Fiscale tegemoetkomingen naar aanleiding van de coronacrisis; (Besluit noodmaatregelen coronacrisis Caribisch Nederland)

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate dienst Vaktechniek

Besluit van 29 september 2020, nr. 2020-20588

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 16 juni 2020, nr. 2020-113762 (Stcrt. 2020, 33206). In dit besluit wordt de termijn van de verlaging van de interest verlengd en is het tijdelijke uitstelbeleid aangevuld met de afbouw daarvan.

Het besluit van 16 juni 2020, nr. 2020-113762 (Stcrt. 2020, 33206) is ingetrokken.

1. Inleiding

De bijzondere omstandigheden als gevolg van de coronacrisis zijn voor het kabinet aanleiding voor het treffen van economische en fiscale maatregelen.

In dit beleidsbesluit geef ik uitvoering aan fiscale maatregelen in de vorm van concrete goedkeuringen die van toepassing zijn voor Caribisch Nederland (dit betreft Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

De goedkeuringen zien op de volgende onderwerpen:

  • Uitstel van betaling van belastingschulden;

  • Verlaging invorderingsrente (percentage interest);

  • Verklaring betaalgedrag;

  • Melding betalingsonmacht;

  • Betalingsregeling voor opgebouwde belastingschuld;

  • Betalingsverzuimboeten;

  • Gebruikelijk loon;

De goedkeuringen zijn gebaseerd op een redelijke wetstoepassing gegeven de bijzondere omstandigheden veroorzaakt door de coronacrisis en waar nodig met toepassing van artikel 8.19 van de Belastingwet BES.

2. Uitstel van betaling van belastingschulden

Op Caribisch Nederland is het uitstel van betaling anders vormgegeven dan in Europees Nederland. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de op Caribisch Nederland geldende fiscale wet- en regelgeving.

Het fiscale stelsel van Europees Nederland is aanzienlijk complexer en uitgebreider en kent veel meer belastingen dan het fiscale stelsel van Caribisch Nederland. Het fiscale stelsel van Caribisch Nederland is gebaseerd op het voormalige Nederlands Antilliaanse stelsel en is toegespitst op de lokale omstandigheden van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, ook wat betreft uitvoerbaarheid en handhaving. Met name de fiscale behandeling van ondernemers wijkt in belangrijke mate af van die in Europees Nederland. Naast eenvoud is een van de doelstellingen achter het stelsel dat het aantrekkelijk is voor (startende) ondernemers. Zo kent Caribisch Nederland geen winstbelasting zoals de vennootschapsbelasting, maar in plaats daarvan een vastgoedbelasting. Gebruikelijk in Caribisch Nederland is dat ook kleine ondernemers hun onderneming drijven in een naamloze vennootschap of besloten vennootschap. Om bovengenoemde redenen wijkt het tijdelijke uitstelbeleid in verband met de coronacrisis op Caribisch Nederland op enkele onderdelen af van het uitstelbeleid in Europees Nederland.

2.1 Uitstel van betaling van belastingschulden

Ondernemers die door bijzondere omstandigheden waarvan de oorzaak buiten hun invloed ligt tijdelijk in liquiditeitsproblemen zijn gekomen, kunnen op grond van bestaand beleid om uitstel van betaling vragen. De gevolgen van de coronacrisis geven aanleiding voor een tijdelijk soepeler beleid. Daarom keur ik het volgende goed.

Goedkeuring 1 (verlenen uitstel)

Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat de ontvanger uitstel van betaling van belastingschuld verleent, indien de ondernemer uiterlijk 30 september 2020 daartoe een verzoek heeft ingediend.

Het verzoek om uitstel kan schriftelijk of digitaal via een daartoe bestemd formulier worden ingediend nadat er een belastingaanslag is opgelegd. Het verzoek om uitstel wordt geacht een verzoek om uitstel van betaling te zijn van alle openstaande en gedurende de uitstelperiode nog op te leggen belastingaanslagen waarop deze goedkeuring betrekking heeft.

Voorwaarden

Voor deze goedkeuring gelden de volgende vijf voorwaarden:

  • a. De bestaande betalingsproblemen maken uitstel noodzakelijk.

  • b. Deze betalingsproblemen zijn hoofdzakelijk door de coronacrisis ontstaan.

  • c. Er is voor de belastingschuld waarvoor het uitstel wordt gevraagd voldaan aan de aangifteplicht.

  • d. Het gevraagde uitstel heeft betrekking op een of meer vergelijkbare belastingen genoemd in de goedkeuringen die in het Europees deel Nederland van toepassing zijn (zie hiervoor onderdeel 3.1 van het besluit van 6 mei 2020, nr. 2020-12560). Dit betekent dat uitstel van betaling kan worden aangevraagd voor de inkomstenbelasting, de loonbelasting, de premies voor de AOV, de AWW en de Zorgverzekering, de door werkgevers / inhoudingsplichtigen af te dragen werknemerspremies en de vastgoedbelasting.

  • e. Als de Belastingdienst Caribisch Nederland daarom verzoekt, dient de ondernemer een verklaring van een derde-deskundige te overleggen waaruit blijkt dat de betalingsproblemen hoofdzakelijk veroorzaakt zijn door de coronacrisis en dat de onderneming, los daarvan, levensvatbaar is. Ook kan daarbij om een liquiditeitsprognose worden verzocht.

  • f. Indien de ondernemer om uitstel langer dan drie maanden verzoekt, dient de ondernemer te verklaren dat geen bonussen worden uitgekeerd aan de Raad van Bestuur en de directie van de onderneming, geen dividend wordt uitgekeerd en geen eigen aandelen worden ingekocht in de periode vanaf het indienen van het uitstelverzoek tot en met de datum van de vergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021. Onder bonussen worden mede begrepen winstuitdelingen en andere betalingen die kenmerken van bonussen hebben. Deze voorwaarde ziet niet op bonussen, dividenden en aandelen waarvan de uitbetaling en inkoop na het uitstelverzoek plaatsvindt, maar de daaraan ten grondslag liggende beslissing in 2019 is genomen.

Er wordt geen uitstel van betaling verleend en verleend uitstel van betaling wordt ingetrokken als de belangen van de Staat zich tegen uitstel verzetten. Dit is onder meer het geval als de ontvanger vreest voor misbruik van de situatie waardoor verhaalsmogelijkheden in gevaar komen.

Verleend uitstel van betaling op grond van deze goedkeuring wordt ingetrokken per 1 januari 2021, met dien verstande dat de ontvanger de ondernemer in de gelegenheid stelt om de belastingschuld met een betalingsregeling af te lossen (zie hiervoor onderdeel 2.4).

Goedkeuring 2 (samenloop uitstelvormen)

Ik keur goed dat noch het feit dat aan de ondernemer eerder uitstel op grond van het bestaande beleid is verleend, noch het feit dat de ondernemer verzoekt om een andere vorm van uitstel, een belemmering vormt voor het toekennen van uitstel van betaling op grond dit onderdeel.

Goedkeuring 3 (geen verrekening)

Ik keur goed dat de ontvanger gedurende de periode van uitstel, bedoeld in goedkeuring 1, alsmede de periode van de betalingsregeling, bedoeld in onderdeel 2.4, geen belastingteruggaven (van enige soort) verrekent met de belastingschuld waarvoor uitstel van betaling is verleend, tenzij de ondernemer hierom verzoekt of de belangen van de Staat worden geschaad.

Voornoemde goedkeuringen 1 tot en met 3 gelden in aanvulling op het reguliere uitstelbeleid.

2.2 Interest

Ik acht het onwenselijk dat belastingschuldigen waaraan uitstel van betaling vanwege betalingsproblemen als gevolg van de coronacrisis is verleend, worden geconfronteerd met het huidige percentage van 6% interest (op grond van artikel 8.44, tweede lid, Belastingwet BES). Daarom keur ik het volgende goed.

Goedkeuring

Ik keur goed dat het percentage van de interest dat momenteel ingevolge artikel 8.44, tweede lid, Belastingwet BES ten minste 6 bedraagt, wordt verlaagd naar een percentage van 0,0. Deze tijdelijke verlaging geldt tot 1 januari 2021 voor belastingschulden waarvoor uitstel van betaling is verleend op grond onderdeel 2.1 van dit besluit. Het percentage van 0,0 geldt uitsluitend voor interest die ingevolge artikel 8.44, tweede lid, Belastingwet BES in rekening wordt gebracht. Voor wat betreft te vergoeden interestvorderingsrente (op grond van artikel 8.44, derde lid, Belastingwet BES) blijft het wettelijke percentage interest onverminderd van kracht.

2.3 Diverse invorderingsonderwerpen

Bij het robuust faciliteren van uitstel van betaling van belasting past een soepelere houding ten aanzien van een aantal aanvullende onderwerpen. Deze soepelere houding komt tot uitdrukking in onderstaande goedkeuringen.

2.3.1 Verklaring betalingsgedrag

Goedkeuring

Ik keur goed dat in afwijking van artikel 8.38.7 van de Leidraad Invordering BES de ontvanger, indien voldaan wordt aan de overige voorwaarden, een schone verklaring betalingsgedrag afgeeft als voor de nageheven loonheffingen ingevolge dit besluit uitstel van betaling wordt genoten dan wel ingevolge dit besluit voor bedoelde naheffingsaanslagen geen invorderingsmaatregelen worden genomen.

2.3.2 Melding betalingsonmacht

Goedkeuring

Ik keur goed dat voor zover het verzoek om uitstel van betaling op grond van dit beleidsbesluit betrekking heeft op de verschuldigde belasting die behoorde te zijn afgedragen of voldaan tussen 12 maart 2020 en 1 januari 2021, het verzoek in voorkomend geval mede geldt als tijdige melding van betalingsonmacht als bedoeld in artikel 8.65a, tweede lid, Belastingwet BES. De melding wordt bovendien rechtsgeldig geacht, tenzij achteraf blijkt dat de betalingsonmacht niet hoofdzakelijk verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis.

2.4 Betalingsregeling voor opgebouwde belastingschuld

Gelet op de bijzondere omstandigheden van de coronacrisis, vind ik het passend om naast de reguliere betalingsregeling voor ondernemers (in artikel 8.57 Leidraad Invordering BES e.v.), voor de in dit onderdeel bedoelde belastingschulden van ondernemers een meer ruimhartige betalingsregeling toe te staan. Daarom keur ik het volgende goed.

Goedkeuring

Ik keur goed dat de ontvanger tot 1 juli 2024 uitstel van betaling verleend voor belastingschulden waarvoor ingevolge onderdeel 2.1 van dit besluit uitstel van betaling is verleend.

De ondernemer lost de hiervoor bedoelde belastingschulden af voor 1 juli 2024 met een betalingsregeling. Hierbij geldt de voorwaarde dat ondernemer gedurende het uitstel van betaling nieuw opkomende fiscale en andere financiële verplichtingen – waarvan de invordering aan de ontvanger is opgedragen – bijhoudt.

Uitgangspunten van de betalingsregeling zijn dat de belastingschuld wordt afgelost in 36 maandelijkse termijnen en in juli 2021 aanvangt. De uiterste betaaldatum van de eerste betalingstermijn is 31 juli 2021. Elke volgende termijn vervalt telkens een maand later. Hiervan kan worden afgeweken als de ondernemer aannemelijk maakt dat het voor hem redelijkerwijs niet mogelijk is in juli 2021 aan te vangen met het aflossen van zijn coronaschuld, bijvoorbeeld als zijn liquiditeitspositie dat vanwege beperkende maatregelen nog niet in redelijkheid toelaat. De ondernemer kan in dat geval op een later moment beginnen met aflossen, met dien verstande dat de belastingschuld ook dan uiterlijk 1 juli 2024 volledig moet zijn afgelost.

Als blijkt dat de ondernemer gedurende het uitstel van betaling die hem ingevolge dit besluit is toegekend niet (meer) voldoet aan de voorwaarden die gelden voor het op grond van onderdeel 2.1 verleende uitstel van betaling, kan de ontvanger de betalingsregeling als bedoeld in dit onderdeel weigeren of beëindigen. Alvorens de ontvanger de regeling beëindigt, stelt hij de ondernemer in de gelegenheid om alsnog binnen veertien dagen aan de voorwaarden te voldoen. De betalingsregeling wordt eveneens niet toegekend of ingetrokken als de belangen van de Staat zich tegen de betalingsregeling verzetten.

3. Betalingsverzuimboeten

Ik acht het onwenselijk dat ondernemers waaraan uitstel van betaling vanwege betalingsproblemen als gevolg van de coronacrisis is verleend, worden beboet omdat zij niet (tijdig) aan hun betalingsverplichtingen hebben voldaan. Daarom keur ik het volgende goed.

Goedkeuring

Ik keur goed dat verzuimboeten voor betalingsverzuimen begaan in de periode van 12 maart 2020 tot aan de datum waarop het uitstel van betaling van dit besluit eindigt (zie onderdeel 2.1), worden geacht niet te zijn opgelegd. Als een verzuimboete wordt opgelegd, zorgt de ontvanger ervoor dat deze ambtshalve wordt vernietigd. Deze goedkeuring geldt voor alle belastingmiddelen waarvoor de tijdelijke bijzondere uitstelregeling van dit besluit geldt.

4. Gebruikelijk loon 2020 AB-houders

Voor de aanmerkelijkbelanghouder die werkzaam is voor het lichaam waarin het belang gehouden wordt, kent Caribisch Nederland net als Europees Nederland een gebruikelijk loonregeling. De gebruikelijk loonregeling in Caribisch Nederland wijkt op een aantal punten af van die in Europees Nederland. Zo is er geen uitzondering opgenomen voor ondernemingen met een zogenaamde S&O verklaring (innovatieve ondernemingen) en hoeft geen rekening te worden gehouden met uitzonderingen op grond van het EU recht. Verder is het minimale gebruikelijk loon in Caribisch Nederland aanzienlijk lager dan in Europees Nederland.

Gezien de bestaande verschillen tussen de fiscale stelsels wordt voor Caribisch Nederland een tijdelijke aanpassing voor het jaar 2020 van de gebruikelijk loonregeling voorgesteld die aansluit bij de lokale omstandigheden en de al bestaande wettelijke faciliteit voor nieuw opgerichte lichamen in Caribisch Nederland. Nieuw opgerichte lichamen hebben de mogelijkheid gedurende de eerste drie jaar het gebruikelijk loon te stellen op de commerciële winst van het jaar als deze lager is dan het gebruikelijk loon. Gelet op de huidige omstandigheden acht ik het wenselijk deze regeling voor ieder lichaam open te stellen.

Goedkeuring

Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat alle lichamen in het kalenderjaar 2020 gebruik kunnen maken van de regeling die geldt voor nieuw opgerichte lichamen zoals beschreven in artikel 9a, tweede lid van de Wet loonbelasting BES.

Voorwaarden

Voor deze goedkeuring gelden de volgende drie voorwaarden:

  • a. De rekening-courantschuld neemt niet toe als gevolg van het lagere gebruikelijk loon en er vindt geen terugbetaling van kapitaal of betaling van dividend plaats.

  • b. Als de aanmerkelijkbelanghouder-werknemer feitelijk meer loon heeft genoten dan volgt uit de berekening met gebruikmaking artikel 9a, tweede lid van de Wet loonbelasting BES, dan geldt dat hogere loon.

  • c. Deze goedkeuring geldt niet voor zover de winst in het jaar 2020 beïnvloed is door bijzondere oorzaken, zoals staking, fusie, splitsing en bijzondere resultaten.

Hierbij wordt wellicht ten overvloede opgemerkt dat voor het vaststellen van het bedrag van de commerciële winst (artikel 9a, tweede lid van de Loonbelasting BES) geen rekening wordt gehouden met de beloning van de aanmerkelijkbelanghouder-werknemer.

5. Ingetrokken regeling

Het volgende besluit is ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit:

6. Inwerkingtreding en vervaldatum

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 12 maart 2020, met dien verstande dat onderdeel 2.2 terugwerkt tot 23 maart.

De onderdelen 2.2, 3 en 4 vervallen met ingang van 1 januari 2021.

7. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit noodmaatregelen coronacrisis Caribisch Nederland.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 september 2020

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. de Blieck hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

Naar boven