Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister- President, Minister van Algemene Zaken d.d. 11 september
2020, kenmerk 3745464;
Gelet op artikel 44 van de Grondwet;
HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN;
Artikel 1
Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat wordt belast met de behartiging van
aangelegenheden betreffende de coördinatie van de uitvoeringswerkzaamheden voortkomende
uit richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU,
L 255) voor zover deze voor 1 januari 2021 was opgedragen aan Onze Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap.
Artikel 2
De taken van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en van het ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden dienovereenkomstig gewijzigd.
Artikel 3
De organisatorische, personele en rechtspositionele aspecten van de in de artikelen
1 en 2 bedoelde herindeling van departementale taken worden uitgewerkt in overleg
tussen Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, Onze Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2021
’s-Gravenhage, 16 september 2020
Willem Alexander
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
M. Rutte
NOTA VAN TOELICHTING
Met dit besluit wordt de overgang geregeld van het nationaal coördinatorschap van
richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU, L 255)
(hierna: ‘de richtlijn’) van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar
de Minister van Economische Zaken en Klimaat.
De over te hevelen taak betreft de coördinatie, bedoeld in artikel 56, vierde lid,
van de richtlijn, van de werkzaamheden van de Nederlandse bevoegde autoriteiten, bedoeld
in artikel 56, eerste en tweede lid, van de richtlijn.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat zal dientengevolge ook vanaf 1 januari
2021 de verantwoordelijkheid overnemen voor het onderhoud van de Algemene wet erkenning
EU-beroepskwalificaties (Stb. 2007, 530) en de op deze wet gebaseerde wet- en regelgeving, niet zijnde gedelegeerde sectorale
wet- en regelgeving. Hier blijven de ministers die het aangaan verantwoordelijk voor.
De overgang van het nationaal coördinatorschap kent geen personele gevolgen. De overige
organisatorische aspecten, met inbegrip van de financiële, alsmede de rechtspositionele
aspecten van de overgang zullen nader worden uitgewerkt in overleg tussen de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister van Economische Zaken en Klimaat,
en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
M. Rutte