevoerd worden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (2018). Met het indienen van de aanvraag committeert de aanvrager zich aan deze code. In geval van (mogelijke) schending van voornoemde normen bij een door NWO gefinancierd onderzoek, dient de aanvrager NWO hiervan onverwijld op de hoogte te stellen en dient deze alle ter zake relevante documenten aan NWO te overleggen. Meer informatie over de gedragscode en het beleid op het gebied van wetenschappelijke integriteit vindt u op de website: www.nwo.nl/integriteit.
Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC/Mijn ZonMw. Aanvragen voor de domeinen ENW, SGW en TTW, die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. Aanvragen bij het domein ZonMw kunnen uitsluitend ingediend worden via het aanvraagsysteem Mijn ZonMw (https://mijn.zonmw.nl). Aanvragen voor ZonMw, die niet via Mijn ZonMw zijn ingediend worden niet in behandeling genomen.
Aanvragers zijn verplicht hun aanvraag via hun eigen ISAAC/Mijn ZonMw-account in te dienen. Indien een aanvrager nog geen ISAAC/Mijn ZonMw-account heeft, dient de aanvrager minimaal enkele dagen voor het indienen een account aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen.
Indien de aanvrager al een account bij NWO heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen.
Gedurende de Veni-ronde zal NWO contact onderhouden met aanvragers en daarbij gebruikmaken van de contactgegevens in het profiel van kandidaten in ISAAC of Mijn ZonMw. Het is daarom van belang dat kandidaten ervoor zorgen dat de gegevens in hun profiel, zoals het postadres, telefoonnummer en e- mailadres, correct zijn.
Bij het indienen van de aanvraag in ISAAC/Mijn ZonMw dient de aanvrager online enkele aanvullende gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste enkele dagen vóór de deadline(s) van deze call for proposals met het indienen van de aanvraag. Aanvragen die na de deadline zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.
Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC/Mijn ZonMw helpdesk, zie paragraaf 5.1.2.
Keuze NWO-onderdeel
NWO werkt met vier domeinen: Exacte- en Natuurwetenschappen (ENW), Sociale en Geesteswetenschappen (SGW), Toegepaste Technische Wetenschappen (TTW), en ZonMw (Zorgonderzoek en Medische wetenschappen).
Veni-kandidaten dienen hun aanvraag ter behandeling in bij één domein. Indien het onderzoek domeinoverschrijdend van aard is, moet de aanvrager het domein kiezen dat het best bij de aanvraag past. Een aanvraag wordt binnen één van de domeinen beoordeeld.
Let op: NWO raadt aanvragers aan om tijdig na te denken over welk domein het meest geschikt is als indienloket voor de betreffende aanvraag. Indien u voor het indienen van uw aanvraag twijfelt tussen domeinen raden we u dringend aan contact op te nemen met NWO en met de domeinen waartussen u twijfelt. NWO kan mogelijk een advies geven binnen welk domein de aanvraag het best kan worden behandeld; de aanvrager maakt zelf op dit punt de definitieve keuze. U vindt hierde contactgegevens van de domeinen.
Bijlagen
Bij een Veni aanvraag zijn de volgende bijlagen toegestaan:
– De inbeddingsgarantie (verplicht bij elke aanvraag);
– De verklaring van de manuscriptcommissie (optioneel);
– De cofinancieringsverklaring (optioneel).
Buiten de hierboven genoemde bijlagen mogen geen andere bijlagen worden toegevoegd. Publicaties en aanbevelingsbrieven mogen niet met de aanvraag worden ingediend.
NWO vraagt Veni-kandidaten om een 'inbeddingsgarantie'. Het Veni-inbeddingsgarantieformulier is onlinebeschikbaar. Het inbeddingsgarantieformulier dient als apart PDF-document geüpload te worden in de bijlagen via ISAAC/Mijn ZonMw bij indiening van de (voor)aanvraag. Het inbeddingsformulier wordt niet doorgestuurd naar referenten en commissieleden en speelt geen rol in de beoordeling van de aanvraag.
In het geval dat een aanvrager nog niet gepromoveerd is dient tegelijk met de elektronische indiening van de (voor)aanvraag een verklaring van de voltallige manuscriptcommissie meegestuurd te worden, waarin verklaard wordt dat het dissertatiemanuscript is goedgekeurd en waaruit duidelijk wordt dat uiterlijk 20 mei 2021 de promotie volledig afgerond zal zijn. De verklaring van de manuscriptcommissie wordt niet doorgestuurd naar referenten en commissieleden en speelt geen rol in de beoordeling van de aanvraag.
In geval van een bijdrage door de onderzoeksinstelling en/of een derde partij dient bij het indienen van de volledige aanvraag een cofinancieringsverklaring bijgevoegd te worden van de partij die (‘in cash’ of ‘in kind’) bijdraagt. Hierbij is van belang dat deze partij in de garantiebrief de omvang van de bijdrage expliciet aangeeft. Cofinancieringsverklaringen zijn onvoorwaardelijk en bevatten geen ontbindende bepalingen.
Cofinanciering bij aanvragen in de domeinen ENW, SGW en ZonMw
In geval van een bijdrage door de onderzoeksinstelling en/of een derde partij dient bij het indienen van de volledige aanvraag een Verklaring overschrijding bedrag en/of cofinanciering, ondertekend door de cofinancierende partij bijgevoegd te worden. Cofinancieringsverklaringen worden bij ENW, SGW en ZonMw niet doorgestuurd naar referenten en commissieleden en worden niet beoordeeld.
Cofinanciering bij aanvragen in het domein TTW
Indien het maximaal budget bij TTW-aanvragen wordt overschreden, dient het gastinstituut te garanderen dat zij het overschreden bedrag voor haar rekening neemt, middels een ‘Verklaring overschrijding bedrag’. Als andere partijen dan het gastinstituut een ‘in cash’ of ‘in-kind’ bijdrage leveren aan het project, dan dient het TTW-specifieke format ‘Letter of support’ te worden gebruikt. Bij TTW worden cofinancieringsverklaringen waarin cash- en/of in-kind steun wordt toegezegd meegestuurd naar referenten en commissieleden.
Let op: voor cofinancieringsverklaringen dient het domeinspecifieke formulier gebruikt te worden, dat te vinden is op de financieringspaginavan het betreffende domein.
De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden. Hiervoor worden de voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze call for proposals toegepast.
Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de Code omgang met persoonlijke belangenvan toepassing.
De datamanagementparagraaf in de aanvraag wordt niet beoordeeld en derhalve ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al of niet toe te kennen. Zowel de referenten als de beoordelingscommissie kunnen wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf. Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de paragraaf uit te werken in een datamanagementplan. Aanvragers kunnen hierbij gebruik maken van het eventuele advies van de referenten en beoordelingscommissie. Het project kan van start gaan zodra het datamanagementplan is goedgekeurd door NWO.
De kandidaten worden in een nationale competitie beoordeeld. De beoordeling van Veni-aanvragen vindt plaats binnen de NWO-domeinen. Dit betekent dat aanvragen vanuit verschillende disciplines binnen elk domein in competitie met elkaar zullen worden vergeleken. De domeinen werken met breed samengestelde commissies van wetenschappers die adviseren over kwaliteit en prioriteit van de aanvragen. Bij het schrijven van de aanvraag dient hiermee rekening te worden gehouden. De aanvraag moet ook toegankelijk zijn voor commissieleden uit andere wetenschapsdisciplines binnen het domein. In het geval dat domeinen werken met meerdere beoordelingspanels wordt de (disciplinaire) samenstelling van deze panels op de betreffende domeinpagina verder toegelicht.
NWO voorziet alle uitgewerkte aanvragen van een kwalificatie:
• excellent;
• zeer goed;
• goed;
• ontoereikend;
Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekend gemaakt bij het besluit over al dan niet toekennen van financiering. Alleen aanvragen die de kwalificatie ‘zeer goed’ of ‘excellent’ krijgen komen in aanmerking voor honorering.
Voor meer informatie over de kwalificaties zie: http://www.nwo.nl/kwalificaties.
NWO beoordeelt de ontvankelijkheid van de aanvraag (d.w.z. of deze aan de formeel gestelde vereisten voldoet, zie hoofdstuk 3). Alleen aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, zijn ontvankelijk en worden door NWO in behandeling genomen.
De domeinen SGW, TTW en ZonMw voeren, conform besluit van de RvB van NWO, als standaardprocedure in de Veni vooraanmelding in. Kandidaten die in de Veni-ronde 2021 een aanvraag willen indienen binnen de sociale en geesteswetenschappen, de toegepaste en technische wetenschappen of gezondheidsonderzoek en zorginnovatie, moeten vóór de deadline van 7 januari 2021, 14:00u MET een vooraanmelding insturen.
De SGW, TTW en ZonMw Veni-commissies beoordelen de vooraanmeldingen aan de hand van de vooraanmeldingscriteria (zie 4.2) vergelijkenderwijs en prioriteren deze naar kansrijkheid, zonder gebruik te maken van externe referenten. De domeinen TTW en ZonMw werken met een breed samengestelde multidisciplinaire Veni-commissie. Bij het domein SGW is de Veni-commissie opgedeeld in zes (multi)disciplinair samengestelde panels. De disciplinaire samenstelling van deze panels is te vinden op de NWO-website.
Besluitvorming vooraanmelding
De kandidaten waarvan de vooraanmeldingen door de commissie beoordeeld zijn als minst kansrijk krijgen bericht dat de commissie hun voorstellen niet beoogt te selecteren voor verdere behandeling. Indien kandidaten een gegronde reden hebben om tegen het oordeel van de commissie in te gaan, dan kan een gemotiveerde reactie naar het behandelend domein worden gestuurd. Naar aanleiding van de reactie kan de commissie de aanvrager eventueel alsnog selecteren.
De beoordeling van de vooraanmeldingen door de Veni-commissie resulteert in een advies aan het betreffende domeinbestuur, dat een besluit neemt aanvragers al dan niet uit te nodigen een uitgewerkt voorstel in te dienen. Het besluit van het domeinbestuur is bindend. Aanvragers die een vooraanmelding hebben ingediend in de Veni-ronde 2021 is het niet toegestaan om zonder positief besluit een volledige aanvraag in de Veni-ronde 2021 in te dienen, ook niet in een ander domein dan waarin de vooraanmelding is ingediend. Aanvragers die niet worden geselecteerd ontvangen een formeel afwijzingsbesluit over de aanvraag.
Voorselectie kan plaatsvinden indien het aantal volledige aanvragen minimaal vier keer zo hoog is als het aantal door het betreffende wetenschapsonderdeel te honoreren aanvragen. Als hier niet aan wordt voldaan, worden alle aanvragen zonder voorselectie naar externe referenten gestuurd. De reden voor voorselectie is dat bij een grote aanvraagdruk het aantal te raadplegen referenten te omvangrijk is en de kans van slagen voor veel kandidaten zeer gering is.
Voorselectie gebeurt op basis van de drie voor de Veni-ronde geldende selectiecriteria voor volledige aanvragen (zie 4.2). In geval van voorselectie worden alle aanvragen globaal en vergelijkenderwijs door de beoordelingscommissie beoordeeld en geprioriteerd naar kansrijkheid, zonder gebruik te maken van externe referenten. De kandidaten waarvan de voorstellen door de commissie beoordeeld zijn als minst kansrijk krijgen bericht dat de commissie hun voorstellen niet beoogt te selecteren voor verdere behandeling. Indien kandidaten een gegronde reden hebben om tegen het oordeel van de commissie in te gaan, dan kan een gemotiveerde reactie naar het behandelend domein worden gestuurd. Naar aanleiding van de reactie kan de commissie de aanvrager eventueel alsnog selecteren. Aanvragers niet worden geselecteerd ontvangen een formeel afwijzingsbesluit over de aanvraag.
Bij de domeinen SGW, TTW en ZonMw zal geen sprake zijn van voorselectie.
Alle volledige aanvragen, of indien van toepassing de aanvragen die door de voorselectie zijn gekomen, worden voor advies aan externe referenten voorgelegd. Vervolgens krijgt de aanvrager de mogelijkheid om op de geanonimiseerde adviezen te reageren.
Het is mogelijk om (maximaal drie) non-referenten op te geven. Kandidaten kunnen deze non-referenten opgeven in ISAAC/Mijn ZonMw, tegelijk met het indienen van de volledige aanvraag. NWO zal deze non- referenten niet benaderen om als externe referent de aanvraag te beoordelen.
Let op: ook als ISAAC ruimte biedt voor meer non-referenten is het niet toegestaan om meer dan drie non- referenten op te geven.
De volledige aanvragen, de referentenoordelen en het wederhoor worden aan de betreffende beoordelingscommissie voorgelegd. De beoordelingscommissie kan een selectie maken van een aantal kandidaten voor een interview of een alternatieve vorm van wederhoor. De beoordelingscommissie maakt een eigen afweging op basis van de ingewonnen referentenrapporten en de reacties van de kandidaten daarop. Vervolgens ontvangen de (hoogst geprioriteerde) kandidaten een uitnodiging voor een interview of een andere wijze van wederhoor (hierna ‘interview’).
Tijdens het interview heeft de beoordelingscommissie de gelegenheid om vragen te stellen, ook nieuwe vragen die nog niet door de referenten zijn opgeworpen. De aanvrager kan hier tijdens het interview in de discussie met de commissie op reageren. Op deze wijze wordt opnieuw hoor- en wederhoor toegepast. Het interview is een belangrijk onderdeel van de beoordeling en kan leiden tot bijstelling van de beoordeling en de score van het voorstel tot dan toe.
Na de interviews stelt de beoordelingscommissie haar honoreringsadvies op en legt zij dit voor aan het betreffende domeinbestuur, dat vervolgens het besluit neemt. De voor een ronde beschikbare middelen bepalen het definitieve aantal toe te kennen subsidies aan de aanvragen waarvan de kwalificatie minimaal zeer goed is. Na het besluit van het betreffende domeinbestuur wordt de uitslag bekendgemaakt.
Na het besluit van het betreffende domeinbestuur volgt de afwikkeling van de toekenning of afwijzing. Indien een subsidie wordt toegekend, treedt de laureaat in dienst bij een onderzoeksinstelling naar keuze en worden er afspraken gemaakt over de eindverslaglegging en eventuele begeleiding vanuit het domein (zie ook 3.5.1). Een Veni-project dient binnen zes maanden na toekenning te starten. De toegekende projecten worden in beheer genomen door een van de domeinen van NWO.
NWO streeft voor de Veni-ronde 2021 naar een maximale doorlooptijd van elf maanden. Het indicatieve tijdpad ziet er als volgt uit (het exacte tijdpad verschilt per domein):
Vooraanmelding
7 januari 2021, tot en met 14.00 uur (MET)
(Domeinen SGW, TTW en ZonMw)
Deadline indiening Veni-vooraanmeldingen via ISAAC of MijnZonMw
Maart 2021 Bekendmaking uitslag ronde vooraanmelding aan kandidaten
Volledige aanvragen
20 mei 2021, tot en met
14.00 uur (MEZT)
Tot en met september 2021
(Alle domeinen)
Deadline indiening volledige Veni-aanvragen via het Isaac-systeem/Mijn ZonMw
Raadplegen referenten en inwinnen wederhoor kandidaten
|
Oktober 2021 |
Interviews |
|
November 2021 |
Besluit domeinbesturen NWO, NWO informeert de aanvragers over het besluit |
Het kan zijn dat NWO het noodzakelijk acht om als gevolg van onvoorziene, ontwrichtende omstandigheden zoals de Covid-19-pandemie, tijdens de lopende procedure nog aanpassingen in de werkwijze aan te brengen. Eventuele aanpassingen in de procedure van de Veni 2021 zullen op de NWO-website worden gepubliceerd. Kijk daarom met enige regelmaat op de NWO-website voor de laatste stand van zaken.
Alle vooraanmeldingen worden beoordeeld op de criteria:
1. Academisch profiel (zie paragraaf 4.2.1);
2. Key output (zie paragraaf 4.2.3);
Deze criteria wegen beide 50% mee in het totaaloordeel over de vooraanmelding.
NB: Met ingang van de Venironde 2021 komt ‘onderzoeksidee’ te vervallen als eigenstandig criterium in de vooraanmelding. Het onderzoeksidee wordt in de vooraanmeldingsfase echter nog steeds opgevraagd. De relatie tussen het academisch profiel en het onderzoeksidee en de relevantie van de key output voor het onderzoeksidee zijn onderdeel van de criteria waarop de vooraanmelding wordt beoordeeld (zie onderstaande beschrijving van de criteria).
Deze wijzing is doorgevoerd op grond van de uitkomsten van de evaluatie van de vooraanmeldingsfase in de Veni 2019 en 2020. De introductie van een vooraanmelding op basis van narratief CV heeft een aantoonbare, grote tijdsbesparing opgeleverd voor aanvragers. Het doel van de wijziging is verdere tijdsbesparing te bewerkstellingen en de beoordeelbaarheid van het formulier verder te vergroten.
NWO benadrukt dat het – ook in het Talentprogramma – nog altijd grote waarde hecht aan kwaliteit, vernieuwing en impact van de onderzoeksvoorstellen. In de beoordeling van de volledige aanvraag spelen deze aspecten dan ook een onverminderd grote rol.
• Voldoen qua profiel in de Veni-doelgroep;
• duidelijke visie van de onderzoeker op haar/zijn plaats in de wetenschap;
• duidelijke situering van het werk van de onderzoeker ten opzichte van wetenschappelijke en (waar mogelijk) publieke thema’s of vragen;
• (inter)nationale zichtbaarheid;
• duidelijke indicatie(s) dat de onderzoeker een opvallend talent bezit voor het doen van wetenschappelijk onderzoek;
• indicaties van vermogen tot samenwerking;
• indicatie(s) van zelfstandigheid en/of onafhankelijke onderzoekslijn(en);
• indicaties van overige academische activiteiten, zoals bijdragen aan Open Science, 'academic citizenschip', onderwijs en de verbinding daarvan met wetenschap;
• vermogen om de opbrengsten van wetenschappelijke onderzoek ten goede te laten komen aan de potentiële kennisgebruikers zowel buiten het eigen academisch werkveld als richting de maatschappij;
• overtuigingskracht;
• duidelijke aansluiting van het profiel bij het onderzoeksidee, of duidelijke visie over het hoe deze aansluiting bereikt zal worden;
• aanstekelijke fascinatie voor onderzoek en/of technologie in het algemeen en voor het uitvoeren van het onderzoeksidee in het bijzonder.
• Wetenschappelijke kwaliteit blijkend uit onder meer de kwaliteit van het proefschrift, publicaties en/of andere wetenschappelijke opbrengsten en de door de aanvrager geleverde bijdrage aan deze key output;
• de kwaliteit en de impact van de wetenschappelijke bijdragen in relatie tot wat gangbaar is in de betreffende vakgebieden;
• steekhoudendheid van de omschrijving waarom de key output belangrijk is voor de betreffende vakgebieden en/of het profiel van de aanvrager en/of voor het onderzoeksidee en/of voor relevante publieke thema’s of vraagstukken.
Alle volledige aanvragen worden beoordeeld op de criteria:
1. kwaliteit, innovatief karakter en wetenschappelijke impact van het onderzoeksvoorstel (zie paragraaf (zie paragraaf 4.3.1);
2. kennisbenutting (zie paragraaf 4.3.2);
3. kwaliteit van de onderzoeker (zie paragraaf 4.3.3).
Deze criteria wegen respectievelijk 40%, 20% en 40% mee in het totaaloordeel.
• Inhoudelijke uitdagendheid;
• originaliteit van de vraagstelling;
• (elementen van) wetenschappelijke vernieuwing;
• potentie tot belangrijke bijdragen aan wetenschap;
• doeltreffendheid van de voorgestelde methode;
• wetenschappelijke inbedding van het onderzoek.
• Bijdrage aan de maatschappij en/of aan andere wetenschapsgebieden;
• disciplines en organisaties waaraan de resultaten ten goede kunnen komen.
Implementatie
• Plan van aanpak om de opbrengsten van het onderzoeksproject ten goede te laten komen aan de potentiële kennisgebruikers;
• of en zo ja, hoe de potentiële kennisgebruikers worden betrokken;
• (concrete) opbrengsten voor de maatschappij en/of andere wetenschapsgebieden;
• verwachte termijn voor mogelijke kennisbenutting.
De beoordelingscommissie beoordeelt:
• of de aanvrager de potentie voor kennisbenutting realistisch heeft weergegeven;
• indien er inderdaad sprake is van potentie voor kennisbenutting: in hoeverre de aanvrager een concreet en overtuigend plan van aanpak heeft gepresenteerd om de aanwezige potentie te realiseren.
• Indien er geen sprake is van potentie van kennisbenutting: de argumentatie van de aanvrager waarom het voorgestelde onderzoek zich niet leent voor kennisbenutting
• Passendheid qua profiel in de doelgroep;
• tonen van kwaliteiten die duidelijk uitsteken boven wat gebruikelijk is binnen de internationale
• peer group;
• wetenschappelijke excellentie, blijkt onder meer uit proefschrift, publicaties, andere wetenschappelijke opbrengsten en/of andere wetenschappelijke verworvenheden;
• aanstekelijke fascinatie voor onderzoek en/of technologie en voor het uitvoeren van het onderzoeksvoorstel in het bijzonder;
• overtuigingskracht;
• duidelijke indicatie dat de onderzoeker een opvallend talent bezit voor het doen van wetenschappelijk onderzoek;
• duidelijke visie van de onderzoeker op de eigen plaats in de wetenschap;
• (inter)nationale zichtbaarheid;
• indicaties van vermogen tot samenwerking;
• indicatie(s) van zelfstandigheid en/of onafhankelijke onderzoekslijn(en);
• indicaties van overige academische activiteiten, zoals bijdragen aan Open Science, 'academic citizenschip', onderwijs en de verbinding daarvan met wetenschap;
• duidelijke aansluiting van het profiel van de aanvrager bij het onderzoeksvoorstel, of duidelijke visie over het hoe deze aansluiting bereikt zal worden;
• vermogen om de opbrengsten van wetenschappelijke onderzoek ten goede te laten komen aan de potentiële kennisgebruikers zowel buiten het eigen academisch werkveld als richting de maatschappij
Op de website van het NWO-Talentprogramma (www.nwo.nl/talent)is de meest recente informatie over het NWO-Talentprogramma te vinden. Daar staat ook een document met daarin antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ). Kandidaten wordt aangeraden eerst de website te raadplegen voor zij contact opnemen met NWO. Vragen over het NWO-Talentprogramma kan men richten aan de centrale coördinator van dit subsidieprogramma bij NWO of aan de coördinator van het betreffende NWO-domein.
Contactgegevens zijn te vinden op www.nwo.nl/talent/contact.
Vragen met betrekking tot lopende Talentprogrammaprojecten dienen gesteld te worden aan de afdeling Beheer binnen NWO die uw project onder behandeling heeft of eventueel aan de coördinator van het behandelend NWO-onderdeel (voor contact gegevens van de verschillende domeinen zie: www.nwo.nl/vi/contact).
Centrale coördinator NWO-Talentprogramma
Website: www.nwo.nl/talent (informatie over financiering NWO-Talentprogramma) of: www.nwo.nl/talentprogramma(algemene informatie over het NWO-Talentprogramma) E-mail: talent@nwo.nl
Adressen
NWO-Talentprogramma Domein ENW
Postbus 93460
2509 AC ’s-Gravenhage enw-veni@nwo.nl
NWO-Talentprogramma Domein SGW
Postbus 93461
2509 AC ’s-Gravenhage sgw-veni@nwo.nl
NWO-Talentprogramma Domein TTW
Postbus 3021
3502 GA Utrecht ttw-veni@nwo.nl
NWO-Talentprogramma ZonMw
Postbus 93245
2509 AE ’s-Gravenhage veni@zonmw.nl
Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC-helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding, te vinden op https://www.isaac.nwo.nl/nl/help, voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)20 346 71 79. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.
Bij technische vragen betreffende het gebruik van Mijn ZonMw kunt u contact opnemen met de helpdesk. Deze helpdesk is tijdens kantooruren bereikbaar via telefoonnummer +31 (0)70 349 51 78, of via e-mail servicedesk@zonmw.nl.
Subsidie kan worden aangevraagd door onderzoekers van de volgende kennisinstellingen:
− Universiteiten gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden;
− Universitair medische centra;
− KNAW- en NWO-instituten;
− het Nederlands Kanker Instituut;
− het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;
− de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;
− NCB Naturalis;
− Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL);
− Prinses Maxima Centrum
We raden aanvragers aan om tijdig contact op te nemen met het instituut van hun keuze, in verband met het verkrijgen van de verplichte inbeddingsgarantie.
Het narratief cv bestaat uit 2 onderdelen:
1. Narratief academisch profiel: een verhalende beschrijving van het academische profiel van de aanvrager. Hiermee kunnen kandidaten zelf de afweging maken wat ze wel/niet relevant vinden om in hun CV te vermelden.
Dit onderdeel is een narratief waarin de aanvragers uiteenzetten wat voor wetenschapper zij zijn: wat is de onderzoeksfocus, -agenda en -visie van de onderzoeker. Wat hebben zij gedaan om die visie te verwezenlijken? In principe kunnen aanvragers hier alle informatie kwijt die zij nuttig/belangrijk vinden, die de kwaliteiten tonen van de aanvrager, bijvoorbeeld in relatie tot het vakgebied en tot de specifieke aanvraag. Zo zal het bij een Vici-aanvraag belangrijker zijn dan bij een Veni om in te gaan op eerdere supervisie-ervaring, trainingen en leiderschapskwaliteiten. Het verwerven van een beurs of prijs mag genoemd worden, maar niet in de vorm van een simpele opsomming; kandidaten worden bij een dergelijke vermelding gevraagd om aan te geven wat er gedaan is met de kansen die de verworven beurs geboden heeft. Belangrijke keynotes, academische ‘service’, bijdragen aan teams, outreach etc. kunnen ook in het academisch profiel worden opgenomen. Bij trans-disciplinair onderzoek zal de aanvrager extra focus kunnen leggen op samenwerkingen in andere projecten. Bij het opzetten van een belangrijke database is weer heel andere ervaring belangrijk. Kortom, het is aan de aanvragers om te laten zien waarom zij zo goed en geschikt zijn. In alle gevallen geldt dat verzocht wordt om context te schetsen. Dit onderdeel omvat tenslotte een motivatie voor het voorgestelde onderzoek en ruimte voor uitleg over de geschiktheid van de onderzoeker voor dit specifieke onderzoek.
2. Key Output: een lijst van maximaal 10 key output items met een toelichting waarom de aanvrager dit als belangrijkste output beschouwt. Ook het onderdeel waarin aanvragers hun onderzoeksoutput tonen heeft een narratief karakter. Er wordt niet meer gevraagd naar volledige publicatielijsten, maar kandidaten kiezen zelf de selectie van output items die ze tonen. Het begrip output is daarbij breed gedefinieerd: peer-reviewed artikel, pre-prints, open access data, software, voorstellingen, bijdragen aan populaire media, etc. Alle typen output die relevant zijn voor het profiel van de aanvrager, het vakgebied, de samenleving of de aanvraag kunnen genoemd worden. Door het aantal output items te maximeren verschuift de aandacht van kwantiteit naar kwaliteit en impact van de bijdragen. Het aantal van tien output items is een maximum; kandidaten mogen naar eigen inzicht kiezen om minder dan 10 output items te noemen. Zij kunnen tonen wat ze belangrijk vinden en daarmee een verbinding maken met onderdeel 1, academisch profiel. Per output item wordt gevraagd in te gaan op de rol/bijdrage van de aanvrager (in het team), de impact van de output, de relatie tot het voorstel, en/of waarom het bij uitstek de kwaliteit van de aanvrager toont.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-51647.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.