Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 30 september 2020, nr. 20244673, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de teelt van bloembollen tegen bacterieziekten en virussen (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van bloembollen tegen bacterieziekten en virussen, 2020-2)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend het gebruik van actief chloor in situ gegenereerd uit natriumchloride door elektrolyse ter bescherming van de teelt van bloembollen tegen bacterieziekten en virussen.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 13 oktober 2020 en vervalt op 10 februari 2021.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van bloembollen tegen bacterieziekten en virussen, 2020-2.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze, F. Kooiman Wnd. Directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT (werkzame stof: actief chloor in situ gegenereerd uit natriumchloride door elektrolyse)

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Toegestaan is het professionele gebruik voor de behandeling van het uitgangsmateriaal onder de vermelde toepassingsvoorwaarden

Toepassingsvoorwaarden:

Toepassings-

Gebied

Type toepassing

Te bestrijden organismen

Dosering middel per toepassing

Maximale dosering middel per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per bewaarcyclus

Maximaal aantal liter/kg middel per ha per bewaarcyclus

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Veiligheidstermijn in dagen of uiterst gewasstadium waarop toegepast mag worden

Bloembollen

In kook- en dompelproces

Voorkoming van (her)besmetting van ongewenste bacteriën en virussen (pathogenen) vanuit het water naar de bolgewassen in het proces

Max 200 ppm

Maximaal 20 ppm aan vrij chloor aan te houden

1 x per kook- en/of dompelbeurt

Maximaal 2 toepassingen per bewaarcyclus

Maximaal 2 kg middel per ha

1 dag

Toepassing na het rooien en tijdens sorteerproces

Bloembollen

In installaties voor behandeling van proces- en afvalwater

Voorkoming van (her)besmetting van ongewenste bacteriën en virussen (pathogenen) vanuit het water naar de bolgewassen in het proces

Max 200 ppm

20 ppm

1 toepassing per bewaarcyclus

Maximaal 2 kg middel per ha

 

Alleen als gerooide en/of gepelde bol

Bloembollen

Afdouchen

Voorkoming van (her)besmetting door ongewenste bacteriën en virussen (pathogenen)

Max 200 ppm

100 ppm

1 toepassing per bewaarcyclus

Maximaal 2 kg middel per ha

1 dag

Alleen als gerooide en/of gepelde bol

Overige toepassingsvoorwaarden

Het douchen van bloembollen is uitsluitend toegestaan door middel van een installatie waarbij geen nevel en/of spatwater vrij kan komen.

  • 1. Het doseren van het middel kan geschieden door middel van doseerapparatuur welke chemisch bestand is tegen de oxidant.

  • 2. Bij het afdouchen dient het injecteren van de actieve stof vlak voor de spuitkoppen van de douche plaats te vinden.

Algemene opmerkingen betreffende opslag en gebruik:

  • 1. Niet als concentraat gebruiken, altijd verdunnen

  • 2. Vermijd contact met het geconcentreerde product

  • 3. Bestraling door de zon, warmte en inwerking van hitte vermijden.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Noodsituatie

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van een noodsituatie.

Gevaar

In partijen bollen die worden gespoeld, gedompeld of een warmwaterbehandeling krijgen ter bestrijding van aaltjes, mijten of schimmels, kan vanuit geïnfecteerde bloembollen verspreiding van met name bacteriën en virussen plaatsvinden. Dergelijke infecties leiden er toe dat planten in het veld niet opkomen, wegvallen of worden afgekeurd. Deze schade zal ieder jaar toenemen omdat infecties niet altijd volledig betrouwbaar detecteerbaar zijn. Bijvoorbeeld PLAMV (virus) infecties in lelie zijn na verwerking waaronder spoelen en een warmwaterbehandeling slecht aantoonbaar in de bollen. Aangetaste partijen kunnen worden afgekeurd en worden vernietigd. Het Tulp Virus X is ook visueel niet altijd waarneembaar. Voor export naar belangrijk derde landen gelden strenge eisen ten aanzien van aanwezigheid van het Tulip Virus X, waardoor de export in gevaar komt. De verwachte schade in bloembollen als gevolg van bacterie- en virusinfecties zal variëren tussen de 10-20%, met uitschieters naar 100%. Voor de bestrijding van bacterieziekten en virussen zijn geen alternatieven beschikbaar, daarom vormen deze pathogenen een teeltbedreiging in de bloembollen die worden gedompeld, gespoeld of een warmwaterbehandeling krijgen.

Alternatieven

Verschillende preventieve maatregelen ter voorkoming of bestrijding van virussen en bacterieziekten worden ingezet tijdens de teelt, zoals hygiëne maatregelen, teeltmaatregelen en b.v. ‘ziek zoeken’.

Niet chemische alternatieven voor de bestrijding van pathogenen zoals aaltjes, insecten zoals mijten en schimmels zijn warmwaterbehandeling, UV-ontsmetting, heetstook en CATT behandeling. Voor warmwaterbehandeling geldt dat tijdens deze behandeling verspreiding van andere plantpathogenen zoals bacterieziekten en virussen kan optreden. UV ontsmetting kan op de bol worden toegepast. Dit ontsmet vooral het bloembol oppervlak maar werkt onvoldoende tussen de bolschubben. De toepassingsmogelijkheden in de praktijk van UV ontsmetting in het dompelbad is beperkt omdat de werking sterk negatief wordt beïnvloed door troebelheid van het water veroorzaakt door de aanwezigheid van gronddeeltjes in dompelbaden met bloembollen.

Heetstook, gebaseerd op het via hete lucht bestrijden van pathogenen, is nog in ontwikkeling en onvoldoende praktijkrijp. Dit geldt ook voor de CATT behandeling (Controlled Atmosphere Temperature Treatment). Tegen virussen en bacteriën in de teelt van bloembollen zijn geen chemische gewasbeschermingsmiddelen toegelaten. Tijdens de bewaring van tulpen kan tegen de belangrijke vector van Tulip Virus X (de tulpengalmijt) een effectief middel op basis van clofentezin worden toegepast in het dompelbad. Echter de verspreidingsroute van dit virus via een dompelbehandeling is dan nog steeds aan de orde.

Met de combinatie van bovenstaande maatregelen kunnen virussen en bacterieziekten niet afdoende bestreden worden.

Bijzondere omstandigheden

Binnen ‘Het Nieuwe Verwerken’ van bloembollen onderkennen overheid, bedrijfsleven en onderzoek het belang om zo snel als mogelijk een alternatieve veilige toepassing ter vervanging van formaline in het dompelbad van bloembollen toegelaten te krijgen. Om verspreiding van schimmels en bacteriën bij bolbehandeling te voorkomen werd in het verleden formaline toegepast in het dompelbad. De ambtshalve toelating van formaline is in 2007 vervallen en tot en met 2013 beschikte de sector nog over een artikel 38 Wgb vrijstelling voor formaline in dompelbaden. Uit het onderzoek blijkt dat actief chloor in situ gegenereerd uit natriumchloride door elektrolyse een ontsmettende werking heeft en effectief is op o.a. bacteriën, virussen en schimmels. De toelatinghouder en sector leveren inspanningen om te komen tot een toelating van een middel op basis van deze stof als gewasbeschermingsmiddel. Procedureel gezien is aannemelijk dat binnen een periode van 3 jaar de werkzame stof wordt goedgekeurd en een toelating wordt gerealiseerd.

Conclusie

De NVWA komt tot volgende conclusies:

  • een landbouwtechnisch doelmatige teelt van zowel voorjaarsgeplante als najaarsgeplante bloembollen in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende mogelijkheden tot bestrijding van bacteriën en virussen.

  • Een landbouwtechnisch doelmatige teelt van zowel voorjaarsgeplante als najaarsgeplante bloembollen, is met het beschikbare pakket aan middelen en maatregelen niet mogelijk.

  • De aanvraag voldoet aan de eis van bijzondere omstandigheden. Er is een perspectief op een reguliere toelating binnen de gestelde termijn, waarvoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is.

De tijdelijke vrijstelling van actief chloor in situ gegenereerd uit natriumchloride door elektrolyse voor het bestrijden van bacterieziekten en virussen in de teelt van zowel voorjaarsgeplante als najaarsgeplante bloembollen voldoet hiermee aan de criteria voor een noodsituatie.

2.2 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Milieu

Voldoet aan de eisen.

Conclusie

Het College constateert dat er geen risico verbonden is aan de vrijstelling.

Advies

Het College adviseert een vrijstelling ex artikel 38 Wgb voor actief chloor in situ gegenereerd uit natriumchloride door elektrolyse ter bestrijding van schimmelziekten, bacterieziekten en virussen ten behoeve van de teelt van bloembollen.

3 Overwegingen

Een herhaalde tijdelijke vrijstelling van actief chloor in situ gegenereerd uit natriumchloride door elektrolyse is gewenst, omdat zonder deze vrijstelling de teelt van bloembollen op geen enkele andere redelijke wijze te beschermen is tegen bacterieziekten en virussen. Hierdoor wordt de doelmatige teelt van bloembollen bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel.

Een vrijstelling voor het gebruik van actief chloor in situ gegenereerd uit natriumchloride door elektrolyse ter bescherming van de teelt van bloembollen tegen bacterieziekten en virussen is eerder verleend:

4 Besluit

Het advies van de NVWA en het advies van het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van actief chloor in situ gegenereerd uit natriumchloride door elektrolyse ter bescherming van de teelt van bloembollen tegen bacterieziekten en virussen.

Dit besluit treedt in werking op 13 oktober 2020 en vervalt op 10 februari 2021.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze, F. Kooiman Wnd. Directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Naar boven